6 ting gaan, waarbij ik wil benadrukken dat er op generlei wijze een oordeel is gegeven over personen; ik stel het op prijs dit te verklaren. Terwijl wij bij lange na niet tevreden zijn over het door de PvdA en het CDA voorgestelde college, toch hebben wij ons erop beraden of deelname onzerzijds aan verschillende commissies juist zou zijn. Wij kwamen daarbij tot het duidelijke besluit dat liberaal Leeuwarden daar waar het kan mee wil bestu ren in deze stad. Is de mogelijkheid zitting te nemen in het dagelijks bestuur ons niet gegund, wij wil len toch daar waar dat mogelijk is meewerken. Een gelukkig feit daarbij is dat de uitbreiding van de fractie deelname aan meerdere commissies nu mogelijk maakt. Naar beste weten en kunnen zullen onze fractieleden zich daar constructief opstellen en ik ben ervan overtuigd dat zij kwaliteiten bezitten. Gekoppeld hieraan wil ik een oordeel geven over het geventileerde collegeprogram. Ik heb er daarbij geen behoefte aan in te gaan op de detaillering die is gegeven. Het lijkt mij zinnig een en an der later te bekijken. Wat vind ik wel en wat vind ik niet in de hoofdlijnen van het program? In de eerste plaats wil ik naar voren brengen dat wij vroeger wel eens een vager, onduidelijker program ge presenteerd hebben gekregen. Het getuigt nu in ieder geval van een nauwgezet werken, waarbij de PvdA-inbreng duidelijk veel sterker is geweest dan de CDA-inbreng. Een aantal hoofdlijnen spreken ons in dit program aan. Het spreekt ons aan dat een sluitende begroting ook voor het komend college een hoeksteen zal zijn, zoals ook in ons programma staat. Buitengewoon verheugd ben ik ook over het feit dat de efficiency en doelmatigheid van de uitgaven kritisch onderzocht zullen worden. Een ander punt betreft het benutten van de mogelijkheden op locaal niveau te streven naar een meer gelijke verdeling van arbeid, kennis, inkomen en macht. Deze wat oude slogan van de landelijke PvdA is door vele za ken al achterhaald, er wordt zelfs aan hun zijde aan getwijfeld. Ik kan mij niet voorstellen dat het CDA met dit punt zo gemakkelijk akkoord is gegaan. Het gaat hier namelijk om een heel andere instel ling dan die welke zij over het algemeen propageren. Van de in het program genoemde prioriteiten moet ik zeggen dat er wat dit betreft veel terug is te vinden in de ideeën die de PvdA heeft over verdelen, zonder daarbij een koppeling te leggen met ver dienen. Mijn partij mist in dit program de voorrang die zou moeten worden verleend aan de ondernemer, om ook de weivaart in Leeuwarden weer op gang te brengen. Wat betreft de welvaart - dat wil ik dui delijk erkennen - bevindt Leeuwarden zich natuurlijk niet op een eiland. Het stimuleren en ondersteu nen van ondernemers met voorrang zijn, dacht ik, zaken die duidelijker naar voren hadden moeten wor den gebracht. Als in dit program wordt gesproken over emancipatie en het emancipatieproces dat moet worden voortgezet, dan zult u begrijpen dat mijn partij daarmee geen moeite heeft. Ik ben blij dat het CDA wat dat betreft over een bepaalde grens heen is, want daaraan heeft het vroeger nog wel eens ge mankeerd. Ik heb u al gezegd dat de werkgelegenheid voor ons een essentiële zaak is, omdat daarin de basis ligt voor welvaart en welzijn. Wat ik mis in dit program is in het kader van de stimulering van de werkgelegenheid iets te doen aan de uitbreiding van het toerisme. Het toerisme is geen kleine zaak meer, het is landelijk bekend dat juist de bevordering van het toerisme een belangrijke bron van wel vaart kan zijn. Ik had dat graag opgenomen willen zien. Ik kan mij voorstellen dat de civiele verdedi ging in dit program geen plaats heeft gevonden. Dat heeft onze instemming, niet omdat wij vinden dat er in de raad over dit onderwerp moet worden gesproken, maar omdat wij vinden dat civiele verdediging en andere verdediging een zaak van overheidsbeleid is. Dit hoort in deze gemeenteraad niet thuis, daarover dient in Den Haag beslist te worden. Ik weet niet hoe een en ander zich in deze raad zal ont wikkelen, gezien de praktijk in de afgelopen jaren. Wat meer aandacht had moeten krijgen is de toena me van de onveiligheid in deze stad. Er moet echt iets gebeuren aan de veiligheid op straat. Wij heb ben er ook steeds op aangedrongen dat dit een bepaalde prioriteit moet hebben. In dit program is een en ander wel wat zwak onderbouwd. Dit waren zo enkele hoofdpunten van kritiek maar ook van deelname en adhesiebetuiging aan dit program. Kortom, de collegevorming op zich verwerpen wij. Het program spreekt ons wat een aantal punten betreft aan, terwijl wij de punten die ik naar voren heb gebracht bekritiseren. Wij hopen dat wij door onze opstelling in de gemeenteraad in de komende vier jaar het college en ook de raad tot andere gedachten mogen brengen. Mevrouw Van der WerfEen nieuwe raad, nieuw samengestelde fracties, gewijzigde politieke ver houdingen in de raad. De PAL-fractie wil daarom ook met een geluid beginnen dat u van onze kant niet zo vaak hoort. Wij willen namelijk de complimenten uitbrengen voor het collegeprogram dat ons door de fracties van de PvdA en het CDA is aangeboden. Het is nu de tweede keer dat er in Leeuwarden een programcollege wordt gevormd. De vorige keer - in september 1978 - hadden wij geen goed woord over voor het nietszeggende verhaaltje dat toen "het collegeprogram" heette. Nu is het heel anders. Wij vinden het een goed uitgewerkt verhaal, dat op tal van punten onze steun zal krijgen. Ik denk dan bij voorbeeld aan punten als: het vergroten van invloed van mensen op hun eigen leefsituatie door middel 7 van een actief participatiebeleid, een onderwijsbeleid dat zich nog meer gaat richten op samenwerking met het welzijnswerk in wijken met achterstandssituaties, het van de grond tillen van een werkgelegen heidsbeleid, de belangrijke nadruk op het vrouwen-emancipatiebeleid, de invloed die de raad zal krij gen op de criteria bij woningtoewijzing en het GSD-beleid. Ik denk ook aan geheel nieuwe punten als, hoe voorzichtig dan ook: een beleid met betrekking tot vredesopvoeding en mondiale vorming. Tevens denk ik aan de meer strijdbare houding ten aanzien van de Haagse bezuinigingswoede, die de gemeen ten steeds meer in de tang krijgt. Heel juist vinden wij ook het voornemen om in het beleidsplan voort aan een duidelijke rapportage op te nemen van de stand van zaken met betrekking tot het collegepro gram. Kortom, onze eerste indruk is: lang niet gek, dit lijkt erop, en vooral ook: stukken beter als het vorige. Het zou natuurlijk mooi zijn als ik het hier bij zou kunnen laten en zou zeggen: Gaat uw gang maar, onze steun hebt u. Er is echter meer. Onze eerste reactie was er ook een van verbazing. Verba zing om twee redenen en wel ten eerste: hoe ter wereld is het mogelijk dat de CDA-fractie haar naam onder dit program heeft gezet. Het is toch duidelijk dat de PvdA-visie de boventoon voert in dit pro gram. De meeste punten komen regelrecht, soms in iets andere bewoordingen, uit het PvdA-verkiezings- program. Dat betekent dus dat het CDA zijn eigen program kennelijk al snel onder de tafel heeft doen verdwijnen. Moeilijk te verkopen aan je kiezers en achterban, lijkt mij, maar dat is natuurlijk ons pro bleem niet. De vraag waar wij mee blijven zitten is: Wat voor conclusies moet je daar nu uit trekken? De CDA-mensen zijn toch niet zulke zwakke broeders en zusters dat ze zich zonder meer voor het PvdA-karretje laten spannen? Is het soms zo dat het CDA overal wel ja op wil zeggen als het maar in het college komt? Of hebben de CDA-ers in het licht van de uitspraak van de lijsttrekker dat hij geen dikke nota's leest - die uitspraak deed hij in de verkiezingstijd - het program amper gelezen? Of denkt het CDA: Wacht maar tot wij in het college zitten, want dan biedt een bepaalde passage in de inlei ding van het collegeprogram voldoende ruimte om onze wensen en verlangens gehonoreerd te krijgen. (Die passage luidt: "Het nu voorliggende collegeprogram wordt elk jaar, indien dit door de deelnemen de fracties nodig en gewenst wordt geacht, bijgesteld. Dat kan alleen na overeenstemming tussen de fracties. Op die manier kunnen nieuwe financiële gegevens en veranderde politieke opvattingen worden verwerkt in het door het college te voeren beleid.") Het zou kunnen. Immers, ook de afgelopen vier jaar is menige progressieve wens verdwenen onder het motto: Wij zouden wel anders willen, maar ja, door geldnood kunnen wij niet anders. Wat moet ik trouwens denken van de uitspraak die de CDA- woordvoerder zojuist deed, namelijk dat de CDA-fractie globaal instemt met het collegeprogram? Het is toch zo tegenstrijdig als wat dat hetzelfde CDA, dat landelijk een beleid voert dat erin resulteert dat de arbeid steeds ongelijker verdeeld wordt, dat de inkomens steeds verder uit elkaar komen te liggen, dat de machtigen steeds machtiger en de machtelozen steeds machtelozer worden, op gemeenteniveau eensgezind met de PvdA samenwerkt aan een meer gelijke verdeling van arbeid, inkomen, kennis en macht? Maar goed, de naam van het CDA staat er onder en om nu al een beschuldigende vinger uit te steken vinden wij niet gepast en wij zullen dus rustig afwachten. Wie weet zal de PvdA onze steun de komende jaren nog hard nodig hebben. De tweede reden van onze verbazing gold het vaak hemelsbrede verschil in beleidsvoornemens die in dit program staan en het beleid zoals dat in de afgelopen vier jaar door het college - toch ook een CDA/PvdA-college - is gevoerd. Ik kan niet nalaten daar een aantal voorbeelden van te geven. Op blz. 7 wordt bijvoorbeeld gesproken over de strijdbare houding die er voortaan zal zijn ten aanzien van het bezuinigingsbeleid van de regering dat onevenredig op de gemeenten wordt afgewenteld. Keer op keer was het in de afgelopen jaren zo dat PAL-moties van deze strekking door zowel het CDA als de PvdA op advies van het college werden afgewezen. Op blz. 14 staat: "Indien projectontwikkelaars worden ingeschakeld worden deze aan stringente door de raad vastgestelde voorwaarden gebonden." Het is te mooi om waar te zijn, wat dat betreft ligt de affaire in de St. Jacobsstraat ons nog heel vers in het geheugen. Op blz. 14 staat ook dat er een structuurplan zal worden opgesteld. Ook wat dat betreft werden keer op keer PAL-moties met die strekking verworpen. Op blz. 21 staat dat de democratisering van woningcorporaties verder zal worden bevorderd. Nog in dit voorjaar was het zo dat de raad de mo gelijkheid om tot democratischer statuten te komen bij de woningbouwvereniging Leeuwarden-Leeuwar- deradeel zonder meer voorbij liet gaan en onze voorstellen in die richting niet steunde. Op blz. 23 staat dat er naar wordt gestreefd het aantal deeltijdbanen bij de gemeente in alle functies in de komen de vier jaar aanzienlijk uit te breiden. Nog onlangs is het daarvoor gereserveerde budget ingekrompen, omdat er onvoldoende animo voor was, aldus het toenmalige college. Kennelijk is dat college daar te weinig overtuigend mee bezig geweest, want anders kom je niet enkele maanden later opnieuw met zo'n punt. Op blz. 31 staat: "Peuterspeelzaalwerk is in principe geen vrijwilligerswerk. Zoveel mogelijk zullen peuterspeelzalen in staat worden gesteld één betaalde leidster in dienst te hebben." Ik herinner fnij de verhitte discussies die wij hier en in commissies hebben gevoerd, waarbij het CDA en de meer-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 4