woordigers van het onderwijzend personeel van de SSG zijn aangewezen voor de stuurgroep die het sa mengaan van de beide scholen zal begeleiden. Ongeveer een maand geleden heb ik een gesprek gehad met een aantal vertegenwoordigers van de docentenvergadering van de SSG. Ik heb dat ervaren als een heel reëel gesprek. Het was een heel ander gesprek dan ik indertijd in de fusiestrijd, als ik het zo mag noemen, heb gehad met de algemene docentenvergadering van deze school. Zij hebben uitdrukkelijk verklaard dat hun aarzelen om in de stuurgroep zitting te nemen niet als een wraakactie moet worden gezien tegen de raad omdat tegen hun zin tot een samenvoegen van de Mavo en de Havo/Atheneum- school is overgegaan, doch berust op een aantal praktische problemen. Wij hebben daarover vrij nuchter kunnen praten. Zij stonden er nogal op dat er extra taakuren zouden worden gegeven voor het deelne men aan de stuurgroep. Wij hebben hen duidelijk gemaakt dat dit onmogelijk is omdat, afgezien van onze eigen financiën, het rijk dat niet toestaat. Wij hebben dit duidelijk ervaren toen wij met dit pro bleem in aanraking kwamen als bestuur van het Fries Avondcollege. Het tweede probleem was dat er met betrekking tot het college - met name tot de wethouder van Onderwijs - een stuk wantrouwen bestond, Men vroeg zich af hoe een en ander zou werken in de stuurgroep. Men vreesde dat de wethouder de voorstellen van de stuurgroep heel gemakkelijk naast zich neer kon leggen en met andere voorstellen in het college komen. Ik heb de indruk dat wij de problemen vrij nuchter hebben kunnen uitpraten. Een samenvatting van het gesprek is de betrokkenen toegezonden en ik heb begrepen dat men op korte ter mijn hierop zal reageren. Men wil nog graag op een paar onderdelen een verduidelijking of een andere omschrijving van mijn antwoord. Ik kan niet anders dan constateren dat er wel een doorbraak is geweest en ik heb de hoop dat wij, zoals de kaarten nu liggen, na de Kerstdagen met een goed functionerende stuurgroep van start kunnen gaan. Persoonlijk lijkt mij de situatie thans aanmerkelijk gunstiger dan op het tijdstip dat wij het antwoord op punt 186 schreven. (Mevrouw De Haan-Laagland: Betekent dit in de praktijk dat in het komend schooljaar nog niet kan worden gestart met geVntegreerde brugklassen, dat wil zeggen brugklassen waar ook de Mavo in zit?) Daarover durf ik nog niets te zeggen. Het hangt ook af van de wijze waarop wij de zich voordoende problemen zullen kunnen oplossen. Wij hebben door de ze affaire inderdaad een maand of vier verloren, maar dat verlies zullen wij moeten nemen. (Mevrouw De Haan-Laagland: Als ik de wethouder zo hoor praten, kan ik mij haast niet voorstellen dat het in sep tember zal lukken, want er zit vermoedelijk nogal veel werk aan. Bij ouders schijnt er nogal onduide lijkheid over te bestaan of die geïntegreerde klassen er dan wel of niet zullen zijn. Ik ben van mening dat de ouders wel precies moeten weten waar zij aan toe zijn.) Dat lijkt mij juist. De ouders zullen, voordat de aanmeldingen worden gedaan, heel duidelijk moeten worden bericht over de stand van zaken zodat zij weten naar welke school zij hun kinderen kunnen zenden. De heren Visser en Knol merken op dat de voorzieningen voor gehandicapten in de nieuwe LEAO- school niet geheel naar wens zijn. Er is mij echter uitdrukkelijk verzekerd dat èn de architect - dat was niet de DSO - èn de aannemer zich hebben gehouden aan de wenken en voorschriften van de brochure Geboden toegang Er zijn echter wat het onderwijs betreft geen officiële ministeriële voorschriften voor voorzieningen voor gehandicapten en wij kunnen derhalve niet op andere voorschriften terugvallen, Ik ben zeker bereid de ervaring die wij hier opdoen in te brengen bij de bouw van andere scholen. Het kan zijn dat het hier een incidenteel geval betreft en dat wij moeten concluderen dat de afmetingen op diverse punten en voor diverse voorzieningen niet kloppen. F. Hoger Onderwijs. Mevrouw De Haan—Laagland: Een klein vraagje, mijnheer de voorzitter. Hoe staat het met de HEAO? De heer Ten Brug (weth.): De HEAO had een goede kans om in de scholengemeenschap met de HTS te worden toegewezen. Hij stond zowel in het eerste ols in het tweede concept-pion dot in het cjesprök over deeIplanorganisaties met het Ministerie van Onderwijs aan de orde is gekomen. Het laatste gesprek waarin het HBO aan de orde kwam, was in de maand september. Tijdens deze vergadering, waarbij ik zelf ook aanwezig was als afgevaardigde van het Centraal Orgaan voor het Gemeentelijk Voortgezet Onderwijs, kwam de mededeling dat de staatssecretaris had besloten het HBO helemaal uit het plan te halen. Er is derhalve dit jaar geen enkele HBO-school toegewezen. De reden hiervoor is dat de Wet op het Hoger Beroeps Onderwijs op komst is en dat de planning voor het HBO dan op een andere wijze dan binnen het kader van de Wet op het Voortgezet Onderwijs zal moeten plaatsvinden. Op dezelfde dag dat deze vergadering werd gehouden, was er een interpellatie in de Tweede Kamer over de HTS in Em- men. Op dat moment was het nog niet bekend dat het HBO dit jaar helemaal niet in het plan zou ver schijnen. De staatssecretaris heeft toen toegezegd dat er in elk geval een HTS in Drente zal komen. U herinnert zich nog wel dat er hieromtrent een strijd gaande was tussen Emmen en Assen. Ik heb begrepen uit contacten, die met de heer Deetman zijn geweest, dat hij op het standpunt staat dat er in elk geval een HEAO in Friesland moet komen. Zoals u in de pers hebt kunnen lezen, hebben gedeputeerde staten onlange een brief aan de staatssecretaris geschreven waarin nogmaals wordt gepleit voor het vestigen van een HEAO in Leeuwarden. Wij hebben gisteren besloten om aansluitend daarop ook nog een brief naar de staatssecretaris te sturen waarin wij nog een keer verduidelijken hoe de plannen voor een HEAO in Leeuwarden tot stand zijn gekomen. De aanvraag is namelijk een samenvoegen van drie plannen, een I aanvraag van de gemeente, een aanvraag van de HTS en een aanvraag van de GhmteJT^keJ^eijemgfDg <)1 Ivoor/AVO en EAO. Deze drie aanvragen zijn op een gegeven moment gebundeld en zijn vervangen door de aanvraag voor een HEAO in een scholengemeenschap met de HTS. Staatssecretaris Deetman heeft een bezoek aan de provincie Friesland gepland. Ik weet op dit moment de datum echter niet. Er is met het provinciaal bestuur afgesproken dat tijdens dat bezoek ook de HEAO in Leeuwarden aan de orde zal worden gesteld. PAR. 15. BELEIDSSECTOR OVERIGE INKOMSTEN EN UITGAVEN. A. Algemene financiële aspecten van het beleid. De heer Pruiksma: Naar aanleiding van het antwoord op punt 331 - hoewel ook punt 334 hiervoor zou kunnen dienen, maar dat is nog niet aan de orde - heb ik een vraag van meer algemene aard ten aanzien van de financiële structuur van onze gemeentelijke huishouding. Ongetwijfeld zal het ook het college bekend zijn geworden uit interviews en lezingen, waarvan verslag is verschenen in de landelij ke pers, dat door de rijksoverheid, althans het Ministerie van Financiën, althans de thesaurier-gene raal, wordt gedacht over een herstructurering van de gemeentelijke inkomsten. Topambtenaren van de thesaurier-generaal hebben in bepaalde verbanden gesproken over een wijziging van de structuur, in die zin dat doeluitkeringen en specifieke rijksbijdragen zouden moeten worden geschrapt c.q. verlaagd; het zal echter wel op schrappen neerkomen. Compensatie hiervoor zou moeten plaatsvinden door middel van een verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Gelet op de tijdgeest mag men ver wachten dat het saldo van die operatie voor onze gemeente en voor gemeenten van vergelijkbare om vang negatief zal zijn. Mijn vraag is derhalve of het college vreest dat deze maatregel binnen afzien bare termijn concreet gestalte zal krijgen. Mocht dit zo zijn, dan zal het resultaat waarschijnlijk zijn dat het ons geld gaat kosten. Deelt het college die angst en, zo ja, waar moeten wij dan dekking zoe ken? De heer Ten Brug(weth.): Ik ben van mening dat het theoretisch gezien heel juist is de rijksuitke ringen te herstructureren. Het ellendige is namelijk dat er naast de algemene uitkering verschrikkelijk veel specifieke uitkeringen zijn op grond van wetten, van algemene maatregelen van bestuur en van re gelingen en circulaires. In een tijd van groei is dit op zich al een vervelende zaak want men krijgt geen evenwichtige verdeling van rijksuitkeringen naar de gemeente toe. Er zijn echt van die gevallen dat men wat krijgt als men er op tijd bij probeert te zijn, maar dat de pot leeg is als men wat later komt. Het is daarom een heel goede zaak dat een en ander wordt gecoördineerd. Ook de Raad voor de Gemeentefinanciën en de VNG pleiten hier al jaren voor. Kort geleden heeft de Raad voor de Ge- meentefinanciën een jubileumuitgave laten verschijnen met een wat Jezuïtisch aandoende titel, name lijk "Heiligt het doel alle specifieke middelen?". Ik geloof dat de heer Pruiksma, gezien de situatie waarin hij in politiek opzicht - ik bedoel dit niet denigrerend - verkeert, de titel van dit stuk wel zal herkennen. Hierin wordt inderdaad gepleit voor de herstructurering van rijksuitkeringen. Men denkt on geveer in 1984 hiermee klaar te kunnen zijn. Nu is 1984 in de literatuur een heel berucht jaar, dus ik weetniet welke waarde wij aan dat jaartal moeten hechten. Ik heb ook gehoord dat men in besprekin gen over de herstructurering heeft geopperd dat de gemeenten niet moeten rekenen op een voortgaande groei van hun inkomsten of op een handhaven van hetzelfde niveau, maar dat de kans groot is dat de in komsten van rijkswege aan de gemeenten nog verder achteruit gaan. Op dit moment kan ik moeilijk aangeven hoe wij die gaten zullen dekken. Wij zullen eerst alle mogelijke pogingen moeten doen op basis van de thans voorhanden zijnde gegevens en via de herwaardering met een dekkingsplan te komen voor het beleidsplan 1982-1986. Zoals u weet zal dit plan in maart/april 1982 aan de raad worden voorgelegd. Hieruit zal ook blijken hoe moeilijk het is om met een sluitend beleidsplan 1983-1987 te komen, misschien nog moeilijker dan wij nu denken. Ik kan daarvan echter op dit moment verder niets zeggen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 43