10 Natuurlijk is er ook wel eens iets mis gegaan, was er sprake van gevoelens van onlust en teleurstel ling, maar dat is maar zo zelden geweest dat de balans die wij nu opmaken sterk uitslaat naar de posi tieve kant. U hebt, burgemeester Brandsma, nooit een collegelid laten vallen. Ais je met het een of ander in de knoei zat, dan stond de deur van uw werkkamer voor je open en dan was u bereid mee bestek op te maken en na te gaan langs welke weg een oplossing mogelijk was. De laatste paar jaar zijn niet zo gemakkelijk geweest, èn niet in uw persoonlijk leven, waarin het er met uw gezondheid even bedreigend uitzag, èn niet bestuurlijk, nu, als gevolg van de omslag in de conjunctuur, veel zaken die in Leeuwarden tot stand zijn gebracht onder financiële druk komen te staan. In beide situaties hebt u zich krachtig geweerd. U bent in wezen een uitermate flexibel mens. Wanneer er, hoewel gelukkig incidenteel, in een raadsvergadering op maandagavond besluiten waren genomen die pijnlijk afweken van de collegevoorstellen, dan schoof u dinsdagsmorgens in de vertrekka- mer op uw voorzittersstoel, keek de anderen eens aan, grinnikte en zei dan: "Nou, wij zullen maar verder!" Geen spoor van rancune of teleurstelling. De teerling was geworpen, het spel was gespeeld en de zaak moest worden uitgevoerd conform de beslissing van de raad. Wat voor een proces had zich dan bij u voltrokken? Wat voor invloed was er dan uitgegaan van uw gezinsleven? Wij hebben er nooit rechtstreeks naar gevraagd, maar in de contacten met het echtpaar Brandsma wel ervaren wat voor een stabiele factor mevrouw Brandsma door de jaren heen is geweest. Wij moeten daaraan niet gemakkelijk voorbij gaan. Een bestuurder van het merk Brandsma heeft dat werk wat hij deed alleen maar zo kunnen doen door dat - om het maar oneerbiedig maar wel duidelijk te zeggen - het thuisfront daarvoor de voorwaarden schiep! En dat hebt u, mevrouw Brandsma, in niet ge ringe mate gedaan. U hebt veel van uw persoonlijke wensen en verlangens terzijde moeten stellen, om het uw man mogelijk te maken om zijn werk als burgemeester te doen, zoals hij meende dat dit gedaan moest worden. Daarnaast was u bij tal van zaken in de representatieve sfeer aanwezig en stond naast uw man. Wanneer vandaag, mevrouw Brandsma, uw man veren op de hoed worden gestoken - en die verdient hij! -, dan zijn daar ook veren bij, die u toekomen. U was een burgemeestersvrouw die er was wanneer zij er moest zijn en die daarnaast in zorg en aandacht voor de echtgenoot thuis functioneerde als klank bord en misschien af en toe ook als bliksemafleider. Tegen die achtergrond, mevrouw Brandsma, betrek ken wij, wethouders, u van harte in de hulde, u, mede namens onze echtgenotes, dankend voor de sym pathie en vriendschap, die wij van u mochten ontvangen. Met uw vertrek, burgemeester Brandsma, sluit Leeuwarden als het ware een bestuurlijke periode af. Mevrouw Brandenburg heeft namens de raad een aantal beleidssectoren genoemd waarin, onder uw lei ding, sprake is geweest van een opvallende ontwikkeling, waarop u uw stempel heeft gedrukt. Wij zul len wellicht pas later, wanneer wij in de tijd gemeten enige afstand hebben genomen, de juiste maat van uw betekenis in deze 16-jarige bestuursperiode kunnen aangeven. Voor ons allen hier bijeen vandaag staat evenwel vast dat u een bestuurder van formaat bent ge weest. Wij willen u daarvoor niet alleen van harte dankzeggen maar u tevens op een andere wijze eren. Bij besluit van de gemeenteraad van 8 december 1982 is aan u bij gelegenheid van uw vertrek als burge meester op 29 april 1983 het ereburgerschap van Leeuwarden verleend, als bewijs van erkentelijkheid voor de wijze waarop u ruim 16 jaar lang uw kunde en bekwaamheden in dienst hebt gesteld van de ge meente Leeuwarden en haar bevolking. Het is mij een eer en een genoegen u zo meteen de oorkonde en de gouden medaille, behorende bij deze onderscheiding, die voor de eerste maal door de raad is toegekend, te mogen overhandigen. Burgemeester en mevrouw Brandsma, wij wensen u toe dat u nog vele jaren in goede gezondheid on der ons mag wonen, terugkijkend in dankbaarheid op een levensweg die zo sterk verweven was met het openbare leven, de blik gericht op een toekomst, waarin onder andere op het gemeente-erf bestuurders werkzaam zullen zijn in wie u iets van uw eigen inzet en daadkracht zult herkennen. Vaarwel! Dat het u goed mag gaan. (Applaus) Hierna overhandigt de heer De Vries de oorkonde en de gouden erepenning, behorende bij de on derscheiding tot ereburger van Leeuwarden, aan de heer Brandsma. De heer Reumer: Burgemeester Brandsma, Mevrouw Brandsma, nadenkend over datgene wat ik van daag ter gelegenheid van uw afscheid in deze zaal tot u zou kunnen zeggen, burgemeester, schoot mij een passage binnen welke ik eens gelezen heb in het boek van Joachim Bodamer "Op zoek naar een nieuw ik", waarin deze schrijver bespiegelingen ten beste geeft over de manier van leven in deze te genwoordige tijd en dat onder meer doet aan de hand van het concrete voorbeeld van een burgemeester, die hij in al de facetten van zijn ambt, in zijn politieke en gemeentelijke functies, alsook in zijn ver 11 antwoordelijkheid voor zijn gezin, volgt. Hij besluit zijn overdenkingen daarover met het volgende: "Als men dit beeld van de burgemeester en zijn leefwijze, die ik geprobeerd heb in het kort te schetsen, beziet, dan kan men zich er slechts over verwonderen dat er nog steeds mannen zijn, die een zo gevaarlijke commandobrug bestijgen. Daar het niet uit lichtzinnigheid of uit overspannen idealisme gebeurt, moet in hen allen, naar ik vermoed, de drang leven een gemeenschap van mensen op verant woorde wijze te leiden, voor de ontwikkeling van een stad te werken, nieuwe dingen te scheppen en als beslissende instantie te kunnen optreden, niet uit eerzucht, maar ter wille van een grote, scherp in het oog gehouden zaak." Deze ontboezeming spreekt aan wanneer men ziet naar de centrale plaats, welke een burgemeester inneemt in het gemeentelijk bestel. Niet alleen is hij voorzitter en adviseur van de raad, voorzitter en lid van het college van burgemeester en wethouders, bij uitstek de representant van de gemeente bij al lerlei gebeurtenissen, hij is ook in het bijzonder degene, die namens de gemeente in gesprekken met rijk, provincie en bedrijfsleven als woordvoerder optreedt, die het gemeentelijk beleid intern coördi neert en stimuleert en in veel gevallen bij gerezen moeilijkheden als vertrouwensman wordt benaderd. In al deze taken wordt hij geconfronteerd met de problemen, waarvoor gemeenten staan; problemen die in de tegenwoordige tijd soms enorm zijn. Ik noem als voorbeelden taken, welke te maken hebben met de bevolking, het voorzieningenpeil, de bescherming van de zwakken, problemen van veiligheid en criminaliteit, van werkgelegenheid, van rechtsbescherming. De aanpak van deze zaken is er intussen ook niet eenvoudiger op geworden, omdat daarbij meespelen verworvenheden als inspraak en medezeg genschap, informatie en openbaarheid; het gehele bestuursgebeuren daaromheen moet immers voor een ieder inzichtelijk zijn. In de laatste jaren is daar bovendien nog als moeilijkheidsfactor bij gekomen de krachtsinspanningen, welke de gemeenten moeten leveren om op een zo verantwoord en evenwichtig mogelijke manier te komen tot de noodzakelijke ombuigingen en bezuinigingen op alle beleidsvelden. In zulk een situatie is het voor een gemeente van het allergrootste belang dat zij beschikt over ie mand, die in deze moeilijke en tevens verwarrende omstandigheden in staat is een duidelijke koers uit te zetten, met visie leiding te geven aan de aanpak van de problemen en die de capaciteiten heeft om voor de door hem aangedragen voorstellen een grote mate van instemming en medewerking te bereiken. Op dat belang doelde ook burgemeester Polak van Amsterdam toen hij aan het slot van de conferentie, welke enige jaren terug gehouden is naar aanleiding van het door de Wiardi Beekman Stichting uitge brachte rapport "De socialistische burgemeester", zijn eindconclusie gaf over de gevoerde discussies en stelde dat voor hem niet in de eerste plaats de kern van de zaak was de vraag of een burgemeester nu benoemd of gekozen zou moeten worden, maar veel meer - en in ieder geval daaraan voorafgaand - de vraag welke eisen gesteld moeten worden aan het beleid, dat een burgemeester in zijn gemeente zou moeten voeren, wat voor soort burgemeester men daarvoor nu eigenlijk nodig heeft, welke kwaliteiten hij moet bezitten om het gewenste beleid waar te kunnen maken. Ten tijde van uw ambtsaanvaarding, burgemeester, was het schetsen van een profiel van een burge meester, welke men graag zou willen hebben, niet gebruikelijk. Nu wij bekend zijn met de ontwikke lingen, welke Leeuwarden in uw ambtsperiode heeft doorgemaakt en de wijze waarop u daaraan op uw plaats hebt bijgedragen, kan mijns inziens achteraf met grote voldoening worden geconstateerd dat een profielschets, indien deze 17 jaar geleden zou zijn opgemaakt, wel heel duidelijk het beeld van u, burgemeester Brandsma, zou moeten hebben beschreven. De wijze waarop u hebt gefunctioneerd was niet alleen van belang voor de gemeenteraad en voor de wethouders met wie u zo nauw hebt samenge werkt, die was zeer zeker ook van belang voor het ambtelijk apparaat. Zelf hebt u tijdens de zojuist genoemde conferentie nadrukkelijk de aandacht gevraagd voor de burgemeestersfunctïe als scharnierfunctie tussen raad, het college van b. en w., de bevolking en het ambtelijk apparaat. Die scharnierfunctie hebt u zeker vervuld, ook in de richting van ons ambtenaren. In het bijzonder als coördinator kwamen wij u regelmatig tegen. Uw inzicht in de zaken, uw vinding rijkheid en weloverwogen benadering van problemen en uw werkkracht hebben op velen van ons stimule rend gewerkt. Het voorbeeld dat u daarmee gaf is op de sfeer en de doelmatigheid van de totale organi satie van deze gemeente van grote invloed geweest. Het is net zo als met een bewegende Friese hang klok: Een kle ine uitslag aan de top is een grote uitslag aan de basis. U was geen burgemeester die slechts wilde behouden wat er al was. U hebt in menig geval het beleid doen ombuigen en veranderin gen doorgevoerd. Het beeld van Leeuwarden - anderen hebben daarop reeds gewezen, ik ga dat niet "iet nog meer voorbeelden aanvullen - is in uw ambtsperiode sterk gewijzigd. U hebt veel van ons amb tenaren gevraagd; daarbij was u nogal eens sterk richting gevend en bepalend en ging u soms zelfs in details. Wij van onze kant hebben u onze medewerking echter gaarne gegeven, vooral omdat bij herha ling bleek dat uw initiatieven in goede resultaten voor de stad Leeuwarden werden omgezet. In een afzonderlijke bijeenkomst heeft de secretarie reeds afscheid van u mogen nemen en van haar waardering laten blijken. Op deze plaats spreek ik nogmaals onze dank voor dat alles uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 6