16
Punten 7, 7a en 8 (bijlagen nrs. 475, 515 en 476).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 9 (bijlage nr. 480).
De Voorzitter: Dit punt heet: Verkoop van een tussen de Aldlansdyk en de Holstmeerweg gelegen
perceel bouwterrein aan de Staat der Nederlanden.
Mevrouw Van der Werf: Het nu bestaande huis van bewaring is een oud gebouw dat in feite ook niet
meer geschikt is voor het doel waarvoor het is gebouwd. Hoewel wij onze vraagtekens zetten bij het nut
en het doel van de vrijheidsstraf en de preventieve opsluiting, vinden wij dat een verbetering van de
omstandigheden waarin preventief gedetineerden verkeren bevorderd moet worden. Waar wij bang voor
zijn is het feit dat een nieuw huis van bewaring het geestelijk welzijn zal doen verminderen. Aan de
andere kant zal er meer fysiek comfort aan preventief gedetineerden kunnen worden geboden. Een Ald-
lanbajes met allemaal electronica, zal echter het directe contact verminderen tussen gedetineerden en
bewarend personeel enerzijds en tussen gedetineerden onderling anderzijds. Met betrekking tot dit pro
bleem in de Bijlmerbajes is voldoende geschreven. Ik zou u daar graag naar willen verwijzen. Onze
fractie vraagt het college, nu de grondtransactie tot stand komt, er bij het Ministerie van Justitie op aan
te dringen er mee in te stemmen dat de gemeenteraad van Leeuwarden één of meer leden voor de te vor
men commissie voor het opstellen van het programma van eisen mag aanwijzen. Wij menen namelijk dat
de gemeenteraad van Leeuwarden ook zorg dient te hebben voor het wel en wee van de bewoners in
Leeuwarden die zich binnen de muren van het huis van bewaring bevinden.
De Voorzitter: Er zijn reeds een aantal gesprekken geweest met de directie van het Gevangeniswe
zen. Het door mevrouw Van der Werf gevraagde is een aangelegenheid voor de directie van het Gevan
geniswezen. Wij .staan daar als gemeenteraad dan ook buiten. Onze enige bemoeienis is de verkoop van
de grond en later natuurlijk het afgeven van de bouwvergunning.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 10 en 11 (bijlagen nrs. 458 en 511).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
De heer Pruiksma heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punten 12 en 13 (bijlagen nrs. 470 en 465).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 14 (bijlage nr. 485).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen van het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk.
Op uw tafel ligt een brief van de Loge "De Friesche Trouw" te Leeuwarden. Deze brief vormt mede
punt van discussie over het voorstel.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Uitgangspunt van het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk is
uitbreiding van de woonfunctie en voor de toekomst de mogelijkheid creëren de binnenterreinen op te
schonen c.q. een verdere dichtslibbing te voorkomen. Voor de bijgebouwen die er nu staan geldt het
overgangsrecht. Op grond van deze uitgangspunten zijn wij het eens met het standpunt van b. en w. ten
aanzien van de bezwaren die zijn gemaakt door de Loge "De Friesche Trouw". Het college zegt toe met
de loge te zullen overleggen over de ontsluiting van het achterterrein van het pand van de loge, via het
groengebied in de Speelmansstraat. Wij hebben van de Loge "De Friesche Trouw" een brief gekregen
waarin zij nu al om toezeggingen ter zake vraagt, maar het lijkt ons beter een en ander later in redelijk
overleg te regelen. In de brief schrijft de loge dat zij problemen met het overgangsrecht krijgt, als de
bezittingen van de loge overgaan in een andere beheersvorm, bijvoorbeeld een stichting. Mijns inziens
is dat niet het geval, maar de wethouder wil op dit punt wellicht even ingaan.
Verder zijn wij van mening dat geen verschuiving van de rooilijn op de plaats van het klooster aan
17
het Jacobijnerkerkhof in het bestemmingsplan moet worden opgenomen. Mocht de nu bestaande rooilijn
in een verre toekomst bezwaren opleveren bij nieuwbouw, dan is op dat moment verandering altijd nog
te overwegen
Het college wil het pand Bij de Put 17 in zijn geheel de functie geven van kantoren. Wij menen dat
die functie alleen moet gelden voor het hoekpand en niet voor het aan het Jacobijnerkerkhof gelegen
achtergedeelte. Momenteel wordt aan één zijde van het plein in de voormalige houthandel gewoond.
Om dit plein wat levendiger te maken menen wij dat zoveel als mogelijk is aan het plein een woonfunc
tie moet worden gegeven. Voor deze twee wijzigingen heb ik een motie gemaakt, die ik u zal voorle
zen.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 23 novem
ber 1981, behandelende het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk is van
mening dat:
a. van het complex Bij de Put 17 alleen het hoekpand de bestemming "kan
toren" moet krijgen en het gedeelte aan het Jacobijnerkerkhof 50 de be
stemming "wonen"; de hoogte van dat gedeelte wordt vastgesteld op de
huidige hoogte;
b. een deel van het bezwaarschrift van W.M. de Groot e.a. namelijk onder IV,
b., voorzover het betreft de wijzigingen van de rooilijn van het voormali
ge klooster aan het Jacobijnerkerkhof, gegrond moet worden verklaard."
De motie is mede-ondertekend door de heer Meijerhof.
De heer Pruiksma is inmiddels weer ter vergadering gekomen.
De heer Sijbesma: Er zijn een drietal bezwaarschriften van mensen die directe belangen hebben in
het gebied van het bestemmingsplan Rondom de Grote Kerk. Als eerste bezwaarschrift noem ik dat van
het college van kerkvoogden van de hervormde gemeente te Leeuwarden. Het college van kerkvoogden
wil graag dat er ruimte wordt gereserveerd ten behoeve van het realiseren van een betere pauze-accom
modatie bij de kerk. Samen met de woningbouwvereniging Beter Wonen is voor de realisatie van deze
accommodatie een oplossing gevonden. De geplande woningen in dit gebied kunnen worden gehandhaafd.
Met de aanpassing van het plan gaan wij akkoord. Er is veel voor te zeggen dat de administratieve ruim
ten van de kerk zo dicht mogelijk bij het kerkcomplex worden gerealiseerd. Het oog is daarbij gevallen
op het pand Bij de Put 17. Compensatie van het vervallen van de woonfunctie van dit pand wordt gevon
den in een eventuele ruil met het pand Heer Ivostraatje 38. In dit pand is de huidige administratie van
de hervormde gemeente gevestigd. Mijn fractie is bereid het college de ruimte te geven om tot deze ruil
te komen
Het tweede bezwaarschrift is van de Loge "De Friesche Trouw" te Leeuwarden. Uit de brief die na
de behandeling van dit bezwaar in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is ontvangen, begrijp ik
dat onder bepaalde voorwaarden de kwestie van de steeg als opgelost kan worden beschouwd. Blijft over
de opmerking van de loge over de waarborg van de overgangsrechten van de bijgebouwen op grond van
artikel 16 van de planvoorschriften. Het erf is onder het overgangsrecht gebracht om te voorkomen dat
verdere verdichting in dit blok plaats zou kunnen vinden. De huidige bebouwing op het erf is ook onder
het overgangsrecht gebracht. Uit de discussie in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is volgens
mij duidelijk gebleken dat het gebruik van de bijgebouwen en zelfs eventueel nieuwbouw binnen de
huidige grenzen door artikel 16 van de planvoorschriften gewaarborgd is. Uit door mij ingewonnen infor
matie is gebleken dat zelfs een eventuele wijziging van de eigendomssituatie, zoals aangegeven in de
brief van de Loge "De Friesche Trouw", een en ander onverlet laat.
Het derde bezwaarschrift is binnengekomen van de heer A. van der Berg te Leeuwarden. In het kader
van de stadsvernieuwing en daarbij in ogenschouw genomen het verbeteren van het woonklimaat en het
verkeersluw maken van het gebied, past niet een bedrijf zoals dat van de heer Van der Berg. Het is be
grijpelijk dat hiertegenover ook andere waarden kunnen worden gesteld, zoals de verknochtheid met de
buurt Hier gaat het om het vaststellen van toekomstige functies. Wij gaan akkoord met het brengen van
de belangen van de heer Van der Berg onder het overgangsrecht.
De overige ingediende bezwaarschriften zijn meer van algemene aard. Ik wil er één punt uit halen,
namelijk het bezwaar tegen de rooilijnwijziging van het voormalige klooster aan het Jacobijnerkerkhof
die als mogelijkheid in het bestemmingsplan is aangebracht. Ik denk dat het wel verstandig is de rooilijn
te wijzigen. Het is toch niet irreëel te veronderstellen - het zou mooi zijn als het anders zou zijn - dat
er toch rekening gehouden moet worden met nieuwbouw. Dan is het alleen maar verstandig dat de rooi
lijn is aangepast op het moment van nieuwbouw.