II 10 I WÊÊÊÊÊÊmmmÊÊÊÊmÊmmM I H I I Bf s Hi I II een beetje triest. De werkgroep is ingesteld omdat de belangstelling van ouders van buitenlandse kinde ren voor het bi-cultureel onderwijs zo klein was. Men hoopte door de activiteiten van de werkgroep de belangstelling te vergroten en nu wordt gezegd dat de werkgroep niet meer functioneert omdat de be langstelling niet groot genoeg was. Daarvoor was de werkgroep juist ingesteld, een reden te meer om er eens extra aan te trekken. De geringe belangstelling mag nooit een reden zijn om ermee op te houden, Ik wil daarom graag van de wethouder weten wat het vervolg op deze activiteiten is. Mevrouw Van der Werf: Ik wil mij aansluiten bij de opmerkingen van mevrouw De Haan over de werkgroepen ten aanzien van het onderwijs aan anderstaligen. De wethouder heeft ooit eens een keer in een discussie in de Commissie voor het Onderwijs over wildgroei op het gebied van werkgroeper:, com missies en stuurgroepen gezegd dat er wel eens wat een beleid is gevoerd in die zin dat een werkgroep wordt ingesteld als er een probleem wordt geconstateerd. De werkgroep blijft dan jarenlang maar wat doorsudderen. Ik heb de indruk dat het hier ook zo is gegaan. Er werd een probleem geconstateerd en dus een werkgroep ingesteld. In geval van vragen kan men dan zeggen dat de werkgroep aan het pro bleem werkt. Uit de vragen en het antwoord daarop blijkt wel dat er niet zoveel gebeurt en ik zou daarom alsnog aan de wethouder willen vragen of hij wil toezeggen dat er hier, nog voor de nieuwe raad in functie treedt, een beleidsplan ligt voor het onderwijs aan anderstaligen. Ik heb nog een opmerking over de problemen bij het bi-cultureel onderwijs. In punt 171 wordt ge vraagd of dit onderwijs gedecentraliseerd kan worden en het antwoord is dat dit onder anderen afhangt van de belangstelling hiervoor vanuit de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen. Ik heb mij echter la ten vertellen door woordvoerders van de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen dat de belangstelling juist zo klein is omdat het bi-cultureel onderwijs centraal wordt gegeven. Er zijn veel ouders die de kinderen niet naar een dergelijke school toesturen als de kinderen helemaal alleen door de stad heen moeten. Veel ouders beschikken niet over een fiets of kunnen niet fietsen en bovendien is er het feit dal het onderwijs buiten de normale schooltijden wordt gegeven. Ik denk dat ouders van goede huize moeten komen om hun kinderen zo te stimuleren dat zij na schooltijd nog het bi-cultureel onderwijs willen vol gen. Ik vraag mij ook af waarom dat onderwijs niet geihtegreerd kan worden in het gewone onderwijs, dat wil zeggen binnen de normale schooltijden een onderdeel kan worden van het onderwijs. Verderben| ik van mening dat het in feite slechts om drie of vier wijken van Leeuwarden gaat, omdat daar veel bui-j tenlanders wonen. Men zou kunnen overwegen of in die wijken op de gewone lagere school ook het bi- cultureel onderwijs zou kunnen worden gegeven. Het is niet zo dat overal in Leeuwarden concentraties van buitenlanders wonen en dat op alle scholen van Leeuwarden dit onderwijs zou moeten worden gege ven. De heer Ten Brug (weth.): Mevrouw De Haan vraagt wanneer wij denken vorm te kunnen geven aan het stichten van een Internationale Schakelklas. Zij krijgt de indruk dat er in het afgelopen jaar weinig is gedaan. In eerste instantie hebben wij moeten constateren dat er te weinig leerlingen waren om een dergelijke schakelklas te kunnen vormen, doch in het laatste jaar is het aantal leerlingen dat in een dergelijke klas zou kunnen worden geplaatst wat toegenomen. Uit het feit dat wij over deze gegevens beschikken blijkt dat wij de vinger goed aan de pols hebben gehouden. Enkele andere factoren speeldenl hierbij ook nog een rol. Direct vanaf de start van dit project hebben wij geprobeerd het bijzonder on derwijs, in de zin van het levensbeschouwelijk onderwijs, hierin te betrekken. Wij waren van mening dat het openbaar onderwijs noch het bijzonder onderwijs er afzonderlijk in zou slagen een schakelklas te stichten en dat het een gezamenlijke opzet zou moeten worden. Bij de schoolbesturen van het bijzonder onderwijs was men aanvankelijk echter wat afhoudend. Misschien heeft men gedacht dat er een moge lijkheid was om zelf tot het stichten van een Internationale Schakelklas te komen en het is uiteraard heel reëel om dat eerst te onderzoeken. Het is inmiddels wel duidelijk geworden dat wij het met elkaar moeten doen of het helemaal niet moeten doen. De grote vereniging voor het Protestants Christelijk Ba sisonderwijs in Leeuwarden heeft zich thans bereid verklaard onder haar scholen een enquête te houden naar de belangstelling voor een Internationale Schakelklas, zoals wij al onder de openbare scholen heb ben gedaan. Vanuit Harlingen is inmiddels belangstelling getoond voor dit project door de Algemene School voor Beroepsonderwijs en door de Stichting De Opbouw die een aantal jeugdige Vietnamese bootvluchtelingen onder haar hoede heeft. Wij stellen ons voor dat wij, wanneer alle gegevens binnen kort verzameld zijn, met elkaar als besturen om de tafel gaan zitten om te kijken op welke wijze deze schakelklas zal kunnen worden gevormd. Ik heb in gedachten dat die bespreking in januari of februari 1982 zal moeten plaatsvinden. Nu blijkt dat wij, als allen meedoen, de norm van de minister wat be treft het leerlingenaantal ruimschoots halen, streven wij ernaar per 1 augustus 1982 met een Internatio nale Schakelklas te starten. Ik ontken dat het achteraf mogelijk geweest zou zijn deze klas per 1 sep tember 1981 in te stellen, want wij hebben te laat de indruk gekregen dat de mogelijkheid daar'oebe- 3 2/ stond. Ook op dit moment hebben wij nog niet alle gegevens binnen van kinderen die de schakelklas zouden willen bezoeken. Wij hebben alleen maar aanwijzingen dat er voldoende kinderen zouden zijn, doch die aanwijzingen zijn niet uit de lucht gegrepen. Ik heb sterk het vermoeden dat er nu een Inter nationale Schakelklas zal kunnen worden gevormd. Het tweede probleem van mevrouw De Haan en mevrouw Van der Werf betreft de werkgroepen an derstaligen. Ik ga maar niet in op de opmerking van mevrouw Van der Werf naar aanleiding van een door mi gemaakte opmerking over het instellen van werkgroepen. Uit het feit dat ik een dergelijke op merking heb gemaakt zou men kunnen constateren dat ik best oog heb voor het feit dat men niet te snel werkgroepen moet instellen en in ieder geval niet werkgroepen moet instellen om het probleem een tijd af te houden. Dat is in dit geval ook niet gebeurd. Mevrouw De Haan heeft ook al gezegd dat er inder tijd een korte notitie is geweest waarin de twee werkgroepen zijn genoemd, namelijk een werkgroep Be leid en een werkgroep Voorlichting ouders. De werkgroep Beleid heeft zich in de tussenliggende tijd voornamelijk bezig gehouden met ondersteuning van de onderwijskrachten die bij dit beleid zijn betrok ken. De werkgroep Voorlichting ouders heeft het moeilijker gehad om van start te komen. Uit de ant woorden op de vragen blijkt ook wel dat het erg moeilijk was om de betrokkenen met elkaar om de tafel te krijgen. Ik kan u meedelen dat er ondertussen een ouderwerkgroep voor de Marokkaanse leerlingen is gevormd. Het heeft echter nogal wat problemen gegeven. Bij het vormen van een ouderwerkgroep voor de Turkse leerlingen heeft de kwestie van de twee politieke richtingen die dwars door de Turkse groep heen looen meegespeeld. Ik heb het idee dat het, zoals het nu lijkt, mogelijk zal zijn om naast de werkgroep van Marokkaanse ouders ook een werkgroep van Turkse ouders in het leven te roepen. Deze ouderwerkgroepen hebben wij nodig om aan andere ouders voorlichting te geven en omgekeerd ook aan ons, om met behulp van de andere werkgroep tot een consistent beleid voor het bi-cultureel onderwijs aan deze kinderen te komen. Ik kom thans toe aan het door mevrouw Van der Werf aangeroerde probleem dat het bi-cultureel on derwijs centraal wordt gegeven. Ik kan niet bewijzen dat het waar is, maar gevoelsmatig ben ik het ze ker met haar eens als zij zegt dat, wanneer er maar op een enkele plaats in de stad bi-cultureel onder wijs wordt gegeven, de geneigdheid van mensen die niet in de buurt van die scholen wonen om aan dit onderwijs deel te nemen vrij gering is. De narigheid is echter dat wij wat betreft het aantal beschikbare uren voor dit onderwijs afhankelijk zijn van het door de minister gestelde getalscriterium. Aan de hand van dat criterium krijgen wij de uren van rijkswege vergoed. Ik heb echter de hoop dat er op dit punt in het banenplan voor het onderwijs van minister Van Kemenade wat meer ruimte komt. Zoals u waar schijnlijk uit de pers hebt vernomen heeft de minister afwijzend gereageerd op de vragen van de onder- wijsfederaties om te komen tot een algemene verlaging van het aantal leerlingen per klas. Hij heeft echter gezegd wel bereid te zijn een behoorlijk aantal extra leerkrachten aan te stellen in speciale si tuaties, zoals onderwijs aan mensen in achterstandsgebieden en onderwijs aan anderstaligen. Wij zijn heel duidelijk afhankelijk van het rijksbeleid en dat gaat niet gemakkelijk samen met het proberen bi- cultureel onderwijs te geven aan alle kinderen die hiervoor in aanmerking komen. Mevrouw Van der Werf vraagt ook waarom het bi-cultureel onderwijs niet kan worden geïntegreerd in het gewone onderwijs op die scholen waar een behoorlijk aantal anderstalige kinderen is. Ik moet echter xeggen dat wij ook hier stuiten op het rijksbeleid. Op dit moment wordt het bi-cultureel onder wijs beschouwd als zijnde gelijk aan het godsdienstonderwijs dat ook van buiten af naar de scholen I wordt gebracht en niet meetelt in het verplichte aantal lesuren dat de kinderen moeten volgen. De mo gelijkheid tot integratie is op dit moment derhalve niet aanwezig. (Mevrouw Van der Werf: Ik heb ook nog gevraagd of u, voordat de nieuwe raad er komt, alsnog met een beleidsplan voor het onderwijs aan anderstaligen kunt komen.) Ik hoop het. Ik zal mijn best doen. (Mevrouw Van der Werf: Bestaat er dan geen tijdsplanning voor die werkgroepen?) Aan tijdsplanning waag ik mij niet meer, gezien ook de vrij moeilijke bezetting van de afdeling Onderwijs. (Mevrouw Van der Werf: Binnen dat gegeven moet het toch mogelijk zijn een tijdsplanning te maken? Twee jaar geleden hebben wij ook al gehoord dat het beleidsplan zo snel mogelijk zou worden gerealiseerd en in de tussentijd is er vrij weinig gebeurd. Ik zou daarom graag willen weten waar wij aan toe zijn.) Als u ziet welke problemen wij onderweg tegen komen heeft u niets aan een tijdsplanning. (Mevrouw Van der Werf: Bent u dan in ieder geval bereid op regelmatige tijden in de Commissie voor het Onderwijs te rapporteren hoe de stand van zaken is en wat de problemen zijn?) Jazeker. U mag daar in de commissie ook naar vragen. Dat hoeft niet tot de be grotingsvergadering te wachten. C. Basisonderwijs. De heer Visser: Evenals voorgaande jaren is ook nu weer ruimschoots aandacht geschonken aan de conflictsituatie tussen het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdiensten in Friesland

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 41