12 13 ambtenaren niet heeft losgelaten, getuige het voorzitterschap van een der landelijke ambtenarenorgani- saties. Juist in een tijd waarin ook de werkgelegenheid en de totale rechtspositie van de ambtenaren ter discussie worden gesteld, is dat laatste een belangrijk gegeven. Mijnheer de burgemeester, de wijze waarop in ons land burgemeesters worden benoemd, brengt met zich mee dat dit ambt samen met de ambtelijke organisatie constante factoren zijn in het lokale bestuur dat bij voortduring in beweging is. U vervult een ambt dat wel eens is vergeleken met een scharnier: een voorwerp dat onmisbaar is voor het koppelen en het harmonieus op elkaar afstemmen van op zich losstaande delen. De burgemeester is in deze vergelijking de schakel tussen enerzijds het college met het ambtelijk apparaat en anderzijds de raad en de daarachter staande bevolking in al haar schakerin gen. Het goed kunnen uitoefenen van deze functie vergt niet alleen visie en durf, maar ook het vermo gen te coördineren en nieuwe initiatieven te nemen. Het gebruiken van deze eigenschappen op een wij ze die past bij de betreffende gemeente maakt uw functie tot een benijdenswaardige, omdat er veel van de functionaris zelf in is terug te vinden. Het scharnieren is overigens ook een beweging die mede be paald wordt, zowel qua snelheid als qua aantal, door de onderdelen die op deze wijze met elkaar zijn verbonden. Met andere woorden, uw dagelijks leven wordt voor een belangrijk deel geregeld door an deren. Ik hoop voor u en voor onze gemeente dat u een goed evenwicht vindt tussen het doen en het la ten scharnieren. Wij zullen u daarbij gaarne behulpzaam zijn. U weet, mijnheer de burgemeester, dat de omstandigheden waarin wij ons thans bevinden ook ge volgen hebben voor de wijze waarop het burgemeestersambt vervuld wordt. Uw ambtsvoorgangers na de Tweede Wereldoorlog mochten welkom worden geheten in het perspectief van de groei. Hun taak - an dere sprekers hebben dat ook reeds gezegd - was daarbij veeleer het begeleiden en stimuleren van de uitbouw van de stad en de overheidstaken. Dat is thans geheel anders. Niet de schaalvergroting en een ongekend vertrouwen in het financiële kunnen beheersen in deze tijd het bestuurlijk handelen. Daaren tegen wel het behouden van voorzieningen en instellingen waarvan de waarde steeds als nuttig en zinvol is erkend. De belangrijkste taak van de bestuurders en dus ook van u is de komende tijd het vinden van een evenwicht op een lager niveau, doch met instandhouding van de zojuist bedoelde en als waardevol omschreven voorzieningen en instellingen. De vorm waarin dit alles zich voordoet, is niet alleen simpelweg bezuinigen of lager ramen van de uitgaven. Tot het dagelijks jargon behoren nu ook begrippen als deregulering, privatisering en decen tralisatie. Begrippen die op de keper beschouwd loten zijn van dezelfde stam. Er moet echter betwijfeld worden of een ieder hieraan ook een betekenis toekent die tot eenzelfde gemeenschappelijke noemer is te herleiden. Uit alle publicaties over deze begrippen is één ding duidelijk geworden, namelijk dat de verwarring groot is en de verwachtingen schommelen tussen "het ei van Columbus" en "de doos van Pan dora". Ik zal hier nu niet diepgaander op ingaan. Daarvoor zal zich ongetwijfeld de gelegenheid nog wel voordoen. Of wij het willen of niet, al deze zaken zullen ook voor Leeuwarden vertaald en daarbij lokaal ingekleurd moeten worden. Dit zal ook consequenties hebben voor het ambtelijk apparaat. Het Leeuwarder ambtenarenkorps heeft zich gelukkig steeds kunnen aanpassen aan de wensen en gewijzigde inzichten van de verantwoordelijke bestuurders. Juist in een tijd als de onze zal een dergelijke organi satie moeten tonen dat ze niet statisch is, maar een stuk flexibiliteit en inventiviteit bezit die de be stuurder in staat stelt zijn werk te doen. Onze organisatie, mijnheer de burgemeester, heeft in het ver leden getoond aan die wens te kunnen voldoen en zal dat ook in de toekomst blijven doen. Dit wil niet zeggen dat de grenzen onzichtbaar zijn en dat alles geruisloos en soepel zal verlopen. Iets dergelijks mag niet verwacht worden van een apparaat dat uit individuele mensen bestaat en waaraan dus niets menselijks vreemd is. Dat zal ook de komende jaren duidelijk worden, want zoals gezegd ook de werk gelegenheid en de rechtspositie worden niet meer beschouwd als onaantastbare grootheden. Wij prijzen ons in Leeuwarden gelukkig dat het uitgangspunt geldt dat er geen gedwongen ontslagen mogen vallen. Niettemin zullen er steeds minder mensen beschikbaar komen, zonder dat daar naar ik voorshands in schat een evenredige vermindering van werkzaamheden tegenover staat. Een en ander zal niet onge merkt aan de organisatie voorbijgaan, die daarenboven ook nog de gevolgen moet opvangen van deel tijdarbeid, arbeidstijdverkorting en hier en daar toegeschoven vrije dagen. Maar dit zal ook een ieder van ons in zijn persoonlijke omstandigheden merken, want tegenover een toenemende werkdruk zal niet meer een evenredige verhoging van de materiële vergoeding staan. Integendeel. Ondanks het besef en de erkenning dat het hebben van een baan een hoog te waarderen goed is, zullen niet alle ambtenaren de financiële achteruitgang - hoe ook als noodzakelijk erkend - probleemloos kunnen opvangen. Deze kanttekening, mijnheer de burgemeester, laat onverlet dat wij gereed staan om u bij uw taak behulpzaam te zijn. Niet alleen omdat het moet, maar ook in de wetenschap dat het mag in een tijd dat onze samenleving gebukt gaat onder de werkloosheid, die vooral onze jongeren zo weinig uitkomst biedt. Persoonlijk wil ik daaraan nog het volgende toevoegen. De burgemeester en de gemeentesecreta ris zijn in hun werkzaamheden nauw op elkaar aangewezen. Het succes van een dergelijke samenwer- king, zo leert de ervaring, is voor een belangrijk deel afhankelijk van goede persoonlijke verhoudin gen. Uit de contacten, die ik reeds met u had, heb ik op dit punt goede hoop voor de toekomst. Mijnheer de burgemeester, ik wens u veel succes toe bij uw ambtsvervulling in onze mooie stad en evenals wethouder De Vries verbind ik hieraan de hoop dat u, uw vrouw en uw kinderen zich hier spoe dig ingeburgerd zullen voelen. Dank u wel. (Applaus) De Voorzitter: Dat is zo nogal wat. De verleiding is groot, maar het risico minstens even groot om op alle aangeroerde punten maar eens breedvoerig in te gaan. Ik denk dat het wijs is om aan de verlei ding weerstand te bieden om daarmee het risico dat ik zou kunnen lopen grandioos op een aantal punten uit te glijden tot een minimum te beperken. U vindt het neem ik aan goed dat ik een beetje springerig en heel summier zal proberen te reageren, waarbij ik u toezeg dat ik mij nog eens, aan de hand van de verslaglegging, nadrukkelijk zal buigen over de inhoudelijke punten, aan de ene kant om te kijken in hoeverre ik mijn kennis op bepaalde onderdelen moet verruimen, aan de andere kant om te kijken in hoeverre het mogelijk is om rekening te houden met de wensen voor wat betreft de aandachtpunten die vanmorgen zijn geformuleerd. Ik sta hier heel gek met allemaal briefjes, waarboven staat "burgemeester van Schiedam". Er zijn nog een paar van die velletjes over; die zal ik de leden van het college van Schiedam meegeven om hen niet het gevoel te geven dat zij hier als een soort sponsor door mij ten tone le zullen worden gevoerd. Een paar algemene opmerkingen. Ik ben u erg dankbaar - ik heb het al gezegd maar ik wil het graag herhalen, omdat ik de bevestiging ervan ook heb beluisterd in de wijze waarop de fractievoorzit ters en de gemeentesecretaris zojuist het woord hebben gevoerd - voor het vertrouwen, de hartelijkheid en de openheid waarmee u ons tegemoet treedt. Ik stel het op prijs dat u daarbij tegelijkertijd toch ge tracht hebt vanuit uw eigen politieke invalshoek wat licht te laten schijnen over het totale veld van problemen. Het kan dan niet anders dan dat dat licht, afhankelijk van de politieke achtergrond, op verschillende punten terechtkomt en ook wel eens vanuit een verschillende invalshoek ergens terecht komt waardoor het niet altijd even goed mogelijk is om de communis opinio eruit te halen, maar dat is ook de bedoeling niet. Ik zou verder voorop willen stellen dat ik veel respect heb voor de wijze waarop in de Leeuwarder situatie de vertrouwenscommissie heeft gefunctioneerd. Het is zo dat mijn naam al spoedig in het ge ruchtencircuit opdook, maar dat heeft niets met de vertrouwenscommissie te maken, want mijn naam kwam, zo heb ik gemerkt, al naar boven borrelen voordat de vertrouwenscommissie ingeseind was dat ik wellicht een van de gesprekspartners zou zijn. Het gesprek en de volkomen afdichting, die ik van de zijde van de vertrouwenscommissie naar buiten toe heb waargenomen, mag best eens als een voorbeeld worden genoemd. Het is mij, ook uit anderen hoofde, bekend dat daartegen nogal eens wordt gezon digd. Ik hecht eraan mijn waardering daarvoor uit te spreken. Mevrouw Brandenburg heeft gesproken over de deining die rondom de benoeming heeft plaatsgevon den; de heer Pruiksma is daarop vanuit zijn achtergrond nog wat dieper ingegaan. Ik moet u zeggen dat een en ander zich voor een groot deel aan onze waarneming heeft onttrokken, doordat wij op een grote re afstand zaten en het via de landelijke berichtgeving moesten ervaren. Die berichtgeving was wat fragmentarisch en dat was maar goed ook, want het zou waarschijnlijk voor onze gemoedsrust niet goed geweest zijn. Zo zie je maar weer dat het niet altijd even gelukkig maakt om alles te weten. In dit ge val had ik er best vrede mee pas later te mogen vernemen hoe men in de lokale sfeer de krachten heeft moeten bundelen om te komen tot een benoeming die aansloot bij de wensen zoals die in een eerdere fa se, zonder dat personen in het geding waren, waren geformuleerd. Ik stem ermee in dat het een goede zaak is dat men zo vanuit de lokale sfeer in staat is om de uiteindelijke beslissing, die bij hogere over heden wordt genomen, te beïnvloeden - de benoemingsprocedure is wat dit betreft niet het meest geluk kige voorbeeld, er zijn in de gemeentelijke activiteitensfeer veel meer van dergelijke aandachtpunten te vinden - en in het spanningsveld dat er natuurlijk per traditie al bestaat tussen lokale wensen en het Haagse circuit probeert de "winkel" zo goed mogelijk te verkopen. Ik weet dat de situatie in Friesland zo is, maar het was in mijn Groninger en Drentse verleden ook al zo. Natuurlijk lukt het niet altijd even goed, maar deze benoeming is er een goed voorbeeld van dat een gezamenlijke inspanning in de lokale sfeer invloed kan hebben op datgene wat tenslotte besloten wordt. Mijns inziens moeten wij met een dergelijk eendrachtig optreden proberen in de toekomst meer aandacht te vestigen op de belangen die in deze stad liggen. Herhaalde malen is gesproken over gedane toezeggingen. Als er één ding is waarover ik mij in mijn ambtelijk verleden mateloos heb geërgerd, dan is het steeds geweest over gedane toezeggingen en in het vooruitzicht gestelde beleidsmatige ontwikkelingen, waarop later met een geweldig gemak teruggeko men werd. Doordat verschillende accenten dan wat worden verschoven, doet men in het landelijke be leid al heel gemakkelijk alsof "zijn neus bloedt". Het zal mij een vreugde zijn om in die sfeer mee op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 7