30 van het realiseren van nutsvoorzieningen voor bewoners van schepen, de raad een duidelijk inzicht moet hebben in de volgende punten: - de belangstelling voor een dergelijke voorziening bij de bewoners van woonschepen; - de, na nader te voeren overleg, te constateren eventuele mogelijkheden voor een bijdrage in de investeringskosten c.q. maandelijkse vaste lasten welke ten laste komen van de gebruikers van genoemde voorzieningen door de leverende instanties of hogere overheden; - de bereidheid van betrokken bewoners om (resterende) lasten te betalen; - het als gevolg van bovenstaande te realiseren aantal aansluitpunten, besluit niet eerder over te gaan tot het verstrekken van een krediet voor het realiseren van voorzieningen voor bewoners van schepen, dan nadat de raad inzicht is verschaft in de bij de overweging genoemde punten." De motie is mede-ondertekend door de heer Niemeijer. In de ter inzage gelegde stukken las ik dat ook de ambtelijke adviezen in de in de motie genoemde richting wijzen. Daar komt nog bij dat mijn fractie in ieder geval de kans wil hebben om alsnog een vergelijking te maken tussen de kosten waarvoor bewoners van schepen komen te staan en de kosten die bewoners van woonhuizen maken. Op basis van een dergelijke vergelijking kunnen wij al dan niet be sluiten of wij de kosten waarvoor de bewoners van schepen komen te staan aanvaardbaar vinden of dat de onrendabele top uit de algemene middelen bijgepast moet worden. Voor een dergelijke afweging moeten wij dan wel alle gegevens voorhanden hebben. Vandaar dat wij zeggen dat eerst die gegevens boven water moeten komen en dat daarna het krediet moet worden verstrekt. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en kan bij de verdere beraadslagingen worden betrokken De heer Dubbelboer: Bij de behandeling van de Woonschepennota heeft onze fractie op de reacties over de watertappunten en de meterkasten ten behoeve van de woonschepenbewoners gezegd dat wij dergelijke voorzieningen op zich een heel goede zaak vinden, maar dat wij er wel vanuit gaan dat die kostendekkend zijn. Tot onze vreugde is het voorstel van het college ook in die richting gegaan. Mevrouw Jongedijk heeft gezegd dat er natuurlijk nog wel wat vraagpunten zijn - mevrouw Van der Werf noemt een lager bedrag aan maandelijkse lasten -, zoals de afschrijvingstermijn van 20 jaar en het rentepercentage van 10. Misschien kan er van de kant van het college inzicht worden gegeven in de vraag of het een en ander reëel is. Een andere opmerking wil ik maken naar aanleiding van de motie die door mevrouw Van der Werf is ingediend. Volgens mij is datgene wat zij voorstelt niet helemaal juist, omdat wij het door haar voorge stelde in andere gevallen ook niet doen. Wij stellen vanavond een krediet ter beschikking en wij zien wel, dat zegt het collegevoorstel ook, wat wij daar uiteindelijk van gaan gebruiken. Daarvoor zou na tuurlijk best de enquête die de schippersvereniging houdt uitgangspunt kunnen zijn, maar volgens mij is het niet juist om deze hele zaak in afwachting van die enquête door een motie van PAL terug te verwij zen, want dan zijn wij weer zoveel maanden verder. Op die manier staat de winter, waarover de vorige keer is gesproken, weer heel snel voor de deur. Wij moeten doorgaan met de ontwikkeling zoals die er nu is. De schippers die belangstelling hebben voor een dergelijke voorziening, moet in elk geval de ge legenheid worden gegeven om de komende winter keurig netjes van water en elektriciteit te worden voorzien Wij realiseren een aantal watertappunten en elektriciteitsaansluitpunten. Er zal ook een aantal lig plaatsen overblijven waar die voorzieningen niet komen. Heeft het college enig idee wat ons beleid is ten aanzien van schepen die nu op plaatsen liggen waar wij aansluitpunten willen realiseren maar die daar niet willen blijven liggen? Er zijn inmiddels bewoners van schepen die een eigen aansluitpunt heb ben. Worden die aansluitpunten overgenomen? Mevrouw De Jong: Mijn partij is erg blij met dit voorstel. Wij hebben er steeds voor gepleit om met name de watervoorziening voor de schippers aan te pakken. Per één januari is het niet meer toegestaan - ik meen uit hygiënisch oogpunt - om per brandslang de schepen van water te voorzien. Ik vind het zeer positief dat er voorzieningen worden getroffen - wij zitten nu in de maand oktober en de winter staat voor de deur - en ik heb daar dan ook geen enkele moeite mee, integendeel. Wat betreft de hoge aansluitkosten voor de schippers zijn door de PvdA-fractie enkele suggesties gedaan, onder anderen het verlengen van de afschrijvingstermijn, het verlagen van het rentepercentage en, niet te vergeten, het zelf verrichten van werkzaamheden. Ik wil graag van het college horen of er 31 wat betreft deze suggesties mogelijkheden zijn en wat daar de consequenties van zijn. Ik wil in ieder geval deze suggesties ondersteunen. In het overleg is heel duidelijk naar voren gekomen dat voor de reeds aangelegde voorzieningen niet nog eens extra moet worden betaald. Met de realisering van de watertappunten kunnen wij niet langer wachten. Ik vind het vrij logisch dat nu ook het krediet beschikbaar wordt gesteld voor de vaste voorzieningen. Wij kunnen alsnog bekij ken hoeveel schippers van deze vaste voorzieningen gebruik gaan maken. Ik heb er geen enkele moeite mee om nu reeds het krediet beschikbaar te stellen. Bovendien, de tijd dringt. Ik kan volledig instemmen met het voorstel van het college, maar ik wil de suggesties van de PvdA- fractie toch ook ondersteunen. De heer Miedema (weth.): Mevrouw Jongedijk memoreert dat er in de vergadering voor de vorige begrotingsbehandeling een aantal opmerkingen is gemaakt over de op ons afkomende problematiek met betrekking tot de voorzieningen ten behoeve van bewoners van woonschepen. Wij hebben die problema tiek vlak daarna ook ervaren. De behandeling van de begroting was in maart en op één mei is de parle vinker met zijn werkzaamheden gestopt. Daardoor ontstonden er dus problemen voor de bewoners van de schepen. Ik heb destijds de opdracht gekregen om ervoor te zorgen dat deze groep inwoners van onze stad op een aanvaardbare wijze een aansluiting krijgt voor water en elektrisch. In dat kader is een aan tal besprekingen gevoerd met de NV Waterleiding Friesland. Het belangrijkste resultaat van die bespreking was dat het waterleidingbedrijf bereid is de voorzie ningen voor schippers te accepteren als normale huisaansluitingen. "Normale huisaansluitingen" wil zeggen dat bewoners van schepen onder dezelfde voorwaarden aangesloten kunnen worden als iedere an dere inwoner van deze stad. Wij zijn daar erg content mee. "Dezelfde voorwaarden" houdt in dat er een meterput wordt aangebracht die is voorgeschreven door het waterleidingbedrijf en dat er sprake is van een vaste aansluitvergoeding. De kosten van het leidingwerk dat daarvoor nodig is komen voor re kening van de NV Waterleiding Friesland. De bewoners van schepen worden wat de aansluitvoorwaarden betreft dus gelijk gesteld met de bewoners van huizen. Dat vonden wij een goed uitgangspunt om mee verder te gaan Aansluitend op de bespreking met de NV Waterleiding Friesland hebben wij tegen Frigas gezegd - bij dit bedrijf hebben wij uiteindelijk iets meer invloed dan bij het waterleidingbedrijf - dat datgene waarover wij overeenstemming hebben bereikt met de NV Waterleiding Friesland ook geldt voor Frigas. Frigas neemt dus de kosten van het leidingwerk dat nodig is, als onrendabele aansluiting voor haar reke ning. Wat de meterkast en de aansluitvoorwaarden van Frigas betreft, deze zijn voor de bewoners van schepen exact gelijk als voor de mensen die in een huis wonen. Het enige verschil is, maar daar kom ik straks nog op terug, dat de meterkast op een kade, in de buitenlucht dus, veel duurder is dan die in een woning De NV Waterleiding Friesland heeft ook nog opgemerkt dat zij er waardering voor heeft dat de ge meente Leeuwarden tracht om de bewoners van schepen onder deze omstandigheden van water te voor zien, maar dat het uit een oogpunt van hygiëne en volksgezondheid onverantwoord is dat de huidige si tuatie langer loopt dan hoogst noodzakelijk is. Volgens maatstaven, berekeningen en metingen van het waterleidingbedrijf is het onverantwoord dat wij nog langer met brandslangen water leveren. Wij hebben in het overleg met de NV Waterleiding Friesland toegezegd dat er na één januari geen water meer zal worden geleverd aan bewoners van schepen via brandslangen. Ik wil dan nu graag de door de verschillende spreeksters en sprekers gemaakte opmerkingen even langs gaan. Mevrouw Jongedijk zegt dat het thans voorgestelde allemaal prachtig is en dat dat ook wel zal moeten - zij is ook geweldig voor deze voorzieningen -, maar dat de kosten naar beneden moeten. Ik ben dat met haar eens, want ook ik vind de kosten erg hoog. Daarover behoeft dus geen verschil van mening te bestaan, 42,per maand voor een water- en elektriciteitsaansluitpunt is verschrikkelijk veel geld. Mevrouw Jongedijk stelt de vraag hoe dat bedrag zo hoog kan zijn en of dat zo hoog moet zijn. Ook het college heeft zich die vraag gesteld. Naar aanleiding van de informatie-avond in Zalen Schaaf met de toekomstige gebruikers van dit systeem is opnieuw met de NV Waterleiding Friesland ge sproken. Tijdens de informatie-avond werd van schipperszijde aangedrongen op bezuinigingen en op subsidie. In dat kader zijn voorzieningen bekeken die men op andere plaatsen heeft. De voorzieningen die men in Amsterdam heeft leken aanvankelijk een goedkopere oplossing, maar de gesprekken met de NV Waterleiding Friesland hebben geleerd dat die voorzieningen geen oplossing bieden. Het waterlei dingbedrijf blijft bij zijn oude plan en zegt dat dat het enig aanvaardbare is. Wij hebben over de afschrijvingstermijn zowel met de NV Waterleiding Friesland als met de NV Frigas heel duidelijke gesprekken gevoerd. Beide bedrijven blijven op het standpunt staan dat een af schrijvingstermijn van 20 jaar als een maximum gezien moet worden. Zij adviseren het college dan ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 16