2 punt omschrijving bijlage blz. 7. Verlenen eervol ontslag aan het hoofd van de Antillenschool520 53 De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze vergadering van de raad. Ik stel voor meteen met onze werkzaamheden te beginnen. Het eerste punt van de agenda is het beleidsplan 1982- 1986 en begrotingen 1982. U hebt over dit punt destijds een hele stapel papier ontvangen. Ik stel aan de orde punt la, algemene en financi'éle beschouwingen. Punt 1 (bijlage nr. 326). a. algemene en financiële beschouwingen. Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Al enige jaren is het onderwerp van de algemene beschouwingen in deze raad de bezuinigingen, de ombuigingen, die het rijk ons dwingt door te voeren. Op enkele uit zonderingen na zijn de politieke partijen van mening dat bezuinigen op zich geen onredelijke eis is in de huidige economische situatie en erkent men dat de uitgaven hier en daar ook wel zijn doorgeschoten. De problemen beginnen echter pas als het er op aan komt de pijn in redelijkheid over iedereen te verde len. Wij weten dat van de meeste subsidies het grootste deel terecht komt bij de middengroepen. On derzoek naar de effecten van verlaging of verschuiving is nog bijna niet verricht. Voorwaarde is het kunnen nemen van beslissingen met kennis van de belangrijkste effecten en samenhangen. Er is een grote samenhang tussen allerlei zaken maar het is onmogelijk die allemaal te overzien en tegen elkaar af te wegen. Toch moet uitgangspunt zijn een bijna alles omvattende operatie op gang brengen en op gang houden, omdat het een lang doorlopend proces zal zijn. Met andere woorden: wij beginnen aan het bij na onmogelijke! De overheid heeft geen ervaring met het beëindigen van taken of het verlagen van voorzieningenniveaus. Wie is bereid om het stukje van het beleid waar hij/zij mee bezig is - ik bedoel niet in de eerste plaats de ambtenaren, maar vooral de bestuurders en dus ook raadsleden - zo te relati veren dat men erkent dat kan worden ingeleverd? Zo'n instelling is in het verleden ook nooit met waar dering beloond. Het zou al een grote verbetering zijn als de uitkeringen die de gemeenten van het rijk ontvangen op een andere leest werden geschoeid. Meer algemene middelen, zoals doeluitkeringen die nog enigszins komen in de richting van de bedragen die werkelijk nodig zijn voor dat specifieke doel - bijvoorbeeld onderwijs -, en minder uitkeringen op basis van allerlei ondoorzichtige regelingen en subsidies (meer dan 500), waardoor de greep van de rijksoverheid op de gemeenten onevenredig groot blijft en de manoeuvreerruimte van de gemeenten wordt beperkt. Voorafgaande aan deze begrotingszitting hebben wij op 6 juli al de grote lijnen uitgezet. Op dit moment lijkt het ons nog steeds zinvol te blijven streven naar het sluitend maken van de begrotingen binnen het beleidsplan 1982-1986, ook en vooral omdat het alternatief weinig aanlokkelijks biedt. In maart-april 1982 komen de nadere voorstellen tot herwaardering aan de orde. Mijn fractiegenoot, de heer Knol, zal daarop in zijn specifiek financiële beschouwingen straks verder ingaan. De heer Knol zal ook ingaan op onze zienswijze dat verhoging van de gemeentelijke belastingen voor ons een sluit post bl ijft. Wij menen nog steeds dat er niet voldoende erkenning bestaat voor de centrumpositie van Leeuwar den binnen Friesland. Een en ander komt althans niet tot uiting in maatregelen die ons helpen de daar mee samenhangende taken goed te vervullen. Het gaat dan om ISP-gelden, WIR-premies en Ruimtelijke Ordeningstoeslagen. Het is niet zinvol daar steeds weer uitgebreid op in te gaan, want dit is ook al ge beurd bij de beantwoording van de vragen in de afdelingsvergaderingen. Wij zijn er van overtuigd dat het college steeds voldoende aandrang uitoefent op momenten en plaatsen waar dit zinvol is. Er is nog steeds hoop op vestiging in Leeuwarden van de Postbank of een gedeelte daarvan. In een interview vertelt de heer Duisenberg dat de totstandkoming van de Nederlandsche Bank destijds zestien jaar in beslag heeft genomen en zelfs een keer is afgestemd door het parlement. De reden om de Post bank in het leven te roepen is in het kort: het totstandbrengen van gezonde concurrentieverhoudingen it het kredietwezen. Daaraan is nog steeds behoefte. De doelstelling is dus inderdaad nog niet achter haald. Na de presentatie van de regeringsverklaring was in ieder geval het CDA-Kamerlid, de heer Sytze Faber, optimistisch gestemd over de vestiging van de Postbank in Leeuwarden, alhoewel hij de noordelijke bestuurders opriep op hun hoede te blijven. Zo bouwt iedereen al weer zijn eigen veilighe den in voor het geval dat. Op dit moment wordt door bijna alle partijen in de Tweede Kamer aange drongen op een beter werkgelegenheidsbeleid voor de zwakke regio's. Wij moeten maar eens afwachten wat ervan op de hïspel komt. De werkloosheid is een groot probleem. Zij ontwricht onze samenleving, alle verhalen over her- I waardering van de opvattingen over het werken, de plaats van de arbeid in het leven van mensen, ten spijt, wie geen werk heeft voelt zich buitengesloten. Het scheppen van arbeidsptaatsen binnen het ge meentelijk apparaat behoort tot de onmogelijkheden op dit moment. Bij de 6 juli-operatie is de raad ak koord gegaan met het afbouwen van 50 arbeidsplaatsen, omdat geldgebrek ons daartoe dwingt. Verder moeten wij constateren dat het verlagen van bijvoorbeeld onderhoudsnormen, het minder uitvoeren van openbare werken, stagnatie in de bouw, enz., indirect leiden tot minder werk buiten het overheidsap paraat, Het vorige kabinet schijnt dat pas te hebben onderkend, toen de gemeente Enschede op de trom sloeg en meedeelde door de maatregelen van de rijksoverheid te worden gedwongen 200 mensen te laten afvloeien. Op hoog niveau is het inzicht in samenhangen nog niet erg groot. Men schuift de pijn liever door naar de gemeenten. In mei j.l. was het rijk nog voornemens ook de groei van het eigen apparaat met 1.000 mensen te verlagen, maar er is nu al meegedeeld dat men dat voornemen weer heeft laten va ren. Daar doorheen speelt nog het decentralisatiestreven van het rijk wat betekent het ontwikkelen van [nieuwe activiteiten door de gemeenten op het terrein van de leegstandswet, de milieuwetgeving, de planning op het welzijnsterrein, de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening en nog het een en ander. Momenteel lijkt het er op dat alleen de vier grote gemeenten voor het uitvoeren van de leegstandswet geld krijgen van het rijk. Het nieuwe kabinet zou in ieder geval een deel van de uitvoe ring van het arbeidsplaatsenplan via het gemeentefonds moeten leiden. Praten over werkloosheidsbestrij ding is voor gemeentebestuurders een frustrerende zaak. Het werkloosheidspercentage in Friesland be hoort tot een van de hoogste in Nederland en neemt nog steeds toe. Eind juni was het percentage werk lozen onder mannen in Nederland 7,3, in Friesland 9,2 en in de gemeente Leeuwarden 10. Voor vrou wen liggen die percentages nog hoger, namelijk landelijk 12,1, in Friesland 14,7 en in de gemeente Leeuwarden 18,1Ook onder de groep getrouwde vrouwen is nog veel niet geregistreerde werkloosheid. De gemeente kan hoogstens het scheppen van voorwaarden voor kleinschalige arbeidsprojecten bevorde ren en een noodverband leggen door het werk van de stichting Mensen zonder werk te stimuleren. Wij leven niet op een eiland. De ontwikkelingen in de andere landen van West-Europa bepalen vooreen groot deel onze economische situatie. In Nederland, ook binnen de PvdA, is al een jarenlange discussie aan de gang hoe de economie uit het slop kan worden gehaald. Die discussie wordt gekenmerkt door onmacht of onwil om te komen tot compromissen. Men bestrijdt elkaar vanuit de eigen comfortabele positie, men neemt te veel tijd en men verspeelt het vertrouwen, hetgeen een slechte dienst is aan de democratie. Het zou toe te juichen zijn als er naast de reeds bestaande Hollandse ziekte ook nog een ander soort creatieve geest vanuit Nederland ging waaien met betrekking tot de economische proble- |men. Maar het lijkt of wij eerder achteraan sloffen dan voorop hollen. Een ander probleem waar burgers zich grote zorgen over maken is de steeds doorgaande kernwapen wedloop. De demonstratie op 21 november in Amsterdam heeft duidelijk aangetoond, zo dat al niet dui delijk was, dat de mensen zich ernstig bedreigd voelen. Demonstraties in andere grote Europese steden geven datzelfde beeld. De PvdA staat op het standpunt dat Nederland niet moet overgaan tot het plaat sen van nieuwe kernwapens en dat besprekingen moeten worden gevoerd over denuclearisering van Euro pa. Nederland moet volgens de PvdA bereid zijn eenzijdige stappen te ondernemen die een kernwapen- vrij Europa dichterbij brengen. Omdat wij menen dat ook de gemeentelijke overheid op moet komen voor de veiligheid van de burgers, rust op ons de plicht de rijksoverheid onze grote verontrusting kenbaar temaken. Wij dienen daarom de volgende motie in. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 december 1981, overwegende dat: - grote groepen van de bevolking zich ernstig zorgen maken over het huidi ge niveau van kernbewapening in Oost en West; - de aanwezigheid van de vliegbasis Leeuwarden een extra dimensie geeft aan de bezorgdheid van de Leeuwarder burgers; - een afbouw van de kernwapensystemen in Oost en West een voorwaarde is voor een duurzame vrede in Europa; - eenzijdige stappen een kernwapenvrij Europa naderbij kunnen brengen; - het bouwen van openbare atoomschuilkelders de illusie wekt dat een atoomoorlog overleefd kan worden en daarmee tevens een atoomoorlog in direct geaccepteerd wordt, spreekt als zijn mening uit: - tegenstander te zijn van het stationeren van nieuwe middellange afstands systemen, de kruisraket en de Pershing II, op Leeuwarder grondgebied; - niet toe te staan dat op Leeuwarder grondgebied openbare atoomschuil kelders gebouwd worden,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 2