4
- daarom de campagne van Amnesty International gericht op opheldering
over het lot en verblijfplaats van "verdwenen" gevangenen en voorkoming
van nog meer "verdwijningen" onze steun verdient,
besluit daarom haar ongerustheid en verontwaardiging uit te spreken over de
steeds opnieuw te constateren "verdwijningen" in onder anderen Syrië, Ar
gentinië, Zaïre en de Filippijnen en haar afkeuring uit te spreken over de
wijze waarop de betrokken regeringen zich aan iedere verantwoordelijkheid
onttrekken en draagt b. en w. op van die afkeuring blijk te geven in een
adres aan de regeringen van genoemde landen."
De heer Meijerhof: Het voorstel van het college is in overeenstemming met de afspraak die wij met
elkaar hebben gemaakt met betrekking tot de handelwijze ten aanzien van dergelijke voorstellen. Des
ondanks is er voor mijn fractie aanleiding om dit punt in zijn algemeenheid aan de orde te stellen. Me
vrouw Van der Werf heeft gezegd dat zij het er niet mee eens is dat de problematiek waar wij nu over
praten hier niet besproken wordt. Ik zou echter willen zeggen: In zijn algemeenheid is het juist dat de
ze zaken hier niet aan de orde komen, daar is een ander deel van het overheidsbestuur voor. De regels
die wij hier met elkaar hanteren zijn echter dusdanig star en dogmatisch dat wij, wanneer de raad toch
behoefte heeft zich over een aantal zaken uit te spreken, ons daartoe zelf de mogelijkheid ontnemen.
Vandaar ook dat mijn fractie er op zou willen aandringen dat er eens van gedachten wordt gewisseld
- bijvoorbeeld in het Seniorenconcert - over de vraag of er ook bepaalde nuances in de gedragsregels
die wij hanteren moeten worden aangebracht.
Ik wil een aantal punten noemen waarom wij op deze materie willen ingaan. In de eerste plaats is
er naast de parlementaire democratie een buitenparlementaire organisatie die algemeen als een aanvul
ling op het democratisch functioneren wordt aanvaard. In de tweede plaats staat het gemeentebestuur
wat de overheidsbesturen betreft het dichtst bij de bevolking, hetgeen impliceert dat men zich dus ook
het beste in staat acht de bevolking te vertegenwoordigen. In de derde plaats wordt aller wegen aan
dacht gevraagd om de burger mondiger te maken, mee te laten denken, mee te laten beslissen en in
vloed te laten hebben op allerlei zaken. Met deze drie punten in ons achterhoofd kan bijvoorbeeld in
het Seniorenconvent een discussie worden gevoerd over de vraag of wij de vanavond aan de orde zijnde
problematiek op een zo formele wijze moeten afdoen dat wij dit soort voorstellen gewoon niet behande
len. Gelet op de regels die wij tot nu toe hanteren zal mijn fractie geen behoefte hebben aan de motie
die door mevrouw Van der Werf is ingediend. De actie van Amnesty International komt bij ons erg sym
pathiek over. Bijna alle leden van mijn fractie zijn ook wel op de een of andere manier bij dit soort ac
ties betrokken. Toch wil ik het college verzoeken het reeds door mij genoemde nog eens in het Senio
renconvent aan de orde te stellen.
De heer Heere: Mijn fractie heeft voor wat betreft de inhoudelijke kant van de zaak die hier aan
de orde is uiteraard dezelfde grote zorg die blijkt uit de woorden van de heer Meijerhof en uit de motie
die door mevrouw Van der Werf is ingediend. Dat staat buiten kijf. Procedureel zijn wij het met het
door het college ingenomen standpunt over dit voorstel eens. Over dergelijke voorstellen hebben wij
hier een afspraak gemaakt die correct wordt opgevolgd.
Voor wat betreft het voorstel dat de heer Meijerhof heeft gedaan, merk ik op dat ik dat een inte
ressant voorstel vind. Ik kan mij echter indenken dat zijn voorstel procedureel toch grote moeilijkheden
oplevert omdat dergelijke zaken heel nauwkeurig met een schaartje moeten worden geknipt, hetgeen
meestal niet kan. Het lijkt mij verstandiger om een heel duidelijke lijn te trekken voor de problematiek
zoals die hier aan de orde is. ik ben er echter geen tegenstander van om een en ander eens een keer te
bespreken. Uit mijn voorgaande opmerkingen moge duidelijk zijn dat wij om redenen van procedurele
aard geen steun zullen verlenen aan de motie van PAL en D'66.
De heer Bijkersma: De laatste zin in het voorgestelde antwoord aan de werkgroep Amnesty Interna
tional Leeuwarden - er staat dat het hier een aangelegenheid betreft van regering en volksvertegen
woordiging - spreekt ons wel aan. Dat is dan ook de reden waarom wij ons volledig achter het voorstel
van het college stellen.
Mevrouw De Jong: Er mogen dan afspraken en regels zijn over dit soort verzoeken, mijnheer de
voorzitter, het gaat hier om één miljoen verdwenen mensen. Mensen die zomaar weg zijn. Het is on
voorstelbaar dat mensen kunnen verdwijnen en het is ook onvoorstelbaar dat regeringen zich hieraan
schuldig maken. Niets is schrijnender dan niet te weten wat er met een dierbare is gebeurd en waar hij
of zij is gebleven. Toch gebeuren deze verbijsterende zaken; Amnesty International heeft dat heel dui
delijk aangetoond. Het is de taak van elk mens om hiertegen te protesteren. Een protest vanuit deze
raad over verdwijningen van mensen vind ik dan ook zeer terecht. Ik heb daarom de motie mede onder
tekend.
De Voorzitter: Het college is het eens met de woorden die in deze zaal klinken over het feit dat er
zich in de huidige samenleving in een groot aantal landen afschuwelijke situaties - zoals mevrouw Van
der Werf dat uitdrukte - voordoen. Daar mag geen misverstand over bestaan. Wij mogen ons alleen maar
gelukkig prijzen dat wij niet in een land leven waar dergelijke situaties voorkomen, hoewel wij ook
weieens bepaalde problemen hebben. Mevrouw Van der Werf heeft gezegd dat zij het op zich wel eens
is met het formele standpunt dat het college over de hier aan de orde zijnde aangelegenheid heeft inge
nomen. Zij komt daarna met een nadere uiteenzetting. Wij moeten ons echter afvragen of het zinvol is
dat de ruim 800 gemeenteraden in Nederland zich met de hier aan de orde zijnde problematiek bezig
houden of dat men dit probleem primair moet overlaten aan regering en parlement. Ik ben van mening
dat wij het op zich met elkaar eens moeten zijn dat het hier primair om een taak gaat voor regering en
voor parlement. Bovendien kunnen wij allemaal op de plaats waar wij staan dienaangaande onze invloed
uitoefenen en onze bijdrage leveren. De raad weet ook dat wij in het verleden in zijn algemeenheid het
standpunt hebben ingenomen dat wij ons - dat heeft ook niemand in twijfel getrokken - niet als indivi
duele gemeente bezig zullen houden met het vaststellen van verklaringen en dergelijke zoals hier be
doeld. Daarom hebben wij ook voorgesteld niet op het verzoek van Amnesty International in te gaan.
Als wij als gemeente wel moeten reageren op bepaalde zaken - er kunnen namelijk omstandigheden zijn
dat het van erg groot belang is dat er vanuit de locale overheid wordt gereageerd - dan zijn wij van
mening dat wij een en ander via onze nationale organisatie, de VNG, aan de orde moeten stellen. De
ze kan dan als vertegenwoordiger van de locale overheid een reactie geven. Een winstpunt daarbij is
dat men via de VNG een meer gecoördineerd geluid kan laten horen dat stellig grotere invloed zal heb
ben dan wanneer verschillende gemeenten individueel reageren.
Ik wil er ook nog op wijzen dat wij, wanneer het om het afgeven van verklaringen gaat, ons daar
mee in elke raadsvergadering wel bezig kunnen houden. U moet deze opmerking echter niet verkeerd
opvatten. De problematiek waar het hier om gaat speelt namelijk niet alleen in de landen die in de in
gediende motie staan. Een ieder in deze zaal kan vrij gemakkelijk een aantal landen noemen waar de
situatie minstens zo beroerd is als in de in de motie genoemde landen. Via de landelijke instanties die
nen wij ons met elkaar voor deze problematiek in te zetten. Bovendien dient de problematiek in inter
nationale forums tot uitdrukking te komen.
Van mijn kant heb ik er overigens geen enkel bezwaar tegen om in het Seniorenconvent nog eens de
vraag aan de orde te stellen in hoeverre en in welke gevallen wij ook als individuele gemeente moeten
reageren. Ik sluit mij echter aan bij de kanttekeningen van de heer Heere dat het uitermate moeilijk zal
zijn om daar een duidelijke lijn voor vast te stellen. Ik kan mij indenken dat er zich op een bepaald
moment een situatie voordoet waarvan men zegt dat men in dat expliciete geval iets zou moeten doen.
Wij kunnen natuurlijk niet van de hak op de tak springen. Wij kunnen in het Seniorenconvent best eens
met elkaar onder ogen zien of wij momenteel bij dit soort verzoeken de juiste lijn volgen of dat wij op
nader omschreven gevallen - daar moeten wij het van te voren wel over eens zijn - in zouden moeten
haken. Ik heb daartegen geen enkel bezwaar. Dit is mijn reactie namens het college.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga en de heren Ten Brug (weth.) en Pruiksma zijn inmiddels ter verga
dering gekomen.
Mevrouw Van der Werf: Dit soort acties zijn initiatieven vanuit de basis van de bevolking die eigen
paden en ook nieuwe paden en wegen kiest. De uitgekauwde paden van de diplomatieke betrekkingen
op regeringsniveau zijn kennelijk niet effectief gebleken. Vandaar dan ook dat dit soort acties gevoerd
worden. De voorzitter vraagt zich af of het wel wat uithaalt als allerlei gemeenten zich met deze pro
blematiek bezighouden. Mijn fractie komt met de motie omdat wij er van overtuigd zijn dat alles wat
ook maar enigszins kan helpen in dit verband niet nagelaten moet worden. De voorzitter zegt ook dat
wij iedere raadsvergadering wel over deze problematiek kunnen praten. Dat is natuurlijk niet de bedoe
ling. In de brief van de werkgroep Amnesty International Leeuwarden, die voor iedereen ter inzage
heeft gelegen, staat een aantal landen genoemd waar zich verdwijningen van mensen voordoen. In de
brief wordt ook gemotiveerd waarom deze landen zijn genoemd. De vier in de brief genoemde landen
zijn gekozen omdat zij alle vier een ander werelddeel vertegenwoordigen. Daarnaast is het zo dat het
hier om een gecoördineerde actie gaat die op dit moment in allerlei landen wordt gevoerd. Het is daar
om ook effectief aan deze actie mee te doen. Het is dus helemaal niet de bedoeling om in iedere raads
vergadering over een ander land te praten.