22 is de politieke wil aanwezig, de mogelijkheid om eigen inkomstenbronnen aan te boren is veel beperkter dan de mogelijkheid die het rijk hiertoe heeft (denk maar aan aardgasbaten, winstafromen, belasting maatregelen, gedwongen leningen en dergelijke). Desondanks maken wij er bezwaar tegen dat dit ge geven aangegrepen wordt om in een tijd van bezuinigingen te vervallen in een a-politiek, financieel- technisch beheer. Wij hebben een aantal vragen aan de orde gesteld, te weten: De politiek-strategische vraag naar het antwoord van de gemeente Leeuwarden op de bezuinigingspoli- tiek van de regering. Wij hebben ons daarbij op het standpunt gesteld dat - steeds verdergaande bezuinigingen alleen zijn door te voeren door te bezuinigen op collectieve taken en door verhoging van de gemeentelijke belastingen; - beide maatregelen zullen leiden tot een onaanvaardbare verslechtering van de sociale en financiële positie van met name de minst draagkrachtigen onder de Leeuwarder bevolking; - om die reden de gemeente Leeuwarden moet weigeren nog langer te functioneren als een louter be stuurlijk instrument van Den Haag; - de gemeente, indien het rijk zijn financiële verplichtingen niet alsnog nakomt, niet langer kan stre ven naar het sluitend maken van de begroting; - de gemeenteraad van Leeuwarden het initiatief moet nemen om samen met andere gemeenten druk uit te oefenen op het rijk en dat een belangrijk machtsmiddel daarbij kan zijn het massaal weigeren de bezuinigingen door te voeren en het massaal accepteren van een tekort op de begroting. De gemeen teraad moet partij kiezen voor de slachtoffers van de huidige productieverhoudingen: de loon- en in komensafhankelijke bevolking. Omdat het ons niet gaat om een puur defensieve strategie, om te verdedigen wat er (nog) is, hebben wij ook vragen aan de orde gesteld als: moeten wij alle bestaande taken handhaven en welke taken komen voor herwaardering in aanmerking? Maar wij hebben ook vragen gesteld als: welke taken komen voor uitbreiding in aanmerking en welke nieuwe taken zou de gemeente toch moeten aanvatten? Kortheidshalve wil ik voor de keuzes, die wij naar aanleiding van deze vragen hebben gemaakt, verwijzen naar onze reeds genoemde notitie en naar de discussie van 6 juli. Voor alle duidelijkheid wil ik stellen dat wij onverkort aan de voorstellen in deze notitie vasthouden. De meeste van onze voorstel len zijn in juli niet aangenomen. Dat betekent dat in het voorliggende beleidsplan een groot aantal be zuinigingen worden voorgesteld - onder andere voor welzijnsaangelegenheden, onderwijs en stadsver nieuwing - die onze goedkeuring niet hebben. Alternatieven door ons ingediend zijn afgestemd. Vooral in de herwaarderingsprojecten zitten bezuinigingsvoorstellen die onze instemming zeker niet hebben. Als voorbeelden wil ik noemen: de bezuiniging op wijkaccommodatiesde vermindering van de storting in het Fonds stadsvernieuwing en met name de verhoging van de gemeentelijke belastingen. Vooral dit laatste stuit bij ons op fel verzet. Op 6 juli hebben wij de voorstellen, zoals die staan opgesomd in bij lage VI, per voorstel beoordeeld. Die beoordeling zullen wij nu niet opnieuw doen. Wij zullen om deze redenen dan ook tegen het gehele beleidsplan stemmen, wat niet uitsluit dat wij ook in het komende jaar onderdelen van het beleid zullen steunen. Zoals ik net al zei, wijzen wij een verdere verhoging van de gemeentelijke belasting af omdat de ze leidt tot grote ongelijkheid tussen forensengemeenten en grote steden en omdat door het ontbreken van de mogelijkheid deze belastingen progressief te heffen een onevenredige lastenverzwaring van de lagere inkomensgroepen het gevolg is. Dit vinden wij onaanvaardbaar. Immers, zoals wij vaker in deze raad gesignaleerd hebben rijzen de woonlasten toch al de pan uit. Vooral bij de laagste inkomens is het aandeel van de woonlasten in het totale uitgavenpakket tot onaanvaardbare hoogte gestegen. Steeds meer mensen komen in de knoop met hoge huren, gasrekeningen, electriciteitsprijzen en gemeentelijke belastingen. De voortdurende, sprongsgewijze stijging van de aardgastarieven is daar voor een groot ge deelte debet aan. In het eerste halfjaar van 1981 is de energievoorziening bij 93 mensen in Leeuwarden door de Frigas afgesloten. Op één januari 1981 was er met 46 mensen, die een uitkering krijgen via de GSD, een betalingsregeling getroffen. Wij vinden afsluiten volstrekt onjuist, te meer daar het overgrote deel van de mensen buiten hun schuld de aardgasrekening niet kunnen betalen. Degenen die wel kunnen betalen en misbruik zouden maken van het verbod op afsluiting kunnen ook via de normale juridische procedures tot betaling gedwongen worden. Wij willen het college dan ook verzoeken al zijn invloed in de Frigas aan te wenden om er voor te zorgen dat er bij achterstand in betaling niet meer tot afsluiten wordt overgegaan. Ik heb hiertoe de volgende motie gemaakt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 decem ber 1981, constaterende: - dat voor veel mensen in Leeuwarden de sterk gestegen woonlasten bijna niet meer op te brengen zijn; 23 - dat de stijging van de woonlasten in sterke mate bepaald is door de sterke stijging van de energiekosten; - dat het niet kunnen betalen van de energierekening gevolgd wordt door afsluiting van de energietoelevering van Frigas, spreekt als haar oordeel uit: - dat afsluiting van de energietoelevering leidt tot een onmenselijke situa tie; - dat er geëigende juridische wegen zijn om te reageren op de achterstalli ge betalingen; verzoekt b. en w. te bewerkstelligen dat afsluiten van energietoelevering door Frigas in geval van achterstallige betaling niet langer toegepast wordt. De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. Met het oog op de standpuntbepaling in de Vegin over de toekomstige gasprijsontwikkeling, hebben wij op 1 juni jl. samen met de PvdA een interpellatie gehouden. De gemeenteraad heeft toen een motie aangenomen waarin zij als haar oordeel uitsprak dat de aardgasprijzen de komende drie jaren op het Ihuidige niveau bevroren dienen te worden en heeft het college verzocht zodanige activiteiten te ont wikkelen dat ook de andere aandeelhouders van Frigas tot zo'n standpunt worden gebracht. In antwoord op schriftelijke vragen, naar aanleiding van het beleidsplan, stelt het college dat dit standpunt van de gemeenteraad van Leeuwarden in de raad van commissarissen van de NV Frigas zeer nadrukkelijk naar voren is gebracht. Wegens gebrek aan tijd is er geen aandeelhoudersvergadering aan dit onderwerp ge wijd. Resultaat was dat de Frigas-vertegenwoordigers in de Vegin-vergadering zich niets van de stel- lingname van de gemeente Leeuwarden hebben aangetrokken en hebben ingestemd met het voorstel van hef bestuur van de Vegin. Inmiddels is bekend geworden dat minister Terlouw heeft besloten tot een gas- prijsverhoging van 8,3 cent per m3, maar hij houdt zich het recht voor per 1 juli 1982 de gasprijs nog eens met 3,7 cent per m3 te verhogen. Het is dus duidelijk dat het er naar uitziet dat de stijging van de aardgaspri jzen ongestoord doorgaat. Wij zouden het college willen vragen opnieuw - en dan ook in de aandeelhoudersvergadering - pogingen te doen om te bewerkstelligen dat de Frigas in de toekomst wel in de Vegin-vergadering tegen verdere prijsverhogingen stemt. Wij hebben met het oog hierop de volgende motie gemaakt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 decem ber 1981 kennisnemende van de verontrustende gegevens met betrekking tot de prijs ontwikkeling van het aardgas, spreekt als haar oordeel uit: dat de aardgaspri jzen de komende drie jaren op het huidige niveau bevroren dienen te worden; verzoekt het college opnieuw activiteiten te (doen) ontwikkelen dat ook an dere aandeelhouders van Frigas tot zo'n standpunt worden gebracht en dit standpunt vervolgens uit te dragen in komende vergaderingen van de Ve- II gin. De motie is mede-ondertekend door de heer Van der Wal. Nu wij toch uitvoerig bij de Frigas stilstaan zou ik het volgende aan de orde willen stellen. Indi rect draagt iedere inwoner van Leeuwarden door betaling van zijn of haar Frigas-rekening bij aan de opwekking van atoomstroom in Dodewaard. Een toenemend aantal van hen heeft ernstige bezwaren tegen deze vorm van energieverstrekking in verband met de daaraan verbonden gevaren. Om die reden wensen zij het kernenergieaandeel van hun energierekening niet te betalen. PAL vindt dat ruimte moet worden geboden aan deze bezwaren. Wij stellen daarom voor een fonds te openen, bijvoorbeeld ter ondersteu ning van andersoortige kleinschalige energieopwekking, waarin dit deel van de energierekening kan worden gestort. Wij hebben hiervoor ook een motie gemaakt die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 decem ber 1981overwegende - dat veel mensen in Leeuwarden ernstige bezwaren hebben bij te dragen aan de kernenergieopwekking via hun Frigas-rekening; - dat gezien de ernst van deze bezwaren hieraan ruimte moet worden gebo den;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 12