;.'y V. De heer Siemonsma vindt zo'n eerste aanloop eigenlijk niks en wil de voorwerkster voor een heel jaar aanstellen. In dat geval gaat het natuurlijk wel om behoorlijke bedragen. Als een functionaris wordt aangesteld voor een heel jaar, dan liggen de verhoudingen weer heel anders en kan van een aan zet eigenlijk niet meer worden gesproken. In dat opzicht zullen wij mijns inziens wel de nodige terug houdendheid moeten betrachten. De heer Boelens heeft gevraagd hoe de ouders op de hoogte worden gebracht van de uitwerking van de enquêtecijfers. Ik heb al gezegd dat wij ervoor zullen zorgen dat meteen na de vakanties via de schoolleiding een goed stuk documentatie naar de scholen gaat. Scholen die heel expliciet op het ogen blik de opvang voorbereiden - er zijn enkele hoofden van scholen die dit doen in overleg met de ouder commissies - zullen wij desgewenst waar mogelijk helpen een en ander mogelijk te maken. Er is gevraagd of het gemeentebestuur, in het geval een kind op een school zit waar omtrent de op vang eigenlijk niets is geregeld, enige soepelheid betracht ten aanzien van de schoolgrenzenDat is mijns inziens een probleem dat wij heel expliciet op eigen merites zullen moeten bekijken, omdat over plaatsing of verplaatsing van één kind voor een school, vooral onder de huidige omstandigheden, desa streuze gevolgen kan hebben. Wij zullen wat dat betreft de nodige voorzichtigheid in acht moeten ne men. Als het om een enkel kind gaat, zal alles in het werk moeten worden gesteld om te proberen met elkander een mogelijkheid te scheppen waardoor een verantwoorde opvang op een andere manier gere geld kan worden Samenvattend: wij hebben deze zaak op dit moment op de wielen gezet. Ik wil er nog graag op at tenderen dat een en ander vorige week ook is behandeld in de ouderraad. Deze ouderraad heeft aan b. en w. gerapporteerd dat de vraag naar behoefte aan overblijfmogelijkheden, invoering van een continu- rooster en de vraag hoe de huidige schooltijden voldoen grondig zijn besproken. De conclusies van dat overleg corresponderen met de inhoud van de raadsbrief en men heeft verklaard zich daarmee volledig te kunnen verenigen. De motie van mevrouw De Haan. In punt 1 wordt gevraagd een voorwerkster in fulltime dienst aan te stellen tot 1 januari 1984. Ik heb al gezegd dat ik daarvoor in het onderwijsveld geen ruimte zie, mede met het oog op de consequenties die dat met zich meebrengt. Het tweede deel van de motie be oogt de tussenschoolse opvang van kinderen door de Stichting Kinderdagverblijf te continueren voor die kinderen voor wie op de school nog geen opvang is geregeld. Wij zullen op korte termijn nagaan hoe de situatie er voor deze kinderen na de zomervakantie uitziet. Mij is bekend dat met name het hoofd en de oudercommissie van de St. Anthonyschool wat dit betreft inmiddels orde op zaken hebben gesteld. Mevrouw De Haan—Laagland: Ik ga eerst even in op de woorden van de voorzitter met betrekking tot de door mij ingediende motie. Ik heb nergens gelezen of gehoord dat een financiële dekking nodig is om een motie te kunnen indienen. Wij hebben echter wel enkele suggesties in die richting. Wethouder De Vries zegt dat er geen ruimte zit in de onderwijsbegroting. Het hiermee gemoeide bedrag hoeft voor ons ook niet per se uit de onderwijsbegroting te komen. Naar ik heb gehoord zit er nog 26.000,-- in de emancipatiepot, terwijl er bovendien geld is gereserveerd voor de opvolger van Hippo, waarbij het gaat om een bedrag van bijna drie ton. Dit zijn zo enkele suggesties. Dan wil ik nog even ingaan op de woorden van de wethouder. Ik ben het eens met zijn interpretatie over de cijfers van de enquête; ook de heer De Beer heeft over dit punt gesproken. Wat ons betreft komt het er niet zo op aan of het nu om één kind gaat of om 10 of 100 kinderen, wij vinden dat de opvang, al gaat het maar om één kind, goed geregeld moet worden. Wat het tweede deel van de motie met betrekking tot de schoolgrenzen betreft zegt de wethouder dat per geval moet worden bekeken of er wat dit betreft mogelijkheden zijn en dat ook het belang van de school er bij moet worden betrokken. Dat vind ik op zich prima, maar dan is het mijns inziens ook belangrijk om het belang van de ouders er bij te betrekken. Als op een gegeven moment een school moeilijk komt te zitten doordat ze leerlingen verliest omdat ouders ontheffing van schoolgrenzen wordt verleend, dan is het des te meer zaak om de tussenschoolse opvang op die school zelf te regelen. De heer Siemonsma zegt dat vier maanden erg kort is. ik ben dat met hem eens, maar onze financi ële ruimte is ook zeer beperkt. Wij staan op dit moment op het standpunt dat wij in januari 1984 willen bekijken hoe de stand van zaken is. Eventueel kunnen wij er bij de begrotingsbehandeling op terug ko men. Naar aanleiding van het betoog van de heer Boelens denk ik dat ik zo langzamerhand moet spreken van "onwil". Hij suggereert dat ik zou vinden dat ouders niet zelf voor kinderopvang kunnen zorgen. Als dat zo was, dan zou ik beslist niet met het voorstel van het college instemmen om oudercommissies die opvang te laten regelen. Ik heb alleen gezegd dat oudercommissies op dit moment geen ervaring hebben met het opzetten van de tussenschoolse opvang en dat ze daar hulp bij moeten hebben. 80 De heer Siemonsma: Drie opmerkingen. In de eerste plaats moet ik constateren dat de wethouder niet op mijn vraag is ingegaan wat betreft het kostenaspect. Daarop zou ik toch nog wel graag een ant woord willen hebben. Mijn tweede opmerking betreft de schoolgrenzen. In de Commissie voor het Onderwijs heb ik ook al opgemerkt dat de schoolgrenzen vanaf 1985 "zo lek als een mandje" zullen zijn. Misschien moeten wij overwegen om de grote klappen, die dan kunnen vallen, nu al geleidelijk op te vangen. Verlies aan ar beidsplaatsen kan namelijk om die reden net zo goed in 1985 plaatsvinden als in augustus 1983. Het ge tuigt mijns inziens dan alleen maar van wijs beleid om alvast wat verder vooruit te zien en geleidelijk naar een bepaalde situatie toe te groeien, die in 1985 vrijwel onvermijdelijk zal zijn. Het derde punt dat ik nog even wil benadrukken - mevrouw Van der Werf heeft er zojuist ook al op gewezen - is dat het met het oog op een gevarieerde behoefte aan kinderopvang waarschijnlijk nodig is een beperkte tussen-de-middag opvang op het kinderdagverblijf te handhaven. Als er geen school is, bijvoorbeeld door vergaderingen of op woensdagmiddagen, en er toch kinderopvang gewenst is, wordt daarin nu in een aantal gevallen op het kinderdagverblijf voorzien. Het is de vraag of dat ook in het kader van de schoolopvang zal kunnen worden geregeld. Die vraag zullen wij mijns inziens in de toe komst nader moeten bekijken. De heer Boelens: Ik kan heel kort zijn. Uit de opstelling van de PvdA moet ik constateren dat die partij de ouders het initiatief niet eens gunt. Bij de behandeling van dit punt in de Commissie voor het Onderwijs heb ik laten aantekenen dat ik bezwaar heb tegen deze snelle besluitvorming en dat ik eerst - een en ander is door de wethouder ook duidelijk toegelicht - de resultaten van de enquête naar de ou ders wil hebben. De ouders moet de kans worden gegeven om daarop in te spelen. De heer De Beer: Ik heb in eerste instantie al gezegd dat wij vinden dat dit duidelijk een zaak voor de ouders is. De wethouder heeft nu toegezegd dat de oudercommissies ondersteuning krijgen waar dat mogelijk is en daarmee gaan wij akkoord. Wij hebben geen behoefte aan de motie. De Voorzitter: Een woord vooraf naar aanleiding van de opmerking van mevrouw De Haan. Een mo tie geeft het gevoelen weer van de raad. Daaraan hoeft inderdaad niet per se een financiële paragraaf te worden toegevoegd. Als een motie, bijvoorbeeld de motie die nu is ingediend, echter duidelijk ten deert in de richting van het zijn van een amendement, waarbij een besluit wordt genomen om met in gang van een bepaalde datum - het nieuwe schooljaar - iets concreets te doen, dan is dat pas operatio neel te maken wanneer ook de financiële dekking aanwezig is. Men kan nu eenmaal niet met alleen een uitspraak van de raad, zonder dat een financiële aanwijzing van middelen heeft plaatsgevonden, tot actie overgaan. Daarom heb ik net gezegd dat er rekening mee moet worden gehouden dat een besluit als verwoord in de motie geen andere inhoudelijke waarde heeft dan een intentieverklaring, waarbij men te kennen geeft dat men vindt dat iets wel of niet moet gebeuren. Er moet nog een financieel sluit stuk aan worden vastgebreid. Ik hoop dat ik hiermee duidelijk heb gemaakt wat de bedoeling van mijn opmerking was. De heer De Vries (weth.): Ik wil nog even ingaan op de opmerking van de heer Siemonsma. Hij heeft gevraagd hoe het met de kosten voor de tussenschoolse opvang zit. Het is zo dat de kosten, die verband houden met de opvang tussen de middag, in principe voor rekening van de ouders komen. Het is niet zo dat een bijdrage naar draagkracht wordt gegeven, maar het betreft een collectieve zaak. De materiële voorzieningen, zoals de verwarming en de lokaliteit waar de kinderen kunnen overblijven, worden door de gemeente beschikbaar gesteld. Als er echter krachten aan te pas komen die gehonoreerd moeten worden, dan zullen de ouders die kosten zelf moeten dragen. In die richting hebben wij een en ander met elkaar vastgelegd. (De heer Siemonsma: Is het dan ook mogelijk dat, wanneer ouders in het geval van tussenschoolse opvang duurder uit zijn dan wanneer het kind op het kinderdagverblijf wordt opgevangen - het gaat duidelijk om minimale inkomens -, het kind op het kinderdagverblijf wordt opge vangen zolang dat mogelijk is? Als men kinderopvang toegankelijk wil houden voor minimum inkomens, lijkt mij dat redelijk. Mijns inziens kan die toezegging wel worden gedaan, omdat het niet de bedoe ling kan zijn om bepaalde groepen kinderen uit te sluiten vanwege het kostenaspect.) Wij hebben vast gesteld dat de opvang sec tot de verantwoordelijkheid van de ouders behoort en hoe ze dat willen doen is hun zaak. Ze hoeven geen betaalde functionarissen te nemen, men kan ook onderling afspreken om via oudercommissies of wat ook, vrijwilligers in te zetten die deze taak op zich nemen. In dat opzicht hoeven wij helemaal niet meteen te denken in de richting van betaalde functionarissen. Daarnaar zijn onze gedachten ook niet primair uitgegaan. Wij zullen ons de komende paar weken nadrukkelijk overtuigen hoe een en ander geregeld is met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 41