12 De Raad gaat hiermee akkoord. Sub N. De brief is in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften om advies. De Voorzitter: Ik moet de raad nog mededelen dat vanavond met kennisgeving afwezig zijn me vrouw Van Dijk-van Terwisga en de heer Miedema. Wellicht ten overvloede deel ik nog mee dat agen dapunt 17, dat gaat over een preadvies inzake het verzoek van de minister van Welzijn, Volksgezond heid en Cultuur hem advies uit te brengen over de representativiteit van de Lokale Omroep Leeuwarden Aquarius, van de agenda is afgevoerd. De heer Bijkersma: Ik wil graag een vraag stellen over agendapunt 17, mijnheer de voorzitter. Ik ben het er helemaal mee eens en ik kan mij er ook helemaal in vinden dat dit punt van de agenda is af gevoerd. In een persbericht in de krant heb ik gelezen dat er naar aanleiding van het verzoek van Aquarius toch een brief van het college naar het ministerie zal gaan over een aantal zaken. Ik vind dat wij dan toch wel over de inhoud van die brief moeten praten. In het persbericht dat ik hier voor mij heb liggen staat dat de heer Heere zich voorstelt dat er een brief naar het ministerie gaat. Datgene wat er in het persbericht staat hoeft natuurlijk niet helemaal juist te zijn, maar, als er wel een brief naar het ministerie gaat, dan zou ik daar toch wel even over willen praten. De heer Heere (weth.): Het persbericht is juist, mijnheer Bijkersma. Datgene wat daarin staat, heb ik inderdaad gezegd. Er gaat een brief naar het ministerie. Hoe ligt de zaak namelijk? De minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur heeft de gemeente Leeuwarden gevraagd om voor een bepaalde datum advies uit te brengen over de representativiteit van Aquarius, onder bijvoeging van de daarbij behorende motieven. Dat antwoord zouden wij hebben gegeven, ware het niet dat er van de kant van Aquarius het verzoek kwam om dat antwoord nog niet te geven. Toen is er contact geweest met het mi nisterie, dat die de vraag had gesteld, met het verzoek of men bereid was om de termijn, die het minis terie had gesteld, te verlengen. Dat antwoord was positief, waarbij gezegd werd dat de termijn zo lang verlengd zou kunnen worden als de gemeente Leeuwarden of Aquarius daar behoefte aan zouden hebben. Toen leek het het college verstandig een dergelijke telefonische afspraak correctheidshalve te be vestigen en daarvan mededeling te doen aan de minister. Een afschrift van het een en ander is aangebo den aan Aquarius, ledereen weet daardoor precies waar het om gaat. De eerder genoemde brief is in ie der geval niet geschreven. De heer Bijkersma: Ik heb nu geen behoefte meer om over deze kwestie te discussiëren, mijnheer de voorzitter. Punt 3. De Voorzitter: Aan de orde is thans: Motie van de dames VIietstra en Van der Werf ten aanzien van het agendapunt vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1983, waarover in de vergadering van 28 juni jl. de stemmen staakten. Over deze motie dient een tweede stemming plaats te vinden. Voor ik de motie in stemming breng, zal ik die voor de goede orde nog even voorlezen. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 28 juni 1983, overwegende dat: - de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden is te beschouwen als een eman cipatie-activiteit; - de tijdelijke Rijksbijdrageregeling emancipatiewerk en het Sociaal-cultu reel Plan subsidiëring van deze activiteit in principe mogelijk maken, besluit de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden een startsubsidie te verle nen van 10.000,--. De motie van de dames Vlietstra en Van der Werf wordt aangenomen met 19 tegen 16 stemmen. (Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heer De Vries, alsmede de leden van de fracties van CDA, WD en GPV/RPF/SGP.) 13 Punt 4. De Voorzitter: Aan de orde is thans: Eerste deel van de motie van de dames De Haan en Vlietstra en de heer Siemonsma ten aanzien van het agendapunt preadvies inzake vaststelling schooltijden en het scheppen van overblijfmogelijkheden met ingang van het schooljaar 1983-1984 voor de scholen voor openbaar kleuter- en lager onderwijs, waarover in de vergadering van 28 juni jl. de stemmen staakten. Over het eerste deel van deze motie dient ook een tweede stemming plaats te vinden. Voor de goede orde zal ik dit deel van de motie nog even voorlezen, voordat ik dat in stemming breng. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 28 juni 1983, overwegende: - dat tussenschoolse opvang op alle openbare kleuterscholen en lagere scho len geregeld dient te worden; - dat de organisatie door oudercommissies ter hand genomen zal worden; - dat de oudercommissies op dit terrein geen ervaring hebben, besluit: 1. met ingang van het nieuwe schooljaar tot 1 januari 1984 een voorwerkster in fulltime dienst aan te stellen. Zij zal als taak krijgen de oudercom missies behulpzaam te zijn bij het opzetten van de organisatie van kin deropvang tussen de middag; De motie van de dames De Haan—Laagland en Vlietstra en de heer Siemonsma wordt aangenomen met 20 tegen 15 stemmen. (Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van CDA, VVD en GPV/RPF/SGP.) Punten 5 t.e.m. 13 (bijlagen nrs. 316, 317, 314, 324, 304, 325, 310, 313 en 303). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 14 (bijlage nr. 321). De Voorzitter: Dit punt luidt: Handleiding functioneren project- en contactgroepen. De heer Timmermans: Over de procedure van vaststelling van de Handleiding functioneren project en contactgroepen is nogal wat verwarring ontstaan. Er is sprake van een tweetal visies over wat er nu vanavond precies aan de orde is. De eerste visie, het collegestandpunt, houdt in dat het hier uitsluitend gaat om het vastleggen van raadsuitspraken uit 1980, nadat in die periode door de raad uitvoerig het verloop van het stadsvernieu wingsproces is geëvalueerd. De tweede visie die op dit moment speelt is het standpunt dat voornamelijk door de bewonersorgani saties wordt verwoord, waarbij naast het vastleggen van de afspraken in 1980 met name ook gekeken wordt naar de wijze waarop het stadsvernieuwingsproces in de afgelopen drie jaar heeft gefunctioneerd. Het is op zich zelf wel enigszins begrijpelijk dat men voor die visie heeft gekozen, omdat het college daar eigenlijk ook wel wat aanleiding toe heeft gegeven. In de eerste plaats kan dat worden geconclu deerd uit het feit dat het college de concept-handleiding heeft toegestuurd aan het Oude Stadswijken Overleg (OSO) om advies. In de tweede plaats wordt in de raadsbrief gesproken over het feit dat het hier gaat om een weergave van de huidige praktijk. In de derde plaats wordt in de raadsbrief ingegaan op een aantal zeer concrete punten dat betrekking heeft op het feitelijk functioneren van het stadsver nieuwingsproces in de afgelopen drie jaar. Toch meent onze fractie, wanneer het gaat over deze handleiding, op dit moment te moeten kiezen voor het standpunt van het college dat datgene wat is afgesproken vastgesteld moet worden. Wij willen daarbij echter nadrukkelijk vermelden dat daarmee wat ons betreft geen uitspraak wordt gedaan over het feitelijk functioneren van de stadsvernieuwingsorganisatie. De reden waarom wij voor dit standpunt kie zen is dat wij op zich zelf geen aanleiding zien het model project- en contactgroepen als een onvol waardig model te beschouwen. Een en ander sluit evenwel niet uit, mijnheer de voorzitter, dat in de Leeuwarder situatie sprake kan zijn van een verschil tussen de theorie en de praktijk, getuige ook de fundamentele kritiek die het OSO heeft geleverd. Met name wil ik de uitspraak aanhalen dat de con tactgroepen op dit moment eigenlijk alleen nog maar dienen als plaats waar informatie wordt uitgewis seld en op geen enkele manier nog functioneren als plaats van overleg. Dat gegeven maakt dat wij hier

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 7