A Vb &J0 financiën moeten ergens vandaan komen. Ditzelfde geldt voor enkele andere suggesties van mevrouw Jongedijk. Het zijn op zich waardevolle suggesties die in een tijd dat wij ruim in de financiële midde len zouden zitten zeker zouden moeten worden aangewend, maar die in deze tijd, nu wij moeten wer ken op basis van prioriteitstelling, niet kunnen worden aangewend. Bovendien wordt er voor particuliere woningverbetering door middel van de subsidiëring van de SVK al een heleboel geld uitgegeven. Ik kan in het algemeen alleen dit antwoorden: Wij zullen er als college alles aan doen om binnen de financië le mogelijkheden die er zijn particuliere woningverbetering te bevorderen, maar vooralsnog zien wij geen andere mogelijkheden dan het steunen van de SVK. Andere maatregelen zullen altijd geld kosten en daarvoor is geen geld uitgetrokken. Als er bij de suggesties van mevrouw Jongedijk echter zaken zijn die invulbaar zijn binnen het totale beleid van de stadsvernieuwing, dan zal ik die suggesties graag overnemen en proberen er gebruik van te maken. C. Bestemmingsplannen. Punten 92 t.e.m. 96. De heer Niemeijer: Ik heb begrepen dat er vroeger binnen de Commissie voor de Ruimtelijke Orde ning regelmatig rapportage plaatsvond over de stand van zaken met betrekking tot de bestemmingsplan nen. In punt 94 is gevraagd waarom deze rapportage vervallen is. Die rapportage had voor de commis sieleden zin om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en om op de een of andere manier actua lisering van de beleidsvorming mee te kunnen aangeven en mee te kunnen bijsturen. De vraag is derhal ve bedoeld als een verzoek om meer informatie en het lijkt mij dat dat nauwelijks problemen behoeft op te leveren. De heer Geerts (weth.): Het was in de afgelopen jaren inderdaad redelijk gebruikelijk een planning van het maken van bestemmingsplannen in de Commissie RO te bespreken. Het college is van plan dit gebruik binnenkort weer te hervatten. Op een desbetreffende vraag van de heer Van der Wal in de rondvraag van de vergadering van de Commissie RO heb ik reeds geantwoord dat wij dat plan hebben, doch dat wij eerst de onlangs in concept gereed gekomen bijgestelde Stadsvernieuwingsnota in de com missie ter discussie willen stellen. Daarna zal de discussie over de andere bestemmingsplannen worden gevoerd, zijnde de planning van de bestemmingsplannen zoals die in het huidige beleid passen. U weet echter dat wij ons op het ogenblik in het kader van het onderzoek bij de DSO aan het beraden zijn over het tempo waarin bestemmingsplannen worden gemaakt en het resultaat hiervan zou een herziening van de planning kunnen inhouden. Samenvattend kan ik zeggen dat er drie fasen zijn: Wij gaan eerst de volgorde bespreken van de bestemmingsplannen die in de Stadsvernieuwingsnota zijn vermeld, daarna de volgorde van de andere bestemmingsplannen - ik denk dat wij die binnen een redelijke termijn in de Commissie RO kunnen be handelen - en dan de volgorde zoals die volgt uit het organisatie-onderzoek bij de DSO waar eveneens de planning van bestemmingsplannen aan de orde komt. Punten 97 t.e.m. 107. Mevrouw Jongedijk—Welles: Punt 105 gaat over het historische pand Fribourg en ik wil u de historie ervan graag vertellen. Het pand is in 1977 gekocht door de Stichting Jongerenhuisvesting, een stichting die huisvesting bood aan minvermogenden. Via een ruil is het daarna in handen gekomen van de PA Ma- riënburg en die wilde er docentenkamers of een bibliotheek in huisvesten. De wijk was het eens met dit voornemen. Na een half jaar werden echter de woninkjes die achter het pand stonden zonder sloopver gunning afgebroken en werd ook een deel van het hoofdgebouw en passant meegenomen. In 1980 heeft de raad bij de aanwijzing van Achter de Hoven/Vegelin als ISR-gebied uitgesproken dat Fribourg moest worden behouden. Wethouder Rijpma heeft in dat jaar in een van de vergaderingen van de Commissie RO gesteld dat bij de overdracht aan Mariënburg was bepaald dat het hoofdgebouw moest blijven staan. In 1981 werd dan ook een sloopvergunning geweigerd en zegde wethouder Rijpma toe stappen te zullen ondernemen om passieve sloop te voorkomen. Wij moeten thans echter constateren dat er toch passief wordt gesloopt. Het gebouw wordt bijvoorbeeld niet waterdicht gehouden en de schoorsteen ligt er al jaren af. De PA Mariënburg, een voor 100% door de gemeenschap betaalde instelling, weigert, ondanks de toezeggingen in het verleden, een door de lokale gemeenschap voorgestelde wijze van handelen te aanvaarden. Het antwoord van het college op de vraag is zo flegmatiek en passief dat het lijkt alsof men reeds heeft ingestemd met sloop. Wij willen het college echter vragen opnieuw contact op te nemen met de PA Mariënburg om hen aan hun afspraken te herinneren. Wij willen het college eveneens vragen hen aan te schrijven. De heer Sijbesma: Het woord passief is zojuist gevallen en dat was ook mijn indruk van het ant woord op vraag 98. Soms wordt men echter gedwongen passief te zijn en in die zin is het derhalve geen kritische opmerking. Het lijkt erop dat de zaak Smidsbuurt en omstreken muurvast zit. Verwacht het college binnenkort wijzigingen in de omstandigheden zodat er in die buurt toch mogelijkheden komen voor een planontwikkeling? De heer Niemeijer: Voorafgaand aan mijn vragen over punt 97 wil ik opmerken dat bij dit punt P Pa moet zijn. Het is maar een detail, maar het komt vaker voor, vandaar deze zijstap. Het antwoord op de vraag naar de stand van zaken met betrekking tot plannen voor de Oude Vee markt verrast ons wat. Het college zegt dat er op dit moment geen concrete bouwplannen zijn voorge legd. Wij zijn van mening dat ruimtelijke ordening van een zo wezenlijk deel van de stad niet in eerste instantie zou moeten worden overgelaten aan initiatieven van buitenaf, maar dat wij als beleidsvoerders daarvoor onze eigen ideeën op papier zouden moeten zetten en vanuit dat vertrekpunt zouden moeten werken. Er is ooit eens een nota geschreven die een voorzet heeft gegeven met betrekking tot de ont wikkeling van dit terrein, doch die nota heeft het bl ijkbaar niet verder gebracht dan tot ambtelijk stuk Misschien kan de wethouder hierover nog iets meedelen. Ik wilde aan deze vraag naar de stand van zaken van verschillende plannen nog twee punten toe voegen. Het eerste punt betreft de FBTO. Kan de wethouder mij zeggen of bij het verlenen van de sloopvergunning voor de panden aan de Snekerkade ten behoeve van de uitbreiding van de FBTO afspra ken zijn gemaakt of verwachtingen zijn gewekt over nieuwbouw en, zo ja, wanneer de nieuwbouw zou plaatsvinden? Kloppen de eventuele afspraken nog wel met de huidige tijdsituatie of loopt het uit? Zo ja, waarom? Graag een complete informatie. Is het college van plan de FBTO aan eventueel gedane toezeggingen te houden? Het lijkt ons dat de thans ontstane situatie een door niemand gewilde kan zijn, behalve misschien de FBTO want die heeft op dit moment een erg goedkope parkeerplaats. Het tweede punt betreft de nieuwbouw op de hoek van de Sint Jacobsstraat/GouverneurspleinWij zijn erg geïnteresseerd in de stand van zaken betreffende de verhuur van het winkelgedeelte, omdat dit erg belangrijk is voor de verdere ontwikkeling van de Sint Jacobsstraat. Het lijkt mij dat een college dat zich werkelijk op de hoogte wil houden van de ontwikkeling in het winkelgebeuren en de ruimtelij ke ordening vast zijn licht heeft opgestoken over hoe het momenteel staat met de verhuur van de win kelfunctie van de nieuwbouw. Wat mij eigenlijk een beetje intrigeert is het feit dat men nooit adver tenties in de krant ziet waarin men deze riant gelegen winkelruimten te huur aanbiedt. Misschien kan de wethouder wat meer licht op deze zaak doen schijnen. De heer De Beer: In het antwoord op vraag 107 zegt het college dat noch de situatie op het Zuider plein, noch het niet-doortrekken van de Van Swietenstraat van invloed is op de eventuele ontwikkelin gen van het Oude Veemarktterrein. Dat kan ook nooit natuurlijk en daarom is die opmerking overbodig. Ik zou echter een opmerking willen maken over de wijze waarop de reorganisatie van het Zuiderplein functioneert. Ik heb de indruk dat er hier en daar nogal wat problemen zijn op en rondom het Zuider plein. Ik zou willen dat in de desbetreffende commissies eens gesproken wordt over eventuele aanpassin gen, want het schijnt dat er nog wel eens oplossingen te voorschijn zouden kunnen komen die de ver keersveiligheid aanmerkelijk zouden kunnen verbeteren. Wij hebben gezien onze financiële middelen de huidige constructie erg beperkt gehouden, maar ik heb de stellige indruk dat er, vooral voor de fiet sers, hier en daar nog wel iets zou kunnen worden verbeterd. Mevrouw Visscher—Bouwer: Het college geeft in het antwoord op vraag 103 over het bouwplan op de hoek Nieuwekade/Amelandsstraat toe dat de hoogte van de nieuwbouw meer is dan de voorschriften toelaten. Dit bouwplan is aan de orde geweest in de Commissie voor de Welstandszorg. Daarbij is bij de beoordeling van het plan door enkele leden gevraagd of de hoogte van het gebouw binnen de richtlijnen van het bestemmingsplan viel. Er is toen geantwoord dat dat het geval was en dit antwoord heeft uiter aard meegespeeld bij de beoordel ingIk vind het een heel kwalijke zaak dat dit antwoord is gegeven. Men kan toch niet van de commissieleden verwachten dat zij alles gaan natrekken. Naar mijn mening moet men erop kunnen vertrouwen dat de antwoorden die men krijgt kloppen. Ik zou de wethouder wil len vragen een en ander eens na te gaan. Een ander punt dat ik hierbij graag wil aanhaken gaat over de verslagen van de vergaderingen van de Commissie voor de Welstandszorg. Wij hebben indertijd, toen wij de verordening voor het welstands toezicht hebben gemaakt, er over gesproken dat de verslagen van de vergaderingen ter inzage zouden liggen in de Leeskamer. Ik heb er al een paar keer naar gekeken, maar de verslagen liggen er nooit. Ik wil de wethouder daarom vragen ook dit punt eens na te gaan en ervoor te zorgen dat deze verslagen voortaan wel in de Leeskamer liggen, zodat de raadsleden desgewenst kennis kunnen nemen van wat er in de commissie is besproken en van de beoordeling van de plannen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 16