AVI en de Schooladviesdienst. De antwoorden die het college op de drie daarover gestelde vragen geeft zijn mij wel duidelijk. Ik zou echter willen vragen of er op dit moment iets bekend is over het tripartite overleg dat in de maand november zou worden gehouden. Is dit overleg al gehouden en, zo ja, kan de wethouder hierover mededelingen doen? De heer Ten Brug(weth.): Mijn antwoord op deze vraag van de heer Visser kan kort zijn. Het over leg zal op 3 december 1981 plaatsvinden. D. Materiële voorzieningen. De heer Visser: In vraag en antwoord 181 gaat het speciaal over de medewerking die door de ge meentelijke diensten is verleend aan de Prof. Grewelschool na de brand aldaar. Op dat punt wil ik niet ingaan. Ik wil er wel een ander facet in betrekken. Door die brand zijn de gebouwen verwoest, doch gebouwen kunnen worden hersteld of vervangen, al naar gelang de aard van de schade. Waf niet ver vangen kan worden is de documentatie van de school en dat is misschien wel even triest als het verlies van de gebouwen. Deze documentatie werd in een reeks van jaren opgebouwd en is moeilijk te vervan gen. In verband hiermee zou ik de aandacht willen vestigen op een punt dat afgelopen dinsdag in de raadsvergadering aan de orde is geweest. Er is toen namelijk door de raad een krediet verleend voor het installeren van een alarminstallatie. Juist op dit punt zou ik de aandacht willen vestigen. Ik zou er bij het college voor willen pleiten eens te bekijken wat men in de toekomst zou kunnen doen aan het aan brengen van alarminstallaties. Ervaringen elders, doch ook hier in de stad, hebben toch gunstige resul taten opgeleverd. Ik sluit niet uit dat hierin gedane investeringen in de toekomst rendabel blijken te zijn. Ik zou er daarom op willen aandringen aan dit punt in de toekomst de nodige aandacht te schenken en geleidelijk over te gaan tot het installeren van alarminstallaties in gemeentelijke gebouwen. Ik stel echter expliciet dat het aanbrengen van alarminstallaties op basis van rentabiliteit zou moeten geschie den. De heer Ten Brug (weth.): Wij zullen de opmerkingen van de heer Visser in gedachten houden. Wij moeten uiteraard nog wat ervaring opdoen met het aanbrengen van alarminstallaties, maar indien deze positief uitvalt zullen wij inderdaad de weg op gaan die de heer Visser ons wijst. (De heer Visser: Het is triest genoeg, maar de feiten liggen zo.) De eerste opmerking van de heer Visser betrof het bijzonder moeilijke probleem dat er in de Prof. Grewelschool veel zelfgemaakt lesmateriaal aanwezig was, dat derhalve nergens anders verkrijgbaar is. Het was niet een directe verzekeringskwestie, doch de verzekering heeft daarvoor toch wel enig geld beschikbaar gesteld. Het probleem is in feite dat de mensen van de school tijd moeten zien te vinden om het materiaal te reproduceren, want zij zijn de enigen die dat kunnen. Men is echter van start gegaan. (De heer Visser: Ik denk ook aan het experiment.) Men kan doorgaan met het experiment. Tot zover is de zaak al weer bij. (De heer Visser: Maar men is natuurlijk wel een hoop basisgegevens kwijt.) Jaze ker. E. Voortgezet Onderwijs. Mevrouw Van der Werf: Vraag 186 gaat over de fusie van de SSG en de Wopke Eekhoff-mavo. Het feit dat er op de Wopke Eekhoff-mavo indertijd een vacature voor directeur was, is aangegrepen om fu siebesprekingen te openen en er lag toen een met onderwijskundige argumenten onderbouwd voorstel voor een brede scholengemeenschap op tafel. Wij hebben nooit onder stoelen en banken gestoken dat wat ons betreft daar ook het gymnasium bij hoort. Inmiddels is op het Stedelijk Gymnasium ook een va cature ontstaan en ik zou het college willen vragen waarom het deze kans niet heeft aangegrepen om ook daar met voorstellen voor een fusie te komen, dat wil zeggen ook het gymnasium onder te brengen in de brede scholengemeenschap. De heer Visser: Naar aanleiding van punt 189 wil ik een misschien wat ondeugende vraag stellen. In het antwoord wordt gezegd dat bij het ontwerpen van schoolgebouwen gebruik wordt gemaakt van de brochure "Geboden toegang", die is uitgegeven door de Nederlandse Vereniging voor Revalidatie te Den Haag in samenwerking met de Stichting Aanpassingen voor Gehandicapten te Leidschendam. Mijn vraag luidt of de gemeente bij de voorbereiding van de bouw van de LEAO-school wel gebruik gemaakt heeft van die wenken en voorschriften en, zo ja, of de aannemer de voorschriften ook heeft opgevolgd. Het is namelijk zo dat voor een bepaalde leerling een aparte rolstoel moest worden aangeschaft omdat de eigen rolstoel niet door de liftingang kon. Het scheelde ongeveer tien centimeter. Z3 De heer Knol: Ik wil, evenals de heer Visser, het college vragen bij de opening van de LEAO- school op 10 december aanstaande te letten op de voorzieningen voor gehandicapten. Blijkbaar hanteert de GMD toch andere maten dan die welke worden genoemd in de brochure "Geboden toegang". Als voorbeeld moge dienen dat de lift ongeveer 30 centimeter te ondiep is, dat de liftdeuren niet beveiligd zijn en veel te snel dicht gaan en dat de toiletten niet goed zijn aangepast. Ik wil hierbij wel opmerken dat de leerkrachten zich geweldig hebben uitgesloofd om de problemen, die zijn ontstaan doordat deze voorzieningen niet goed waren, op te lossen. Ik zou ervoor willen pleiten bij de bouw van toekomstige scholen er nauwlettend op toe te zien dat de juiste voorzieningen voor gehandicapten worden aange bracht, Met name de DSO, die de plannen moet ontwerpen, zou hierop nauwkeurig moeten letten want ik kreeg thans, toen ik naar het een en ander vroeg, de indruk dat ik van het kastje naar de muur werd gestuurd. De heer Visser: Mag ik nog even op de woorden van de heer Knol inhaken? De heer Knol heeft zo juist gewezen op het feit dat de GMD blijkbaar andere normen voor gehandicaptenvoorzieningen toepast dan de brochure "Geboden toegang". Mij is echter verzekerd dat de GMD juist de normen van "Gebo den toegang" hanteert. Mevrouw Otsen: Mijn vraag gaat over punt 187. Ik weet niet of op dit moment al een vertegen woordiging van de SSG-docenten meedoet aan de stuurgroep die het samengaan van de Wopke Eekhoff- school en de SSG zal begeleiden, doch ik heb de indruk dat de zaak wat door hen wordt opgehouden. Ik denk dat men wel moeite heeft met het samengaan van de scholen en dat het daarom zo lang moet du ren. Het is echter een democratische beslissing in deze raad geweest en ik ben van mening dat wij dan ook mogen verwachten dat het docentencorps zich loyaal opstelt ten opzichte van een dergelijke beslis sing. Ik vraag mij daarom af of het niet beter is dat de stuurgroep alvast zonder deze SSG-docenten aan de slag gaat, omdat die in feite de zaak traineren. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik heb ongeveer dezelfde vraag als mevrouw Otsen. Het verdriet ons natuurlijk ook dat de stuurgroep nog niet met haar werkzaamheden is begonnen en wij willen derhal ve ook graag weten of de bedoelde docenten inmiddels tot de stuurgroep zijn toegetreden, want tussen de beantwoording van de vragen en heden ligt misschien ook weer enige tijd. Wat denkt de wethouder aan de oplossing van dit probleem te kunnen doen? De hear Jansma: Op it gefaar of, mynhear de foarsitter, dat it in lyts bytsje ferfelend wurdt, haw ik ek noch in fraach nei oanlieding fan punt 189. Yn de ofdiel ingsgearkomste, der11 wethalder De Vries fragen beantwurde, is fan myn kant de fraach steld of der net wat mear ko'órdinearjend wurke wurde koe op it mêd fan de handikaptenorganisaasjes. De hear De Vries hat doe sein dat dit dien wurdt op de of- dieling Wolwêzen. Ik hie mei myn fraach lykwols mei namme itjinge op it each dat hjir no under punt 189 oanjun wurdt. Ik leau dat op dat mêd dy ko'órdinaasje just sa goed wêze soe en dêrom woe ik der noch efkes foar pleitsje. De heer Ten Brug (weth.): Mevrouw Van der Werf vraagt of wij in verband met de vacature op het Stedelijk Gymnasium nu ook met voorstellen voor een fusie voor deze school zullen komen. De directe aanleiding tot het vormen van de scholengemeenschap Mavo, Havo en Atheneum was misschien wel de toen bestaande vacature van directeur, doch de werkelijke redenen om tot een fusie te komen waren an derszins. Ten eerste was er een praktsiche reden. Het hanteren van twee scholen in één gebouw bleek niet zo'n handige zaak te zijn en leverde meer problemen op dan wij indertijd hadden voorzien. Wij hebben indertijd zelfs gedacht aan drie zelfstandige scholen in één gebouw, doch u weet dat dat om ruimtelijke redenen niet is doorgegaan. De moeilijkheden waren dan uiteraard nog veel groter geweest. De tweede reden was dat wij vonden dat het probleem wat betreft doorstroming met name ligt bij Mavo/ Havo en Mavo/lbo en wij meenden dat op dit punt gemakkelijker tot een integratie kon worden gekomen als dr scholen in één gebouw zouden zitten. Wat de ruimtelijke situatie betreft is er op dit moment geen enkele mogelijkheid het Stedelijk Gymnasium te integreren met de Stedelijke Scholengemeenschap zoals zij nu functioneert. Bovendien heeft deze scholengemeenschap op dit moment de opdracht om de inte gratie waarvoor zij staat tot een goed einde te brengen. Andere mogelijkheden zijn er niet. U begrijpt wel dat de combinatie Mavo/Gymnasium niet werkt; dat zou Atheneum/Gymnasium moeten zijn. (Me vrouw Van der Werf: Twee scholengemeenschappen dan!) Twee scholengemeenschappen zullen wij op dit moment in Leeuwarden niet kunnen vormen. In dat geval zou de Rijksscholengemeenschap erbij moeten worden betrokken. Ik wil op dit punt later nog wel eens terugkomen. Mevrouw Otsen en mevrouw Van Dijk kan ik antwoorden dat er op dit moment nog geen vertegen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 42