Ï32. w.'f De heer Geerts (weth.): Mevrouw Jongedijk heeft een verslag gegeven van hetgeen er zich rond Fribourg heeft afgespeeld vanaf het moment dat de Stichting Jongerenhuisvesting het pand heeft overge dragen aan de Pedagogische Academie Mari'énburg en ik denk dat het een waarheidsgetrouw verslag is. Het antwoord van het college is naar mijn mening echter ook duidelijk. Wij hebben gezegd dat het be stuur van Mari'énburg zal moeten invullen hoe en of het pand Fribourg past in de nieuwe opzet van Ma ri'énburg als de integratie van de opleiding van leerkrachten voor het basis- en kleuteronderwijs een feit is. Die besprekingen zijn nog niet afgerond en het is daarom nog moeilijk te zeggen welke bestemming het pand Fribourg zal krijgen. Ik wil u echter wel toezeggen dat ik nog eens contact zal opnemen met het bestuur van de Pedagogische Academie Mari'énburg om deze zaak nog eens door te praten. De heer Sijbesma heeft gevraagd hoe het staat met de ontwikkeling van de Smidsbuurt. De situatie ligt hier wat ingewikkeld. Binnenkort komt ter vaststelling in de raad het bestemmingsplan Huizum-West I, waarin de Smidsbuurt is opgenomen. In dit plan wordt de bestemming van de Smidsbuurt aangegeven zoals die destijds is vastgesteld voor het toen ontwikkelde plan voor dat terrein. Dat plan is niet door gegaan, maar de bestemming is nog niet gewijzigd. Een ander probleem is dat er zich nog vier eigena ren van gronden met eventuele opstallen bevinden in dit gebied, die uiteenlopende belangen hebben. Wij moeten de een of andere oplossing voor deze eigendomssituatie zien te vinden, want het is erg moeilijk een gebied in stukken en brokken te ontwikkelen. De gemeente heeft weinig kans de gronden in handen te krijgen, want er worden nogal forse prijzen gevraagd. Mochten wij er echter wel in slagen de gronden in handen te krijgen, dan is het nog maar de vraag of wij uit de voeten kunnen want wat zouden wij moeten doen. Wij zouden misschien woningbouw moeten realiseren via de 80%-regeling, maar dan worden door de h.i.d. eisen aan de kosten van verwerving gesteld en wij hebben niet de in druk dat gegadigden op het ogenblik zodanige vraagprijzen stellen dat wij aan de eisen van de h.i.d. kunnen voldoen. Het is en blijft daarom wat afwachten hoe het met de ontwikkelingen in dit gebied zal gaan, maar, nogmaals, wij hebben een voorbereidingsbesluit genomen en wij stellen binnenkort een be stemmingsplan voor het gebied vast zodat wij de ontwikkelingen in de hand kunnen houden. Ik moet de heer Niemeijer toegeven dat het antwoord van het college ten aanzien van de stand van zaken met betrekking tot de Oude Veemarkt wat passief lijkt. Het suggereert alsof het col lege wacht of er misschien een bouwer komt met plannen waarop men kan ingaan en dat er geen eigen visies worden ontwikkeld over dit gebied. Niets is minder waar. Wij zijn zelfs zeer druk bezig met de Oude Vee markt, maar het is niet zo gemakkelijk. Ook hier heeft de economische recessie toch wel invloed. Het gebied kan niet als een afgerond geheel worden bekeken. Er zijn sterke relaties met omliggende gebie den en gebeurens binnen andere gebieden. Wij zijn nu zeer actief bezig alles wat zich afspeelt en moet afspelen in het gebied ten noorden en ten zuiden van de spoorlijn, ongeveer vanaf de Snekerkade tot Achter de Hoven/Vegelin, op een rijtje te zetten. U heeft een voorproefje van een en ander gehad in de besloten vergadering van de Commissie RO van afgelopen maandag. In het kader daarvan willen wij ook de bestemming van het Oude Veemarktterrein bepalen. Zodra verdere uitwerking van de plannen is gerealiseerd, wordt de raad hierbij betrokken. Overigens is het niet zo dat de nota waarover de heer Niemeijer sprak, de blauwe nota, alleen een ambtelijk stuk is gebleven. De nota is ter discussie ge weest in de Commissie RO die zich achter de inhoud kon scharen. In de nota worden de hoofdlijnen aan gegeven van de ontwikkelingen zoals die zich zouden kunnen afspelen, maar dan denkelijk wel in een tijd van economische opgang. Nu die tijd er niet is, beraden wij ons erover of wij ook op een andere wijze invulling aan de bestemming van dit gebied kunnen geven. Dit proces is gaande en er wordt heel hard aan gewerkt. Een andere vraag van de heer Niemeijer betreft de uitbreiding van de FBTO. Voor zover mij be kend, zijn er geen concrete afspraken gemaakt over het tempo waarin zou moeten worden gebouwd. Het volgende is er gebeurd: De FBTO heeft de gemeente gevraagd grondaanbiedingen te doen voor die ge deelten die nog in gemeentehanden waren, de gemeente heeft een aanbod gedaan en de FBTO heeft dat aanbod geaccepteerd. In de brief heeft de FBTO geschreven dat men in de loop van dit jaar verder wil de gaan met de uitvoering van de bouwplannen. Een en ander is echter wel wat afhankelijk van de eco nomische toestand en daarmee samenhangend van het tempo van verhuurbaarheid. Zoals u weet zal de FBTO het voor een belangrijk deel van de verhuurbaarheid moeten hebben. In ieder geval is men heel duidelijk in de brief die wij zeer onlangs hebben ontvangen en stelt men duidelijk dat men van plan is het proces door te zetten. Men zal het bedoelde terrein zeker niet als parkeerterrein blijven gebruiken. Overigens moet ik opmerken dat het nooit een goedkoop parkeerterrein zou worden. Deze zaak loopt dus doorMisschien niet zo hard als wij met zijn allen wel zouden willen, maar dat heeft ongetwijfeld te maken met de economische ontwikkelingen waarin wij ons op het ogenblik bevinden. Het laatste punt dat de heer Niemeijer aanroerde was de verhuur van het winkeldeel in de nieuw bouw op de hoek van de Sint Jacobsstraat/Gouverneursplein. Wij praten inderdaad wel eens met deze en gene en wij hebben begrepen dat de eigenaar toch wel wat problemen ziet opdagen ten aanzien van de verhuurbaarheid van het winkeldeelHet is ons echter niet bekend dat hij andere plannen zou heb ben dan het verhuren van winkels. Voor zover ons bekend is het nog steeds de bedoeling dat men de ge plande winkelruimten realiseert. Op dit moment kan ik u echter nog niets concreets hierover meedelen. Het Zuiderplein functioneert niet goed zegt de heer De Beer. Ik ben een dagelijks gebruiker van dit plein en ik vind dat het plein een ongelooflijk stuk veiliger is geworden ten opzichte van de oude situatie. Er rijdt wel eens een auto op de dikke sigaar, maar ik denk dan dat de auto maar beter uit had moeten kijken. Met het aanleggen van de sigaar is echter wel bereikt dat de fietser, die er achter rijdt, wordt beschermd. Sommige leden van de Commissie voor Openbare Werken maken zeer regelmatig op merkingen over deze sigaar. Andere opmerkingen ten nadele van het functioneren van het plein heb ik nog niet gehoord. Als er echter bezwaren zijn die met eenvoudige middelen zouden kunnen worden op gelost, valt daarover altijd te praten. Aan de andere kant is het zo dat dit plan pas kort geleden is uit gevoerd en wij kunnen niet aan de gang blijven. Als er geen essentiële mankementen zijn gaan wij niet opnieuw aan het opbreken. Wij menen dat de huidige situatie ten opzichte van de oude een zeer sterke verbetering te zien geeft en dat het functioneren van het plein voorlopig, want het was een tijdelijke oplossing, aan zijn doel beantwoordt. De heer Niemeijer: Ik wil graag een voorlopige claim leggen op de Sint Jacobsstraat en de FBTO. De Voorzitter: Mag ik u eerst vragen wat deze voorlopige claim inhoudt? De heer Niemeijer: Wat betreft de nieuwbouw op de hoek van de Sint Jacobsstraat claim ik dat wij de behoefte hebben enkele zaken vast te leggen ten aanzien van de verhuur van de benedenverdieping. Wij willen als raad daarbij betrokken zijn en de mogelijkheid hebben daarover enkele principe-uitspra ken te doen. Betreffende de FBTO claim ik dat wij een uitspraak van de raad willen hebben dat er in de toekomst geen sloopvergunningen worden afgegeven voordat een bouwvergunning voor concrete bouwplannen is verstrekt. De bedoeling hiervan is situaties zoals het nog voor onbepaalde tijd braak liggen van een es sentieel stuk van onze binnenstad zoveel mogelijk te voorkomen. Mijn fractiegenoot Van der Wal, die ik vanavond vervang, wil op deze twee punten graag terugko men. De Voorzitter: Ik zal nog eens herhalen wat claimen inhoudt, omdat u dinsdagavond, toen ik dit begrip aan de nieuwe raadsleden uitlegde, iets later bent gekomen. Claimen houdt niet in dat de heer Van der Wal op een later tijdstip dit zelfde verhaal nog eens kan houden. U moet hem nu het antwoord van de heer Geerts overbrengen. Claimen houdt in dat iemand het niet met het college eens is en de raad daarom een uitspraak wil laten doen over een concreet punt. De heer Niemeijer: U kunt mij hoogstens betwisten dat ik het bij het onjuiste punt doe, maar ik wil graag dat de raad een uitspraak doet over een te voeren sloopbeleid gekoppeld aan nieuwbouwbeleid. De Voorzitter: Wat heeft dat met de FBTO te maken? De heer Niemeijer: Ik heb ook gezegd dat u mij hoogstens kunt verwijten dat ik bij het onjuiste punt claim, maar geeft u mij dan aan bij welk punt ik het wel mag doen, dan zal ik het daar naar doorschui ven. De Voorzitter: Brengt u deze claim maar naar voren bij een punt dat straks aan de orde komt. De heer Niemeijer: Ik wil best even op een andere gelegenheid wachten als u dat liever heeft. De Voorzitter: Dat lijkt mij verstandig. De heer Niemeijer: Dan doe ik dat. De Voorzitter: Als ik u goed begrijp vraagt u betreffende de Sint Jacobsstraat een uitspraak van de raad dat de raad moet beslissen hoe de winkels worden verhuurd? De heer Niemeijer: Ik wil graag dat de raad zich erover uitspreekt dat ten aanzien van de verhuur van de ruimten wordt vastgehouden aan de functies die indertijd zijn vastgesteld bij de condities voor de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 17