60
heb ik daar wel begrip voor. Ik ben best bereid om punt b van de motie als volgt te wijzigen: "zulks na
vooroverleg in de Commissie voor de Openbare Orde en eventueel bij een volgende herwaarderingsronde
aan de orde te stellen,". Ik wil graag dat de getallen eens een keer op tafel komen. Ook in mijn alge
mene beschouwingen heb ik gezegd dat wij ons, omdat wij nooit eens een onderzoek in die richting wil
len doen, verschuilen en steeds zeggen dat wij de problematiek zo erg vinden. Maar wij doen er echter
niets aan. Wij willen wel graag wat aan de problematiek doen en ik hoop dat ik de heer Pruiksma, met
de aangepaste zinsnede in de motie, kan overhalen om de motie te steunen.
Tegen onze tweede motie over het kraken schijnen wat juridische bezwaren te zijn. Ik heb aange
haald dat de anti-kraakbepaling door de gemeenteraad van Arnhem is bekeken. Ik heb er begrip voor
dat wij geen boodschap hebben aan de gemeenteraad van Arnhem en dat wij een en ander zelf moeten
toetsen. Ik ben daarom bereid de zinsnede in de motie: "draagt het college op het navolgende in de
APV te doen opnemen." te veranderen in: "draagt het college op na juridische en ambtelijke toetsing
en in overleg met de Commissie voor de Openbare Orde te overwegen of het navolgende in de APV kan
worden opgenomen: Deze kwestie wordt dan in ieder geval een keer besproken. Mevrouw Brandenburg
zegt nu al nee. Zij verwijt mij dat ik iets niet deugdelijk doe. Voor ik ben uitgesproken zegt zij al
nee. Als mevrouw Brandenburg tegen mij zegt dat ik de zaken wat deugdelijker moet onderbouwen, dan
zeg ik tegen mevrouw Brandenburg dat zij wat deugdelijker moet luisteren. (Mevrouw Brandenburg—
Sjoerdsma: Het beleid op dit terrein is genoeg ontwikkeld. Wij hoeven de dingen niet dubbel te doen.)
Dit was even een korte reactie, mevrouw Brandenburg, maar ik kom straks nog wel op uw woorden terug.
Vervolgens wil ik enkele woorden richten aan het adres van de wethouders. Ik wil iets zeer per
soonlijks zeggen en dat zal ik doen zonder dat ik daarbij een ander tekort wil doen. Als eerste van de
wethouders heeft de heer Kessler het woord gevoerd. Wethouder Kessler zit pas kort in deze raad en is
wethouder geworden zonder dat hij een raadsperiode als raadslid heeft meegemaakt. Ik heb gemerkt dat
hij zijn beantwoording gedegen heeft voorbereid en dat waardeer ik bijzonder. Ik wil in dat opzicht
geen tekort doen aan de andere wethouders, want dat zijn, mag ik aannemen, "betufte" lieden. Ik wil
mijn waardering voor wethouder Kessler uitspreken.
Wethouder Kessler heeft gezegd dat de gemeentefinanciën onder druk komen te staan. Dat is ook de
reden waarom wij graag een extra centrale bewaking in de Commissie voor de Financiën willen. Een en
ander heb ik ook in de richting van de voorzitter gezegd. Wethouder Kessler heeft ook aangeroerd dat
het profijtbeginsel in opkomst is en dat dat niet meer te keren is. Ik wil hierbij een profijtbeginsel aan
halen dat ook in een andere gemeente in het land aan de orde is geweest. De gemeenteraad van Amers
foort heeft verzoeken gericht aan de rijksoverheid of de boetes van parkeerovertredingen ook in de ge
meentekas kunnen vloeien. Ik weet niet of het verzoek van de gemeenteraad van Amersfoort gehono
reerd zal worden, maar ik wil het college verzoeken de ontwikkelingen dienaangaande nauwlettend ga
de te slaan. Het geld dat men aan parkeerwachters kwijt is, kan men op die manier weer terugkrijgen.
Volgens wethouder Kessler valt er aan hogere belastingtarieven niet te ontkomen. Dat begrijp ik
wel, want dat geluid hoor je vandaag de dag wel meer. In ieder geval wil mijn fractie zeggen dat ho
gere belastingen, wat voor soort belasting ook, geen nivellerend karakter tot doel mogen hebben.
Naar aanleiding van datgene wat ik heb gezegd over het comptabiliteitsvoorschrift heeft de heer
Kessler de nieuwe Comptabiliteitswet aangehaald. Ik heb daarmee bedoeld te zeggen dat die wet ons
niet moet overrompelen. Ik vind het fijn dat de wethouder met zijn ambtenaren bezig is de invoering
van de nieuwe Comptabiliteitswet voor te bereiden. Ook begrijp ik dat er daardoor een zekere werkdruk
ontstaat, maar ik hoop dat men erin zal slagen de gemeenteraad zo tijdig de nieuwe begroting voor 1985
voor te leggen dat de raad duidelijk kennis kan nemen van de nieuwe indeling van de begroting, want
dat zal zeker ook voor raadsleden problemen met zich meebrengen.
Wethouder Kessler heeft gezegd dat de Commissie voor de Werkgelegenheid geen "doe"-commissie
is maar een adviescommissie. Ik begrijp dat het een adviescommissie is, maar adviezen kunnen pas ont
staan als de commissie haar werk doet. Ik vind het niet juist dat vergaderingen van deze commissie wor
den verschoven omdat er geen agendapunten zouden zijn. Dat is in de jongste geschiedenis van de Com
missie voor de Werkgelegenheid gebeurd. De Commissie voor de Werkgelegenheid moet ook in haar
werkzaamheden een "doe"-commissie zijn. Ik begrijp ook best dat de commissieleden niet direct werk
gelegenheid kunnen scheppen, maar zij zullen wel de initiatieven daartoe moeten nemen hetgeen pas
kan wanneer men als commissie bij elkaar komt.
Wethouder Geerts heeft gezegd dat de weegschaal ten aanzien van het bouwen van woningen voor
een- en tweepersoonshuishoudens dreigt door te slaan. De wethouder zegt vervolgens dat deze stelling
wel voor de binnenstad geldt maar niet voor andere gebieden. Wil het college eens bekijken of een her
ijking van de destijds vastgestelde uitgangspunten in zijn totaliteit gewenst is?
Over het groot onderhoud versus renovatie - de heer Pruiksma heeft over deze materie ook al iets
gezegd - wil ik het volgende zeggen. Groot onderhoud is een goede zaak. Groot onderhoud kan echter
61
ook beter woongerief tot gevolg hebben. Mijn fractie is van mening dat, wanneer er duidelijk een beter
woongerief ontstaat, daar ook voor moet worden betaald.
Voor de vertraagde realisering van voorzieningen in Camminghaburen, tengevolge van gebeurtenis
sen die buiten de wil van het college liggen, heb ik begrip. Maar het is wel zo dat de verplichtingen
ten opzichte van de beleggers, de bouwers en de bewoners moeten worden nagekomen, daar kunnen wij
niet onderuit.
Wethouder Geerts zegt dat wij ten aanzien van de vervuilde plantsoenen de ondergrens hebben be
reikt. Wij hebben het instituut reinigingspolitie. De taak van de reinigingspolitie is dat men er op toe
ziet dat de burger de zaak netjes houdt. Het zou mogelijk moeten zijn dat de reinigingspolitie ook op
gemeentelijk terrein de eigenaar, dat is dan de gemeente, ervoor kan waarschuwen dat zij iets moet
doen aan de reinheid van de stad. Er zijn enkele zaken die, al jarenlang, vervuild zijn, maar daar wil
ik nu niet verder op ingaan. Het is trouwens niet de eerste keer dat ik deze aangelegenheid naar voren
breng. (Mevrouw Van der Werf: Ik wou dat de heer Bijkersma zich ook zo druk maakte over de vervuiling
die er in de grond zit!) Mevrouw Van der Werf, mijn fractie heeft bepaalde uitgangspunten, u hangt de
ideeën van Marx aan, maar dat doen wij niet, want wij ontlenen onze uitgangspunten aan een heel an
dere visie.
Wethouder De Vries heeft gezegd dat de jeugdwerkloosheid zorgwekkend is. Dat ben ik helemaal
met hem eens en ik denk dat iedereen daar zo over denkt. De kritiek op de jeugd mag niet inhouden dat
zij verantwoordelijk is voor de deplorabele toestand waarin de wereld zich momenteel bevindt, want dat
is niet de schuld van de jeugd, maar veel eerder de schuld van de overtrokken eisen die wij met elkaar
in het verleden hebben gesteld. Ik denk dat wij de schuldigen zijn en niet de jeugd. De jeugd mag niet
de dupe worden van de huidige situatie. Wij zullen er alles aan moeten doen om die situatie te verbete
ren, maar de jeugd zal ook moeten begrijpen dat er wel eens een harde hand nodig is om het paard weer
in het gareel te krijgen. Dat doet altijd zeer, maar toch is het nodig. Van teveel moderatie moet dus
ook geen sprake zijn.
De wethouder zegt dat de integratie Centrum voor Beroepsbegeleiding en Beroepsoriëntatie (CBB)/
Stichting project Mensen zonder Werk moeilijk zal zijn omdat de instellingen zich beide op een ver
schillend terrein bewegen. Wethouder De Vries zegt dat het CBB zich richt op de zwakkeren. Volgens
mij houdt ook de Stichting project Mensen zonder Werk zich bezig met de zwakkeren. Er is dus ergens
sprake van een doublure. Integratie van de twee instellingen zal momenteel misschien nog te moeilijk
zijn, maar een zekere samenwerking met samenvoeging van de overhead zou toch eens kunnen worden
overwogen.
Wethouder Miedema heeft gezegd dat hij met verbazing mijn betoog heeft aangehoord over het ge
scheiden ophalen van huisvuil. De wethouder heeft mijn verhaal kunnen lezen en daarin staat dat ik
waarschuw voor experimenten die elders in den lande plaatsvinden met het gescheiden ophalen van huis
vuil met gebruik van verschillende vuilniszakken. Dat experiment is niet goed tot zijn recht gekomen en
veel gemeenten zijn daar dan ook mee gestopt. Ik ben het eens met de wethouder wanneer hij zegt dat
papier en glas al apart worden opgehaald. Maar als de wethouder denkt dat hij door experimenten met
gekleurde huisvuilzakken de gezinnen ertoe kan bewegen om het vuil te scheiden en in de verschillende
zakken te deponeren, dan zal de wethouder volgens mij van een koude kermis thuiskomen. Volgt u de
ontwikkelingen maar elders in den lande, mijnheer Miedema.
Wethouder Miedema heeft het ook gehad over de maandagmiddagmarkt. Ik ben echt verheugd dat
die markt er is gekomen. Mevrouw Brandenburg heeft het zojuist gehad over mijn onderbouwing van be
paalde zaken. Reeds lang voordat er een verzoek van de markthandelaren kwam om een maandagmid
dagmarkt te mogen houden was deze materie al eens aan de orde geweest in de commissie waarin de
wethouder ook zitting had, maar hij was toen misschien niet aanwezig. De wethouder was toen in ieder
geval geen voorzitter van deze commissie. Destijds werd de mogelijkheid tot het houden van een markt
op een andere dag op het Zaailand van de baan geveegd. In mei vorig jaar heeft men wel ingestemd met
het houden van een maandagmiddagmarkt en daar ben ik blij mee. Deze aangelegenheid is dus echt wel
eerder in de Commissie voor de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal aan de orde geweest. De
wethouder moet de notulen er maar op naslaan. (De heer Miedema (weth.): Wij zijn nu alle twee blij!)
Ja, wij zijn alle twee blij, mijnheer Miedema, maar daar gaat het niet om. Het gaat er om dat deze
aangelegenheid al veel eerder aan de orde is geweest en ik constateer dat de maandagmiddagmarkt veel
eerder van start had kunnen gaan als wij de initiatieven van de markthandelaren hadden overgenomen.
(De heer De Jong: Maar dat verzoek gold niet voor de maandagmiddagmarkt.) Ach, mijnheer De Jong.
(Gelach)
Wethouder Heere heeft gesproken over de bejaardenalarmering. Het systeem zal ongeveer 10,
per maand gaan kosten. Ik begrijp best dat dat bedrag voor sommige mensen een bezwaar kan zijn. Maar
van de andere kant vind ik dat een bedrag van 10,voor een alarmeringssysteem, waarbij men een
stooMBot;as!X