8 gent, rijksweg 9 en de verbetering van rijksweg 32, het karrepad naar het Zuiden. En dan natuurlijk de Universiteit. Het eerste rapport dateert uit 1970, het eerste cursusjaar was 1976/1977. De verdere ont wikkeling is onzeker. Het complex is in aanbouw, gelukkig. Er zal in de komende jaren nog hard ge knokt moeten worden. Friesland moet niet weer behandeld worden als een soort wingewest, waar je steeds de intelligentsia afroomt. De burgemeester is ook hoofd van de politie. Uw bemoeienissen met de politie waren zeer intensief. Overleg met de staf, wekelijks met de commissaris. Ik geloof zelfs dat u elke morgen de politierappor ten doornam. Toen namelijk een van mijn kinderen enkele jaren geleden aangifte deed van mishandeling door vier knapen, schoot u mij de volgende dag tijdens de opening van de Kunstuitleen onmiddellijk aan en verzekerde mij dat de daders stellig gepakt zouden worden. Nou dat is niet gelukt. Maar ter zake. De raad wilde meer bij het politiegebeuren worden betrokken, onverlet latend de verantwoordelijkheden van de burgemeester. Daartoe is ingesteld de Commissie Openbare Orde. Er is een begin gemaakt met het opstellen van beleidsplannen voor de politie. U hebt het plaatselijk en regionaal driehoeksoverleg gestimuleerd, waardoor politie-optreden en vervolgingsbeleid beter op elkaar konden worden afgestemd. Er zijn in de loop der jaren zo nu en dan problemen geweest binnen en met de politie. Het is niet de tak van dienst geweest waaraan u de meeste vreugde hebt beleefd, denk ik. U bent een groot voorstander van gemeentepolitie. U hebt dat in uw verhaal zojuist nog eens duidelijk gemaakt. De meerderheid van deze raad deelt uw zienswijze. Ook buiten de gemeente hebt u allerlei functies bekleed. Voorzitter van de politiecommissie van de VNG, voorzitter van de Friese Provinciale Brandweerbond, president-commissaris van de Waterlei ding en er is nog veel meer geweest. Wel altijd voorzitter. Het is ons ook nooit gelukt u in de Commis sie voor Bestuurlijke Aangelegenheden van de voorzittersstoel af te krijgen, alhoewel dat een advies commissie was aan college en raad. Zo heeft ieder zijn eigenaardigheden! Was het nu altijd botertje tot de boom? Nee! U waardeert het meest mensen die in zekere zin op u lijken. Mensen met uithoudingsvermogen. De heer Feikens zei het zo mooi in Aan de Grote Klok: Hij verwacht dat iedereen even hard werkt als hij zelf, al wordt dat nooit rechtstreeks uitgesproken. En na tuurlijk hebben mensen met letterlijk de langste adem niet altijd ook nog de beste ideeën. Mensen, ambtenaren en bestuurders, hebben zich best wel eens in de hoek gedrukt gevoeld, maar de waardering was toch altijd, soms na enige tijd, weer aanwezig. U kon ook niet zo goed tegen verliezen. U voor kwam dat door, als u voelde: ze gaan niet mee, het lukt niet, het onderwerp even te laten rusten en later met een aangepast voorstel te komen. Dat u de agenda voor deze laatste vergadering, opgesteld door de loco-burgemeester en de secretaris, nog even omgooide is ook typerend. U wilde niet alleen toegesproken worden, maar zelf eerst de raad wat meegeven. Ook dat hoort bij u. Wat is de eindconclusie, burgemeester. U hebt stellig de profielschets voor de nieuwe burgemeester gelezen. Ik denk dat u aan de meeste voorwaarden en gevraagde eigenschappen, die daar in staan, vol doet. Dat is een compliment. U eindigde vandaag uw verhaal in het Fries. Ik doe dat ook door een van die uitdrukkingen te gebruiken, die zo goed de aard van de mensen in deze contreien weergeeft. Wij prijzen niet uitbundig, wij zeggen als onze waardering groot is: "It hie minder kind." Mevrouw Brandsma, u hebt, uw man heeft dat ook al vastgesteld, op de achtergrond gefunctio neerd. U hebt interesse getoond voor het werk van de vrouwen in deze gemeente en provincie en boven al, waar wij u ook tegenkwamen, op een receptie, bij een officieel bezoek of zomaar in de stad, u bent ons altijd open en vriendelijk tegemoet getreden. Ik hoop dat u samen met uw man nog een interes sant stuk leven tegemoet gaat. Dank uwel. (Applaus) De heer De Vries (weth.): Burgemeester Brandsma, Mevrouw Brandsma, Leden van de raad, het valt ons moeilijk ons te realiseren dat deze buitengewone vergadering van de raad is belegd ter gelegenheid van het vertrek van de heer Brandsma. En toch is dat zo! Op 7 april II. werd de eerste burger van Leeu warden 65 jaar. Dan is het gebeurd, ook met een burgemeesterscarrière. Toch zal het even moeten wen nen, niet alleen voor mijnheer Brandsma om vanaf 1 mei als ambteloos burger in het leven te staan, maar evenzeer voor de velen die in het bestuurlijke vlak jarenlang met u hebben samengewerkt. Heel dicht bij een burgemeester staan de wethouders die tezamen met hem het college vormen, met bijstand van de secretaris. Dat college is belast met de voorbereidingen van door de gemeenteraad te nemen beleidsbeslissingen en verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan, naast de bestuurlijke taken van zelfbestuur. Dit vraagt, als collegiaal bestuur, een goed stuk samenspel en teamgeest, waarin de burgemeester een belangrijke rol vervult en tevens het bestuurlijke werk coördineert. Het is vanuit dit echelon dat we graag even terug willen kijken op de 16-jarige ambtsperiode van u, burgemeester Brandsma. U was namelijk maar niet zo een doorsnee bestuurder - wij refereren aan het uitstekende betoog van mevrouw Brandenburg - neen, u was een man met een aantal bijzondere pluspun ten: U hebt een helder verstand, een scherp analyserend vermogen en een haast niet te evenaren werk 9 kracht, waarmee u ruim zestien jaar lang voor de belangen van de gemeente Leeuwarden en haar inwo ners op de bres hebt gestaan, op een wijze die alom respect en waardering afdwingt. Als dagelijkse be stuurders van Leeuwarden willen de collega-wethouders en ik daarvan in dit uur van afscheid van harte getuigen. U, mijnheer Brandsma, identificeerde zich volledig met uw ambt, dat u hoog achtte, en waarin u al uw kwaliteiten kwijt kon. Dat deed u in de gemeenteraad, dat deed u ook in de vele andere bestuur lijke kringen, waarmee u door uw functie in aanraking kwam. Met een welhaast tomeloze energie ver zette u in die zestien jaar een hoeveelheid werk, waaronder de meesten onzer volledig zouden zijn be zweken. U bereidde zich daarbij voor tot in de kleinste details. Er ontsnapte weinig aan uw aandacht. Begiftigd met een ijzeren geheugen wist u de zaken op een glasheldere wijze te reproduceren. De vele bestuurlijke functies die u zowel provinciaal als nationaal hebt vervuld waren evenzoveel leerscholen voor u. U genoot ervan nieuwe kennis en ervaring op te doen om daarmee het effect van uw bestuurlijk handelen te optimaliseren. Bij uw installatie op 16 maart 1967 wees loco-burgemeester J. Tiekstra op het feit dat er verschil van mening mogelijk is omtrent de vraag of de vakman-burgemeester niet de voorkeur had moeten heb ben, met andere woorden of deskundigheid en ervaring op het terrein van het gemeentebestuur moeten prevaleren boven gebleken bekwaamheden en kwaliteiten op geheel andere terreinen. Uit egards ten opzichte van u - immers het Koninklijk Besluit van 15 februari 1967 lag daar als een hard gegeven - bouwde hij in zijn installatïerede een constructie waarin hij niet de deskundigheid en de ervaring als beslissend signaleerde, maar de persoonlijke bekwaamheden van degene die tot het ambt van burgemees ter geroepen wordt. Uw inzet en werkkracht, burgemeester Brandsma, waren van dien aard dat u in een hoog tempo de kennisachterstand op het terrein van administratie en organisatie van het gemeentelijke apparaat inhaal de en, hoezeer u ook op een voortreffelijke wijze luisterde naar gespecialiseerde deskundigen, tot een volledige, persoonlijke beoordeling van de meest gecompliceerde zaken in staat was. Wij, leden van b. en w., troffen elke dinsdagmorgen een voorzitter aan die de inhoud van nagenoeg alle relevante docu menten volledig kende. Dat u, burgemeester, met uw instelling en persoonlijke bekwaamheden, een zwaar stempel drukte op de te nemen besluiten, kan niet worden ontkend. Buitenstaanders hebben wel eens de indruk gekregen dat u de individuele collegeleden wel eens te weinig ruimte bood. Wij menen dat te moeten ontkennen. Natuurlijk is het zo dat wij uw optreden wel eens als dominant hebben erva ren, maar het heeft nooit geleid tot conflictsituaties. Ik geloof dat dit een gevolg was van twee omstan digheden: de eerste dat in onze kring uw bekwaamheden en kundigheden algemeen werden erkend en de tweede dat u een fijne neus had om fricties in de kring van b. en w. snel te lokaliseren en te neutrali seren. Wij wisten dat, als er een zaak aan de orde was waarover door u anders werd gedacht, de porte feuillehouder in kwestie zijn beleidsopvattingen zo sterk mogelijk moest onderbouwen. Hij zou alleen met goede argumenten het gelijk aan zijn kant kunnen krijgen. U hield, burgemeester Brandsma, op een bepaalde wijze van stevig tegenspel. U was op uw best als de golven hoog gingen, als het een struggle was op het scherp van de snede. In b. en w. heeft zo'n situatie zich nauwelijks voorgedaan. Daarin is steeds sprake geweest van een goede werksfeer en een goede teamgeest. Buiten de kring van b. en w. evenwel hebben tal van anderen u meegemaakt als een geharnast strijder voor de belangen van Leeuwarden. Of dit nu was met bewindslieden of met hoge departements ambtenaren, u kende uw zaken en u wist wat het einddoel was van uw interventie. Anekdotisch is dat u nagenoeg bij iedere receptie uw kans schoon zag om een bepaalde gezagsdrager, die met betrekking tot sen Leeuwarder zaak wat in de melk had te brokkelen, even langszij te komen. Naar wordt verteld zijn er mensen geweest die spoorslags de receptie de receptie lieten, teneinde niet tegen de heer Brandsma op te lopen, omdat zijn vraagstelling meestal zo recht op het doel af en zo indringend was, dat men on der het doen van toezeggingen niet uit kon en dat kwam niet altijd even goed gelegen. Af en toe was er sprake van een wonderlijke tegenstelling. U zag in het spel niet op tegen een harde tackle. Als de an der zich dan strompelend naar de zijlijn bewoog hoorde men u mompelen: "Jammer, dat 't zo moet!" Het medeleven met anderen kwam evenzeer tot uiting wanneer zich in het privéleven van medebe stuurders of naaste medewerkers bedreigende en/of droeve situaties voordeden. Zonder mis was u een van de eersten, die op de een of andere wijze van uw medeleven had doen blijken. U was bijzonder at tent en wij weten hoezeer dit op prijs is gesteld en gewaardeerd. Wij wezen er reeds op: in het college van b. en w. was u de onbetwiste teamleider, de man die steeds zijn best-deed, met inachtneming van de bestaande politieke verschillen van de portefeuille-hou ders, tot consensus te komen, omdat de b. en w.-besluiten een collegiale verantwoordelijkheid dragen. Ubent er door de jaren heen, burgemeester Brandsma, goed in geslaagd aan dit samenspel leiding te ge- venen dit maakte voor ons allen als wethouders deelneming aan dit bestuurlijke werk tot een daaglijks genoegen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 5