18 redenen noemen voor dit financiële debacle, maar wel een aantal ingrediënten die er toe hebben bijge dragen Voor mijn gevoel is er toch wel een wat naïeve haalbaarheidsanalyse gepleegd. Twee dingen. Als men aan zo'n project begint vind ik dat er rekening moet worden gehouden met een grote post onvoor zien, dat is inherent aan dit soort projecten. Zo'n post is nergens terug te vinden. Daarnaast is er een haalbaarheidsonderzoek gepleegd, waarbij geen terugkoppeling heeft plaatsgevonden naar degenen die straks van de accommodatie gebruik zullen moeten maken, de buurt dus. Het programma van eisen dat verwezenlijkt zal moeten worden is niet in de haalbaarheidsanalyse meegenomen en dat wreekt zich dan ook uitdrukkelijk. De financiële taakstelling waarmee de bouwcommissie van start is gegaan is mij niet geheel duidelijk geworden. Mijns inziens is dat toch wel belangrijk. Ik heb begrepen - maar dat durf ik op dit moment niet hard te maken - dat in het verleden ooit eens gestart is met 1,5 miljoen gulden en dat die later is teruggebracht naar 1,1 miljoen gulden, waarbij diverse partijen - bouwcommissie, Wo ningbedrijf en anderen - twijfels hadden of rentebijschrijving mocht plaatsvinden over dat bedrag. Bij de haalbaarheidsraming is niet uitgegaan van tijdverlies en de doorberekening van de rentelasten over de investering van de aankoopsom. Onduidelijk was in die fase ook hoe de verdeling van de diverse kosten van aankoop plus rentelasten over de diverse projecten zouden moeten worden verdeeld. Geble ken is dat met de modelletjes nog diverse keren geschoven is, hetgeen bijvoorbeeld voor de bouwcom missie een onduidelijke positie opleverde. Er zijn aanzienlijke vernielingen gepleegd in het project. Ik heb wat dat betreft ook het idee dat het wel wat eerder dichtgetimmerd had moeten worden. Volgens mijn informatie heeft het Woningbedrijf daar diverse keren op gewezen, maar toch heeft een en ander in een erg laat stadium plaatsgevonden. Ook kan worden gezegd dat de hele procesbeheersing veel te wensen heeft overgelaten. Als op 27 juni 1983 nog kan worden meegedeeld in de bouwcommissie van het buurthuis dat het project financieel rond is en wij nu in dit financiële gat vallen, dan vraagt men zich wel af hoe dat kan. Het resultaat van een en ander is een mijns inziens terecht teleurgestelde buurt, die haar verwach tingspatroon al een paar keer heeft moeten wijzigen, het spel tot in de laatste fase heeft meegespeeld en nu dreigt te worden afgekocht met een veel kleinere semi-permanente accommodatie voor een veel lager bedrag. Bovendien zitten wij als gemeente met een financieel debacle. Ik weet niet of het colle ge, door plan D te kiezen, op dit moment de juiste keuze heeft gemaakt uit de plaatjes A en D, waar over intern is overlegd. Ik heb begrepen dat het laagste investeringsniveau voor het college het crite rium is geweest. Plan D (16 wooneenheden in de vleugel, 8 wooneenheden in het hoofdgebouw en een buurtaccommodatie elders) vraagt een investering van 1,122 miljoen gulden; plan A (16 wooneenheden in de vleugel en verbouw hoofdgebouw tot wijkaccommodatie) vraagt een investering van 1,415 miljoen gulden. Men zou akkoord kunnen gaan met de laagste investering, waarbij ik echter toch wel een "maar" moet zetten. Er is in ieder geval een bedrag gereserveerd geweest voor de buurtaccommodatie. Hoe groot was dat bedrag? Het antwoord op deze vraag moet duidelijk boven tafel komen, want mijns inziens is dat bedrag veel hoger dan dat wat in eerste instantie uit het haalbaarheidsonderzoek te voor schijn is gekomen. Daarna zijn de bouwkosten een stuk hoger geworden. Naar mijn idee moeten wij de kosten die op dit moment staan voor aankoop van het gebouw, renteverlies en verbouwing niet alleen toetsen aan het laagste investeringsniveau, maar ook aan het uitgangspunt dat wij ons hebben gesteld: wat was indertijd het bedrag waarmee de bouwcommissie van start ging? Dan is er nog de dekking van het een en ander. Het lijkt mij dat daarover ook wel het nodige te zeggen valt. In een notitie van de afdeling ROV - ik heb op dit moment geen aanleiding om anders te geloven dan dat dit de consequentie zal zijn als wij de nu voor ons liggende raadsbrief zonder meer aannemen - staat: "Van de onrendabele kosten ad 1.122.100,-- voor 176.000,dekken ten laste van de stelpost voor onrendabele toppen" - deze 176.000,-- geldt voor de 16 wooneenheden waarop verlies wordt geleden - "en voor 946.100,dekken ten laste van de ruimte voor welzijnsvoorzienin gen binnen de ruimte voor de stadsvernieuwingDat betekent dat wij ongeveer 9,5 ton uit de ruimte welzijnsvoorzieningen halen, dat wij daarvan 475.000,-- investeren in een buurtaccommodatie en dat wij het overige bedrag van een kleine 5 ton moeten steken in de onrendabele top van de woningen. Als dat waar is lijkt mij dat een lugubere conclusie. Wat bedoel ik met dit alles? Twee dingen. Mijns inziens moeten beslissingen als deze ook uitge breid in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden aan de orde komen, terwijl ik tevens van mening ben dat wij met elkaar moeten proberen uit te vinden hoe dit soort zaken zo kunnen groeien. Waar lig gen de fouten? Dat is niet om bloed te zien, maar als wij dit soort financiële debacles hebben, dan lijkt het mij zinvol dat wij goed gerapporteerd worden hoe een en ander kan ontstaan en met name hoe een en ander in een volgende fase kan worden voorkomen. Mijns inziens zijn wij op de een of andere manier ook veel te lang met dit soort dingen bezig. Anderzijds zou ik niet graag om een stukje open baarheid en samenspraak heen willen. Toch moeten wij de lijnen niet te lang maken, waardoor onge 19 looflijke renteverliezen worden geleden en beschadigingen en vernielingen plaatsvinden, die overigens van te voren wel beter kunnen worden ingeschat als in dit geval is gebeurd. Vooralsnog hebben wij uitdrukkelijk bezwaar tegen de 30.000,die gevraagd wordt beschikbaar te stellen voor het onderzoek naar de verbouw van het hoofdgebouw tot 8 wooneenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens. De heer Dubbelboer: In de voor ons liggende raadsbrief staat in de op een na laatste alinea dat de Commissie voor het Woningbedrijf zich met de verbouwplannen voor de 16 wooneenheden kan verenigen. Daarna volgt het verhaal over de kredieten. Inderdaad is een en ander in de Commissie voor het Wo ningbedrijf aan de orde geweest en tot zover waren er ook geen problemen. Toen verscheen echter de raadsbrief in de vorm zoals die nu voor ons ligt en waarin onder andere wordt gesproken over het be schikbaar stellen van een voorbereidingskrediet van 30.000, Mijns inziens heeft de vorige spreker terecht opgemerkt dat een en ander niet thuishoort in de Commissie voor het Woningbedrijf, maar eerst had moeten worden bekeken in de Commissie voor WelzijnsaangelegenhedenBij de vragen die hierbij rijzen komt ook nog de brief van de buurtverenigingen Huizum-Dorp en Huizum-Bornia, die volgens mijn voorbuurvrouw is gedateerd 30 september 1983. De brief die ik in mijn bezit heb is echter geda teerd 28 september 1983. In die brief worden toezeggingen genoemd die door de wethouder zijn gedaan. Ik vraag mij af welke toezeggingen dat dan geweest zijn. Waarom zijn die niet boven water gekomen? Zijn die toezeggingen indertijd genomen tegen de achtergrond van de economische situatie toen en is er nu besloten daarvan af te stappen en een andere weg in te slaan? Als dat zo is, dan zou het op zijn zachtst gezegd elegant zijn geweest om een en ander met degenen met wie in het verleden afspraken zijn gemaakt opnieuw te bespreken. Mijns inziens had er ook overleg moeten plaatsvinden met het be stuur van de wijkverenigingen In de brief wordt nog gevraagd naar het semi-permanente karakter van het gebouw. Bij de rijks overheid is semi-permanent 30 jaar en ik vind dat altijd vreselijk lang. Als hier met semi-permanent ook 30 jaar wordt bedoeld, dan is er voor de wijkverenigingen al veel opgelost. Al met al roept het voorstel zoals dat er nu ligt ook bij ons een aantal vragen op, waarvan de meeste al zijn gesteld. Voorshands hebben wij ook geen behoefte om 30.000,beschikbaar te stellen voor het onderzoek naar de verbouw van het hoofdgebouw tot 8 wooneenheden voor een- en tweeper soonshuishoudens. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.25 uur, de vergadering. De heer Heere (weth.): Het onderwerp dat nu aan de orde is heeft nogal wat stof doen opwaaien. Dat is heel begrijpelijk, want het is een ingrijpend voorstel dat hier voor de raad ligt. Er is terecht op grond van feiten uit de geschiedenis gezegd dat er verwachtingen zijn gewekt, die nu helaas niet uitko men. Er is opgemerkt dat het voor de wijk teleurstellend moet zijn dat een en ander zo is gelopen. Er is gevraagd hoe dat nu allemaal is gekomen, terwijl sommigen zich afvragen wat er verder gaat gebeuren als het besluit dat nu voor ons ligt wordt genomen. Op deze wijze wil ik ook graag de vragen beant woorden. Ik wil eerst een paar opmerkingen maken over het voorafgaande en daarna een verklaring ge ven voor de redenen waarom wij, zoals ik dat dan nu maar uitdruk, vinden dat het volstrekt noodzake lijk is dat wij door de "bocht" gaan en welke voordelen dat oplevert. Tevens wil ik ingaan op datgene wat in het al ternatieve model aan de wijk kan worden aangeboden, terwijl ik verder enkele technische punten wil noemen die in het verlengde liggen van de motie die mevrouw Jongedijk heeft ingediend. Eerst iets over de geschiedenis. Indertijd is het pand waar het nu om gaat niet aangekocht om tot buurthuis te dienen; dat is pas later zo gekomen. De prijs die daar toen voor betaald is heeft dan ook niet een directe relatie met de getallen die wij nu in verschillende modellen ten tonele moeten voeren voor wat betreft de kosten voor deze accommodatie. Hoe is de geschiedenis verder geweest? Mijns in ziens is die op twee punten te volgen; in de eerste plaats voor wat betreft de technische kant - bouw commissie en al dat soort zaken - en in de tweede plaats voor wat betreft de exploitatie van het ge bouw. Over de technische kant weet ik niet zoveel meer mee te delen dan datgene wat u zelf in versla gen van de bouwcommissie hebt kunnen lezen. Ik geef de heer Niemeijer toe dat tot voor betrekkelijk kort inderdaad geen duidelijke indicatie is gegeven in de richting van: het kan zo niet langer. Dat komt denk ik mede door het feit dat een dergelijke beslissing ook niet zo maar wordt genomen. Wij heb ben in het college over deze kwestie meerdere malen diepgaand gesproken. Het tweede punt is de ex ploitatie. Hoe is het daarmee gegaan? Eén ding is vanaf het begin duidelijk geweest, zowel voor de gemeente als voor de wijk, namelijk dat er wat betreft de exploitatie maar één dringende eis was: die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 10