105
Mevrouw De Haan—Laagland: Ik weet dat er geen tweede instantie is, maar ik wil naar aanleiding
van het antwoord dat wethouder De Vries heeft gegeven met betrekking tot de Buitenschool een motie
indienen. De motie luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 april
1983,
besluit het college op te dragen alsnog de gemeenten, waarvan op dit mo
ment kinderen de Buitenschool bezoeken, te verzoeken de bedragen, die het
verzorgingsgedeelte betreffen voor deze leerlingen, voor hun rekening te
nemen."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma
Het antwoord van de wethouder verbaast ons een beetje. In de Commissie voor het Onderwijs is uit
voerig over de bewuste bijdrage gepraat. Toen is gezegd dat men zo'n bijdrage niet kan afdwingen.
Voor zover ik mij herinner was iedereen in de commissie van mening dat die bijdrage moet worden ver
strekt. Het college heeft toen niet gezegd dat dat per se niet moet gebeuren. Het feit dat de door wet
houder De Vries genoemde brief geschreven is, is natuurlijk jammer.
De Voorzitter: Mag ik u even interrumperen, mevrouw De Haan? In de betreffende afdelingsverga
dering is duidelijk gezegd - wethouder De Vries heeft dat zonet ook gezegd - dat wij helaas tot de con
clusie moesten komen dat wij in het verleden geen enkel overleg met andere gemeenten hebben gevoerd
om kinderen vanuit die gemeenten naar de Buitenschool te kunnen sturen. Wij zouden ons belachelijk
maken wanneer wij nu aan die gemeenten zouden vragen om de kosten voor de opvang van de reeds ge
plaatste kinderen voor hun rekening te nemen. Er is nooit enig overleg geweest met de gemeenten. Alle
gemeenten moeten bezuinigen, maar wij hebben keihard tegen de gemeenten moeten zeggen dat zij
vanaf 1 september a.s. de kosten voor de opvang van nieuw te plaatsen kinderen op de Buitenschool zelf
moeten betalen. In de betreffende afdelingsvergadering is ook heel duidelijk gesteld dat er ondertussen
een brief naar de gemeenten is verstuurd - dat kunt u ons heel erg kwalijk nemen - omdat wij hen zeer
tijdig moeten informeren. Wij hebben de gemeenten meegedeeld dat de kosten voor opvang van reeds
geplaatste kinderen op de Buitenschool voor onze rekening blijven.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ik ben het niet met de voorzitter eens dat dit onderwerp in die sfeer in
de afdelingsvergadering is behandeld. Het college heeft ons een dergelijke motie ook niet ontraden,
want anders hadden wij er in de Commissie voor het Onderwijs ook niet op een dergelijke manier over
kunnen praten. (De Voorzitter: Het is zo wel duidelijk gezegd hoor in de betreffende afdelingsvergade-
ring, mevrouw De Haan. Misschien is er iets misgelopen, maar het zou niet juist zijn dat ik niet zou
zeggen dat wij die brief hebben verstuurd.) Ik denk dat dat achteraf te vroeg is geweest.
De heer Visser: De vergadering van de Commissie voor het Onderwijs heeft plaatsgevonden na de
afdelingsvergadering. In deze commissie is deze hele materie in het kader van de nota Herwaardering
1983-1987 aan de orde geweest.
De Voorzitter: Mevrouw De Haan weet in ieder geval dat de brief uit is en zij heeft een motie in
gediend.
De Voorzitter schorst, om 18.00 uur, de vergadering tot 19.30 uur.
/S>£
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 12 april 1983.
RAADSVERGADERING van dinsdag, 12 april 1983, aanvang 19.30 uur.
(voortzetting van de vergaderingen van 11 april 1983 en de middagvergadering van 12 april 1983)
Aanwezig 37 leden.
PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk-Welles,
G. Visscher-Bouwer, J.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de heren P. Bron, ir.
C.G.H. Geerts (weth.), H. ten Hoeve, J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), H.
Meijerhof, J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries (weth.).
CDA mevrouw AWillemsma-de Jong en de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H.
Jansma, C. de Jong, W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, N. Sterk, P.J. Sijbe-
sma en L. Visser.
VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer, R. Burg, J.R. Bijkersma,
H. Dubbelboer en J .A. H. IJestra.
PAL mevrouw J. van der Werf en de heren J.D. Niemeijer, S.F. Siemonsma en P.D. van
der Wal
D'66 mevrouw J. de Jong.
GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, P. de Boer,
hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, drs. A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Financien
en Belastingen, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr.
W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. J. Knottne-
rus, hoofd van de afdeling Onderwijs, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris, en drs. H. Sikkema,
hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie.
Punt 1b (vervolg).
De Voorzitter: Dames en heren, ik zie dat alle raadsleden weer aanwezig zijn. Wij moeten de in
gediende moties nog afhandelen. Ik breng allereerst ter sprake de motie die is ingediend door mevrouw
Visscher en mevrouw Brandenburg over het schoolzwemmen. Voor de goede orde zal ik de motie nog
even voorlezen.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 april
1983,
besluit het schoolzwemmen voorlopig niet verder terug te brengen dan tot 2
klassen zwemles en nodigt het college uit deze hele zaak van het school
zwemmen nog eens op een rij te zetten wat betreft de werkelijke besparin
gen, waaronder de mogelijkheid een eigen bijdrage in het vervoer te vragen
van de ouders en de realiteit om het overlevingszwemmen te kunnen leren in
40 lessen.
Wethouder De Vries heeft gezegd dat het college bereid is de motie over te nemen mits de taakstel
ling overeind blijft. Gaat de raad daarmee akkoord? (De heer Pruiksma: Betekent dat dat er eventueel
ook nog naar de meevaller gekeken kan worden?) Het herwaarderingsobject blijft overeind. Naar ik
heb begrepen hebben de indiensters van de motie geen moeite met het voorstel voor het schooljaar 1983-
1984, maar wel met de voorstellen voor de volgende jaren. Mevrouw Visscher heeft toegelicht waarom
Zij graag wil dat het komende jaar wordt nagegaan of tot een ander systeem ten aanzien van deze mate
rie kan worden gekomen. Ik hoef nu niet te herhalen wat zij wat dat betreft heeft uiteengezet. Wethou
der De Vries heeft gezegd dat het college de motie wel wil overnemen met dien verstande dat de taak-