73
tafel namens het PEL met als kop "Grof schandaal" en die brief handelt in principe over dezelfde kwes
tie. Een ieder heeft deze brief kunnen lezen, dus daarop hoef ik niet verder in te gaan. Ik wil echter
het laatste gedeelte van de brief van het PEL aan de Leeuwarder gemeenteraad en b. en w. even cite
ren. Men verzoekt
11 a. het stopzetten en verder voorkomen van de sloop van de Archipelwegflats door de woningstich
ting e.a., in ieder geval zolang er niet door de gemeenteraad" - bedoeld zal zijn door b. en
w. - "een sloopvergunning is afgegeven;
b. een onderzoek in te stellen naar de handhaving en verbetering van de flats ten behoeve van
een- en tweepersoonshuishoudens."
Ik wil het college verzoeken op deze punten commentaar te geven. In ieder geval wil ik het college
vragen deze kwestie te betrekken bij de standpuntbepaling met betrekking tot mijn motie. Behalve de
Snekerkade en de Archipelweg is er ook nog het bekende voorbeeld St. Jozef aan de Amelandsstraat,
waarbij nog steeds dat sarcastische bord staat dat renovatie door een sloopbedrijf vermeldt. Zo is er nog
wel een aantal zaken te noemen. Men kan niet op de ene plaats, bijvoorbeeld aan de Snekerkade om
dat er een bestemmingsplan ligt, sloop oogluikend toelaten en op de andere plaats krachtig optreden. En
zullen wel juridische termen als gelijkheidsbeginsel of iets dergelijks voor bestaan. Als wetgever en in
dit geval wethandhaver - daarmee bedoel ik dan b. en w. - kan men niet op de ene plaats een verorde
ning wel toepassen en op de andere plaats niet, omdat dat daar toevallig beter uitkomt. Onze motie
dringt er daarom op aan van nu af aan er krachtig op toe te zien dat de artikelen van de Bouwverorde
ning worden nageleefd.
De heer De Vries (weth.) heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De heer Rijpma (weth.): In 1975 ongeveer is het sloopartikel - zo zal ik het maar gemakshalve
noemen - door de raad vastgesteld. Bij de motivering van dat artikel is duidelijk aangegeven dat het
sloopverbod is gegeven om te voorkomen dat zonder noodzaak gaten in de bebouwing zouden ontstaan,
Ik zal u daarvan een voorbeeld geven. Wanneer iemand in het verleden gebrek had aan parkeerplaatsen
kon hij ergens in de buurt een oude woning kopen en die woning, zonder toestemming van wie dan ook,
slopen en inrichten als parkeerplaats. Dit is op verschillende plaatsen binnen en buiten de grachten ge
beurd. Het sloopartikel houdt in zijn essentie in dat het verboden is een pand volledig af te breken, of
wel zulke delen ervan weg te halen dat het pand als zodanig niet meer te handhaven is. Het slooparti
kel slaat onder geen enkel beding op het wegnemen van bepaalde voorzieningen in een woning met de
bedoeling het pand tijdelijk of langer minder of niet geschikt voor bewoning te maken. Dit laatste kan
namelijk niet worden geregeld met het sloopartikel, doch moet worden geregeld met artikel 56 van de
Woningwet en artikel 56 van de Woningwet kan alleen in werking treden nadat er van rijkswege goed
keuring is verleend. Alleen al vanuit dit gezichtspunt is de motie van de heer Van der Wal noch op ge
lijk spoor met de voorschriften in onze Bouwverordening noch met de voorschriften in de Woningweten
daarom kan aan deze motie op geen enkele wijze uitvoering worden gegeven. De heer Van der Wal ci
teert ook de mogelijkheden van sloop uit artikel 305 onvolledig, want b. en w. kunnen aan de Wel
standsadviescommissie vragen of er uit een oogpunt van welstand bezwaar tegen bestaat bepaalde ge
bouwen te slopen. Dit advies is onder anderen gevraagd voor de panden aan de Lange Marktstraat. De
Welstandsadviescommissie heeft in haar vergadering van 16 november 1981 geconcludeerd dat er uiteen
oogpunt van welstand geen bezwaar bestaat tegen het slopen van de betrokken gebouwen en dat de aan
het college gegeven vrijstellingsbevoegdheid voor het overige niet nader aan regels is gebonden. Der
halve heeft het college uit een oogpunt van brandveiligheid in dit geval een sloopvergunning afgegeven
voor zowel de panden die aansluiting geven op Pretty Home als de panden van de FBTO. Er zijn dus
twee gronden waarop b. en w. een sloopvergunning geven. Als b. en w. menen dat tot sloop moet wor
den overgegaan maken zij of van de ene of van de andere gebruik. Artikel 305 van de Bouwverordening
is echter niet van toepassing op het tijdelijk of voor langere tijd zodanig onbruikbaar maken van wonin
gen dat daaruit een voor bewoning ongeschiktheid resulteert. Hiervoor is artikel 56 van de Woningwet
nodig en dit artikel kan niet worden gebruikt, tenzij het rijk daarvoor op onze aanvraag toestemming
heeft gegeven
De heer Van der Wal: Ik heb ook nog een vraag gesteld over de flats aan de Archipelweg naar aan
leiding van de brief van het PEL die bij de raadsleden op tafel is gelegd. Mag ik nu een antwoord ver
wachten of komt deze brief later aan de orde?
De Voorzitter: De brief van het PEL over de toestand van de flats aan de Archipelweg en de verde
re ontwikkelingen met betrekking tot deze situatie zullen in de raadsvergadering van 11 januari 1982
aan de orde worden gesteld.
I
74
De heer Van der Wal: De heer Rijpma stelt in zijn antwoord dat ik het sloopartikel onvolledig heb
geciteerd. Ik heb echter ook geen volledigheid van citaat gepretendeerd. Dan zegt de heer Rijpma dat
b. en w. kunnen vragen aan de Welstandsadviescommissie of men uit een oogpunt van welstand bezwaar
heeft tegen het slopen van bepaalde panden. Daarover heb ik het helemaal niet. Ik heb het over het
sloopartikel. Volgens de heer Rijpma betekent sloop dat een pand niet meer te handhaven is. Welnu,
dat "niet meer te handhaven" kan men heel drastisch binnen een paar uur bereiken. Men kan hetzelfde
bereiken - daarmee heeft de gemeente ook nogal wat ervaring - door een pand een paar jaar leeg te la
ten staan. Beide gevallen komen op hetzelfde neer. In beide gevallen is een pand dan niet langer te
handhaven. Een dergelijke situatie heeft zich aan de Snekerkade duidelijk voorgedaan. Daar zijn, be
halve het onbewoonbaar maken van panden, tussenwanden vernield en dakramen weggeslagen zodat het
kan inregenen. Op deze manier wordt wel degelijk gedeeltelijk gesloopt en wel zodanig dat het pand,
is het niet op dat moment dan toch wel binnen afzienbare tijd, niet meer te handhaven zal zijn. Zo
doende kan het heel goed voorkomen dat er toch weer een gat valt in de bebouwing waarop voorlopig
weer wordt geparkeerd. Als ik de Snekerkade nog even als voorbeeld mag blijven nemen, u weet dat er
allerlei parkeermogelijkheden zijn op die plekken waar nog nieuwbouw moet worden gepleegd. Aange
zien regeren ook voor het college van b. en w. vooruitzien is, mag worden verondersteld dat men dit
soort situaties heel gemakkelijk van tevoren ziet aankomenDe sloop in het geval Snekerkade valt
mijns inziens wel degelijk onder het sloopartikel in de gemeentelijke Bouwverordening. De uitvoerders
van de sloop gaven dit, zij het niet met zoveel woorden, ook toe. Ook de aanwezige gemeentepolitie
zag het niet anders dan slopen. Kennelijk zijn deze feiten b. en w. niet geheel duidelijk geworden en
men hanteert nu een heel afstandelijk, strikt formeel verhaal, maar het geheel komt domweg op sloop
neer Nogmaals, men moet met grote kracht voorkomen dat straks weer gaten vallen doordat panden in
vlammen opgaan. Men moet wel blind zijn, wil men niet zien aankomen dat binnenkort toch wel weer
eens een van die panden afbrandt. De essentie van het invoeren van een sloopvergunning is ook het
trachten te voorkomen van dit soort situaties. Daarom lijkt het mij zeer op zijn plaats, zeker na het
antwoord in eerste instantie van de wethouder namens het college, dat de raad erop aandringt ook de
gedeeltelijke sloop, die gehele sloop op langere termijn onafwendbaar maakt, onder het sloopartikel in
de gemeentelijke Bouwverordening te laten vallen. In het andere geval heeft het artikel geen zin, om
dat et aanvragen van een sloopvergunning op een zeer eenvoudige manier kan worden omzeild en dat
moet naar mijn mening worden voorkomen.
De heer Rijpma (weth.): De heer Van der Wal probeert op een zeer vernuftige wijze datgene wat
onder verwaarlozing of een daarmee gelijk te stellen begrip valt, onder het begrip slopen te trekken.
(De eer Van der Wal: Moedwillige vernieling kunt u toch niet verwaarlozing noemen!) Die interpreta
tie van de heer Van der Wal is onjuist en kan niet worden gebruikt. Vandaar dat deze motie niet kan
worden uitgevoerd.
De Voorzitter: Ik breng nu de motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf in stem
ming.
De motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 28 tegen 5 stemmen
De Voorzitter: Mevrouw Zondag-Demes heeft haar claim betreffende het aanbrengen van wegwij
zers naar ziekenhuizen ingetrokken. Wij gaan daarom thans over naar de volgende beleidssector.
Par. 12. Beleidssector Cultuur.
De Voorzitter: Mevrouw Van der Werf zal spreken over het verlenen van muziekvergunningen voor
de tijd van een jaar dan wel het schrappen van de voorschriften met betrekking tot bepaalde muziekver-
gum ingen in de Algemene Politieverordening.
De heer Van der Wal: Alhoewel mijn fractiegenote het punt van de muziekvergunning heeft ge
claimd, wil ik hierover graag het woord voeren. De voorgeschiedenis is bekend. Een goed jaar terug is
dezi- zaak ook al eens in een afdelingsvergadering aan de orde geweest. Op dat tijdstip heeft het col
lege een voorstel overgenomen om straatmuzikanten en -artiesten, die in een spontane opwelling wat
muziak willen maken, de gelegenheid te geven zonder bureaucratische maatregelen of voorzorgen te
kunnen optreden in de binnenstad. Het voorstel is echter niet uitgevoerd omdat het achteraf niet bleek
te kunnen, aldus de burgemeester. Wij hebben derhalve dit punt geclaimd en de volgende motie ge
maakt: