30 over deze motie en wij menen daarom dat ook deze motie zonder bezwaar in stemming kan worden ge bracht. Naar aanleiding van onze vierde motie heeft wethouder Ten Brug in zijn beantwoording gezegd dat hij pogingen wil wagen om tot een andere beleidsaanpak te komen dan tot nu toe het geval was. Daar mee heeft hij aangegeven - dit even in reactie op het betoog van PAL - dat het geen overbodige motie is. In mijn eerste instantie heb ik in verband met de werkwijze een aantal uitgangspunten genoemd, die kortheidshalve misschien als "effectiviteitsonderzoek" kunnen worden aangeduid, maar dat zijn in feite de elementen die de intentie moeten weergeven waarmee deze motie moet worden bekeken en uitge voerd. Wij willen ook deze motie daarom graag in stemming brengen. Ik kom nu bij de motie van D'66 over de belastingen. Wij hebben geen behoefte aan deze motie omdat wij menen dat de door ons in juli 1981 ingediende motie, die door de raad is aangenomen, eer betere motie is en die motie is nog steeds van kracht. Deze zelfde reactie geldt ook voor de door D'66 ingediende motie over het Frysk Orkest. De moties van de VVD hebben evenmin onze instemming, gelet ook op de door het college gegeven argumentatie hieromtrent. Voorts wil ik nog een reactie geven op hetgeen verder in de raad is gezegd. PAL is begonnen met te zeggen dat wij hier een schijnvertoning opvoeren en heeft afgesloten met de opmerking dat de frac ties, van PvdA tot VVD, lijdzaam toezien. Ik denk dat men bij het maken van deze opmerkingen is ver geten dat onze fractie - datzelfde geldt ook voor het CDA - in het college is vertegenwoordigd, dat de mensen die hier voor ons zitten duidelijk deel uitmaken van de fractie en hier ook een behoorlijk stuk werk, ook denkwerk, hebben geleverd. Het verschil tussen onze fractie en PAL is denkelijk dat wij uit gaan van een sluitende begroting en dat doet PAL niet. Ook haalt PAL in zijn betoog een stuk landspo- litiek binnen, een discussie die in de Tweede Kamer moet worden gevoerd en wij zitten nu eenmaal met de situatie dat wij, ondanks de nodige kritiek, die wij ook duidelijk laten blijken via de daartoe geëi gende organen, voor de taak staan om de financiële huishouding hier in de gemeente gezond te houden. (De heer Van der Wal: Slikken dus!) Ik wil ook een opmerking maken in de richting van D'66 die nogal wat heil ziet in de privatisering en ook in de profijtgedachte. Wat privatisering betreft moet er niet de indruk worden gewekt dat daar van in onze gemeente weinig terecht komt. Wij hebben al een aantal zaken uitbesteed, zoals het ont werp van het bestemmingsplan Wiardaburen aan Dwars, Heederik en Verhey, en zo zijn er wel meer za ken te noemen. De privatisering is derhalve in de gemeente Leeuwarden duidelijk ingevoerd, doch ik ben van mening dat de privatisering toch eens met de nodige omzichtigheid moet worden bekeken. Het kan arbeidsplaatsen kosten die niet kunnen worden opgevuld door een natuurlijk verloop, waardoor men met wachtgeldregelingen komt te zitten. De voorzitter heeft op dit punt al gereageerd, doch ik wilde deze opmerking ook nog graag maken. Wethouder De Vries heeft gezegd dat het moeilijk zal zijn bij het Kreativiteitscentrum cursusgelden te heffen naar draagkracht. Wij willen het college echter toch vragen dit punt opnieuw in het overleg met het bestuur van het Kreativiteitscentrum naar voren te brengen, alhoewel wij begrijpen dat dit ui teraard een zaak van dat bestuur is. Daarnaast willen wij toch nadrukkelijk stellen dat het Kreativi teitscentrum in een volgende bezuinigingsronde duidelijk binnen het gezichtsveld blijft. De heer Pruiksma: Allereerst een reactie naar de kant van PAL. De opmerking van mevrouw Van der Werf inzake de kazerne heeft mij op zijn zachtst gezegd verbijsterd. Als mevrouw Van der Werf de moeite had genomen de notulen van vorige raadsvergaderingen na te slaan, zou zij hebben ontdekt dat mijn fractie destijds tegen de aankoop van de kazerne heeft gestemd. Wij wilden het kreng voor een gulden nog niet hebben! Toen wij de kazerne wel hadden, omdat de meerderheid van de raad dat nodig vond, hebben wij binnen het kader van de grenzen en begrenzing van het mogelijke naar een behoorlij ke bestemming gezocht, maar het kan zijn dat dat in de drukte een beetje is ondergesneeuwd bij me vrouw Van der Werf. (De heer Van der Wal:Integendeel IDan is er verkeerd gelezen, broeder! (De Voorzitter: Hij is al ingelijfd bij de mannenbroeders!) Ik wil toch in het kort nog even op een paar andere kleine puntjes ingaan en even de moties langs lopen. De eerste motie van de PvdA is ingetrokken en behoeft derhalve geen verdere bespreking meer. De tweede motie van deze partij gaat over de vakantietarieven voor de zwembaden. Wij kunnen met deze motie niet instemmen, daar het college onweersproken heeft gesteld dat het niet zeker is of de an derszins voorgestelde bezuiniging kan worden gerealiseerd. Gelet op deze onzekerheid, zal mijn fractie tegen deze PvdA-motie stemmen. De derde motie heeft betrekking op de financiering van het Sport Me disch Adviescentrum. Het college heeft deze motie min of meer overgenomen en dat ontslaat ons van de verplichting uitvoerig te motiveren waarom wij anders voor die motie zouden hebben gestemd. De vierde PvdA-motie is een wat vreemde motie. De heer Meijerhof zegt dat het geen overbodige motie is, maar het is wel een heel rare motie, want als men het verhaal in tweeën kapt, wordt eerst de vraag gesteld 31 en vervolgens meteen beantwoord. Het eerste deel van de motie zegt namelijk dat aan b. en w. zou moeten worden opgedragen voor de komende begroting aan te geven op welke wijze en langs welke we gen men denkt te komen tot voorstellen voor beleidsombuigingen in het kader van de moeilijke financië le positie van de gemeente. Ik krijg hier toch enigszins het gevoel dat er een open deur wordt ingetrapt want de gang van zaken waar hier in feite om wordt gevraagd is reeds de laatste anderhalf jaar in deze raad een gebruikelijke manier van doen. Die manier van doen is duidelijk en het lijkt ons niet dat er in deze zin nog iets aan zou moeten worden toegevoegd. Een andere opmerking over deze motie is dat het tweede deel daarvan in eerste oogopslag vrij onschuldig lijkt, in ieder geval tot de laatste komma. Voor de komma is het weer, naar ons gevoel, een intrappen van een open deur, maar het venijn zit in de staart, want daar staat: "...en indien onvermijdelijk zoveel als mogelijk naar draagkracht.Daar wordt in feite een soort belastingheffing op gemeentelijk niveau geïntroduceerd ten aanzien waarvan de Gemeentewet vooralsnog niet het kader zet. Om die reden zijn wij, met name wat het tweede deel van de motie betreft, op principiële gronden tegen de motie. De eerste motie van D'66 vraagt om een niet verdere verhoging van het belastingenniveau bij onze gemeente. Wij gaan niet akkoord met deze motie. Als wij de motie zouden aannemen zou er, zoals wethouder Ten Brug ons heeft voorgerekend, een gat van 2,7 miljoen ontstaan en zolang er niet een zinnige alternatieve financiering voor dat gat is gevonden, kunnen dit soort moties niet tot een gezonde bedrijfsvoering bijdragen. Wij zullen derhalve tegen de motie stemmen. De tweede motie van D'66 heeft betrekking op de problematiek rond de subsidiëring van het Frysk Orkest. Gelet op de tekst van de motie en de discussies die op dit punt reeds in de raad zijn gevoerd, werkt de motie naar onze mening enigszins als een botte bijl. Niet alleen daarom zijn wij tegen deze motie, doch ook om andere rede nen. Bij de vorige begrotingsbehandeling heeft het college reeds de toezegging gedaan dat men zijn best zal doen om in het kader van de nieuw af te sluiten gemeenschappelijke regeling tot een andere structuur van de subsidiestroom te komen dan nu. Wij zijn toen met die toezegging akkoord gegaan en wij doen dat nog steeds. Er is nog iets anders. Als wij deze motie onverkort zouden aannemen met in de tekst de term "in te brengen en te effectueren", dan leggen wij een behoorlijke klem op de onderhande lingen en daarmee in feite een bom onder het Frysk Orkest. Als in de tekst had gestaan .geeft daar toe het college opdracht de zojuist uitgesproken mening in te brengen en te proberen in het thans reeds lopende overleg overeen nieuwe regeling...", zou de discussie in mijn fractie waarschijnlijk anders zijn verlopen. Nu echter de bedoelingen, zoals mijn fractie die bij vorige gelegenheden heeft gede monstreerd ten aanzien van het Frysk Orkest en de financiering daarvan kennelijk door het college wor den onderschreven, hebben wij geen enkele behoefte aan deze D'66-motie. Wij zullen dan ook tegen stemmen. De twee WD-moties blijven dan nog over. De eerste gaat over de samengevoegde jeugdcentra Krats en Biels. Ik moet u bekennen dat ik in eerste instantie heb verzuimd een opmerking te maken die ik wel had moeten maken. Het gaat met name om het fusieplan van Krats en Biels en de correspondentie die er naderhand nog achteraan is gekomen. Daaruit kwam naar voren dat Krats en Biels in staat bleken een bezuiniging te realiseren die erop neer kwam dat men met een taakstellend bedrag van 138.000,uit de voeten zou kunnen in plaats van met de voorgestelde 150.000,--. Mijn fractie zou eraan hechten om nu te besluiten de tussenliggende 12.000,wel ter beschikking te stellen en het bedrag inderdaad uit de drie ton te halen die van Hippo is overgebleven. Ik herhaal in dit verband mijn opmerking in dezen in eerste instantie dat dit geld, na het fiasco met Hippo, tot de algemene mid delen behoort. Met de genoemde 12.000,-- hebben wij echter wel een aparte bedoeling. Wij denken hierbij niet aan de financiering van de halve beroepskracht, maar aan de financiering van activiteiten. W ij willen derhalve de volgende motie aan de raad voorleggen: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 mei 1982, gelet op de brief van 14 januari 1982 van Krats en Biels, overwegende dat het onwenselijk is te korten op de subsidiebedragen ten behoeve van activiteiten, besluit de taakstellende bezuiniging van Krats en Biels te beperken tot 138.000, De motie is mede-ondertekend door de heer Heere. De motie van de VVD inzake de subsidie aan de VW heeft niet onze instemming. Wij behoeven op dit punt slechts te verwijzen naar hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd. Mede nadat het college heeft gezegd dat de subsidie ter zake niet een koppelsubsidie is, zodat niet per definitie onze besluiten de provinciale bijdragen zouden verlagen, zouden wij kunnen persisteren bij wat wij in eerste instantie hebben gezegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 16