14 goed ingerichte en levendige winkelstraat maken. Ik ben het met de voorgestelde breedte van zes meter dus duidelijk niet eens. Bovendien vind ik het argument dat het niet goed mogelijk is om van een weg- breedte van zes meter op de Nieuwestad over te gaan op een wegbreedte van vier meter op de Wirdu- merdijk geen goed argument. Volgens mij zou een en ander heel goed en heel speels zijn op te vangen, Wat betreft de inspraak heb ik de indruk gekregen dat de winkeliers van de Wirdumerdijk hier nogal moeite mee hebben. Volgens hen is er weinig inhoud gegeven aan de inspraakprocedure. Als ik dan zie hoe weinig essentiële wensen van de winkeliers van de Wirdumerdijk zijn ingewilligd, dan ben ik toch wel geneigd om hen gelijk te geven voor wat betreft het punt van de inspraak. Ik ben het helemaal eens met het voorstel tot beluifeling in de Peperstraat. Juist deze straat zal daardoor erg verlevendigen. Het kruispunt Beurs komt te zijner tijd aan de orde. Ook ik ben van mening dat de brug over de zuiderstadsgracht, gelet op de geringe loopafstand tus sen de Prins Hendrikbrug en de Wirdumerpoortsbrug er niet moet komen. In grote lijnen ben ik het eens met het uitvoeringsplan. De heer Rijpma (weth.): Ik ben blij dat het voorliggende plan in hoofdzaak de instemming van de raad heeft. Het is zelfs zo dat de kritische opmerkingen die gemaakt zijn uitsluitend de herinrichting van de wegen betreffen. Het uitvoeringsplan op zich vindt kennelijk algemene instemming. Wat dat be treft is de raadsbrief dus wel juist, hoewel een kleine nuancering ten opzichte van de herinrichting van wegen misschien beter was geweest. Ik zal alleen ingaan op datgene wat kritische opmerkingen heeft uitgelokt. Over de inrichting van het gebied is vooroverleg geweest met de instanties die moeten subsidiëren. Ik heb daarvan zowel in de Commissie voor Openbare Werken als in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening ook mededeling gedaan. De plannen die voor ons liggen gaan eerder over de top van de be schikbare middelen heen dan dat ze er onder blijven. Nu de raad zich in hoofdzaak met de inrichtings structuur akkoord heeft verklaard, kan ik mij als volgende fase voorstellen dat wij met de subsidiërende instanties om de tafel gaan zitten om te kijken in hoeverre wij over de suggesties en de verbeteringen die zijn aangedragen tot overeenstemming kunnen komen. De subsidiërende instanties zijn voor wat de wegenstructuur betreft het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening - in eerste instantie voor de horizontale elementen - en het Ministerie van Economische Zaken voor de verticale elementen. Hoewel het ene departement terughoudender zal zijn dan het andere, is het misschien toch mogelijk dat wij in een driehoeksoverleg met de beide subsidiërende ministeries tot een oplossing komen. Ik zou de raad willen vragen om de suggesties die de heer Van der Wal heeft gedaan en die ook al voor een deel in de Commissie voor Openbare Werken ter sprake zijn geweest voor suggesties te houden en er verder geen uitspraak in deze raad over te doen. In deze raad komen wij met het uitvoeringsplan terug. Wij weten dan ook welke bijdrage het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uiteindelijk wil leveren. Bovendien weten wij dan of het Ministerie van Economische Zaken zijn bijdra ge uitsluitend zal beperken tot de verticale elementen of dat wij misschien een overlegstructuur en een subsidiestructuur kunnen vinden die ten aanzien van de onderbrekende versierende elementen tot een goed resultaat kunnen leiden. Daarom wil ik de raad vragen om het college de vrijheid te geven om de mogelijkheden en de suggesties die zijn aangedragen naar beste weten zo goed mogelijk met de subsidi ërende instanties door te nemen en te proberen tot een goed resultaat te komen. Ik ga wel uit van een zes meter brede asfaltstrook op de Nieuwestad en op de Wirdumerdijk. Het weghalen van elke m2 asfalt zal namelijk een bedrag vergen in de orde van grootte van 150, Het is daarom beter te bekijken of er versierende elementen in het tracé kunnen worden aangebracht. Als men versmalling toepast dan zal die financieel gezien andere mogelijkheden wegnemen. Dan kom ik bij het punt over het parkeren op de Wirdumerdijk. Persoonlijk ben ik van mening dot een laad- en loszone alleen goed functioneert wanneer deze zone voor een gebouw of een inrichting ligt waar ook inderdaad frequent geladen en gelost moet worden. Het resultaat van een laad- en loszone die moet functioneren ten behoeve van meerdere belanghebbenden, maar die niet ligt op de plaats waar de belanghebbenden wonen, is echter minimaal. Wat er ook gezegd kan worden van de inrichting var: de Schrans, de laad- en loszones blijven een probleem wanneer deze niet liggen op de plek waar een vrachtauto moet zijn. Het gevolg is dan dat de vrachtauto gaat staan waar hij niet mag staan. Het is volgens mij verstandig om eens in de Commissie voor Verkeersaangelegenheden af te tasten in hoeverre wij aan de wens van de winkeliers op de Wirdumerdijk tegemoet kunnen komen om laad- en loszones re vervangen door kortparkeerplaatsenNaar mijn gevoel kunnen wij verregaand aan die wens tegemoet komen Ik wil ook nog een opmerking maken over het pleinafsluitend gebouw. Wij waren niet in staat om zo snel de zaken op tafel te krijgen. Wij hopen echter dat wij zeer binnenkort de concept-richtlijnen 15 en de concept-randvoorwaarden aan de leden van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening kunnen toezenden. De commissieleden kunnen dan met de concept-richtlijnen en de concept-randvoorwaarden in de hand zich oriënteren op plaatsen waar voorzieningen die in een pleinafsluitend gebouw worden gedacht reeds kortere of langere tijd functioneren. Als het goed is dan moet er in deze raadsperiode nog geprobeerd worden dienaangaande tot een afsluitend oordeel te komen. Ook zullen dan de discussies in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, in de Commissie voor het Grondbedrijf en in de Overleg commissie voor het Midden- en Kleinbedrijf afgerond moeten zijn. Over de fasering van werkzaamheden durf ik op dit moment geen uitsluitsel te geven. Er zijn enke le plussen en minnen die op het ogenblik een rol spelen. Op de Voorstreek worden momenteel vele werkzaamheden verricht. Op de Eewal worden straks ingrijpende werken uitgevoerd. Voor de winter zullen op het smalle gedeelte van de Nieuwestad walbeschoeiingswerkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze werkzaamheden voor wat betreft het middengedeelte van de Nieuwestad de winter wel zul len duren. Wij kunnen in de Commissie voor Openbare Werken deze fasering echter nog eens nadrukke lijk bekijken en proberen om een goede voortgang in de werkzaamheden te vinden. De functie van de Peperstraat zal hierbij dan zo goed mogelijk afgewogen moeten worden tegen de belangen die in de an dere deelgebieden bestaan. Op de vraag over de restauratie van de walmuren langs het Naauw durf ik op dit moment geen ant woord te geven. Ik weet wel dat er inmiddels een gesprek heeft plaatsgevonden met een aantal van onze deskundigen, waaronder Monumentenzorg. Het gesprek zal op korte termijn worden voortgezet. De technische staat van de walmuren langs het Naauw ken ik niet. Ik geef toe dat de verkeerssituatie in het Naauw heel anders is dan op andere plaatsen waar ook walmuren zijn. In het Naauw ligt ook geen riolering. Restauratie van de walmuren zal ook afhangen van de vraag of er in het Naauw wel of niet riolering moet worden aangebracht. Als er in het Naauw riolering wordt aangebracht dan geef ik u de garantie dat restauratie van de walmuren tot de onmogelijkheden behoort. Als wij echter afzien van rio lering in het Naauw en wij beschouwen het Naauw als een van de weinige gebieden die een natuurlijke afwatering zullen behouden, dan lijkt mij de suggestie van de heer Ten Hoeve de meeste realiteitszin hebben. Ik ben volgens mij wel op de hoofdzaken ingegaan. De andere opmerkingen zijn constateringen die te zijner tijd bij de uitvoering wel terugkomen. De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .25 uur, de vergadering. De heer Ten Hoeve: De wethouder heeft gezegd dat hij het met de gemaakte opmerkingen in hoofd zaak wel eens is. Het uitvoeringsplan is op deze manier gemaakt omdat het sober en doelmatig moet zijn. De wethouder wil de opmerkingen die ik gemaakt heb over het knippen van het asfalt - de heer Van der Wal heeft hierover een motie ingediend - wel meenemen. Wij hoeven daarover nu niet verder te praten, omdat de wethouder ook heeft toegezegd dat het uitvoeringsplan opnieuw in de raad komt. De wethouder is niet ingegaan op mijn opmerking over het Waagplein. Het voorstel dat ik heb ge daan lijkt mij zuiniger dan het voorstel dat in het uitvoeringsplan wordt gedaan. Mijn voorstel lijkt ook aantrekkelijker. Ik zou graag willen dat de wethouder hierop nog even reageert. De heer De Jong: Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder dat hij de suggesties die gedaan zijn wil bekijken zowel met de subsidiërende instanties als in de Commissie voor Openbare Werken. De plaatsen waar de asfaltbestrating moet worden onderbroken met eventueel klinkerbestrating willen wij vanavond niet vaststellen, omdat wij dan de inspraak geweld aan zouden doen. Wij zullen de door de heer Van der Wal ingediende motie dan ook niet steunen. Ik wil nog een opmerking maken die ik eigenlijk in eerste instantie had moeten maken. In onze binnenstad gaat het hardnekkige gerucht dat het uitvoeringsplan al officieel bij gedeputeerde staten ligt. Kan de voorzitter dit gerucht ontzenuwen? (De Voorzitter: Het gaat hier om een openbaar stuk. Het plan kan dus best bij gedeputeerde staten liggen.) Is het uitvoeringsplan officieel aan gedeputeerde staten aangeboden? (De Voorzitter: Nee, mijnheer De Jong, dat is niet het geval.) Ik wil ook nog graag een opmerking kwijt aan het adres van de heer Van der WalHij heeft ook even ingespeeld op de publicatie van het Ministerie van Economische Zaken over het instellen van een onderzoek om het parkeren in de binnenstad te verbeteren. De oorzaak van de teruggang van het aantal bezoekers aan de stedelijke centra wordt gezocht in het feit dat de stedelijke centra steeds moeilijker per auto bereikbaar worden. Als de heer Van der Wal zegt dat het fietsverkeer is toegenomen in onze binnenstad dan is dat elke dag duidelijk te zien. De heer Van der Wal maakt echter een denkfout. De

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 8