57 De Voorzitter: Wij zijn dan nu toe aan de stemming over de motie die door mevrouw De Jong is in gediend Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik wil namens mijn fractie graag een stemverklaring afleggen. In tweede instantie heb ik verzuimd in te gaan op de ingediende motie. Na overleg met enkele fractiele den zijn wij van mening dat wij de rapportage, of het resumé zoals de wethouder het noemt, moeten af wachten. Mochten wij op dat moment vinden dat een en ander niet volledig of niet voldoende is, dan komen wij daarop terug. De heer Pruiksma: Wij zullen niet voor de ingediende motie stemmen op grond van de overwegingen die het college dienaangaande heeft aangevoerd De motie van mevrouw De Jong en de heer Van der Wal wordt verworpen met 29 tegen 5 stemmen (Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PAL en D'66.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van wethouder Miedema. Punten 25 te.m. 29 (bijlagen nrs. 247, 236, 237, 270 en 257). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 30 (bijlage nr. 238). De Voorzitter: Dit punt luidt: Realiseren van een wijkaccommodatie in de wijk Lekkumerend. De heer Bijkersma: Naar aanleiding van deze raadsbrief wil ik een korte opmerking maken. Voordat u, mijnheer de voorzitter, burgemeester van deze stad werd is er in onze raad een discussie geweest over de vraag wanneer er wel en wanneer er niet een openbare aanbesteding moet plaatsvinden. Toen is er gesteld - dat is ook in de betreffende commissievergadering zo gesteld - dat wij tot onderhandse aan besteding overgaan als het moeilijk is een goed bestek te maken of als de werkzaamheden die moeten worden aanbesteed zo ondoorzichtig zijn dat een en ander wel eens grote kosten voor de gemeente met zich mee kan brengen. Dat waren enkele redenen om over te gaan tot onderhandse aanbesteding. Mijn fractie is daarmee ook akkoord gegaan, zij het dat in de Commissie voor Openbare Werken de inschrij ving van een aantal aannemers dat zou worden uitgenodigd aan de orde zou komen. Tot nu toe gebeurt dat ook. Als ik echter de raadsbrief lees dan staat er in de tweede alinea dat de Dienst Stadsontwikke ling (DSO), die als architect optreedt, inmiddels een besteksklaar plan heeft ingediend bij het college. Ik wil graag antwoord op de vraag wat er op tegen is, nu er een besteksklaar plan is, om over te gaan tot openbare aanbesteding. Een en ander wordt door het college niet gemotiveerd in de raadsbrief. In de raadsbrief wordt alleen gezegd dat het college de voorkeur geeft aan een onderhandse aanbeste ding. Wat is de reden, nu er een besteksklaar plan is, om toch over te gaan tot onderhandse aanbeste ding? Het bedrag is namelijk groot genoeg om een aantal mensen uit te nodigen. De heer Geerts (weth.): Deze materie is vrij uitgebreid besproken in de Commissie voor Openbare Werken. Ik had gehoopt dat de vertegenwoordigster van de VVD-fractie in deze commissie de heer Bij kersma zou hebben uitgelegd waarom ook zij akkoord is gegaan met deze procedure. In de toekomst komt er hopelijk nog een aantal van dit soort wijkaccommodaties op ons af. Er zijn ongeveer 20 aanne mers geselecteerd. Per object is door de Commissie voor Openbare Werken een indeling gemaakt van de aannemers die op basis van inschrijving zullen kunnen reageren. Die werkwijze lijkt de Commissie voor Openbare Werken een goede werkwijze toe. De voor's en tegen's zijn in die commissie uitgebreid be sproken en ik wil het graag bij deze constatering laten. De heer Bijkersma: Ik stel mijn vraag in een openbare zitting van de raad. Mevrouw Van Dijk, die namens onze fractie zitting heeft in de Commissie voor Openbare Werken, heeft mij uitvoerig uitgelegd hoe de discussie in de commissie is verlopen. Ik wil graag in deze openbare vergadering van de wethou der horen waarom nu de voorkeur wordt uitgesproken voor een onderhandse aanbesteding. De wethouder zegt dat dat in de commissie is geregeld. Destijds is afgesproken dat het college argumenten zou geven wanneer men over zou gaan tot onderhandse aanbesteding. Argumenten heb ik nu niet gehoord. Ik heb alleen iets gehoord over een voorkeur en over een selectie van een aantal aannemers, maar daar heb ik 58 niet voldoende aan. (De heer Geerts (weth.): De nu voorgestelde wijze van aanbesteding blijkt goedko per te werken.) Wij komen hier later graag nog eens op terug, mijnheer de voorzitter. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 31 (bijlage nr. 229). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 32 (bijlage nr. 258). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Goedkeuren van de jaarrekening 1981 van de Vereniging Openbare Bibliotheek Leeuwarden. De heer IJestra: Onze fractie zal haar goedkeuring geven aan de voor ons liggende jaarrekening 1981 van de Vereniging Openbare Bibliotheek Leeuwarden. Wij willen er echter wel twee kanttekenin gen bij plaatsen. In de eerste plaats hebben wij hier te maken met een aanzienlijk exploitatietekort. Onze fractie wil het college in overweging geven in overleg met het verenigingsbestuur diverse posten nog eens kritisch te bekijken, teneinde in de toekomst te komen tot een gunstiger exploitatie. In de tweede plaats wil onze fractie opmerken dat het college ervoor moet waken dat begrotingen tijdig wor den ingediend. De heer Heere (weth.): De heer IJestra heeft zich weinig specifiek uitgelaten. Ik zal hem daarom ook in algemene zin antwoorden. Het streven van het college is altijd gericht op een zo goed mogelijke exploitatie. Het overleg daarover met de bibliotheek is, zeker in de huidige tijd, vrijwel permanent. Voor wat betreft het tijdig indienen van begrotingen, kan de heer IJestra op volledige steun van het col lege rekenen Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 33 (bijlage nr. 269). De Voorzitter: Dit punt luidt: Vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1983. Bij de discussie over dit punt kunnen tevens worden betrokken de aan de raad gerichte brieven van de PvdA-homogroep en van Vrouwenvuist Friesland. Mevrouw Vlietstra: Ik wil beginnen met het maken van een positieve opmerking aan het adres van degenen die het Programma Sociaal-cultureel Werk 1983 hebben opgesteld. Ondanks het feit dat het programma nogal groot van omvang is, vind ik dat het zeer grondig en goed leesbaar is. Bovendien geeft het programma een goed beeld van enerzijds datgene wat zich aan activiteiten afspeelt op het terrein van het sociaal-cultureel werk en anderzijds van het beleid dat het college daarbij voor ogen staat. Tot zover dus complimenten van onze kant. In de Commissie voor Weizijnsaangeiegenheden hebben wij twee keer uitvoerig met de wethouder van gedachten gewisseld over het Programma Sociaal-cultureel Werk 1983 en vervolgens over de Nadere standpuntbepaling en nota van wijzigingen behorend bij het Programma Sociaal-cultureel Werk 1983. Daarbij zijn door onze fractie ook opmerkingen naar voren gebracht die te maken hebben met de proce dure van welzijnsplanning en met het ontwerp van de algemene subsidieverordening. Bij de behandeling van deze punten in de raad zullen wij daarop terugkomen en ik zal er dan vanavond ook niets over zeg gen. Ik zal mij nu beperken tot de punten waarover wij in de commissie geen overeenstemming konden bereiken met de wethouder. Ik wil beginnen met het heetste hangijzer. Onze fractie is het niet eens met het standpunt van het college inzake het subsidieverzoek van de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden. Bij de eerste behan deling van dit onderwerp in de commissie werden door de wethouder de criteria "algemeen belang" en "kennelijk breed gevoelde behoefte" aangevoerd als redenen om niet tot subsidiëring van de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden over te gaan. Wij hebben toen gezegd dat het hier om nieuwe criteria gaat, die noch in de Rijksbijdrageregeling emancipatiewerk noch in ons eigen Sociaal-cultureel Plan worden genoemd en die bovendien bij geen enkele andere activiteit worden gehanteerd. In de Nadere standpuntbepaling en nota van wijzigingen behorend bij het Programma Sociaal-cul tureel Werk 1983 gooit het college het over een andere boeg. De Rijksbijdrageregeling emancipatiewerk

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 30