Middeleeuwen" verkeert. De items Dodewaard en Suriname, alles is op acquisitie gericht, door mijn heer Remmers wel te verstaan. Hij geeft ook heel verkeerde cijfers, hij schermt met miljoenen, maar misschien kijken er tussen de tien en vijftigduizend mensen. Dat zijn dan de Nederlanders die naar Amerika zijn gegaan omdat ze hier in Nederland niet wilden investeren. Om kort te gaan, dit is natuurlijk weggegooid geld. In de adviezen is trouwens heel duidelijk tus sen de regels door te lezen dat het college ook niet gelukkig is met dit voorstelSoms zitten wij hier over een paar duizend gulden, die bestemd zijn voor een organisatie in nood, uren te bekvechten en in dit geval gooien wij als gemeente 25.000,weg en 100.000,-- gezamenlijk met de andere ge meenten. Dit moeten wij natuurlijk op geen enkele manier doen. Mevrouw Van der WerfIn mijn fractie wordt ook nogal sceptisch gedacht over de zin - of de on zin - van promotie. Het verslindt handen vol geld en de vraag naar het rendement blijft meestal ondui delijk. Bij het lezen van de bij dit voorstel behorende stukken waren ook in mijn fractie de lachsalvo's echter niet van de lucht. Daarna konden wij ons in feite niet anders dan verbazen over de aaneenscha keling van cliché's die in de synopsis te lezen waren. Wij zijn van mening dat men in de Verenigde Staten echt niet onder de indruk zal zijn van Wiegel of van ritsen dichttrekkende zeilers of van over bronzen bokken springende jongetjes. Investeerders zullen er volgens ons zeker niet door geboeid raken, die zullen hooguit geïnteresseerd zijn in keiharde concrete cijfers over bijvoorbeeld de investeringsre gelingen. Kortom, naast het feit dat de schrijver van deze synopsis weinig fantasie aan de dag heeft ge legd, heeft hij onzes inziens ook weinig kaas gegeten van promotie. Dertien in een dozijn vinden wij al erg genoeg, laat deze veertiende dan ook maar achterwege. Wij zijn tegen het voorstel. Mevrouw De Jong: Mijn partij vindt het een goede zaak dat er voor Friesland en met name voor Leeuwarden promotie wordt gemaakt. De manier waarop men een en ander wil aanpakken lijkt ons ech ter niet zo dat men Friesland en Leeuwarden daarmee "verkoopt". Wij stemmen dus tegen dit voorstel. De Voorzitter: In het algemeen is het zo dat het lezen van een synopsis of een script voor een film niet de meest opwindende gebeurtenis is en ik heb goed begrepen dat enkelen uwer deze woorden van harte onderschrijven. Nu is het zo dat er in het voorjaar een overleg op gang is gekomen tussen de pro vincie, het ETIF, de NOM en de vier gemeenten die in het voorstel zijn genoemd over een gezamenlijk te voeren acquisitiebeleid. Op zichzelf is dat mijns inziens een goede zaak. Uit dit overleg is een filmscript te voorschijn gekomen waar blijkbaar niet iedereen even gelukkig mee is. De vraag is alleen of men in dit geval op basis van eigen beoordeling een besluit moet nemen. Tegelijkertijd zitten wij met het probleem dat de provincie zich reeds akkoord heeft verklaard, terwijl ook de Friesland Bank en de gemeenten SmalIingerland en Heerenveen akkoord gaan. In de gemeente Sneek moet het voorstel nog in de raad worden behandeld en de gemeente Leeuwarden is de tweede gemeente die het sluitstuk moet vormen. Misschien is het zinvol te bekijken of er in het geheel nog het een en ander bij te sturen is. Ik zou het wel jammer vinden wanneer uitgerekend de provinciale hoofdstad aan het eind van de rit van voorbereiding - u hebt kunnen zien dat er al geruime tijd aan de film is gewerkt en dat een en ander in april zijn afronding heeft gekregen - zou afhaken. Ik realiseer mij dat mijn betoog niet bepaald gekwalificeerd kan worden als het meest sterke dat in een dergelijk geval kan worden gehouden. Het is natuurlijk wel zo dat ik op het ogenblik een zaak ver dedig die zich eigenlijk helemaal heeft gevormd in de periode voordat ik hier naar toe kwam. Ik zou er echter sterk bij de raad op willen aandringen mee te gaan met het voorstel, omdat daarmee een stuk ge zamenlijkheid op het gebied van acquisitie gestalte kan krijgen. Ik heb er geen moeite mee hieraan toe te voegen dat ik, voorzover daartoe mogelijkheden zijn, zal proberen toch nog een beetje bij te sturen. De heer Ten Hoeve: De voorzitter heeft zelf al gezegd dat zijn argumenten ten aanzien van de an dere gemeenten en de Friesland Bank niet zo sterk zijn. Wij hoeven overigens ook niet als redders van die andere gemeenten op te treden, maar wij hoeven ons ook niet in te laten pakken door de flitsende jongens in de snelle auto's die mijns inziens duidelijk proberen 25.000,van ons af te pakken. Ei genlijk had ik bij dit voorstel graag een advies van de afdeling EBO gezien, want het gaat toch in hoofdzaak om acquisitie; nu is een en ander beperkt gebleven tot de afdeling Voorlichting. Op zich vind ik het goed dat deze commissie verder vergadert en zich beraadt over de vraag hoe acquisitie nu werkelijk plaats moet vinden. Naar mijn gevoel moet het beslist niet op deze manier gebeuren. Ik weet niet hoe de stemming over dit voorstel zal uitvallen, maar als deze 25.000,toch weggaat, dan kunnen wij mijns inziens beter het promotiekoffertje aanschaffen waarover de heer Bijkersma het altijd heeft en hem daarmee op pad sturen naar Amerika, want dat levert vast meer op dan deze film. Mevrouw Van der Werf: De voorzitter heeft zelf al gezegd dat zijn betoog niet zo erg overtuigend was. Ik kan mij wel voorstellen dat het niet gemakkelijk is om voorbarige toezeggingen van een voor ganger te moeten verdedigen. (De Voorzitter: Ik verdedig collegevoorstellen.) Ik ben op een aantal ad viezen afgegaan en daaruit concludeer ik het mijne, maar goed, die woorden zijn voor mijn rekening. De voorzitter heeft met name aangevoerd dat de andere gemeenten al akkoord zijn gegaan met het voorstel en dat wij niet achter kunnen blijven. Ik moet zeggen dat dat voor mij niet een doorslaggeven de reden kan zijn om achter dit voorstel te staan. Het verhaal blijft hetzelfde en ik heb er weinig ver trouwen in dat een en ander nog bijgestuurd kan worden. Kortom, wij blijven tegen het voorstel. De Voorzitter: De heer Ten Hoeve had graag een advies van de afdeling EBO bij de stukken willen hebben. Als ik kijk naar het verslag van de vergadering van de werkgroep, dan moet ik constateren dat de afdeling EBO daarbij "life" aanwezig was en aan het gesprek heeft deelgenomen. Ik wil er toch nog even met nadruk op wijzen dat een verschuilen achter mijn voorganger helemaal niet aan de orde is. Ik heb alleen gezegd dat het hier om een zaak gaat die in het verleden tot zijn af ronding is gekomen. Dat maakt het wat moeilijk om een en ander inhoudelijk met huid en haar te verde digen. (De heer Siemonsma: Een ander lid van het college zou het voor u kunnen doen.) Zo doen wij dat niet. Om er goed in te komen moet je meteen het diepe in en daar ga ik niet voor uit de weg. (Ge lach) Ik blijf er bij dat, als men samen bezig is op het gebied van acquisitie plannen te ontwikkelen, het niet zo'n gelukkige zaak is als een van de gemeenten, en dan ook nog de grootste gemeente wat be treft inwonertal, moet afhaken. Niettemin is het zo dat de raad beslist op grond van de bevoegdheid en de taak die hij heeft. Ik stel voor het voorstel thans in stemming te brengen. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 21 tegen 13 stemmen. (Tegen het voorstel stemmen van de fractie van de PvdA de dames De Haan-Laagland, Jongedijk-Wel- les, Vlietstra en Wielinga-Graansma en de heren Bron, Ten Hoeve, Meijerhof en Timmermans, alsmede de leden van de fracties van PAL en D'óó.) Punt 28 (bijlage nr. 302). De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1983. Gemeentebegroting, punten 6 en 7. De heer Ten Hoeve: Dergelijke punten zijn al eens eerder aan de orde geweest en toen hebben wij besloten dat voor een bepaalde school een inbraakbeveiligingsinstallatie zou worden aangeschaft. Kort na deze beslissing komen er weer twee aanvragen. Er is over dit soort zaken jurisprudentie. Mijns in ziens zullen, wanneer wij geen andere oplossing vinden, in volgende raadsvergaderingen bij voortduring dergelijke aanvragen worden gedaan. Inbraken vinden praktisch in alle scholen plaats en ik zou dan ook willen voorstellen met de besturen van de scholen in Leeuwarden te gaan praten. Op die manier zou men kunnen komen tot de afspraak om gezamenlijk - dat is de strekking van mijn betoog - één bedrijf te vragen een prijsopgaaf te geven voor inbraakbeveiIigingsapparatuur, waardoor de kosten lager uitkomen dan nu het geval is. Een en ander geldt voor onze eigen openbare scholen maar ook voor de andere scholen. Ik zou graag willen dat de afdeling Onderwijs mijn suggestie eens bekijkt. De heer Visser: Ik kan mij eigenlijk wel vinden in de woorden van de heer Ten Hoeve. Ik zou ech ter nog willen opmerken dat het hier om twee scholen voor buitengewoon onderwijs gaat. Daarvoor is een heel gemakkelijke financiële band met het rijk, in die zin dat de kosten voor vrijwel 100% terug ontvangen worden van het rijk. Wat de andere scholen betreft, ik meen te weten dat men op het ogen blik bezig is om deze zaak te coördineren. Men heeft de schoolbesturen geloof ik al een brief gestuurd met de mededeling dat in deze geen aanspraak kan worden gemaakt op artikel 72 van de Lager-onder- wijswet. Dat houdt in dat men een andere modus moet zoeken. De heer De Vries (weth.): De heer Visser heeft gelijk. Er wordt op het ogenblik aan gewerkt om te komen tot coördinatie. Als dit niet zou worden gedaan, dan zou het inderdaad wel eens zo kunnen zijn dat de ene na de andere school met een verzoek tot beveiliging komt. Wij kunnen de heer Ten Hoeve wel toezeggen dat wij zullen proberen een en ander in collectief verband naar voren te brengen, hoe wel iedere school sec een aanvraag zal moeten indienen. Een en ander zal dan echter tegelijk worden aangeboden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 11