22
vlaggen uit te steken. Misschien is dit wel iets voor het profijtbeginsel. Een ieder kan zelf uitmaken of
hij wel of niet de vlag uitsteekt. Wij vinden het wel voldoende om vanaf de twee genoemde hoofdge
bouwen te vlaggen en wij menen dat wij daarmee niets te kort doen aan datgene wat de heer Pruiksma
de "opvoedende waarde" noemde. Wij handhaven de opvoedende waarde want wij hebben geen enkele
vlagdatum geschrapt.
Een laatste opmerking wil ik maken over het profijtbeginsel waar mevrouw De Jong het over had. Er
zijn gevallen waarin het profijtbeginsel zonder bezwaar iets meer kan worden toegepast dan in het ver
leden het geval was. Wij zijn er echter niet principieel voor om de uitgaven die wij doen om te buigen
naar het profijtbeginsel. Ons standpunt is dat wij niet zover mogen gaan dat door ons verzorgde voor
zieningen, waarvan een ieder op door ons te bepalen wijze gebruik kan maken, worden vervangen door
het profijtbeginsel want dat zou tot gevolg kunnen hebben dat bepaalde groepen van bepaalde voorzie
ningen worden uitgesloten. Wij hebben dit standpunt reeds bij een vorige raadsvergadering naar voren
gebracht en wi jbli jven het verdedigen.
De heer Rijpma (weth.): Er is geconstateerd dat de rek in de stadsvernieuwing eruit zou zijn. Die
rek is inderdaad bepaald minder geworden. Wanneer de rijksbijdragen niet toereikend zijn, zal er bij
ieder project dat wij straks onder handen krijgen een afwegingsproces moeten plaatsvinden of wij in dat
geval niets doen, iets anders doen of de middelen toch fourneren en bij de volgende bijstelling van het
stadsvernieuwingsherwaarderingsobject kijken wat daarvan de gevolgen zijn. Bij deze herwaardering is
gebleken dat wij onze werkzaamheden tot 1995 nog op een redelijke wijze kunnen voortzetten en van
daar ook de conclusie dat deze bezuiniging in dat kader verantwoord is. De plantsoenen zullen naar
mijn mening steeds meer een "groene" aangelegenheid worden. Wanneer er behoefte zou zijn aan
"kleur" in de plantsoenen, dan zou die kleur kunnen worden aangebracht door de bevolkingsgroepen d^e
in een bepaald gebied wonen. Dat zouden bijvoorbeeld de mensen kunnen zijn die in de binnenstad wo
nen en ik wil er best eens gesprekken over voeren of men hiervoor voelt. In de stadsvernieuwingsgebie
den hebben de bewoners zelf gevraagd of zij het niveau omhoog mochten brengen. Ik ben van mening
dat, wanneer het basisniveau is verzekerd, het een goede zaak zou zijn dat in de gebieden zelf de ge
legenheid wordt gegeven, eventueel met een zekere begeleiding van onze dienst, het niveau op te vij
zelen en zodoende via allerlei elementen tot een beter niveau te komen dan wij op dit moment onder
deze financiële omstandigheden kunnen aanbieden.
De heer De Vries (weth.): Bezuinigen is niet een prettige bezigheid en vooral niet als het gaat om
zaken als cultuur, recreatie en alles wat daaraan vast zit, want het betekent dat men bepaalde moge
lijkheden moet reduceren. Ik stel mij voor aan de hand van het betoog van de heer Meijerhof de onder-
werpjes die bespreking behoeven eruit te lichten en dan kom ik automatisch terecht bij de opmerkingen
die door de andere spreeksters en sprekers zijn gemaakt. Ik zal ook proberen meteen de moties die over
bepaalde zaken zijn ingediend te behandelen.
Mevrouw Van der Werf heeft de werkgelegenheid genoemd en dat is eigenlijk een vervolg op de
opmerking van de heer Meijerhof die met betrekking tot het Fr/sk Orkest zei dat de door ons in de be
groting opgenomen reductie van 20.000,hem wat laag voorkomt. Een ieder zal het ermee eens zijn
dat het Frysk Orkest een belangrijke functie in onze gemeente en in onze provincie vervult. De verde
ling van de lasten van dit orkest is een zaak die ook in vorige raadsvergaderingen al aan de orde is ge
weest. Er is indertijd een motie ingediend waarin werd gesteld dat bij herwaarderingsprojecten in de
culturele sector als uitgangspunt geldt dat de professionele gezelschappen, zoals het Frysk Orkest, Fo
rum en Tryater, gefinancierd dienen te worden door rijk en provincie en dat de grotere gemeenten zor
gen voor een adequate accommodatie. Deze motie is door de raad aangenomen en dat betekent dat de
motie voor ons leidinggevend zal zijn in relatie tot de onderhandelingen die binnenkort zullen plaats
vinden met betrekking tot verlenging van een gemeenschappelijke regeling voor het Frysk Orkest. Wij
zullen proberen het destijds door de raad uitgesproken standpunt in te brengen in.de onderhandelingen
ten aanzien van het Frysk Orkest en wij zullen kijken in hoeverre wij in deze zin resultaat kunnen boe
ken. Om deze redenen menen wij dat de door mevrouw De Jong en de heer Van der Wal ingediende mo
tie over het Frysk Orkest op dit moment ongewenst is. Wij menen ook dat deze motie ons veel te vast
zou binden aan een situatie waarvan wij niet kunnen inschatten of die binnen ons bereik ligt. Wij zul
len enige manoeuvreerruimte ter zake nodig hebben en wij stellen u dan ook voor deze motie niet aan te
nemen
Het tweede punt dat door de heer Meijerhof in mijn sector is aangedragen is de situatie van het
Kreativiteitscentrum. Ook mevrouw Waalkens heeft daarover een opmerking gemaakt. Wij hebben in
middels gesprekken gevoerd met het Kreativiteitscentrum en hebben onder meer de vraag op tafel gehad
in hoeverre het mogelijk is om, net als bij ons muziekinstituut, te komen tot een prijsvaststelling voor
23
cursisten naar rato van draagkracht. In de praktijk blijkt dit een bijzonder moeilijk realiseerbaar punt
te zijn. Het muziekinstituut, en de consumenten daarvan, kunnen wij volgen binnen de gemeentelijke
administratie doch dit geldt niet voor het Kreativiteitscentrum. Derhalve zullen wij, wanneer er in de
naaste toekomst verdere versobering ten aanzien van het Kreativiteitscentrum nodig zou zijn, naar
mijn gevoel moeten volstaan met het aangeven van het bedrag en wij zullen het dan aan het Kreativi
teitscentrum moeten overlaten hoe men een en ander wenst in te vullen.
De heer Meijerhof heeft ook een opmerking gemaakt over de bezuinigingen die wij hebben aange
kondigd voor ons museum, het PrincessehofHij heeft gevraagd hoe het staat met de mogelijkheid om
het museum een dag in de week te sluiten en dan te kijken welke besparingen dit oplevert. De heer
Meijerhof deed de aanbeveling over een eventuele sluiting overleg te plegen met de andere musea hier
ter plaatse en dan de dagen op elkaar af te stemmen. Er zijn in landelijk verband reeds besprekingen
gaande over dit onderwerp. Wij gaan in ieder geval de suggestie van de heer Meijerhof nader onderzoe
ken en ik zeg u toe dat ik deze zaak ook zal inbrengen in het overleg dat op heel korte termijn zal
plaatsvinden met de andere musea. Wij zullen kijken wat de reacties zijn en wij zullen te zijner tijd
over dit onderwerp rapport uitbrengen aan de raad. Gedeeltelijke sluiting van een museum is natuurlijk
zeer strijdig met de gevoelens van mensen die de musea een goed hart toedragen, maar ook hier is het
zo dat op een gegeven moment de financiële wal het schip keert en dat is een heel nare situatie.
Ten aanzien van de vakantietarieven voor de zwembaden zijn er opmerkingen gemaakt door de heer
Meijerhof en mevrouw Van der Werf. Een jaar of wat geleden zijn wij overgegaan tot invoering van het
vakantietarief voor jongeren en wij hebben dat toen op 1,25 vastgesteld. Met name mevrouw Van der
Werf en de heer Meijerhof wensen namens hun fractie dit tarief gehandhaafd te zien. Wij hebben ons
eens georiënteerd in de omliggende plaatsen waar zwembaden zijn en het blijkt dat men in Sneek een
aantal jaren geleden ook een vakantietarief heeft gehanteerd maar dat men dat twee jaar geleden weer
heeft afgeschaft. Het tarief in Sneek is nu 2, In de andere omliggende plaatsen is nooit sprake ge
weest van een vakantie tarief. Ik zal u even de daar geldende dagprijzen noemen. Stiens kent een tarief
van 2,05, Drachten van 2,10, Bergum van 1,95, Giekerk van 1,95 en Buitenpost net als Leeu
warden van 2, Met een vakantietarief van 1,25 lopen wij als gemeente Leeuwarden derhalve
duidelijk uit de pas en dat is voor ons ook aanleiding geweest u voor te stellen het tarief te elimineren.
Daarenboven levert het een niet te verwaarlozen besparing op van 30.000,--. De heer Meijerhof
geeft voor die 30.000,meteen dekking aan door voor te stellen het betaalde aantal ligplaatsen voor
pleziervaartuigen aan de zuidoever van de Grote Wielen van 60 op 90 te brengen en de overnachtings
tarieven voor waterrecreanten achter de Prinsentuin en dergelijke te stellen op een gulden per strekken
de meter per schip. In totaal zou dit 18.500,moeten opbrengen. Ik denk echter dat de heer Meij
erhof het wel met mij eens zal zijn dat dit laatste natte vingerwerk is want wij hebben de lengte van de
boten als totaliteit nog nooit gemeten en wij betwijfelen het daarom bijzonder of dit een haalbare kaart
is. Wij hebben een en ander zojuist even met de heren van de afdeling Financiën doorgerekend en het
blijkt dat dit voorstel in de praktijk zou betekenen dat de thans door ons gehanteerde tarieven verdub
beld zouden moeten worden. Wij vragen ons af of wij met een dergelijke verdubbeling van tarieven niet
keihard tegen het Ministerie van Economische Zaken zullen oplopen, hoe gerechtvaardigd overigens een
dergelijke tariefsstijging op zichzelf ook zou kunnen zijn. Het college meent daarom, mede gelet op de
tarieven voor zwembaden in stad en platteland, dat het het aanvankelijke voorstel moet handhaven en
dat het meent de motie van de heer Meijerhof en mevrouw Brandenburg te moeten ontraden.
De volgende door de heer Meijerhof aangesneden zaak is die van het Sport Medisch Adviescentrum.
Ook de heer Pruiksma en mevrouw Waalkens hebben een opmerking gemaakt over dit centrum. Wij delen
de opvatting van de raadsleden dat het Sport Medisch Adviescentrum eigenlijk nog te kort in bedrijf is
om reeds de nodige stabiliteit verworven te hebben om onafhankelijk te functioneren. Het centrum is in
derdaad een voorziening die in het kader van de amateursportbeoefening in een belangrijke behoefte
voorziet en om die reden is het college bereid de motie Meijerhof over te nemen.
Het onderwerp dat nu aan de orde komt is de WV Friesland-Leeuwarden. Behalve de heer Meijer
hof hebben ook de heer Pruiksma en mevrouw Waalkens hierover een opmerking gemaakt en heeft me
vrouw Waalkens hieraan namens haar fractie een motie verbonden. Toen een aantal jaren geleden de
VW-bureaus van Leeuwarden en Friesland tot elkaar wisten te komen in goed samenspel met de provin
cie, is vanaf de start een verdeling gemaakt van de exploitatielasten. De provincie nam drie-vierde
deel op zich en de gemeente een-vierde deel Dit is heel iets anders dan een koppelsubsidie. Koppel
subsidie betekent dat men onlosmakelijk aan elkaar verbonden is en dat is hier niet het geval. Wij beta
len op dit ogenblik 150.000,subsidie aan de VW ten behoeve van de activiteiten in Leeuwarden
en wij hebben in ons voorstel aangegeven dat wij dit bedrag met een-derde willen verlagen Wij zijn
bereid te accepteren dat de VW Leeuwarden haar activiteiten ten behoeve van de Leeuwarder situatie
dan ook met een-derde deel gaat verminderen. Dit zou inhouden dat de provincie in geen enkel opzicht