54 voorstaat. Wij aanvaarden bij het Structuurschema Militaire Terreinen het bestaan van de vliegbasis als een gegeven Mevrouw De Jong heeft gezegd dat zij blij is dat het mogelijk lijkt dat de kazerne voor woonbe stemming gerealiseerd kan worden. Die mogelijkheid bestaat nog steeds, maar het is wel een probleem waar wij ontzettend hard aan moeten trekken. Hetgeen ik in de afdelingsvergadering hierover heb ge zegd blijft overeind staan. Ik heb toen gezegd dat wij omstreeks midden volgend jaar tot realisering van onze plannen kunnen overgaan. Over de Kanaalstraat mag ik morgen namens het college een verklaring afleggen. De heer Knol heeft nog gevraagd naar een verdere samenwerking tussen het Gemeentelijk Woning bedrijf en de corporaties en de corporaties onderling. Dit onderwerp hebben wij ter sprake gebracht in het overleg tussen een afvaardiging van b. en w. en de federatie. Men zal zich over een nadere sa menwerking bezinnen. Wij zullen de corporaties wel moeten vragen naar een verdere samenwerking uit een oogpunt van doelmatigheid. Ik kan de raad echter verzekeren dat het college op een en ander zal aandringen. Mevrouw Waalkens heeft een lans gebroken voor het vrijwilligerswerk in het welzijnswerk. Op voorhand zijn wij niet tegen dit voorstel. Volgens mij kan vrijwilligerswerk bijdragen aan het sociaal rendement van het welzijnswerk en aan de onderlinge betrokkenheid. De heer Heere heeft nog een belangrijk punt genoemd, namelijk de door het rijk voorgestelde be zuiniging van 17 miljoen gulden voor het sociaal-cultureel werk. Hij heeft daarbij de vraag gesteld hoe een en ander doorwerkt voor ons en hoe wij er mee aan moeten. Voor de manier waarop de bezuiniging doorwerkt is een gouden regel die ook voor Leeuwarden blijkt op te gaan. Eén procent van de landelij ke bezuiniging zal ook voor Leeuwarden gelden. Globaal is uitgerekend dat deze bezuiniging voor Leeuwarden als resultaat zal hebben dat wij in de orde van grootte van ongeveer twee ton moeten be zuinigen. Precies is die bezuiniging echter nog niet berekend. De VNG heeft per brief laten weten wat de precieze gevolgen van deze bezuiniging zullen zijn. Ik heb de brief van de VNG, die vandaag is binnengekomen, nog niet kunnen lezen. Als wij het programma vaststellen zullen wij de gevolgen van de bezuiniging op een rijtje moeten hebben. Overigens is het wel zo dat, wanneer wij twee ton minder krijgen, er een gat in de begroting ontstaat. Wij zullen dan moeten zien hoe wij dat gat opvullen. Dat houdt niet noodzakelijkerwijs in dat die bezuiniging moet plaatsvinden op het sociaal-cultureel werk. Hierover is in het college echter nog niet gesproken. Ik denk echter dat wij bij de vaststelling van het programma in februari wel klaarheid over deze aangelegenheid moeten hebben. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik zal mijn verhaal kort houden, mijnheer de voorzitter. Volgens mij hebben wij met elkaar alle stenen in de gemeente opgetild om er onder te kijken. U hebt vakkundig het regioprobleem naar ons teruggespeeld, maar u bent eigenlijk niet op onze vraag ingegaan. Mis schien heb ik de vraag zodanig gesteld dat die voor u niet te begrijpen was. Mijn vraag was of u op pa pier kunt zetten wat de diensten die wij hebben afgestoten naar de regio ons vroeger kostten c.q. ople verden en welke kosten wij nu in regioverband aan deze diensten uitgeven. Ik stap nu over naar het verhaal van wethouder Ten Brug. Ten aanzien van het onderwijs aan an derstaligen zou ik toch wel willen benadrukken dat wij ons in dit stadium moeten aanpassen bij de ge woonten die voortvloeien uit de culturele achtergronden van de mensen waarover wij het nu hebben. Wij kunnen niet van deze mensen verwachten dat zij zich op dit moment gedragen zoals dat gewoon is binnen onze gedragsregels. Wij zullen daarvoor een oplossing moeten proberen te vinden. Ik bedoel hiermee dat het bij culturele minderheden soms niet mogelijk is dat vrouwen zich alleen over strao be geven of dat zij hun kinderen alleen dwars door de stad laten gaan om ergens onderwijs te ontvangen. Dan kom ik bij het betoog van wethouder Rijpma. Hij heeft alles wat gevraagd en gezegd is naar tevredenheid beantwoord. Naar aanleiding van het verhaal van wethouder De Vries zou ik willen vragen of de normen die door de sportbonden worden gehanteerd eens kunnen worden besproken in VNG-verband met de sport bonden. De sportbonden krijgen eigenlijk nooit weerwoord. Men voelt zich door de gestelde normen door de sportbonden min of meer voor het blok gezet en men geeft dan maar weer toe aan hetgeen de sportbonden als norm stellen. Dit geldt voor alle sportaccommodaties: sportzalen moeten een bepaalde hoogte-, breedte- en lengte-afmeting hebben, voor zwembaden gelden bepaalde normen, enz. Ik wil ook nog even ingaan op de Piter JellespriisVan onze kant is daarover niets gezegd. Hst is in ieder geval plezierig te constateren dat CDA en VVD ons willen helpen bij het instandhouden van deze prijs. (De heer Janssen: Als het de Cor de Jongpriis was zouden wij ook helpen om de prijs in stand te houden.) (Gelach) Deze opmerking laat ik voor rekening van de heer Janssen. Dan stap ik over naar hetgeen wethouder Miedema heeft gezegd over de herschikking van de dien sten. Hij heeft deze herschikking, die wij als voorbeeld stelden, snel weggewuifd. (De Voorzitter: De 55 heer Miedema sprak op dat moment niet namens het college, mevrouw Brandenburg.) Dat is misschien wel zo, maar het is wel zijn portefeuille. Daarom wil ik toch wel graag op zijn opmerking ingaan. (De Voorzitter: Nou, een en ander betreft voor een deel de portefeuille van wethouder Miedema.) De bur gemeester heeft meestal het laatste woord, maar ik ga nu toch even door. (De heer Ten Brug (weth.): Maar de burgemeester heeft geen stemrecht!) Dat is juist, mijnheer Ten Brug. Wij hebben op de renda bele diensten - de Vleeskeuringsdienst en het Slachthuis zijn hiervan weggehaald - altijd een deel van de overheadkosten en administratieve kosten afgeschreven. Dat kan nu niet meer, dus zal er een oplos sing voor moeten worden gevonden Wethouder Geerts heeft het uitgebreid gehad over Hippo. Daar heb ik verder niets meer over te vragen Dan wil ik nog reageren op hetgeen de voorzitters van de overige fracties in de raad naar voren hebben gebracht. De heer Heere heeft uiteengezet van waaruit het CDA het besturen ziet. Zijn uiteen zetting was verhelderend en ik heb daar niets meer over op te merken. De heer Bijkersma heeft ons het basisprincipe van het liberale denken voorgehouden. Hij heeft ge zegd dat wij zelf door eigen inspanning bijdragen tot de verbetering van onze positie. Het feit dat mensen niet allemaal een gelijk startpunt en gelijke mogelijkheden hebben, dringt maar zeer langzaam door tot de VVD. Wij blijven echter hopen. Verder kunnen wij vaststellen dat de heer Bijkersma, als hij spreekt over het rioolrecht, de grote gezinnen geen warm hart toedraagt. Ik wil het bij deze opmer king laten. Ik wil wat uitvoeriger ingaan op hetgeen de PAL-fractie naar voren heeft gebracht. PAL noemt zich zelf een deel van de maatschappelijke bewegingen zoals: vredesbeweging, krakersbeweging, vrouwenbeweging en buurtbeweging. Verder zijn er door PAL opmerkingen gemaakt over het niet door anderen ter discussie willen stellen van het huidige parlementaire democratische systeem. Bewegingen zouden zich daaraan moeten aanpassen, hetgeen zou leiden tot verenging in plaats van ondersteuning. Men praat naar mijn smaak tegenwoordig wat te gemakkelijk over democratie in de vorm van: het moet allemaal anders, want dat is beter. Het lijkt mij zinvol eens uiteen te zetten hoe de PvdA over deze aangelegenheid denkt. De PvdA is een democratisch socialistische partij die de democratie ziet als middel en als doel. Met "middel" bedoelen wij een rechtvaardige maatschappij te bereiken, waarbij gedacht moet worden aan verdeling van inkomen, macht en kennis. Wij bedoelen met "doel" dat de maatschappij niet statisch is. Het be reiken van de rechtvaardige maatschappij is een doel dat steeds aan verandering onderhevig is. Stel dat een politieke partij zoveel kiezers achter haar idee'én zou kunnen krijgen dat het programma van de partij werkelijkheid zou kunnen worden, dan nog zou de democratie moeten blijven bestaan, opdat de genen die dan in de oppositie zitten de democratie kunnen gebruiken om weer een meerderheid te be reiken. Wij menen dus dat de democratie altijd moet blijven bestaan. Het doet er niet toe of men zelf denkt of meent dat men de rechtvaardige maatschappij al heeft bereikt, want anderen denken daar nu eenmaal anders over. Ik heb niet de indruk dat allerlei bewegingen worden ingepakt of belemmerd door de hedendaagse democratie. Allerlei maatschappijbewegingen en politieke partijen moeten er samen voor zorgen dat de democratie overeind blijft en moeten zich terwille daarvan soms vrijwillig beperkin gen opleggen. Men hoeft maar naar Polen te zien om te weten hoe gevaarlijk een en ander soms kan liggen. Zulke kleine radicale groeperingen hebben iets aanlokkelijks. Ik wil een stukje citeren uit het blad "Socialisme en democratie": "De kracht van een programma zit in zijn vermogen om mensen te mobiliseren en een antwoord te geven op de problemen die een bepaalde maatschappelijke situatie op roept. Daarom is een politiek program dat niet tot uitvoering komt een slecht program. Slecht in die zin dat het niet aan zijn doel beantwoordt, wat niet wil zeggen dat het niet moreel juist of zelfs profetisch zou zijn." Dit citaat kan iedere partij zich natuurlijk aantrekken. Wel, het PAL-program kan tot op heden niet in praktijk worden gebracht omdat het kennelijk niet genoeg mensen mobiliseert. Dergelijke kleine radicale groepen komen in de praktijk wat besturen betreft daarom meestal niet verder dan "slechts honderd bloemen te laten bloeien" of, om het blad Wapen van Leeuwarden te citeren, honderd moties in te dienen, die het niet halen. Mijn uitdrukking om eerst maar eens te zien wat ervan op "de hispel" komt sloeg op de beloften van landelijke partijen die zich zo kort na de verkiezingen nog beijveren om de regio's aan te kleden. Mevrouw De Jong heeft het in haar betoog gehad over het profijtbeginsel. Het gaat er maar om hoever men het profijtbeginsel door wil voeren. Wij hebben op het gemeentelijk terrein reeds allerlei legesverordeningen die eigenlijk een profijtbeginsel inhouden. Wij zijn niet perse tegen het profijtbe ginsel, maar het gaat ons erom op welke terreinen het profijtbeginsel wordt toegepast. De heer Heere: Ik wil beginnen met het college te bedanken voor de uitvoerige en vrijwel volledi ge wijze waarop de gestelde vragen zijn beantwoord en op opmerkingen is ingegaan. Ik wil een opmerking maken over een aantal ordevoorstellen die u, mijnheer de voorzitter, in uw

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 28