12
c. een overzicht te geven van de gevolgen van zowel punt a als punt b voor
het huidige personeel van de ijshal."
De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer.
Het onder punt b van onze motie houdt iets anders in dan het voorstel van de heer Meijerhof. Wij
zijn bereid om ook het door hem naar voren gebrachte voorstel nog eens te bekijken, hoewel ik denk dat
ons voorstel een beter voorstel is.
Samengevat komt onze motie er op neer: een beter onderzoek in de richting van privatisering, een
beheersvorm die meer aansluit bij de DMF en een overzicht van de personele consequenties die nu ver
sluierd overkomen. Aan het begin van mijn betoog heb ik gezegd dat het hier wederom om een voorstel
gaat, waarvan de financiële consequenties voor de gemeente Leeuwarden niet zijn te overzien. Ik wil
daar de hele raad voor waarschuwen.
De heer Van der Wal: De heer Meijerhof is begonnen met te stellen dat het hier om een, financieel
en qua gebruik van de ijshal gezien, trieste affaire gaat. Destijds heeft mijn fractie met twijfel in het
hart voor de bouw van de ijshal gestemd. Wij hebben ons toen door de toenmalige wethouder over laten
halen om voor die bouw te stemmen. Dat is hem later niet meer bij de evenementenhal gelukt. Ook die
affaire zullen wij hier binnenkort wel in de raad krijgen. Wij hebben destijds voorgesteld om voor de
Leeuwarder schaatsers een groepsabonnement te kopen zodat men gratis naar Heerenveen kon worden
vervoerd. Dat zou veel goedkoper zijn, terwijl bovendien het mes aan twee kanten zou snijden. Die
suggestie is toen niet gevolgd en nu zitten wij met de brokken. Nu moeten wij kiezen tussen drie ton
verlies en niks of 240.000,verlies per jaar en dan tenminste nog een ijshal voor wie er toch nog
gebruik van wil maken. Het is dus financieel gezien kiezen uit twee kwaden en dan is het duidelijk dat
die keuze naar de minst kwade overhelt. In die zin gaan wij dan nu ook maar akkoord met de opzet zo
als die in de raadsbrief staat, met uitzondering van het instellen van een aparte beheerscommissie voor
de ijshal. De heer Meijerhof heeft het daar ook al over gehad. Zo'n commissie lijkt mij geen goed idee,
want het gaat om één complex dat allerlei voorzieningen heeft op het gebied van de energievoorziening
en de horeca. Beide hallen zijn tegen elkaar aangebouwd.
Het lijkt ons een veel beter idee om één beheerscommissie in te stellen voor de ijshal en de evene
mentenhal. Beide projecten zullen alle zeilen bij moeten zetten om zoveel mogelijk activiteiten binnen
te halen. Als men stelt dat een bepaalde activiteit niet in de ijshal kan plaatsvinden omdat dat concur
rerend zou zijn voor de evenementenhal - de lasten zijn dan wel twee keer zo hoog - dan loopt men het
risico dat dit soort evenementen/activiteiten worden gefrustreerd. Gooit men het beheer in een pot, dan
is ook de concurrentie vrijer en hebben wij gewoon twee hallen voor activiteiten die daar het beste in
passen. Zo'n beheer lijkt mij bestuurlijk gezien ook veel beter en eenvoudiger, want dan ben je meteen
het aspect van de concurrentie kwijt. Of er nu sprake is van tekort op de exploitatie van de ijshal of
dat er sprake is van tekort op de exploitatie van de evenementenhal, wij draaien toch met verlies. Eén
beheerscommissie lijkt mij verreweg het beste. Daarmee is privatisering natuurlijk van de baan, want
met privatisering haal je natuurlijk onmiddellijk de concurrentie in huis. Iemand die, als privé persoon
of instelling, zo'n hal gaat exploiteren probeert hoe dan ook voor concurrerende prijzen allerlei activi
teiten in de hal op touw te zetten. Een en ander zal betekenen dat de evenementenhal, die nog voor de
gemeente overblijft, in dit geval een ernstig nadelig exploitatierisico zal lopen.
Mevrouw De Jong: Het gaat hier om een wrang gevolg van een destijds sluitend gepresenteerde be
groting. Wij zitten nu met een tekort van 11 miljoen gulden. Het blijkt dat sluiten van de ijshal onge
veer drie ton per jaar gaat kosten en dat doorgaan met de exploitatie van de ijshal een tekort oplevert
van 240.000, De oplossing lijkt voor de hand te liggen, want wij houden met het genoemde tekort
in ieder geval een ijshal over. Gezien het grote tekort waar de ijshal mee heeft gedraaid en de slechte
huidige economische toestand, lijkt het mijn partij dat het onmogelijk is, zo niet bijzonder moeilijk,
om op dit momentaan privatisering te denken. Want wie zou dat ten aanzien van de ijshal willen?
Ik wil ook nog een opmerking maken over de concurrentie die de evenementenhal zou worden aan
gedaan door de ijshal. Wij vinden concurrentie zeker een punt van overweging. De beide hallen zien
wij als één complex en dan komt privatisering niet meer aan de orde.
Wat betreft de beheerscommissie stelt het college voor alleen voor de ijshal een dergelijke beheers
commissie in te stellen. Ik heb al gezegd dat mijn partij beide hallen als één complex wil zien en wij
vinden dan ook dat er geen aparte beheerscommissie voor de ijshal moet worden ingesteld. In de stukken
wordt onder anderen gesproken over het organiseren van activiteiten in de zomer voor de jeugd om het
tekort zoveel mogelijk te drukken. Juist daarom is het goed om het beheer van zowel de evenementen
hal als de ijshal in één hand te houden. Overigens wil ik wat betreft de activiteiten in de zomer nog
opmerken, mijnheer de voorzitter, dat ik mij kan herinneren dat dit feit destijds bij het presenteren van
13
de begroting ook is genoemd. Nu het tekort tot 1,1 miljoen gulden is opgelopen, wordt wel getracht die
activiteiten te ontplooien. Dat verbaast mij eigenlijk en ik vraag mij dan ook af waarom daar niet eer
der mee is begonnen. Zoals u begrijpt, mijnheer de voorzitter, stellen wij ons meer samenhang tussen de
ijshal en de evenementenhal voor.
Ik kom dan nu op een voorstel van het college om het personeel van de ijshal naar de evenementen
hal te schuiven. Een verschuiven van financiële zaken van het een naar het ander vinden wij niet juist.
Als men namelijk ergens mee bezig is, dan moet men gelijk weten waar men aan toe is. Wij vinden dan
ook dat de personele aangelegenheid alleen in samenhang met de exploitatie-opzet van de evenemen
tenhal aan de orde kan komen. Op de nu voorgestelde manier kunnen wij de financiële consequenties
niet overzien. Wij willen een en ander dus in samenhang zien.
Ten aanzien van dit voorstel is ontzettend veel haast gemaakt. De zaken zijn niet afgewogen en
wij kunnen ze niet overzien. Wij hebben nauwelijks tijd gehad om de cijfers, die zeer summier zijn, te
kunnen bespreken in de betreffende commissie. Bovendien zijn er behoorlijk wat vaagheden in de begro
ting die nu gepresenteerd is. Op dit moment wil ik daarom tegen het voorstel stemmen. Wij willen plei
ten voor een garantie dat er volgend jaar ijs in de hal ligt, want de programma's moeten natuurlijk tij
dig worden gemaakt. De hele exploitatie moet nog eens behoorlijk worden uitgediept, zodat wij weten
waar wij mee bezig zijn. Op basis van het voorstel dat op dat moment het beste is, kunnen wij een goed
en overwogen besluit nemen.
De heer Buurman: Het bestuur van de Stichting IJshal Leeuwarden confronteert de gemeente met
verontrustende gegevens. De verwachtingen zijn kennelijk overdreven optimistisch geweest, getuige het
feit dat de begroting 1979/1980 met niet minder dan 229.000,-- werd overschreden, de begroting
1980/1981 met 160.000,en de begroting 1981/1982 met 159.000, Over wat niet voor de hand
lag zijn in de statuten wel bepalingen opgenomen, namelijk over exploitatie-overschotten en reserve
ring. Over wat wel voor de hand lag zijn geen bepalingen in de statuten opgenomen, namelijk over te
korten. Indirect komen deze tekorten voor rekening van de gemeente Leeuwarden, gezien de rekening-
courantverhouding met de DMF. De gemeente is zo in een allesbehalve benijdenswaardige dwangpositie
terechtgekomen. Het wekt op zijn minst enige verwondering te lezen dat de verliezen niet worden
kwijtgescholden, terwijl de gemeente indirect alsmaar verliezen zit te financieren. De in wezen ach
tergestelde vordering van de DMF op de Stichting IJshal Leeuwarden cumuleert, de rentelasten worden
uiteraard doorberekend en gaan loodzwaar drukken. Het komt mij vreemd voor dat geen sterveling, al
thans naar mijn weten, zich geroepen heeft gevoeld tijdig een rode lamp te ontsteken. Uithuilen dus en
opnieuw beginnen?
Uithuilen zal wel moeten. Voor de exploitatieverliezen zullen kredieten moeten worden verstrekt
en de Stichting IJshal Leeuwarden zal moeten worden ontbonden, waarbij wel vastgelegd dient te wor
den dat de ijsverenigingen geen claim zullen indienen voor de 6 fonds perdu verstrekte bedragen. Wan
neer dat laatste vaststaat heb ik op zich geen moeite, hoe pijnlijk de zaak ook is, met het voorgelegde
besluit.
Maar opnieuw beginnen, een reddingspoging wagen? De door de directeur van de DMF ingediende
begroting is zwak. Er is weinig voor nodig om een situatie te zien ontstaan, waarin de variabele lasten
niet gedekt worden door de lopende inkomsten. Hierbij gaat het er echt niet om of sommige posten
5.000,hoger of lager moeten worden begroot. Het gaat meer om de grote lijnen. Hoe zullen enkele
taakstellende elementen in de begroting in werkelijkheid uitpakken? Brengt het onderhoud buiten het
ijsseizoen geen kosten met zich mee? De uitgavenkant moge bijzondere aandacht hebben gehad, de ba
tenkant is zeker niet minder belangrijk. Er zullen levensvatbare ideeën aangedragen moeten worden en
meer activiteiten moeten worden ontplooid. Uitwisseling van gegevens met andere ijshallen zou regel
matig moeten plaatsvinden. Bedrijfsvergelijkend onderzoek en budgettering is in het bedrijfsleven niet
voor niets een belangrijke steun. Ik ben overigens van mening dat het gemeentebestuur dient te voorzien
in de gebleken behoefte. Het recreatieschaatsen zal inderdaad veel meer accent moeten krijgen. Voor
het particulier initiatief is zeker een taak weggelegd, het verdient stimulering en aanmoediging van het
gemeentebestuur. Pogingen om het particulier initiatief in te schakelen zouden naar mijn mening zeker
niet moeten worden gestaakt.
Wanneer instelling van een commissie met beheersbevoegdheden doorgang zou vinden en de com
missie zou zeven leden tellen, dan lijkt het mij voor de hand te liggen dat, gezien de belangen van de
gemeente, drie leden van de commissie raadsleden zijn en één lid wethouder is. Commerciële feeling en
een financiële deskundigheid kunnen niet worden gemist. Van de leden van deze commissie zal vinding
rijkheid, initiatief en voortdurende inzet moeten worden gevraagd. De direct na afloop van ieder kwar
taal te produceren gegevens zullen nauwgezet moeten worden gevolgd en er zal onmiddellijk gereageerd
moeten worden bij dreigende overschrijding van onderdelen der begroting.