I
11
10
Ik wil nog wel een kanttekening plaatsen bij de exploitatie-opzet, zoals die ons voor ogen staat.
Op de cijfers dienaangaande zullen wij niet ingaan, want het gaat om begrotingscijfers en volgend jaar
zien wij wat dat betreft wel weer verder.
Een ander punt waarover ik een opmerking wil maken is de commissie die het college zich voorstelt
in te stellen en waarover de raad van de kant van het college voorstellen kan verwachten. Het voorstel
van b. en w. is om een commissie met beheersbevoegdheden voor de ijshal in te stellen. Ik wil aan het
college de suggestie meegeven om deze commissie niet alleen het beheer van de ijshal als taak te ge
ven, maar daarbij tevens de evenementenhal te betrekken. Mijns inziens houden de ijshal en de evene
mentenhal namelijk nauw verband met elkaar. Het alternatief, uitbesteden van de exploitatie van de
ijshal aan een particulier, gaat met name om onder meer deze reden niet door. Ik wil deze suggestie
aan het college meegeven en wij hopen dat wij daarvan in het voorstel, dat wij over enige tijd krijgen,
iets terugvinden
De heer Visser: De aanzienlijke exploitatieverliezen van de ijshal zijn aanleiding geweest voor het
instellen van een onderzoek naar de mogelijkheden van een verbeterde exploitatie, te bereiken binnen
de bestaande structuur dan wel door overdracht van het exploitatierisico. Deze, op grond van het on
derzoek, niet haalbare alternatieven, gevoegd bij een onverantwoord geachte voortzetting van de ex
ploitatie, zouden kunnen pleiten voor de meest radicale oplossing in de vorm van sluiting van de ijshal.
Sluiting van de ijshal betekent echter evenzeer een forse last voor de gemeente, die berekend is op cir
ca drie ton. Dit bedrag kan nog worden verhoogd met het uitstralingseffect naar de evenementenhal.
Met dit beeld voor ogen achten wij het juist dat het college heeft gezocht naar wegen om de exploitatie
van de ijshal vooralsnog in gewijzigde vorm voort te zetten. Terecht heeft het college een voorbehoud
gemaakt, omdat ons inziens voortzetting van de exploitatie van de ijshal niet tot elke prijs mag plaats
vinden, ondanks het feit dat ook wij het maatschappelijk nut van de ijshal onderkennen.
Het college beoogt thans het in eigen beheer nemen van de ijshal en het instellen van een beheers
commissie. In dit kader is een herziene begroting voor het seizoen 1983-1984 opgesteld, die sluit met
een tekort van 240.000,hetgeen jaarlijks in het beleidsplan een extra voorziening van 90.000,
vraagt. Voor de beoordeling van de vraag: stoppen of doorgaan met de exploitatie van de ijshal, heeft
mijn fractie zich op het standpunt gesteld dat, gelet op de financiële consequenties bij sluiting van de
ijshal, een reddingsplan moet worden aangegrepen.
Instemming met de voorgestelde constructie van het beheer van de ijshal, houdt in dat samenstelling
en bevoegdheden van een in te stellen beheerscommissie spoedig aan de raad zullen worden voorgelegd.
In de gecombineerde vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Commissie voor de Dienst
voor het Marktwezen en de Frieslandhal is, met betrekking tot de samenstelling van de beheerscommis
sie, door enkele leden gewezen op de huns inziens te verwachten onderbedeelde plaats van de gemeente
in die commissie. Wat dit punt betreft gaan wij ervan uit dat in goed overleg met de ijsclubs naar een
acceptabele oplossing wordt gestreefd. Van een ontwikkeling in deze richting verwacht mijn fractie
meer dan verdere pogingen tot privatisering op dit moment. Met het oog op het komende seizoen dienen
tal van zaken geregeld te worden. Bovendien is een concurrentiepositie met de evenementenhal niet
denkbeeldig, waarbij elk gunstig effect in de exploitatie van de ijshal tegengestelde gevolgen zou kun
nen veroorzaken voor de exploitatie van de evenementenhal.
Bij aanvaarding van het voorstel van het college acht mijn fractie het van wezenlijk belang dat on
der de toekomstige bestuursstructuur met kracht gestreefd wordt naar beheersing c.q. verlaging van de
geraamde uitgaven in samenhang met het promoten van de ijshal. Wellicht dienen op dit punt de tarie
ven van de hal kritisch te worden beoordeeld. Mogelijk kan een drempelverlagend tarief, naar analogie
van de tarieven van de parkeerkelder, een stimulerende werking hebben op met name het recreatie
schaatsen. Om in parkeertermen te spreken: ook hier geeft het aantal bezoekers de bezettingsgraad van
de hal en daarmee het verloop van de exploitatie aan.
De teleurstellende exploitatieresultaten heeft mijn fractie afgewogen tegen het nut van de ijshal.
Mijn fractie is tot de conclusie gekomen om onder de gegeven omstandigheden en op basis van overge
legde berekeningen - van sommige berekeningen moet de realiteitswaarde nog blijken - een verwach
tingspatroon te aanvaarden in plaats van sluiting van de ijshal te bepleiten.
Mijnheer de voorzitter, u heeft inmiddels begrepen dat de CDA-fractie het voorstel van het college
steunt, hoewel niet juichend, en instemt met het besluit zoals dat in een viertal punten is verwoord.
De heer Bijkersma: Mijn fractie wil vooraf stellen dat zij met het college van mening is dat de ijs
hal een niet onbelangrijke maatschappelijke functie in de gemeente vervult. Laat dat onverlet zijn.
Toch hebben wij tegen het gestelde onder punt twee van het besluit grote bezwaren. Ons bezwaar
is niet zozeer gelegen in het feit dat wij de opheffing van de Stichting IJshal Leeuwarden niet zouden
zien - duidelijk is gebleken dat deze stichting helaas is afgegaan op prognoses die helemaal niet haal
baar waren -, maar is meer gelegen in het feit dat datgene wat hier op tafel ligt haastwerk is. De heer
Meijerhof heeft dat ook al genoemd. Ik heb begrepen dat het haastwerk voor een deel is veroorzaakt
door het feit dat men bang is dat voor het komende seizoen de planningen niet meer gemaakt kunnen
worden. Volgens mij is daar best een interim-oplossing voor te vinden en die is er ook wel. Onze frac
tie kan zich niet vinden in de wijze waarop wij nu met de rug tegen de muur worden gezet.
Het college zegt in de raadsbrief dat er onderhandelingen zijn geweest over de overdracht van het
exploitatierisico van de ijshal aan een particuliere instantie. Er is maar één instantie geweest waaraan
men gevraagd heeft om dat exploitatierisico over te nemen. Ik vind dat aantal niet breed genoeg. Mijn
fractie zou echt wel wat meer activiteiten in de richting van privatisering willen zien dan er tot nu toe
gepleegd zijn. Ik kan mij indenken dat degene, die met voorstellen bij het college is gekomen, weet
wat er allemaal gebeurt, want hij is wel een beetje betrokken geweest bij de bouw van de ijshal. Een
exploitant en een bouwer houden de zaken echt wel in de gaten. Diegene heeft scherp gecalculeerd en
ik begrijp wel dat het college dat bijna niet kon aannemen. Volgens mij is er echter helemaal niet naar
andere oplossingen gezocht, zodat wij denken dat het college met de rug tegen de muur staat. Wij moe
ten ons niet in de nu voorgestelde richting laten dwingen, want wij hebben het gevoel dat het voorstel
dat nu voor ons ligt wederom een voorstel is waarvan de financiële consequenties, waarover de heer
Visser en naar ik meen de heer Meijerhof ook hebben gesproken, niet zijn te overzien.
De Commissie voor de Financiën en de Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal zijn op
korte terrrtijn bij elkaar gekomen. De commissieleden kregen plotseling wat stukken - ik begrijp dat daar
ook haast achter zat -, die onvoldragen waren. Er waren dienaangaande ontzettend veel vraagtekens.
Wij hebben vragen gesteld in de gecombineerde commissievergadering, maar die zijn toen niet beant
woord
De gepresenteerde begroting, zoals het college die wil zien, heeft totaal geen realiteitswaarde.
Uit hetgeen ik in de stukken heb gelezen, erkent het college dat volgens mij ook wel. De begroting
heeft geen realiteitswaarde, want er zit een groot aantal vage factoren in. Ook de verschuiving van
personeel van de ijshal in de richting van de DMF komt niet goed boven tafel. Op deze manier kan men
natuurlijk alles goed sluitend maken. Als men in de begroting met personeel begint te schuiven - ik heb
overigens alle respect voor het personeel en ik vind dat er niet met personeel geschoven moet worden -
dan versluiert men iets, hetgeen hier naar mijn gevoel ook duidelijk gebeurt.
Wij willen graag dat het college toch nog meer onderzoeken doet in de richting van privatisering
en gesprekken met anderen voert. Nogmaals, ik heb het gevoel dat het komende seizoen daarvoor geen
belemmering mag zijn, want er zijn, zoals gezegd, wel interim-oplossingen mogelijk. Mijn fractie wil
graag dat er duidelijker en breder wordt onderzocht op welke manier de ijshal elders in exploitatie kan
worden gegeven. Dat is dan ook de reden dat wij niet zullen stemmen voor het opheffen van de Stich
ting IJshal Leeuwarden. Als wij deze stichting opheffen dan kan het college van achter de tafel bij ie
der vervolgbesluit verwijzen naar het besluit om de stichting op te heffen. Wij vinden dat wij het be
sluit om de Stichting IJshal Leeuwarden op te heffen niet moeten nemen voordat men de zaken meer en
beter heeft onderzocht. In de vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Commissie voor de
Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal heb ik een aantal detailopmerkingen naar voren ge
bracht. Ik heb eens een keer gezegd dat men de zaken niet moet herkauwen en dat zal ik dan nu ook
niet doen. Het is de betreffende wethouder wel bekend hoe ik over het een en ander denk, maar dat wil
ik nu niet meer uitspreken want dat kost al leen maar tijd.
Kortom, mijn fractie heeft grote bezwaren tegen het opheffen van de Stichting IJshal Leeuwarden
op grond van hetgeen ik gezegd heb. Wij willen graag dat er een breder onderzoek komt en wij willen
daarvoor een motie indienen. Ik ben het eens met datgene wat de heer Meijerhof gezegd heeft over een
aparte commissie. Een aparte commissie is niet nodig. Men zal een en ander op een andere wijze moe
ten regelen. Wij hebben daar bepaalde gedachten over, maar misschien moeten die wat worden bijge
schaafd. De motie luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 april
1983, behandelende punt 21 van de agenda (exploitatie van de ijshal),
draagt b. en w. op:
a. de mogelijkheden om de exploitatie over te dragen aan een particuliere
onderneming opnieuw te onderzoeken;
b. als het gestelde onder punt a niet mogelijk blijkt, te onderzoeken of een
beheersvorm, waarbij de ijshal rechtstreeks wordt ondergebracht bij de
Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal (en de beheersbevoegd
heid valt onder de Commissie voor de Dienst voor het Marktwezen en de
Frieslandhal) mogelijk is;