2 3 ties ingediend. Op een paar daarvan kom ik straks nog even terug. Uitgangspunt bij onze steil ingname was dat gestreefd moet worden naar een sluitende begroting. Dat dit niet zonder ingrijpende en pijnlijke beslissingen gaat, blijkt wel uit de voor ons liggende voorstellen en de reacties daarop die van diverse kanten zijn los gekomen. Het zijn overigens voorstellen die in het verlengde liggen van hetgeen de raad bij de begrotingsbehandeling op 14 en 15 december 1981 heeft besloten. De conclusie kan dan ook zijn dat het college met het voorstel "Herwaardering 1982-1986" aan zijn opdracht heeft voldaan. Bij het nemen van nogal ingrijpende beslissingen is het goed nogmaals de achtergronden van de be zuinigingen naar voren te halen. Daarbij doel ik niet op de sociaal-economische analyses van de oorza ken van de stagnerende economie, maar meer op de vraag of de lasten van de bezuinigingen wel even redig tussen de locale overheden en het rijk zijn verdeeld. Als het verlies aan arbeidsplaatsen op locaal niveau tegenover de toename van de rijksambtenaren wordt gesteld en als daarenboven nog in acht wordt genomen dat het kabinetsbeleid erop is gericht bepaalde beleidsonderdelen, die thans tot de competen tie van het rijk behoren, naar de gemeenten over te hevelen, is de conclusie dat er van een evenredig heid geen sprake is. Mijn fractiegenoot Knol heeft dit in zijn financiële beschouwing in december ook reeds aangegeven. Bij een vergelijking van de jaren 1980 en 1981 bleek het rijk 1,75% op haar totale uitgaven te bezuinigen, terwijl de inperking van het gemeentefonds op 3,12% kwam. Het is dan ook van belang dat op korte termijn de verdeelmaatstaven binnen het gemeentefonds ingrijpend worden ge wijzigd. Vrij recent hebben wij kunnen vernemen dat met betrekking tot de vier grote gemeenten aan bevelingen zijn gedaan teneinde aldaar een gezonde financiële basis te creëren. Hopelijk zal dit niet ten koste gaan van de overige gemeenten. Interessant in dit verband is ook de discussie over de taak en de functie van de VNG. Moet de VNG opereren voor alle gemeenten, groot-stedelijke gemeenten met een centrumfunctie, plattelandsgemeenten enz.? De vier grote gemeenten hebben een eigen overleg structuur met het rijk. Op welke wijze kan de VNG de belangen behartigen van een groep gemeenten met gelijksoortige problemen? Is bijvoorbeeld voor Leeuwarden een federatief overleg te verkiezen bo ven de huidige situatie? In het kader van een evenredige verdeling van de lasten past ook de problematiek van de bijstands uitkeringen. Dit kost de gemeenten in totaal momenteel meer dan 700 miljoen. In de juli-zitting is bij fase 0 er vanuit gegaan dat het rijk de personeelsuitbreiding bij de GSD, veroorzaakt door de in omvang en duur toegenomen werkloosheid, voor zijn rekening zal nemen. Voorts achtte het college het aanne melijk dat het rijk een belangrijk deel zou overnemen van de ten laste van de gemeente blijvende 10% van de uitkeringsbedragen. Deze veronderstelling is toen wel gekarakteriseerd als zijnde gebouwd op drijfzand, doch leidde er bovendien toe dat PAL zijn alternatieven mede onderbouwde op soortgelij ke veronderstellingen. Mijn vraag aan het college is derhalve in hoeverre de door mij aangehaalde ver onderstellingen met betrekking tot de Gemeentelijke Sociale Dienst zijn uitgekomen en wat tot nu toe het financiële resultaat is. Wij kennen nu de omvang van de herwaardering voor 1982-1986. Wij weten dat er nog een Voor jaarsnota komt die gevolgen kan hebben voor het lopende begrotingsjaar. Wij weten van de problemen in het kabinet over de hoogte van de bezuinigingsmaatregelen; niet alleen voor 1982 maar ook voor 1983. In welzijnsland doet het gerucht de ronde dat CRM een 20% moet inleverenWij weten, zoals ook in het verslag van de Nederlandsche Bank wordt aangegeven, dat niemand weet wanneer de econo mie weer aantrekt. Dit betekent voor de gemeente Leeuwarden dat nieuwe bezuinigingsronden in het verschiet zijn. Daarom is het zinvol de tot nu toe gevolgde werkwijze aan een kritische beschouwing te onderwerpen De uitsplitsing van de gemeentelijke uitgaven in flexibele en niet-flexibele heeft als voordeel dat aangegeven kan worden waar wel en waar niet op korte termijn resultaat kan worden geboekt. Daarnaast is ook nog onderscheid gemaakt in prioriteiten en niet-prioriteiten. Daar de omvang van de flexibele niet-prioriteiten onvoldoende is omdat anders niet-flexibele niet-prioriteiten nagenoeg geen rendement meer opleveren, moet ook worden ingegrepen in de flexibele prioriteiten. Het zal de wethouder van Fi nanciën duidelijk zijn wat ik hiermee bedoel. (De heer Ten Brug (weth.Even duidelijk als het u is, mijnheer Meijerhof.) Als voorbeeld moge het Kreativiteitscentrum dienen. Indien naast de 45.000,— nog 100.000,zou worden bezuinigd op deze niet-prioriteit, komen daarvoor alleen de variabele kosten in aanmerking. Deze bedragen bij dit centrum een kleine 310.000, Deze post wordt voor namelijk veroorzaakt door de a'ctiviteitenVerminderen van activiteiten betekent minder cursusgeld. Om nu 100.000,boven water te krijgen, zal vermoedelijk 165.000,moeten worden bezuinigd. Dit is meer dan 50% van de variabele kosten oftewel flexibele uitgaven. Misschien mogen wij dit ook vertalen met 50% van de activiteiten. Dit heb ik bedoeld te zeggen met dat stel vreemde woorden ach terelkaar. Uit de rapportages van de ambtelijke werkgroepen blijkt dat de huidige werkwijze aanleiding geeft tot de nodige fricties. De werkwijze die gevolgd is bij de beleidssector onderwijs en de ervaringen die elders in het land zijn opgedaan, zijn voor mijn fractie aanleiding om te pleiten voor een gewijzigde aanpak. Alle gemeentelijke uitgaven zullen aan een onderzoek moeten worden onderworpen. Hierbij zal een aantal uitgangspunten moeten worden gehanteerd, zoals: - Wordt de betreffende voorziening effectief uitgevoerd? Dit geldt voor zowel het gemeentelijk appa raat als de gesubsidieerde instellingen. - Welke groepen burgers maken gebruik van voorzieningen? - Wat is het effect op de werkgelegenheid? In dit verband is het van belang te weten wat het effect is van minder investeren versus bepaalde arbeidsplaatsen niet opvullen. Op de op 18 februari 1982 door de VNG belegde studiedag werd de stelling geponeerd dat een investering van 100.000,voor een miljoen aan werk schept. Ik denk dat daarbij de nodige vraagtekens te zetten zijn, maar er valt over te discussiëren. Overige uitgangspunten zijn: - De raad wordt een keuzemogelijkheid geboden. Dit is te realiseren door herwaarderingen aan te ge ven die bijvoorbeeld li keer de waarde bedragen van de taakstelling. Er moet ruimte worden gecreëerd voor nieuw beleid. De maatschappelijk gewijzigde situatie vraagt om andere taken van de gemeentelijke overheid. De werkgelegenheid is een problematiek die alles overschaduwt. De werkloosheid, met name bij de jongeren, heeft vergaande consequenties. In de no ta van Krats en Biels staan hierover behartenswaardige zaken. Ook de Commissie voor de Werkgele genheid zal, gestart zijnde met haar werkzaamheden, wel tot aanbevelingen komen waarvoor financi ële middelen moeten komen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat er een aanbeveling komt om een soort werkgelegenheidsfonds te vormen. Hieruit zouden bijvoorbeeld experimenten gefinancierd kunnen worden. Wij menen de naar voren gebrachte ideeën over een andere werkwijze via een motie aan de raad te moeten voorleggen. Die motie zal ik straks indienen. Ik wil nu ingaan op de concrete voorstellen die het college de raad heeft gedaan. Beleidssector I. Algemeen Beheer. 2a Herziening dienstreizenvergoedingsregeling. Wat is de reden dat de autokostenvergoedingsregeling voor dienstreizen binnen de gemeente niet per 1 januari 1983 wordt afgebouwd, maar geleidelijk wordt afgebouwd? 2c Studiefaciliteitenregeling. Wij gaan akkoord met het voorstel en willen vragen wanneer het college denkt enig resultaat te kunnen melden. 2d Besparing op uitgaven van dienstreizen buiten de gemeente. Het hierin gestelde wekt de indruk dat er een diepgaand onderzoek moet komen. Is het het college bekend dat ook de provincie Friesland gebruik maakt van de kortingsregeling van de NS? Ook andere bedrijven in deze gemeente maken gebruik van deze regeling. ila. Bezoldigde nevenfuncties van ambtenaren. De Commissie Honorering Nevenfuncties heeft minister Van Thijn de vorige week door middel van een rapport aangeraden maatregelen te nemen tegen de partementale ambtenaren met betaalde bijbanen. In de betreffende commissie zijn ook de provincies en de gemeenten vertegenwoordigd. Er wordt een tweetal mogelijkheden aangegeven: 1) Salaris vermindering naar rato van de afwezigheid en 2) verdiende neveninkomsten afstaan aan het rijk. Voor de ambtenaren van de gemeente Leeuwarden die een functie uitoefenen in een publiekrechte lijk college bestaat reeds een regeling. Het college stelt voor de ontwikkeling door het Centraal Orgaan van een uniforme landelijke regeling hieromtrent af te wachten. Wij gaan hiermee akkoord, maar willen'hieraan wel een tijdslimiet verbinden. Wij komen daarom met een voorstel waarin het college wordt uitgenodigd bij de begrotingsbehandeling 1983 met een regeling te komen. Deze mo tie zal ik straks ook indienen. Beleidssector III. Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer. Stadsvernieuwing. Wij gaan akkoord met de verlaging van de stortingen in het fonds stadsvernieu wing. Wij zijn van mening dat de stadsvernieuwing door deze maatregel niet in gevaar komt. Het gevaar schuilt in het terugdraaien van de rijkssubsidie. Wij gaan ervan uit dat er, als door maatrege len van de rijksoverheid minder wordt geput uit het fonds stadsvernieuwing, voorstellen van het col lege zullen komen over de aanwending van deze middelen. Parkeerregime. Wij wachten de voorstellen van het college met betrekking tot het parkeerregime af.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 2