6 dragen die de onrust in dit deel van de samenleving wegnemen. Medewerking verlenen aan een adhesie- verklaring, mede ingegeven door het niet onverantwoordelijk verklaren van staking, zou op gespannen voet staan met ons eigen standpunt. Dit standpunt wordt versterkt door de voor leerlingen en studenten nog niet meetbare gevolgen, in pedagogische zin, van de staking. Wij zijn dan ook van mening dat dit adres voor kennisgeving aangenomen dient te worden. Ik kom dan bij de motie. Wij hebben de laatste dagen telkens weer kunnen lezen en horen van ont wikkelingen met betrekking tot de voorgestelde bezuinigingen in de sector van het onderwijs. De heer Bron heeft zojuist een groot aantal details naar voren gebracht. Ik geloof dat het niet zinvol is dat ik die nog eens herhaal. Deze opmerking is niet een verwijt aan de heer Bron, de constatering is heel vriendelijk bedoeld. Ik meen echter dat het niet zinvol is deze details allemaal weer op te lezen. In houdelijk heeft de motie naar onze mening een meer algemene strekking. De motie is niet tendentieus en wordt ingediend op een moment dat de omstreden maatregelen eigenlijk nog in een stadium van aan kondiging verkeren en meer niet. Het klimaat mag dan op het ogenblik kil zijn, winter is het dacht ik nog niet, een uitdrukking - in omgekeerde zin bedoeld - die wij vandaag nog in de regeringsverklaring hebben kunnen horen. Mogelijk dat er binnen het raam van een miljardenbegroting nog een redelijke oplossing voorhanden is. Een en ander laat onverlet dat de gemeenteraad zijn bezorgdheid uitspreekt over toekomstige ontwikkelingen in het onderwijs waarvoor het dagelijks bestuur als bevoegd gezag op treedt. Redactioneel en inhoudelijk kunnen wij wel instemmen met de motie die heel dicht bij ons standpunt ligt. Ik meen te kunnen besluiten met de volgende twee conclusies. Ten eerste stellen wij ons achter het voorstel van het college voor wat betreft het adres van de Stedelijke Scholengemeenschap en ten tweede zullen wij de motie van de PvdA steunen. De heer De Beer: Zoals duidelijk blijkt gaat het hier om twee dingen. In de eerste plaats is de sta king gericht tegen een extra korting op het salaris van 1,65% met alle gevolgen van dien. In de tweede plaats gaat het om de effectuering van het onderwijs zelf. Mijn fractie is van mening dat wat het eerste punt betreft een ieder individueel daar wel of niet achter kan gaan staan. Het lijkt ons niet juist om ons als raadslid te stellen achter het eerste punt dat ik gezegd heb. Wel zijn wij van mening dat wij alert moeten zijn op de gevolgen van de bezuinigingen die door het tweede door mij genoemde punt kunnen optreden. Wij zullen dan ook proberen om deze signalen door te geven aan de fractie van de VVD in de Tweede Kamer, wat evenwel niet inhoudt dat wij de motie van de PvdA niet kunnen ondersteunen. Ook bij ons leeft namelijk de angst dat wij door deze kortingen voor wat betreft het onderwijs op lokaal ni veau in de problemen kunnen komen. Voor wat betreft het antwoord op de brief ben ik het met het college eens dat dat op de wijze moet gebeuren zoals is verwoord in de mededeling. De heer Siemonsma: Ook wij zijn van mening dat wij het niet kunnen laten bij de opmerking "Voorgesteld wordt dit adres voor kennisgeving aan te nemen". Er blijkt vanavond alom grote bezorgd heid in de raad, met name over de werkgelegenheid binnen en de kwaliteit van het onderwijs. De heer Bron is op een en ander diep ingegaan en ik zal dat nu niet doen. Ik wil mij graag aansluiten bij datge ne wat de heer Bron daarover heeft gezegd. Het is wel opmerkelijk hoe er gereageerd is op de extra korting van 1 ,65% op het salaris van onderwijsgevenden, waarvan is gezegd dat bepaalde aspecten mis schien niet zo fraai zijn maar dat men er in het algemeen geen bezwaar tegen heeft. Ik wil nog even ingaan op die extra korting van 1,65% omdat de gemeenteraad - de heer Bron heeft het ook al gezegd - als een van de twee werkgevers beschouwd kan worden van de onderwijsgevenden, wat voor ons gevoel ook bepaalde verplichtingen schept. Deze extra korting betekent in feite dat een bepaalde groep werknemers ongelijk behandeld gaat worden ten opzichte van een andere groep. Voor ons gevoel had de gemeente daarop kunnen reageren en achter de stakers kunnen gaan staan als er even tueel acties waren geweest. Kortom, men had signalen kunnen geven. De extra korting van 1,65% be tekent ook het loslaten van het trendbeleid voor een bepaalde groep, wat een gevaarlijk precedent schept wanneer het om andere groepen in onze samenleving gaat die vrij kwetsbaar zijn en die, wat hun inkomen betreft, aan hetzelfde mechanisme gekoppeld zijn. Het gaat hier ook om een eerste maatregel die uit een totaal bezuinigingspakket is gelicht. Over deze extra korting willen wij graag een uitspraak van de raad hebben, te meer omdat de minister geen enkele poging heeft gedaan om met de vakorgani saties tot een vergelijk te komen en ook omdat er geen garantie is dat er arbeidsplaatsen in de plaats zullen komen van deze korting. Er is ook helemaal niet gedacht aan het aanbrengen van een differenti atie in de korting, waarmee niet gezegd wil zijn dat die maatregel voor ons dan zoveel te beter of aan vaardbaar zou zijn. Ik denk echter wel dat een en ander de botte manier illustreert waarop de minister deze bezuiniging meent te moeten doorvoeren. Het onderwijs heeft het gevoel dat men nauwelijks een 7 andere keus heeft dan met harde middelen een actie te voeren. Ook het bevoegd gezag, ik zou willen noemen de Vereniging van Bijzondere Scholen op algemene grondslag en de Algemene Besturenbond, heeft daarvan nota genomen, heeft de stakingsacties gebillijkt en heeft zich uitgesproken tegen de extra korting. Een en ander getuigt van een goed personeelsbeleid. Omdat wij ook dit punt belangrijk vinden hebben wij een motie gemaakt die ik nu zal voorlezen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 22 novem ber 1982, overwegende dat: - de extra korting van 1,65% op de onderwijssalarissen leidt tot een onge lijke behandeling van ambtenaren in dienst van de gemeente; - door de extra korting van 1,65% exclusief op de onderwi jssalarissen toe te passen een precedent wordt geschapen om het zogenaamde trendbeleid voor bepaalde groepen los te laten; - de extra korting een eerste maatregel vormt van een omvangrijk pakket bezuinigingsmaatregelen op het onderwijs zoals neergelegd in het ontwerp -regeerakkoord; - de genoemde bezuinigingsmaatregelen de komende vier jaar tenminste 20.000 onderwijsgevenden werkloos zullen maken, waaronder vele in Leeuwarden; - een dergelijke bezuinigingsoperatie de kwaliteit van het onderwijs en daarin geplande vernieuwingen ernstig zal schaden, spreekt, evenals de vakorganisaties, zijn onaanvaardbaarheid uit over: - de extra korting op de onderwi jssalarissen; - de gevolgen van de genoemde bezuinigingen met betrekking tot de werk gelegenheid; - de gevolgen van de genoemde bezuinigingen voor de kwaliteit van het onderwijs, besluit het bovenstaande ter kennis te brengen van de minister van Onder wijs en Wetenschappen en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. Als reactie op de motie die door de PvdA is ingediend wil ik graag benadrukken dat het betoog van de heer Bron wat stelliger is dan de wijze waarop de motie geformuleerd is, want daarin wordt bijvoor beeld uitgesproken dat maatregelen, die tot werkloosheid leiden, geen doorgang zouden moeten vinden. Ik zou daarom straks in tweede instantie graag een nadere toelichting willen hebben van de heer Bron waarom er verschil is tussen de bewoordingen in zijn betoog en de bewoordingen in de motie. Ik wil nu nog even ingaan op de notitie van Personeelszaken, die ik bij de stukken heb gezien op de Leeskamer, over de handelwijze bij eventuele stakingen in onze gemeente. (De Voorzitter: Wilt u hier geen stukken ter sprake brengen die u op de Leeskamer hebt gelezen, want die zijn niet openbaar. Sorry, maar dat mag u niet doen.) Ik wil niet inhoudelijk op de stukken ingaan, maar ik mag toch wel constateren dat de aard van de inhoud van die notitie er naar mijn gevoel niet van getuigt dat de gevol gen van deze maatregelen van tevoren zijn overdacht door de verantwoordelijke wethouder van Onder wijs en de wethouder van Werkgelegenheid waardoor misschien een wat andere inhoud aan de notitie gegeven had kunnen worden. Ook het feit dat voorgesteld wordt om de brief, waarover bij punt K. van de mededelingen wordt gesproken, slechts voor kennisgeving aan te nemen geeft ons inziens geen blijk van een grote bezorgdheid over de maatregelen die op ons afkomen en die al langer bekend zijn. Naar aanleiding van deze twee opmerkingen wil ik dan ook een voorstel doen om in de Commissie voor het Onderwijs eens nader te praten over de handelwijze wanneer acties op komst zouden zijn. Wij hebben daar duidelijk behoefte aan. Mevrouw De Jong: Hoewel de ongelijke behandeling ten aanzien van de extra korting van 1,65% op het salaris een protest zeker rechtvaardigt, vind ik dat door de acties van het onderwijzend personee de nadruk teveel op die extra korting komt te liggen. Nogmaals, naar mijn gevoel wordt er echter zeer terecht geprotesteerd. Andere voornemens van de minister blijven hierdoor helaas wat onderbelicht, zo als het verschuiven van de verantwoording van het rijk naar de gemeente, het verlies van arbeidsplaat sen en vooral de dreigende verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs waarvan dan met name de kansarme groepen kinderen juist weer het kind van de rekening worden. Ik vind het jammer dat deze za ken er niet iets meer zijn uitgekomen. Een protest, ook van de gemeente Leeuwarden als een van de grootste werkgevers van het onderwijzend personeel, mag deze actie zeker steunen. Ik zal dan ook in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 4