22 ander zo snel mogelijk te doen. Daarom raad ik u aan geen koppeling aan te brengen tussen de plannen voor het hoofdgebouw en die voor een wijkaccommodatie, want daarmee is de kans dat het hoofdgebouw nog verder verkrot grotelijks aanwezig. Laten wij alstublieft met twee benen op de grond blijven staan. Wij constateren met elkaar dat realisatie van de wijkaccommodatie in het hoofdgebouw op basis van de motieven die wethouder Heere heeft genoemd niet mogelijk is. Daarom moet daaraan zo snel mogelijk een andere bestemming worden gegeven en dat is de bedoeling van het college ook door dit voorberei dingskrediet te vragen. Mevrouw Willemsma—de Jong: Met instemming heb ik geluisterd naar de twee wethouders. Wij kun nen akkoord gaan met het door wethouder Heere toegevoegde punt VII door 25.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het opstellen van plannen voor de bouw van een wijkaccommodatie. Wethouder Heere heeft een reactie gegeven op de motie die door de PvdA is ingediend; ik ben het daarmee eens. Het is natuurlijk een zenuwentoestand als iemand voor het eerst een motie indient, maar als de fractievoorzitter hem mee-ondertekent moet het toch een goede motie zijn! De VVD heeft maar één brief van de buurtverenigingen gekregen. Wij hebben twee brieven ontvangen, één gedateerd 28 september 1983 en één gedateerd 30 september 1983. Misschien krijgt de VVD wel een aparte behande ling! Wij gaan akkoord met de voorstellen van het college. Mevrouw Jongedijk—Welles: Ik ben een beetje tevreden met het antwoord van wethouder Heere. Ik heb de motie ingediend om een soort stok achter de deur te hebben, zo van: Als dit nu niet gerealiseerd wordt, dan moet de wijk toch op heel korte termijn weten wat er dan wel gebeurt. Op de door wethouder Heere genoemde argumenten zal ik verder maar niet ingaan. Ik heb ook in eerste instantie al gezegd dat het rond krijgen van de exploitatie een heel moeilijk punt was; dat heeft de wijk in feite ook toegegeven. Ik hoop alleen dat een en ander nu zo snel mogelijk van de grond komt. Ik wil nog wel graag weten hoe dat precies zit met die 25.000,-- als voorbereidingskrediet voor het opstellen van plannen voor de bouw van een wijkaccommodatie. Hoe wordt dit punt toegevoegd aan het besluit? De Voorzitter: Aan het besluit wordt toegevoegd: Punt VII. een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van 25.000,ten behoeve van het opstellen van plannen voor de bouw van een wijkac commodatie. Het nu in het besluit genoemde punt VII wordt dan punt VI11 De heer Niemeijer: Het verbaast mij dat een aantal andere leden van de raad zo gemakkelijk door het verhaal van wethouder Heere overstag gaat. Ik heb er op zich begrip voor dat de zaken die ik naar voren heb gebracht op dit moment niet allemaal inhoudelijk aan de orde kunnen komen. Ik heb ander zijds gesignaleerd wat de consequentie daarvan is, maar daar heb ik niemand op horen reageren. Op dit moment moeten wij beseffen dat zo'n vijf ton uit de pot welzijnsvoorzieningen wordt gebruikt om een aantal wooneenheden in TjalIingahiem te realiseren. Dat is een waanzinnige beslissing, waarin boven dien de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden niet is gekend. Ik begrijp niet dat deze commissie dat pikt. Namens mijn fractiegenoten sta ik er op dat deze materie eerst in de Commissie voor Welzijnsaan gelegenheden komt. Het gaat hier om een aantal essentiële zaken, het gaat om geweldige bedragen en het college heeft zelf alle tijd genomen een en ander intern te bespreken en op een rij te zetten. Ik vind dat de raad die mogelijkheid ook moet hebben. Wethouder Heere heeft in zeer beperkte mate gereageerd op een aantal zaken die ik naar voren heb gebracht. Hij heeft het gehad over het haalbaarheidsonderzoek en dat begrijp ik dan direct al niet. Er zijn namelijk twee haalbaarheidsonderzoeken geweest. Het oudste is van de DSO, maar dat was later niet meer van toepassing. Daarna is door een architectenbureau hier ter stede een haalbaarheidsonder zoek gepleegd én voor de 16 woningen èn voor de buurtaccommodatieDat haalbaarheidsonderzoek, met een verbouwbedrag van 220.000,--, is uitgangspunt voor deze raad geweest om te beslissen tot de aankoop van TjalIingahiemDaarbij is niet vastgesteld wat het totale investeringsbedrag zou mogen zijn voor de buurtaccommodatie, men heeft alleen gezegd: Het is haalbaar. Ik heb nog geen duidelijk antwoord gekregen op mijn vraag wat met betrekking tot de buurtaccom modatie de vertrekpositie voor het bouwteam was. Nogmaals, het is reëel om naast het feit dat wij op dit moment het goedkoopste investeringsplaatje aan het zoeken zijn - op zich heb ik daarvoor begrip - onze vertrekpositie te zetten. Hoe groot was het investeringsbedrag waarmee de bouwcommissie van start ging? Het gaat hier om welzijnsgeld, dat nu plotseling zo maar wordt overgeheveld naar woningbouw. Dat kan zo maar niet, dat moet worden besproken, ook in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden. 23 Op al dit soort puntjes, die ik in eerste instantie heb genoemd, kan ik wel terugkomen, want ik heb eigenlijk nauwelijks informatie gekregen. Mijn fractie kan op dit moment niet akkoord gaan met het voorstel en heeft in de pauze een motie in elkaar gezet, die is toegespitst op twee dingen. Ten eerste een goede rapportage in de Commissie voor WelzijnsaangelegenhedenIk kan mij niet voorstellen dat iemand daar tegen kan zijn. Als er problemen zijn met de bewaking moeten wij maar om de beurt voor de deur gaan slapen, maar zo maar in het wilde weg ad hoe beslissingen nemen kan niet. Ten tweede moeten wij constateren dat er iets beroerd fout is gegaan. Dat kan gebeuren, maar wij gaan als raad om onze verantwoordelijkheid heen als wij een en ander niet uitgespit willen hebben en daarover gerappor teerd willen worden. In ieder geval moet ons iets dergelijks een volgende keer niet weer gebeuren. De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 3 oktober 1983, besluit - vooralsnog vast te houden aan de bestemming van het hoofdgebouw van TjalIingahiem tot wijkaccommodatie voor de wijken Huizum-Dorp en Hui- zum-Bornia; - de met betrekking tot de financiële haalbaarheid van deze bestemming gerezen problemen alsmede de eventueel hiermee samenhangende exploi- tatieproblemen van deze toekomstige wijkaccommodatie op basis van een gedegen eindrapportage in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden op korte termijn aan de orde te stellen voor nadere besluitvorming; - de raad te rapporteren over de procesgang van de verbouw van Tjal Iinga hiem ten einde financiële problemen als hier gerezen in de toekomst te kunnen voorkomen De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, mevrouw Van der Werf. De heer Dubbelboer: Wethouder Heere haalt enkele toezeggingen aan - ik neem tenminste aan dat het toezeggingen zijn geweest -, die zijn besproken met de buurt, onder andere dat de wijkaccommoda tie zal worden uitgevoerd overeenkomstig de AebingaschoolAls er op die manier wordt gebouwd, is in derdaad het probleem met betrekking tot het semi-permanente karakter van het gebouw ondervangen. Ik mis nog een punt waarop door de wijk toch wel wordt aangedrongen, namelijk de discussie over de grootte van het gebouw. Als de wethouder daarover richting de wijk enige toezeggingen kan doen, dan is ook dat probleem opgelost. Ik heb nog een heel praktische vraag, waarop wethouder Geerts mij naar ik aanneem wel kan ant woorden. Ik heb een tekeningetje gezien waarop een vierkant blokje is getekend. Is die grond inmiddels al van de gemeente? Wij moeten namelijk in de procedure, behalve de ruimtelijke ordeningsproblemen die er misschien komen, geen problemen met de aankoop krijgen. Mijn tweede vraag aan dezelfde wet houder is of wij, als wij besluiten om in het hoofdgebouw 8 wooneenheden te bouwen, daarvoor contin genten hebben. Ik heb begrepen dat mevrouw Jongedijk haar motie niet heeft ingetrokken. (Mevrouw Jongedijk— Welles: Ik trek mijn motie bij dezen in.) Goed, dat is dan ook weer opgelost. Dan de motie van de PAL-fractie. Misschien kan er voor worden gezorgd dat wij die motie voor ons krijgen, want het is een heel vel vol. Na lezing wil ik er misschien nog graag iets over zeggen als dat mag, maar ik kan nu alvast wel zeggen dat ik mijn twijfels over deze motie heb. De heer Schagen: De heer Niemeijer heeft betoogd dat er een bedrag van ongeveer vijf ton wel- zijnsgeld richting woningbouw zou zijn gegaan. Hij heeft mij dat ook al eerder verteld en ik heb probe ren na te gaan waaruit een en ander te distilleren valt. Het is mij niet gelukt dat uit het besluit van de ze raadsbrief te distilleren. Het college is in zijn beantwoording in eerste instantie niet op deze kwestie ingegaan. Wanneer het inderdaad zo zou zijn dat met dit besluit ongeveer vijf ton welzijnsgeld richting volkshuisvesting zou zijn gegaan, dan dient het college dat duidelijk aan te geven. Mijns inziens is het namelijk niet juist als een en ander op deze wijze gebeurt. Een ander punt is - ik spreek nu als voorzitter van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden - dat het inderdaad beter zou zijn geweest dit onderwerp ook in de Commissie voor Welzijnsaangelegen heden te bespreken en niet alleen, zoals nu gebeurd is, in de Commissie voor het Woningbedrijf. De heer Niemeijer: Op de eerste vraag van de heer Schagen kan ik wel een antwoord geven. Ik heb een en ander gehaald uit de stukken van het Woningbedrijf, die ook in het bezit moeten zijn van de heer Schagen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 12