Mevrouw De Haan heeft gezegd dat haar fractie het werk van de Stichting Beeldende Kunst (SBK
steunt en dat de verhuizing van de stichting naar de Beurs akkoord is omdat de mensen daardoor mis
schien gemakkelijker de stap nemen om eens binnen te lopen. Zij en ook andere sprekers hebben er op
gewezen dat "integreren" van de SBK/Openbare Bibliotheek geen identiteitsverlies van de SBK mag be
tekenen. De SBK moet als zelfstandige grootheid kunnen blijven voortbestaan, zij het ingepast in het
Openbare Bibliotheek-gebeuren. In de raadsbrief staat dat wij de onderhandelingen willen voortzetten
op basis van de filosofie dat de twee instellingen bij elkaar gaan, met de duidelijke aanwijzing, die ik
niet alleen van mevrouw De Haan maar van meerdere fracties heb gekregen, dat daarbij de identiteit
van de SBK moet blijven bestaan. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden heb ik al gezegd dat
'ik, als blijkt dat er van de een of de andere zijde een zodanig absolute tegenstand is dat dat overleg en
die overeenstemming niet is te bereiken, dan bij de raad terugkom om een beslissing te vragen.
De heer Timmermans heeft gezegd dat het rijk tot september 1984 de subsidie voor het Frysk Orkest
in stand zal houden en hij heeft gevraagd of er al aanwijzingen zijn dat gemeenten afhaken wat betreft
de gemeenschappelijke regeling. Er zijn inderdaad aanwijzingen, want het is mij bekend dat er reeds
meer dan één gemeente kenbaar heeft gemaakt niet meer te zullen subsidi'érenOf dat standpunt van
doorslaggevende invloed is op het standpunt van de minister en de provincie waag ik overigens te be
twijfelen, want het gaat in het algemeen niet om bedragen waarvan men kan zeggen dat het verontrus
tend is wanneer die niet meer zouden worden verstrekt. Er is echter wat dit punt betreft een licht toene
mende tendens te constateren in het aantal gemeenten dat afhaakt. De heer Timmermans heeft vervol
gens gevraagd of de maximale subsidie van 1,1 miljoen voor 1984 voldoende is. Wij mogen, gelet op de
gesprekken die tot nu toe gevoerd zijn, er vanuit gaan dat dat voor 1984 het geval zal zijn.
Ook de heer Pruiksma heeft gewezen op de eigen identiteit van de SBK en heeft er nog aan toege
voegd dat ook overleg met de Federatie Kunstuitleen zou kunnen worden gevoerd. Ik ben bereid dat
overleg te voeren, omdat dat, mede gelet op de andere subsidiegevers, van belang kan zijn.
De heer Pruiksma heeft gezegd dat hij tegen de plannen van de Stichting Echo geen enkel concreet
bezwaar heeft, dat de stichting geen gelden kan claimen en dat hij de stichting niet dwars zal zitten.
Ik mag aannemen dat dit instemming betekent, althans geen afwijzing, als ik in de termen van de heer
Pruiksma mag spreken, en dat daarmee het bedrag van 380.000,--, waarvoor de bestemming nog nader
moet worden aangegeven, door hem wordt aanvaard.
De heer Bijkersma zegt dat hij twijfels heeft met betrekking tot de wens van de Stichting Echo.
Volgens hem kan iedereen wel een concertzaal willen en hij is daar niet zo voor geporteerd. Ik heb niet
duidelijk van de heer Bijkersma gehoord of hij echt tegen die wens van de Stichting Echo is, want hij
laat dat wat in het midden. (De heer Bijkersma: Ik twijfel.) De heer Bijkersma twijfelt. Het woord
"twijfel" heeft hij overigens gisteravond als liberaal principe uitgesproken. (De heer Bijkersma: Wij zijn
consequent!) Ja, u bent erg consequent, mijnheer Bijkersma.
De heer Van der Wal zegt dat hij tegen de bezuiniging is op de subsidie aan de SBK. Hij vindt de
basis waarop wij daarover nu met elkaar spreken te onzeker. Maar, zegt de heer Van der Wal, als de
Openbare Bibliotheek wel wil integreren dan komen wij voor een nieuwe keuze te staan. Ook de heer
Van der Wal is van mening dat de SBK haar eigen identiteit moet behouden. Ik heb daar al op geant
woord dat ik bereid ben dat standpunt in de onderhandelingen mee te nemen.
Met de plannen van de Stichting Echo gaat de heer Van der Wal akkoord, maar dat verbaast mij
n iets.
Wat betreft de opmerking van de heer Van der Wal over een ledenstop bij de Openbare Bibliotheek
wil ik een misverstand wegnemen, hoewel ik mij kan voorstellen dat dat misverstand gerezen is. In de
nota Herwaardering 1983-1987 staat op bladzijde 26, onder punt 2 Openbare Bibliotheek, het woord
"ledenstop". Als men echter de overige tekst goed leest, dan kan men daaruit de conclusie trekken dat
het college voorstelt, juist omdat er een ledenstop zou dreigen als wij het volledige bedrag zouden be
zuinigen, om niet het volledige bedrag te bezuinigen, maar van 170.000,naar 115.000,te
gaan. Met andere woorden, wij zijn het helemaal met de heer Van der Wal eens: er moet geen leden
stop komen tengevolge van deze bezuiniging.
De heer Van der Wal is ook tegen de bezuiniging op het sociaal-cultureel werk, maar steunt noch
tans de motie van de heer Schagen. Hij heeft geen kans gezien om dat uit te leggen en ik zal daarop
dan ook niet verder ingaan.
Mevrouw De Jong heeft gezegd dat zij de plannen van de Stichting Echo afwacht en die dan zal
afwegen. Ook zij ondersteunt de door de heer Schagen ingediende motie. Haar opmerkingen geven mij
geen aanleiding tot het maken van een reactie.
Van de zijde van de heer Buurman zijn wat mijn portefeuille betreft geen opmerkingen gemaakt.
De heer Miedema (weth.): De heer Van der Wal heeft gesproken over het Fonds energiebesparende
maatregelen en hij zegt dat het geen kunst is om dat fonds in stand te houden als men alleen maar ren
derende zaken uitvoert. Zijn fractie heeft daar wat moeite mee. Het college is van mening dat onze
beleidslijn ook in de toekomst gevolgd moet blijven. Wij zien geen brood in het uitvoeren van zaken
die onrendabel zijn. Het feit waarom wij nog 300.000,in het Fonds energiebesparende maatregelen
laten zitten is dat er plannen gemaakt zijn waarover beslissingen zijn genomen en dat er nog veel werk
zaamheden moeten worden uitgevoerd waar best nog eens een tegenvaller in zou kunnen zitten. In de
betreffende afdelingsvergadering heb ik al gezegd dat wij een deel van de gelden van het genoemde
fonds bestemd hebben voor innoverende projecten. Er is onder anderen een project voor zonnecollecto
ren op de Kleine Wielen in ontwikkeling en zo zou er zich nog wel eens iets voor kunnen doen. Voor
dergelijke exceptionele zaken zijn wij bereid een beroep op dit fonds te doen, ook al zouden die tijde
lijk niet helemaal rendabel zijn. Maar in grote lijnen pakken wij alleen zaken aan die enig rendement
opleveren. (De heer Niemeijer: In de betreffende afdelingsvergadering heeft u een en ander iets ruimer
uitgelegd en gezegd dat "renderend" in principe wel voorwaarde is maar dat dat ruim geïnterpreteerd
kan worden en zeker in de tijd. Ik wil graag dat u die woorden gestand blijft doen.) Datgene wat ik
zojuist gezegd heb over de zonnecollectoren heb ik ook in de betreffende afdelingsvergadering gezegd.
Op het terrein van innovatie zou men bijvoorbeeld ook een nieuw type ketel uit kunnen proberen. Zo
zijn er wel meer zaken op dit terrein waarvoor je een beroep op het Fonds energiebesparende maatrege
len kunt doen. Ten aanzien van de normale isolerende maatregelen hebben wij echter een grens getrok
ken: de maatregelen moeten renderend zijn, want anders worden ze niet uitgevoerd. Zouden wij de
grens verleggen dan zou het Fonds energiebesparende maatregelen op termijn veel te klein zijn. Wij
zijn van mening dat het niet verantwoord is om, nu wij zoveel moeten bezuinigen, deze beleidslijn te
verleggen
Mevrouw De Jong en de heren Bijkersma, Van der Wal en Buurman hebben gesproken over het Ge
meentelijk Electriciteitsbedrijf (GEB) en over het bedrag van 250.000,--. De heer Buurman vraagt
hoe het hier nu eigenlijk mee zit, wel dat zit wat moeilijk in elkaar. De heer Van der Wal heeft een
heel optimistische visie en zegt dat arbitrage zeker 1,5 miljoen oplevert op jaarbasis. Overal in het
land werkt men met een constructie waarbij de winst per aansluiting wordt gedeeld en als men dat sys
teem, volgens de heer Van der Wal, op Leeuwarden zou toepassen zou dat 1,5 miljoen opleveren. Het
college is volgens de heer Van der Wal veel te voorzichtig en wij moeten het bedrag van 1,5 miljoen
inzet maken van de arbitrage. Het bedrag kunnen wij ook gebruiken bij een eventuele overname en op
dit moment gebruiken als dekkingsmiddel, hetgeen de heer Van der Wal ook erg consequent doet.
Een van de verschillen tussen Leeuwarden en andere gemeenten is dat de provincie Friesland de
laatste jaren een erg voorzichtig beleid heeft gevoerd wat de prijsverhogingen betreft. De prijsverho
gingen zijn ver achtergebleven bij andere delen van het land en dat is een erg goede zaak omdat wij
vrij hoog met de tarieven zaten. Een en ander heeft niets met de prijsvorming te maken maar wel met
het dunbevolkte gebied dat wij in Friesland moeten aansluiten. Wij zaten vrij hoog met de tarieven en
dat is een duidelijke handicap voor de industrie en voor de grootverbruiker en het is bovendien een na
delige positie ten opzichte van andere delen van het land. De provincie is financieel in staat om fond
sen die men heeft in vrij grote mate af te bouwen en de tekorten daaruit te dekken. Een van de redenen
dat het met het GEB niet goed ging was dat wij de normale prijsverhoging, die wij wel nodig hadden,
niet konden incasseren. Ook na de arbitrage blijft het genoemde verschil bestaan. Het geschil dat door
arbitrage moet worden opgelost gaat over het inkoopcontract en dat heeft niets te maken met de prijs
vorming. Een en ander nivelleert al met een vrij groot deel het bedrag dat de heer Van der Wal opvoert.
(De heer Van der Wal: Nee hoor, zelfs met de huidige verbruikerstarieven op dit achterblijvende niveau
is de 1,5 miljoen zuiver uit het contract te halen en dat weet de wethouder ook wel, als hij tenminste
het contract kent.
Een aantal zaken komt in het kader van de arbitrage aan de orde: de brutomarge, de piekbelastin-
gen en de renteverrekening. Op basis hiervan raamt de heer Van der Wal het bedrag van 1,5 miljoen.
Gezien de korte tijd na de vorige uitspraak van de arbitragecommissie, zou het erg onvoorzichtig zijn
om deze raming tot de onze te maken. Maar er is nog een feit dat het college gemaand heeft tot enige
voorzichtigheid. De minister heeft zich namelijk op het standpunt gesteld dat de totale produktie-een-
keid landelijk moet worden ingekaderd. Volgens de laatste berichten waar ik over beschik zal die inka
dering niet op heel korte termijn realiteit worden, maar ik verwacht wel dat er een redelijke kans be
staat dat wij naar één stroomprijs in Nederland gaan en dat de grote verschillen, die zich op dit moment
voordoen, dan tot het verleden behoren. (De heer Van der Wal: Dat levert Leeuwarden minstens 2 mil
joen op.,! Welke gevolgen het instellen van één stroomprijs heeft laat zich niet voorspellen, maar ik
kan met vrij grote stelligheid zeggen dat dat feit geen 2 miljoen oplevert. Ik denk eerder dat een en
ander een nivellerende invloed zal hebben op de totale uitslag, want in het raam van de geldschaarste,