12
mening dat niet een speciale Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden de emancipatorische zaken
dient te behartigen, maar dat de plannen in alle commissies en raden moeten worden getoetst aan de
emancipatiegedachte. De 70.000,-- ten behoeve van een administratieve kracht ten behoeve van de
Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden achten wij derhalve niet nodig.
Ik kom nu toe aan het hoofdstuk over de financi'én. Op basis van een vergelijkend onderzoek bij
een tiental "vergelijkbare" gemeenten is de conclusie getrokken dat het met de positie van de reserves
van de gemeente Leeuwarden nogal meevalt. Het college stelt voor de minimum reserve op tien miljoen
te stellen. Het beleid per gemeente verschilt en daarmee ook de risico's die men loopt. Hoe zal het af
lopen met de stadsverwarming, het wijkgezondheidscentrum, de garanties voor geldleningen, de ver
bouw van Mohrmann, de hoogte van de doeluitkeringen etc. etc.? De heer Pruiksma heeft zojuist ook
al opgemerkt dat wij de bodem van de put nog wel niet zullen hebben bereikt. Daar echter naar onze
mening een belastingverhoging de allerlaatste sluitpost zou moeten zijn, gaan wij, zij het met grote
vreze, akkoord met het onttrekken aan de reserves van 4,1 miljoen.
Bij de invoering van de rioolretributie stelt het college voor enigszins af te stappen van het princi
pe "de vervuiler betaalt". Wij zijn daarvan geen voorstander. Het loslaten van dit principe teneinde de
lasten van de vervuiler af te wentelen op de niet-vervuiler met volgens dan te bepalen normen wie de
sterkste schouders heeft, is onzes inziens een heilloze weg. De zakelijk gerechtigde betaalt reeds jaren
het maximum aan onroerend goedbelasting en moet die als dank nu ook de rioolretributie gaan betalen
omdat anders de gebruiker te hoog wordt aangeslagen? Neen. Dit wijzen wij ten stelligste af. Wij kun
nen het invoeren van de rioolretributie op zich begrijpen en aanvaarden als laatste financiële redmid
del, maar niet op deze manier.
Een vraag die wij hier nog willen stellen is of het college ons kan meedelen hoe de voortgang is
van de financiële en personele uitgaven van de Gemeentelijke Sociale Dienst.
Tenslotte willen wij het college van b. en w. en alle ambtenaren danken voor het werk dat zij
hebben verricht.
Mevrouw Van der Werf: Vanavond moet de gemeenteraad opnieuw beslissen over de consequenties
van het rijksbeleid voor de gemeenten. Wij worden opnieuw geconfronteerd met de resultaten van be
leidsbeslissingen van Den Haag, waarop wij als politiek bestuursorgaan op locaal niveau weinig invloed
hebben gehad. In Den Haag wordt een strijd gevoerd en de consequenties daarvan worden in belangrijke
mate doorgespeeld naar de locale sferen. De gemeente is voor de eigen huishouding al financieel afhan
kelijk van de rijksoverheid, doch voor de medebewindstaken zeer zeker. Wij vragen ons wel eens af wat
voor zin het heeft om in gemeenten een politiek orgaan aan het hoofd te hebben wanneer men eigenlijk
alleen maar fungeert als verlengstuk van de centrale overheid. Wat voor schijnvertoning zitten wij hier
vanavond met elkaar op te voeren wanneer wij alleen maar pro forma wat bezwaren noemen tegen het
rijksbeleid, maar het ondertussen wel accepteren? Want dat gebeurt hier vanavond opnieuw! Wat doet
het ertoe dat men, voordat men iemand een klap geeft, van tevoren zegt dat men het eigenlijk niet wil
doen, maar ertoe gedwongen wordt? De klap komt net zo hard aan! Ons, de PAL-fractie, is meermalen
gebrek aan werkelijkheidszin, en nu vanavond weer onzakelijkheid, verweten omdat wij het bestaan
van de bodem van de schatkist zouden ontkennen. Het is een reactie die wij vooral krijgen op de mo
menten dat wij het "ten koste van alles naar een sluitende begroting streven" ter discussie stellen. Voor
PAL is een tekort helemaal geen doel op zich, zoals sommigen misschien denken, maar wij achten het in
de situatie waarin wij nu verkeren onontkoombaar. Ten eerste vinden wij een verder teruglopen van het
voorzieningenniveau in de onderwijs- en sociaal-culturele sector, in een tijd waarin er toch al een ver
gaande aantasting van het levenspeil van de bevolking plaatsvindt, onaanvaardbaar. Ten tweede zijn
wij van mening dat een onder druk van rijksbezuinigingen verlagen van het investeringenpeil en subsi
dies in feite alleen maar crisisbevorderend werkt. Het voegt een forse werkloosheidsimpuls toe aan de
landelijke trend. Ik kom hierop straks nog terug. Ten derde wijzen wij een nog verdere verhoging van
de woonlasten, door verhoging van gemeentelijke belastingen, volstrekt van de band. Deze opvatting
wil helemaal niet zeggen dat wij maar wat goedkoop overal tegen zijn en roepen dat wij tegen herwaar
dering zijn of tegen bezuiniging op een aantal uitgaven. Integendeel! Zowel landelijk als gemeentelijk
wordt er een hoop onzin geproduceerd, wordt er regelmatig geld over de balk gesmeten aan zinloze,
verspillende prestige-objecten en vinden er uitgaven plaats die alleen maar het belang dienen van men
sen die het toch al goed hebben. Wij maken echter bezwaar tegen deze vorm van bezuinigen. In de
eerste plaats omdat wij de aanleiding ertoe bestrijden en die aanleiding is een rijksbeleid dat een be
langrijk stuk werkgelegenheid in de quartaire sector de nek omdraait ten gunste van de vrije onderne
mingen, waarover wij als samenleving weinig te zeggen hebben. Het feitelijke nekomdraaien wordt dan
ook nog voor een belangrijk deel op de gemeenten afgeschoven. In de tweede plaats maken wij bezwaar
omdat wij van mening zijn dat gelden die vrij komen met herwaarderen moeten worden aangewend voor
13
nieuwe gemeentelijke taken en uitbreiding van bestaande zinvoile taken, zoals de stadsvernieuwing, de
wijkaccommodaties enz. Ik herhaal nogmaals - het kan niet vaak genoeg worden gezegd - dat voor de
PAL-fractie geldt dat de gemeenten zich met kracht moeten verzetten tegen de bezuinigingen. Niet in
dividueel, maar met zoveel mogelijk gemeenten samen. Ik las onlangs dat bij de VNG eindelijk ook
ieluiden te horen zijn als "wij moeten actie voeren" en "bestuurlijke ongehoorzaamheid", hoewel ik
denk dat deze strijdbare houding waarschijnlijk niet in de eerste plaats aan Leeuwarden te danken zal
zijn. Ook andere instrumenten, zoals de normale politieke druk op de Tweede Kamer-fracties, brieven,
delegaties, of de weigering geld te ramen voor nieuwe taken zonder dat daar geld tegenover staat,
moeten worden aangewend. Een tijdelijk niet-sluitende begroting als actie-instrument past eveneens in
deze rij
Vanuit de zojuist geschetste visie beoordeelt de PAL-fractie de voorstellen die hier vanavond op
tafel liggen. Voordat ik op de details inga wil ik de grote lijnen aangeven. Allereerst valt ons de ge
ringe ruimte op voor politieke keuzemomenten die de raad wordt gelaten of die de raad claimt (het is
maar hoe u het wilt). Formeel was het natuurlijk de raad die de beslissing nam om een aantal voorstellen
financieel te doen doorrekenen, maar feitelijk lag het keuzemoment al veel eerder, namelijk bij het
college en bij de ambtenaren. Vanavond wordt het voorstel aan de raad gepresenteerd als: slikken of
stikken. Schuiven kan niet meer, want er staat niets tegenover. Er had, zoals wij ook al in juli en in
december vorig jaar hebben gezegd, een uitputtende lijst van mogelijkheden moeten liggen. Dan valt er
tenminste politiek nog iets af te wegen. Natuurlijk ligt dit niet alleen aan het college, maar ook aan
de meerderheid van de raad die dit zo laat gebeuren en die in het verleden en nog onlangs beslissingen
nam waardoor wij nu door hoge rentelasten en -verliezen aan handen en voeten gebonden zijn en er
weinig meer te herwaarderen valt. Denk bijvoorbeeld maar aan de bouw van de evenementenhal, de
arkeergarage, de inrichting van Amicitia en het weinig voortvarende beleid ten aanzien van de kazer
ne, hoewel wij gelukkig nog net op tijd zijn behoed voor de dwaze sprongen van het CDA die er voor
miljoenen de DSO in wilde huisvesten. Dan hadden wij nu helemaal in het schip gezeten. Voor een
deel blijft het herwaarderingsvoorstelzoals het nu voor ons ligt, natte-vinger-werkBijvoorbeeld de
verhogingen van de tarieven voor de sportvoorzieningen. Het wordt ons niet duidelijk waarom de bedra
gen zoals ze hier worden genoemd nu juist de exacte bedragen moeten zijn, tot welke preciese contri
butieverhogingen ze leiden en hoe de contributies zich onderling verhouden.
In de tweede plaats kom ik op het werkgelegenheidsaspect. Twee weken geleden is de gemeentelij
ke Commissie voor de Werkgelegenheid geïnstalleerd, een commissie die als taak heeft voorstellen te
ontwikkelen voor de wijze waarop ook gemeentelijk een bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing
voor de werkloosheid. Een zeer belangrijke taak waar met name ook de PAL-fractie nogal achteraan ge
zeten heeft. Het werk van deze commissie krijgt echter bij voorbaat al een paradoxaal karakter als wij
zien hoe vanavond een stuk gemeentelijke werkgelegenheid om zeep wordt geholpen. Het preciese aan
tal arbeidsplaatsen laat zich niet becijferen, maar met name de bezuinigingen op de stadsvernieuwing,
op het onderhoud van straten, parken en plantsoenen, op de Schooladviesdienst, op de vervoerskosten
van leerlingen van het buitengewoon onderwijs, op het schoolzwemmen, op de onderhoudsbudgetten van
het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en de Dienst voor Reiniging en Brandweer, op de subsidie aan
COL en SSKWL, op de samenvoeging van Krats en Biels en de verminderde investeringen ten behoeve
van wijkaccommodaties leiden tot een direct verlies aan arbeidsplaatsen. De indirecte gevolgen laten
zich helemaal niet becijferen, die doen alleen maar angstig vermoeden. Ook op de kwaliteit van de
werkgelegenheid wordt een aanslag gedaan. Steeds meer doen in minder tijd en soms tegen minder geld!
Vooral het schoonmaakpersoneel, toch al behorend tot de laagstbetaalden, wordt daarmee geconfron
teerd. Deze hele vertoning wordt des te cynischer als wij bedenken dat met een deel van de door de be
zuinigingen vrijkomende gelden banenplannen worden bekostigd door het rijk.
Ten derde valt ons op dat door de wijze van bezuinigen - met uitzondering van de wijze waarop
de voorgestelde belastingverhogingen zouden moeten worden ingevoerd - het principe "de sterkste
schouders moeten de zwaarste lasten dragen" op geen enkele wijze terug te vinden is. Integendeel! Wie
worden vooral de dupe? Diegenen die door het college en de andere fracties altijd zo bewogen de
zwakkeren in de samenleving worden genoemd. In de stadsvernieuwingsgebieden wonen over het alge
meen de mensen die toch al vaak op de schopstoel zitten. Zij worden getroffen door de bezuinigingen,
ik noemde al het schoonmaakpersoneel en de bezuiniging op het zwemonderwijs. Mensen die het kunnen
betalen, regelen wel particuliere les voor hun kinderen. Het verhogen van cursusgelden bij het Kreati-
viteitscentrum betekent dat allereerst de minst draagkrachtigen af vallen. Het afschaffen van vakantie
tarieven voor het zwembad idem dito. COL en SSKWL, instellingen die juist de machtspositie van de
zogenaamde zwakkeren willen versterken, moeten inleveren. Alle raads- en commissieleden moeten
evenveel inleveren, het doet er niet toe of de vergoeding hun enige inkomen is of dat zij een dubbel
nkomen hebben. De PAL-fractie beseft heel goed dat de mogelijkheid om een rechtvaardige lastenver-