8 rol van de medezeggenschapscommissies bij organisatieveranderingen. Zodra de inhoud van die aanbe veling bekend is, zullen wij daaromtrent een standpunt innemen." Moet ik hieruit concluderen dat het standpunt dat het college nu heeft ingenomen een voorlopig standpunt is en dat dat zal worden herzien, want dat zal natuurlijk veel meer tegemoet kunnen komen aan datgene wat de vorige spreekster en spre kers hebben gezegd. Mijn fractie zal het ook heel erg op prijs stellen wanneer het college, gehoord hebbende de discus sie - de heer Van der Wal heeft dat zo sympathiek gevraagd in de richting van het college -, een waar nemer tot de vergaderingen van de werkgroep "7-ton" zou willen toelaten om de informaties, die voor het personeel zo belangrijk zijn, te krijgen. Als het college zegt dat men de verslagen wel thuis ge stuurd krijgt, dan zeg ik dat het veel beter is dat men de sfeer proeft en dat men zo weet wat er alle maal gebeurt. Wij zullen het verzoek van de heer Van der Wal ondersteunen. Het is voor dit college ook veel beter om dat verzoek te honoreren. De heer Geerts (weth.): Ik wil graag beginnen met uit te leggen waarom de werkgroep "7-ton" er is. Deze werkgroep is er om materiaal te verzamelen voor de verschillende fases van het reorganisatie- onderzoek. Het is bekend dat er een opzet is gemaakt voor het reorganisatie-onderzoek, die bestaat uit zes fases waarin het een en ander zal gebeuren. In dat kader zal er voorbereidend werk gedaan moeten worden dat voorheen gebeurde door de werkgroep. Het accent van de werkgroep was destijds echter be langrijker dan nu het geval is. Men weet dat wij het reorganisatie-onderzoek begonnen zijn zonder daarbij plannen te hebben om een extern bureau aan te trekken. Toen moest inderdaad het voorberei dende werk door de werkgroep gedaan worden. Dat gebeurt echter nu niet meer door de werkgroep, maar door het bureau dat het onderzoek als opdracht heeft gekregen. Het extern bureau draagt materiaal aan dat eerst in de werkgroep technisch wordt getoetst - er wordt dan bijvoorbeeld gekeken of er ook fouten in zitten - en daarna in de stuurgroep, als intern beleidsorgaan, aan de orde komt. Om te ver mijden dat men denkt dat in de werkgroep allerlei geheimzinnige dingen besproken worden, is ervoor gezorgd dat de verslagen van de werkgroep voor een ieder ter inzage liggen. Het is overigens zo dat ook in de vorige fases de verslagen voor iedereen ter inzage hebben gelegen. Erkend moet worden dat het in de vorige fases wel eens ontbroken heeft aan snelheid wat het maken van de verslagen van de werkgroep betreft. Daardoor kwam de medezeggenschapscommissie wel wat laat op de hoogte van het besprokene in de werkgroep. Het is - ik sluit dan even aan op de vraag van de heer Timmermans - nadrukkelijk niet de bedoeling beleidsvragen ter discussie te stellen in de werkgroep. De werkgroep heeft als functie datgene wat door het extern bureau is gemaakt aan voorstellen en aan inventarisaties technisch te toetsen. Daarna wordt een en ander besproken in de stuurgroep waarin ook de medezeggenschapscommissie volledig meedraait. De heer Van der Wal zegt dat de stuurgroep en de werkgroep vrijwel dezelfde personele samenstel ling hebben. Dat is niet waar. De medezeggenschapscommissie is niet in de werkgroep maar wel in de stuurgroep vertegenwoordigd. Dat geldt ook voor de afdeling Personeelszaken en de afdeling Financiën en Belastingen. Wethouder Miedema zit ook in de stuurgroep, maar zit niet in de werkgroep. Men kan dus niet zeggen dat beide groepen dezelfde personele samenstelling hebben. De taak van de werkgroep is heel beperkt. Zij heeft alleen tot taak om na te gaan of er technisch ook wat bijzonders aan de hand is en of er geen fouten zijn gemaakt. Mevrouw De Jong heeft gezegd dat er door het personeel niet is overvraagd door te vragen een waarnemer te mogen afvaardigen naar de vergaderingen van de werkgroep "7-ton". Zij zegt ook dat de mondigheid van het personeel niet moet worden aangetast. Ik ben het volstrekt met haar eens. Het per soneel wordt heel erg serieus genomen - dat is ook logisch -, wat blijkt uit onder anderen: de hele op zet van het onderzoek waarbij in alle fases de zaak besproken zal worden in de stuurgroep waarin ook de medezeggenschapscommissie is vertegenwoordigd, het feit dat iedereen via de verslagen op de hoogte zal worden gesteld, het feit dat bij interviews die door het organisatiebureau worden gehouden de me dezeggenschapscommissie is betrokken en het feit dat terugkoppeling naar de afdelingen plaatsvindt. Het personeel kan heel constructief meedenken en dat dat het geval is bewijst de huidige stand van het onderzoek. Het college neemt het personeel dus zeer serieus, maar vindt het alleen niet nodig dat de medezeggenschapscommissie ook in de werkgroep, die geen andere functie heeft dan het technisch toet sen van de voorstellen, zitting heeft. Wij moeten ervoor zorgen dat wij de structuur van die werkgroep niet steeds verder uitbreiden. Het overleg moet niet zo breed worden dat wij een aantal keren achter elkaar met dezelfde mensen hetzelfde onderwerp behandelen. Daarom is de functiescheiding van de twee groepen ook zo nadrukkelijk aangebracht. De heer Van der Wal heeft de indruk dat datgene wat er gebeurt in de stuurgroep een soort achter hoedegevecht is. Wij moeten wel goed voor ogen houden waar wij tot nog toe mee bezig geweest zijn. Wij zijn bezig geweest met de inventarisatie van de knelpunten. Inderdaad is er enige discussie geweest over de vraag hoe men de inventarisatie technisch moet uitvoeren. De suggestie dat de medezeggen schapscommissie een achterhoedegevecht zou voeren is volstrekt niet juist. Er bestaat een heel goede relatie tussen het college en de medezeggenschapscommissie. Bovendien zijn er bij herhaling gesprekken geweest tussen het college en de medezeggenschapscommissie. Volgens mij is er een volledige garantie dat het personeel door middel van de medezeggenschapscommissie en ook op andere wijze meedoet in dit onderzoek. De heer Bijkersma heeft een opmerking gemaakt over de aanbeveling van het Centraal Orgaan. Landelijk speelt het probleem dat er reorganisatie-onderzoeken gepleegd worden. Door het Centraal Orgaan moet een standpunt worden ingenomen over de vraag hoe de medezeggenschapscommissies daar bij betrokken zullen worden. Wij hebben het idee dat de manier waarop wij een en ander nu doen in overeenstemming zal zijn met het toekomstige standpunt van het Centraal Orgaan. Wij kennen dat toe komstige standpunt echter nog niet en wij hebben derhalve de mogelijkheid niet uitgesloten, want die is natuurlijk altijd aanwezig, dat er toch een bepaalde tegenstrijdigheid is tussen onze opvattingen en die van het Centraal Orgaan. In dat geval kunnen wij ons standpunt alsnog herzien, maar ik verwacht dat dat niet nodig is. De heer Van der Wal: De wethouder zegt dat de werkgroep "7-ton" eigenlijk niet veel meer voor stelt. Zij verzamelt materiaal voor de voeding van de verschillende fases van het organisatie-onder- zoek. Dat materiaal wordt technisch getoetst door de werkgroep en verder gebeurt er eigenlijk niet zo veel. Nu is het wel zo dat in de enige stuurgroep die er tot nu toe geweest is voor dit reorganisatie-on derzoek het eigenlijk alleen maar in grote hoofdzaak ging over juist de manier van materiaal verzame len en over de manier van technisch toetsen. Daarover bleken dan allerlei interpretatieverschillen te bestaan. De wethouder heeft aangegeven dat de afdeling Financiën en Belastingen en de afdeling Perso neelszaken niet in de werkgroep zitten maar wel in de stuurgroep. Voor de rest zijn alle geledingen die te maken hebben met ruimtelijke ordening, zoals de directie van de DSO, de afdeling Ruimtelijke Or dening en Volkshuisvesting en de betreffende wethouders, in de werkgroep vertegenwoordigd, behalve het personeel. Dat is een vreemde zaak, juist als het om technisch toetsen en materiaal verzamelen gaat. De wethouder heeft uitgebreid uitgelegd hoe serieus b. en w. het personeel nemen. Tot op zekere hoogte wil ik dat best aannemen. De conclusie van de wethouder dat het niet nodig is om een waarne mer toe te laten tot de vergaderingen van de werkgroep "7-ton" gaat mij eigenlijk te ver. Kennelijk vindt de medezeggenschapscommissie van de DSO, die praktisch het voltallige personeel vertegenwoor digt, een waarnemerschap wel nodig, want dat blijkt alleen al uit het feit dat deze commissie een brief over, deze kwestie aan onze raad stuurt. Dat is een niet erg gebruikelijke stap. Kennelijk hecht de me dezeggenschapscommissie van de DSO enorm sterk aan deze zaak. De wethouder vindt het kennelijk nog steeds niet nodig dat er een waarnemer tot de vergaderingen van de werkgroep "7-ton" wordt toegela ten. Ik heb een motie gemaakt die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 septem ber 1983, besluit aan de medezeggenschapscommissie van de DSO één waarnemers plaats in de zogenaamde werkgroep "7-ton" toe te kennen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de verdere beraadslaain- gen. Mevrouw De Jong: De motivering van de wethouder heeft mij net zo min overtuigd als het antwoord van het college onder punt J van de mededelingen. Ik ben van het een en ander niet zo ondersteboven. De wethouder heeft gezegd dat de werkgroep bezig is om materiaal te verzamelen en dat het accent van de werkgroep voorheen belangrijker was dan thans. Om te voorkomen dat men denkt dat er allerlei ge heimzinnige dingen aan de orde komen, zijn de verslagen van de werkgroep ter inzage gelegd. Volgens mij komt er niets geheimzinnigs aan de orde, want datgene wat aan de orde komt heeft direct met het personeel te maken. Ik vraag mij daarom af waarom er niemand van het personeel in de werkgroep is vertegenwoordigd. Het personeel moet toch de voorstellen die uit de 7-ton operatie rollen uitvoeren? Tussen het tijdstip van vergaderen van de werkgroep en het kunnen inzien door het personeel van de verslagen ligt een bepaalde tijdsduur. Juist die tijdsduur kan voor het personeel - en ik denk toch ook wei voor de werkgroep - zo belangrijk zijn, dat het beter zou zijn dat er een waarnemer in de werk groep zou zitten die meteen alert ter vergadering zou kunnen reageren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 5