20 minister. Als het echter gaat om het duidelijk maken van financiële problemen aan Den Haag, dan vraag ik mij af of onze prioriteit bij de politie zou liggen. Wij zullen echter tegen de moties stemmen vanuit de intentie waaruit ze zijn ingediend. De heer Bijkersma: Het heeft mij een beetje verbaasd dat de voorzitter helemaal niet is ingegaan op mijn woorden. In de eerste instantie heb ik al gezegd dat het college er zeer omslachtig naar toe heeft gewerkt dat de minister de schuld van de hier aan de orde zijnde problematiek zou zijn. De voorzitter heeft naar mijn mening zeer omslachtig datgene wat ik heb aangehaald vermeden. (De Voorzitter: Als de raad nooit omslachtiger wordt dan ik zojuist ben geweest, dan kunnen wij het daarmee doen, mijnheel Bijkersma.) Ik ben bezig met mijn beantwoording, mijnheer de voorzitter, en ik wil daartoe wel enige ruimte krijgen. De voorzitter suggereert dat ik gezegd zou hebben dat meer politie het probleem zou oplossen. Ik heb duidelijk gesteld dat ik graag terug wil naar de 66% surveillance, hoewel ik weet dat men dat percentage niet in één keer kan halen. De voorzitter is echter helemaal niet ingegaan op de vraag of naar de door mij genoemde uitbreiding van de surveillance gestreefd zal worden. Ik wil hierop graag een antwoord hebben. Ik zal nooit ontkennen dat het probleem van de werkloosheid natuurlijk wel een basis is voor dit hele gebeuren. Ik heb elders wel eens gezegd dat ik liever mensen op een kantoor of in een wijk achter het station aan het werk zie dan dat ik werklozen op de Nieuwestad zie. Het probleem van de werk loosheid zie ik dus wel, maar dat probleem moet niet worden aangehaald om de centrumwinkeliers met hun portie te laten zitten. De voorzitter zegt verder dat het college van mening is dat de politie uit moet komen met de doel uitkering. In eerste instantie heb ik gezegd dat het wat ons betreft best zo mag zijn dat doeluitkeringen worden overschreden en worden aangevuld uit de algemene middelen. Ik weet ook wel dat dat niet zo maar kan, maar er kan natuurlijk een prioriteitsstelling zijn. Het college zou eens een prioriteitsstel ling moeten overwegen door de door mij reeds genoemde facetten, zoals maatschappelijk werk, sociale zorg en geneeskundige zaken - een wijkgezondheidscentrum kost ontzettend veel geld, maar ook dat is een politiek spel -, af te wegen tegenover andere zaken. De raad kan dan in een bepaalde richting een beslissing nemen en de burger kan dan zien waarin de meerderheid van de raad de oplossing van de problemen zoekt. Dit bedoelde ik te zeggen toen ik het had over het stellen van prioriteiten met betrek king tot het beschikbaar stellen van gelden uit de algemene middelen. Men kan een en ander eens onder zoeken Een 24 uur-bezetting van de politiepost in de binnenstad betekent dat vandaar uit veel gemakkelij ker te voet en per fiets gesurveilleerd kan worden. Het spijt mij dat de voorzitter helemaal niet op deze facetten is ingegaan. Ik constateer dat gewoon en ik wil daarop graag een reactie van hem hebben. U bent ook nog ingegaan op de moties, mijnheer de voorzitter. De voorzitter was zo vriendelijk om de door de heer Jansma ingediende motie aan te halen. Ik heb ook een motie ingediend, maar die heeft de voorzitter niet genoemd. U had dan moeten zeggen, mijnheer de voorzitter, dat u de door mij inge diende motie verwerpt, dat is uw goed recht. Ik heb er dan echter wel recht op dat dat ook duidelijk wordt gezegd. Mevrouw De Jong: Ik vind het heel terecht dat de voorzitter het werkloosheidsprobleem heeft aan gehaald. Het is een probleem waar wij niet omheen kunnen. Hoewel het probleem dat door de centrum winkeliers is aangehaald misschien op zich zelf mag lijken te staan zijn de twee problemen toch met elkaar verweven. Het is zeer terecht dat de voorzitter niet om het werkloosheidsprobleem heen is gelopet De voorzitter heeft ook gezegd dat wij alles op alles moeten zetten om een oplossing voor dat probleem te vinden. Ik onderschrijf uw woorden, mijnheer de voorzitter. Ik vind ook dat de voorzitter er terecht op heeft gewezen dat er wel Haagse voorschriften worder. uitgevaardigd, maar dat er helaas geen evenredige mankracht en evenredig geld tegenover staan. Een er ander moet ook zeer frustrerend zijn voor ons politiekorps, hetgeen best eens een keer mag worden genoemd. U hebt ook aangegeven, mijnheer de voorzitter, dat er met niet eens zoveel meer mankracht efficiënter is gewerkt en dat er is getracht om effectiever op te treden. Ik vind dat werkelijk een com pliment waard, want het moet toch wel de nodige inspanning en de nodige moeite in het korps gekost hebben. Ik wil graag het voorstel van de voorzitter ondersteunen om in de Commissie voor de Openbare Orde een stuk voor de minister op te stellen. Ik vind wel dat wij met de nodige scherpte naar Den Haag moete' reageren en dat wij ook moeten wijzen op de problematiek waar wij als stad Leeuwarden mee worden geconfronteerd. 21 Mevrouw Vollema— Doevendans: Met betrekking tot de motie van de heer Jansma wil ik mij graag aansluiten bij hetgeen mevrouw Van der Werf heeft gezegd. De motie van de WD zullen wij niet steu nen. Wij gaan akkoord met het voorstel van de voorzitter om in de Commissie voor de Openbare Orde een stuk te behandelen dat daarna in de raad kan worden behandeld. De hear Jansma: Jo hawwe dódlik sein, mynhear de foarsitter, dat it ynsetten fan mear polysje net sunder mear de oplossing is fan de problemen dêr't wy foar steane. Mei dy wurden bin ik it hielendal iens. Wy moatte yndied net nei in polysjesteat ta. Nimmen yn dizze seal sil lykwols Ondersteld hawwe dat ik der foar pleitsje woe. De grutte wurkleazens is yndied in faktor dy11 in geweldige rol spilet. Doe't de hear Miedema noch foarsitter fan lis fraksje wie - dat is krapoan in jier lyn - hat hy der ek hiel ütdruklik op wezen dat wy goed yn de gaten halde moatte dat wurkleazens foar in tal minsken op'en doer nige kin ta kriminaliteit. Wy binne ós dat ek hiel goed bewust. Wat my tige oansprutsen hat yn jo ferhaal, myn hear de foarsitter, is jo opmerking oer de mentaliteitsferoaring dy't der spitigernoch kommen is. Wy sille wer werom moatte nei de mentaliteit dat sokke dingen net wer barre. Ik leau ek dat de hear Niemeijer yn haadsaak der op doeld hat. In tal fasetten Ot syn ferhaal binne destiids yn de publisiteit kommen. Ik miende der goed oan te dwaan om in oar tal fasetten ut it ferhaal fan de hear Niemeijer dat einlik net publisiteit krigen hat hjir dochs noch efkes oan te hel jen. De foarsitter hat ek sein dat hy net lokkich is mei de twa moasjes. Oan de oare kant hat hy ek sein dat in tal eleminten ót myn moasje him wol oansprekke. Ik soe it dochs wol op priis stelle wannear't wy as ried aanst ienriedich wêze kinne. It is faaks wol in goede oplossing ien en oar noch ris yn de Kom- misje foar de lepenbiere Oarder te bepraten. Wannear't wy dan as ried ta in ienriedige opstelling kom- me kinne, dan sil dat de minister fan Binnenlanske Saken natuerlik folie better oansprekke. Wat dat oanbelanget haw ik dan ek gjin beswier tsjin it foorstel fan de foarsitter. De Voorzitter: Ik moet nog enkele opmerkingen maken naar aanleiding van hetgeen de heer Bijkersma eeft gezegd. Uit het preadvies dat u gekregen hebt en ook uit de toelichting die ik gegeven heb, moet de raad gebleken zijn dat wij proberen om de surveillance te versterken. Het versterken van de surveil lance betekent niet alleen het versterken in aantal mensen, de wijze waarop kan natuurlijk ook erg belangrijk zijn. Wij zullen beide elementen blijven nastreven. Wat dat punt betreft ben ik het - zij het niet precies woordelijk - met de strekking van het eerste deel van de motie van de heer Bijkersma eens. Uok ik ben dus van mening dat wij de surveillance moeten versterken. Een en ander zou dus best inge bracht kunnen worden in een nadere formulering. Dan kom ik bij de kwestie van de doeluitkering. Ik heb grote waardering voor de politie. Ik heb de politie moeten confronteren met dit moeilijke probleem. De politie werkt er momenteel con amore aan mee om te trachten de zaak in 1983 tot een oplossing te brengen. Ook de politie heeft begrip voor de financiële ellende waar de gemeente in zit. Gezien het totale beeld waar de gemeente in zit, is het niet zinvol om nu te beslissen geld uit de eigen middelen beschikbaar te stellen boven de doeluitkering. 'ij moeten proberen in 1983, met inbegrip van de rekening-courant vanaf één januari 1981, rond zien te komen. Wij doen ons best. Als in 1983 blijkt dat wij echt niet rond kunnen komen, dan moeten wij dat met elkaar eind 1983 onder ogen zien. Ik vlei mij echter met één hoop die ik baseer op mijn weten schap uit de gesprekken met de minister. Ook de minister ziet in dat er een frictie is met betrekking tot de tekorten op de personele uitgaven. Momenteel is er indringend overleg gaande tussen de minister en de VNG over dit probleem. Deze maand is over een en ander nog een gesprek met de minister. Als de westie over de tekorten op de personele uitgaven opgelost zou worden - ik heb enige hoop dat een en ander voor ongeveer eind 1983 perspectieven biedt - en wij dus het geld krijgen dat wij nodig hebben voor de personele uitgaven, dan hebben wij weer een speling van 500.000,voor de materiële uit gaven. Mijn klemmend advies is om over deze kwestie geen enkele uitspraak te doen. Wij proberen rond te komen. Ik heb enige hoop dat men zich ook op het departement bewust is van de hier ontstane fric tie, hetgeen niet in één maand kan worden opgelost. Men kan echter toch wel enige soelaas bieden. Ik wil u ook zeggen dat hier niet de indruk moet ontstaan dat de gemeente niets meer voor de politie betaald uit de eigen middelen. De gemeente betaalt los van de doeluitkering nog 1,5 miljoen gulden uit de eigen middelen voor politietaken. Tegenover deze uitgave van 1,5 miljoen staat een inkomst van enkele tonnen als opbrengst uit de parkeermeters. Wij betalen zelf 17 parkeercontroleurs, twee reini gingscontroleurs en één gedragswetenschapper. Bovendien levert de secretarie een inbreng in de personele problematiek, de financiële problematiek en kabinetszaken. De betreffende drie secretarie-afdelingen besteden nogal wat uren aan de politieproblematiek en die betalen wij ook uit de eigen middelen. Het mag ook wel eens gezegd worden dat wij, met alle ellende die wij al hebben, ook nog 1,5 miljoen uit eigen middelen voor politietaken in onze gemeenten betalen. Deze cijfers hebben u misschien nog nooit zo duidelijk voor ogen gestaan, maar die zitten in het beleidsplan dat u zelf hebt aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 11