Ik wil nog een punt van orde voorleggen. Moeten wij nu pauzeren of moeten wij eerst de agenda afwerken en dan pauzeren? Ik constateer dat wij eerst de agenda verder kunnen afwerken. De heer Meijerhof: Ik zal geen voorschot nemen op de discussie over de in te stellen commissie waarover ik suggesties heb gedaan. De heer Bijkersma is nog wel een antwoord van mij schuldig, want hij heeft een motie ingediend. Hij heeft met stelligheid gezegd dat hij een beter voorstel heeft inge diend dan ik. Nou, dat klopt natuurlijk, want ik heb helemaal geen voorstel ingediend. Van mijn kant is er een suggestie gedaan, dus het voorstel van de heer Bijkersma is sowieso beter omdat daar niets te genover staat. Een goed voorstel en een goede motie moeten aan minstens één voorwaarde voldoen, namelijk dat ze ruim van tevoren op schrift worden gesteld en worden rondgedeeld. Ik heb even vlug wat puntjes ge noteerd. De heer Bijkersma heeft gezegd dat zijn fractie bezwaar heeft tegen punt twee van het besluit, want als de raad daarmee wel instemt dan is de weg voor een andere mogelijkheid min of meer afgeslo ten. Ik heb de indruk dat het omgekeerde eerder het geval is. Als wij punt twee van het besluit van avond niet zouden aannemen dan betekent dat, als er zich nog eens een andere mogelijkheid zou voor doen, dat wij het eerst met elkaar eens moeten zijn over de stichting, waarin drie partijen participeren. Als wij punt twee van het besluit vanavond wel aannemen en er komt een andere mogelijkheid te voor schijn, dan is het alleen de gemeenteraad die op een bepaald moment kan kiezen of wij die richting uitgaan. Wat dat betreft vind ik dat wij de motie niet moeten aanvaarden. De heer Bijkersma zegt verder dat wij breder moeten gaan zoeken naar privatiseringsmogelijkheden. In de betreffende commissie is gezegd dat er op dit moment geen ander alternatief is dan sluiten of door gaan. Wij hebben in eerste instantie al gezegd dat de financiële cijfers ervoor pleiten om door te gaan en dat er op dit moment geen ander alternatief is. Maar mocht er een alternatief zijn, een veilinghai of wat dan ook, dan komt dit natuurlijk weer opnieuw aan de orde. Kortom, de motie die de heer Bijker sma heeft ingediend zal om deze reden van onze fractie geen steun krijgen. De heer Visser: De tarieven, waaraan ik in mijn verhaal aandacht heb geschonken, zijn inderdaad in neerwaartse richting bedoeld; dat heeft de wethouder heel goed begrepen. Een en ander hoeft naar mijn mening een ongunstig effect echter niet uit te sluiten, als ik even denk aan de parkeerkelder die ik ook in eerste instantie heb genoemd. (De Voorzitter: De wethouder moet ook niet van zulke opmerkin gen maken, want die lokken reacties uit.) Ik wil ook nog een opmerking maken aan het adres van de heer Van der WalIk kreeg de indruk dat de concurrentiepositie, waarover ik het heb gehad, onder alle omstandigheden zou kunnen plaatsvinden. Als dat het geval is dan heeft de heer Van der Wal niet goed geluisterd, want ik heb die opmerking ge maakt in het kader van een eventuele privatisering. Bij privatisering zie ik dat gevaar inderdaad drei gen, maar niet bij het in eigen beheer nemen van de hal. Wat betreft de motie van de VVD zijn wij van mening dat een onderzoek naar de verdere mogelijk heden van privatisering op dit moment niet relevant is. Wij zullen dat voorstel dan ook niet steunen. Op het tweede punt van de motie over de toekomstige bestuursstructuur heeft de voorzitter al een toe lichting gegeven. De heer Bijkersma: Ik ben blij met de woorden van de voorzitter over het tweede deel van onze mo tie en dat er zicht is op een wat betere vorm van toezicht en beheer. Wat dat betreft heb ik er wel ver trouwen in en de punten b en c van onze motie kunnen wat mij betreft na de woorden van de voorzitter wel vervallen. Punt twee van het besluit gaat over het ontbinden van de Stichting IJshal Leeuwarden. De heer Miedema heeft mij wat dit punt betreft niet goed begrepen, maar het gebeurt wel vaker dat hij mij niet goed begrijpt of, want dat kan natuurlijk ook, misschien niet wil begrijpen. Aan het begin van mijn be toog heb ik gezegd dat het college met een interim-oplossing had moeten komen. Ik wil de Stichting IJshal Leeuwarden helemaal niet tot in lengte van dagen in stand blijven houden. Wij hebben wel ge zegd dat wij, wanneer het college de stichting wil opheffen, bij vervolgbeslissingen met de rug tegen de muur staan en dat wij dat niet willen. Wij vinden dat er op een te korte termijn en te snel een aantal zaken worden afgehandeld en gepresenteerd en dat een en ander grote risico's voor de gemeente Leeu warden met zich meebrengt. Ik wil ook nog even ingaan op het woord "versluieren" dat ik gebruikt heb. Als de wethouder denkt dat ik daarmee bedoeld heb dat hij opzettelijk de zaak misleid heeft, dan wil ik hem geruststellen: dat is niet zo. Ik geef het college wat dat betreft alle vertrouwen. Met het woord "versluieren" bedoe1 ik: vaag. Ik wil in dat verband een voorbeeld aanhalen. In de notitie die de wethouder ons heeft doen toe komen en waarvoor hij verantwoordelijk is, staat dat de huidige bedrijfsleider van de ijshal naar de DMF overgaat. Dat betekent een verzwaring van de top van de DMF en daar voelen wij niets voor. In het voorstel dat hier nu ligt komt dat aspect niet duidelijk naar voren, hoewel dat in de notitie van wethouder Miedema wel duidelijk naar voren is gekomen. Ik heb dat punt in de commissie reeds bespro ken en ik heb gezegd dat ik dat in de raad niet weer zal aanhalen. Maar wethouder Miedema lokt mij nu uit om dat wel te doen. De wethouder stelt zelf dat de bedrijfsleider overgaat naar de DMF. Ik ben niet zo gelukkig met dat feit, want ik vind dat de top van de DMF te zwaar wordt. De wethouder zegt verder dat ik gezegd zou hebben dat de begroting geen realiteitswaarde heeft. Ik heb dat inderdaad gezegd, maar dat zuig ik niet uit mijn mond, mijnheer Miedema, want die woor den heb ik uit de notitie van uw hand gehaald. In die notitie staat namelijk dat de realiteitswaarde van deze begroting in de praktijk zal moeten blijken en dat hieraan vooralsnog het voordeel van de twijfel wordt gegeven. (De heer Miedema (weth.): Dat is wat anders dan geen waarde!) Ja, ja, maar ik vind dat je dergelijke zaken veel scherper moet bewaken. Het verschil tussen 240.000,-- en drie ton is niet zo groot, maar het gaat om een begroting waarvan de wethouder zegt - de begroting is onder ver antwoordelijkheid van de wethouder gemaakt - dat er over de vaste lasten niets valt te zeggen omdat die zijn zoals ze zijn. Mijnheer de voorzitter, de stelling, dat er over de vaste lasten niets te zeggen valt omdat ze zijn zoals ze zijn, is geen goed antwoord op en geen goede presentatie van een begro ting. Ik vind dat de wethouder duidelijk op dat aspect in moet gaan, want het is zijn taak om dat te omschrijven. Als de wethouder zegt dat er over de vaste lasten niets valt te zeggen, omdat ze zijn zoals ze zijn, dan vind ik dat niet juist. Er is niet sprake van een goede presentatie. Daarom heb ik gezegd dat de begroting geen realiteitswaarde heeft als men met vage zinnen daarop ingaat. De wethouder heeft mij gewoon uitgelokt om datgene wat ik vorige week heb gezegd hier te herhalen. Ik heb de woorden uit de genoemde notitie overgenomen en daar durf ik best achter te blijven staan. De wethou der heeft ons zelf die notitie gepresenteerd. (De Voorzitter: Even voor de goede orde, mijnheer Bijker sma, dat staat niet in de raadsbrief.) Dat begrijp ik best, mijnheer de voorzitter. Ik heb datgene wat ik vorige week heb gezegd niet willen aanhalen in eerste instantie, maar de wethouder viel mij aan ten aanzien van het woord "realiteitswaarde" en dan kom ik op zijn eigen woorden terug. Wij willen niet een voortdurende instandhouding van de Stichting IJshal Leeuwarden, maar wij wil len op termijn daar toch wel wat meer zicht op hebben. Over de begroting heb ik het al gehad en ook al over het feit dat wij niet erg gelukkig zijn met de overgang van de bedrijfsleider van de ijshal naar de DMF. Naar ons gevoel kan er best een interim-oplossing gevonden worden voor het komende seizoen om de exploitatie van de ijshal toch voort te zetten. Op het instellen van een commissie is de voorzitter al ingegaan De heer Van der Wal: Ik heb een begroting nog nooit anders beschouwd dan iets wat in de praktijk nog waargemaakt moet worden. Er gaat een jaar overheen voordat een begroting een rekening wordt. Je kan de begroting zo goed mogelijk opzetten en daar dan maar het voordeel van de twijfel aan geven in vele gevallen. Een begroting is dus een streefexploitatie waarbij je je twijfels kunt hebben. Die twijfels hebben wij in dit geval ook. Na een jaar ga je dus bekijken of die 240.000,gehaald wordt. Als er dan sprake zou zijn van een bedrag in ongunstige zin van 350.000, is er een nieuwe situatie en zullen wij alsnog tot sluiting of tot andere oplossingen moeten komen. Zo ligt het. De hardheid krijg je zeker in dit soort zaken nooit in een begroting. Ik wil hiermee aangeven dat het hier om een voorlopig standpunt van ons gaat, maar ik neem aan dat dat voor iedereen geldt. Blijken de cijfers verder tegen te vallen dan moeten er andere voorstellen komen waarover een besluit moet worden genomen. Ik wil nog even ingaan op de concurrentie. Ik had het over de concurrentie zoals die in de raads brief is opgenomen. Voor mij kan die zowel optreden bij privatisering als bij twee beheerscommissies. Ik kan mij heel goed voorstellen dat de ene beheerscommissie tegen de andere zegt: wat maak je mij nou, jij pikt de activiteiten weg die ik ook wel had willen hebben. Daarom vind ik dat er één commissie moet komen, maar goed de burgemeester is daar ook al even op ingegaan. Hoewel een en ander niet meer binnen deze paar dagen kan worden geregeld, heeft hij toch wel aangegeven wat de beste oplos sing is. De Voorzitter: Ook ik spreek namens het college, mijnheer Van der Wal Mevrouw De Jong: De wethouder heeft gezegd dat de Stichting IJshal Leeuwarden moet worden ont bonden en dat er opnieuw moet worden begonnen. Als je opnieuw begint, betekent dat meestal dat je een eerdere keer bent gestruikeld. Met name daarom vind ik dat er wat meer tijd had moeten worden gegeven om een nieuw besluit te nemen. Ook ik blijf erbij dat ik de ingediende begroting zeer vaag vind en dat de zaak beter en gedegener uitgediept had moeten worden. Mijnheer de voorzitter, ik heb be wethouder horen spreken over goede verhoudingen met en de opstelling in het verleden van de ijs-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 9