32 om niet af te wijken van deze termijn, omdat anders de financiële regeling niet zo zuiver meer zou zijn Wat betreft de problematiek over de rente het volgende. In het voorliggende voorstel wordt een rentepercentage van 10 genoemd, terwijl in de stukken die behoren bij agendapunt 28, Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal, het Woningbedrijf, de Dienst Stadsontwikkeling en de Dienst voor Sport en Recreatie voor het dienstjaar 1983, wordt uitgegaan van een rentepercentage van 8i. Dat in de laatst genoemde stukken van een an der rentepercentage wordt uitgegaan dan in dit voorstel, moet gezien worden als een stuk begrotingssys tematiek. Begin dit jaar is de uitkomst van de begroting aangepast op basis van toen bestaande verwach tingen ten aanzien van de ontwikkelingen van de rentevoet. Sedertdien worden begrotingswijzigingen ingediend waarvoor een rentepercentage van 8? geldt, los van de berekeningen die golden op het mo ment dat ze gemaakt werden. Toen dit voorstel gemaakt werd was de normale bankrente 9f%. Ik heb al gezegd, de heer Dubbelboer heeft dat nog eens onderlijnd, dat wij zijn uitgegaan van een kostendekkende zaak. Ik zeg heel openhartig dat ik daar echter niet in ben geslaagd. Wij moeten ons realiseren dat het af en toe toch wel eens zo kan zijn dat er gedurende een periode van een halfjaar of langer geen gebruik wordt gemaakt van een water- en elektriciteitspunt. De kosten ad 42,-- per maand - ik ga er nu even vanuit dat het voorstel van het college wordt overgenomen - komen dan voor rekening van de gemeente. Ik heb niet de moed gehad om ook die factor op te nemen in het tarief, om dat dat een duidelijk vage factor is. Het college is unaniem akkoord gegaan met het thans voorliggende voorstel Er speelt nog een ander onzeker punt, namelijk het vernielen, de sabotage en het niet meer func tioneren van de meters. Ik denk dat dat in sterke mate toeneemt, wat de kostenpost voor het onderhoud van de meters die op de walkant staan vrij sterk zal verhogen. Ervaringen met dergelijke meters leren ons ook dat deze vrij zwaar in onderhoud zijn. Deze zaken op een rij zettende en ervan uitgaande dat wij aan het begin van de rit spraken over een rentepercentage van 9|, menen wij echter dat over anderhalf procent rente wel gesproken kan wor den. Wij moeten ons wel heel duidelijk realiseren dat deze zaak uiteindelijk niet sluitend zal zijn voor de gemeentekas. Het in het voorstel genoemde bedrag is het uiterste waartoe wij mochten gaan In dat kader, mevrouw Jongedijk, ben ik, hoe sympathiek uw suggesties ook op mij overkomen en gezien de informatie die ik heb, niet in staat en ook niet bereid uw suggesties op dat punt over te nemen. Mevrouw Jongedijk heeft ook nog een suggestie gedaan over het zelf verrichten van werkzaamhe den. In dit verband moet men zich even een voorstelling maken van de werkzaamheden. Op een gege ven moment komt er een verzoek van een of twee schippers voor een vaste aansluiting aan de openbare nutsvoorzieningen - terzijde merk ik nog even dat de eerste aanvragen al binnen zijn -, met daarbij de vraag wanneer het een en ander gerealiseerd kan worden. De NV Waterleiding Friesland en de NV Fri- gas krijgen dan een opdracht. Deze bedrijven moeten in bijna alle gevallen graafwerk verrichten voor het leggen van een kort stuk leiding. De kosten daarvan zijn voor rekening van het desbetreffende be drijf. Voor de NV Waterleiding Friesland komt er een waterput in de grond en voor de NV Frigas komt er een meterkast boven de grond. Omdat het niet storm zal lopen met de aanvragen, krijgt men regel matig plaatsing van één waterput en één meterkast. Volgens ons kost de coördinatie om telkens voor het plaatsen van een paar meterkasten en waterputten een schippersploeg op te roepen, meer geld dan het graven en plaatsen zelf. Uit overwegingen van efficiëntie zijn wij dan ook van mening dat dat niet zal moeten. Als de situatie echter zo zou zijn dat er een stuwmeer van aanvragen voor de deur staat, waar door wij de komende maanden honderd meterkasten moeten plaatsen en veel graafwerk moeten verrich ten, dan zou coördinatie wel mogelijk zijn. Mevrouw Van der Werf heeft ook een paar opmerkingen gemaakt. Zij komt onder anderen terug op haar eerder ingenomen standpunt dat zij een volledige vergelijking wil van de kosten van bewoners van huizen en van bewoners van schepen. Zij zegt in dat kader dat bewoners van huizen subsidie kunnen krijgen en dat die mogelijkheid er ook voor schippers moet zijn. Zij wil het een en ander uitgezocht hebben, voordat zij een positief antwoord kan geven. Wat dat betreft kan ik haar mededelen dat er overleg is geweest met de h.i.d. Volkshuisvesting, waarbij hem is gevraagd of hij in dit kader moge lijkheden ziet voor bewoners van schepen. De mogelijkheden zijn besproken, maar zijn volstrekt afge wezen. Er is ook contact geweest met het ministerie en met de provincie over de vraag of er in het ka der van het ISP een subsidiemogelijkheid voor deze werkzaamheden aanwezig is. Dat blijkt echter niet het geval te zijn Mevrouw Van der Werf maakt terecht de opmerking wat de post Onrendabele aansluitingen van de Frigas kan betekenen. Deze post heeft met name betrekking op panden die op grote afstand van het aan- voerkabelnet liggen. Het college is van mening dat het de gelijke voorwaarden wat betreft de waterput, de meterkast en de kosten van de vaste aansluiting voor bewoners van huizen en voor bewoners van 33 schepen overeind moet houden. Op dat stuk van zaken trekken wij één lijn. De voorzieningen voor de bewoners van schepen zullen ook 'swinters bij vorst moeten functioneren. Daarom zijn er hogere inves teringen nodig dan voor de aanleg van deze voorzieningen in een woonhuis. Dat is erg triest, maar wij moeten ook zo re'éel zijn om te zeggen dat dat dan zo zij. Ten slotte gaat het om een vrijwillige keus. Wij proberen er alles aan te doen om deze voorzieningen van de grond te krijgen. Het laatste woord zal echter aan de bewoners van de schepen zijn. De heer Dubbelboer heeft gesproken over een aantal water tappuntenWij zijn van oordeel dat in het gedeelte van de stadsgrachten waar geen vaste ligplaatsen gepland zijn er een mogelijkheid moet zijn voor passanten, dus voor mensen die geen vaste ligplaats hebben, om goed water in te kunnen ne men voor een aanvaardbare prijs. Zoals ook in de raadsbrief staat vermeld zal er tussen ieder brugvok één watertappunt worden aangelegd. Op de Emmakade zal echter aan beide kanten van het water een dergelijk tappunt worden aangelegd. De heer Dubbelboer heeft ook gewezen op de reeds aanwezige voorzieningen. Datgene wat de mensen zelf betaald hebben kunnen wij uiteraard niet onderbrengen in deze regeling. Direct nadat de raad en gedeputeerde staten het krediet hebben goedgekeurd, worden de watertappunten aangelegd, zo dat men de beschikking heeft over goed en zuiver drinkwater. Wat betreft de vaste aansluitpunten zijn de eerste aanvragen binnen. Op aanvraag en na onderte kening van het contract zullen de aansluitpunten worden aangelegd. Het college vraagt in dit kader een krediet om daaruit te kunnen putten, maar dat gebeurt alleen op aanvraag en na ondertekening van het contract. Mevrouw De Jong heeft gezegd dat zij akkoord gaat met het voorstel. Verlaging van de kosten zou zij erg interessant vinden. Ik ben dat met haar eens, maar op die materie ben ik reeds ingegaan. Ten slotte wil ik nog iets zeggen over de opmerking van mevrouw Van der Werf dat haar fractie niet bereid is om nu een beslissing te nemen, maar dat zij eerst inzage wil hebben in de uitkomst van de en quête, zoals bijvoorbeeld de vraag hoeveel schippers mee willen doen en hoe het een en ander gaat verlopen. Ik heb grote moeite met de opstelling van mevrouw Van der Werf. Wij hebben de NV Water leiding Friesland toegezegd dat de reeds genoemde toestand na één januari niet meer zal voortduren. Tussen nu en één januari ligt nog maar een periode van drie maanden. Bovendien weten wij niet hoe de weersgesteldheid wordt. Willen wij op korte termijn een goede en verantwoorde vervanging van de hui dige situatie, dan is de tijd van handelen daar. Ik geef mevrouw Van der Werf dan ook in overweging om haar standpunt te herzien. De Voorzitter schorst, om 23.05 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.25 uur, de vergadering. De Voorzitter: Dames en heren, ik heropen de vergadering. Wethouder Miedema wil nog graag een aanvullende opmerking maken. De heer Miedema (weth.): Ik heb de pauze even benut voor overleg met de andere leden van het college. Wij zijn bereid om de in het voorstel genoemde 10% te verlagen tot 85%. Deze verlaging be tekent dat het maandelijks bedrag voor een water- en elektriciteitspunt verlaagd wordt met een bedrag van 3,30. In plaats van 42,-- komen de maandelijkse lasten nu op 38,70. Mevrouw Jongedijk—Welles: Ik heb met belangstelling geluisterd naar het verhaal van de wethouder, maar ik ben er niet helemaal van overtuigd dat er alles aan gedaan is om de kosten nog verder te verla gen. Als de verlaging van de rente de enige mogelijkheid is, dan ben ik niet zo enthousiast. Ik wil het volgende nog even kwijt. De berekening in het voorstel gaat uit van een rentepercentage van 10 over de investering. Reëler is dat wat dat betreft van de gemiddelde boekwaarde wordt uitge gaan. Aan het eind van de afschrijvingstermijn van 20 jaar is de boekwaarde van zo'n investering dus nul. Ik begrijp dan ook niet hoe men op het bedrag van 42,uitkomt. Als ik de berekening die hier op papier staat goed begrijp, dan komen wij op een bedrag van afgerond 28,20 per maand. Ik heb de indruk dat ik niet helemaal goed heb uitgelegd hoe het een en ander zit. De gemiddelde boekwaarde is 3.381,-- per aansluiting. Op basis daarvan komt men op een jaarlijkse last van 676,20 oftewel 56,35 per maand. Als men dat laatste bedrag door twee deelt komt men op het bedrag van 28,20. Ik ben van mening dat bij deze raadsbrief eigenlijk een berekening had moeten zitten van de afdeling Fi nanciën en Belastingen. Op die manier zouden deze dingen een beetje inzichtelijker gemaakt kunnen worden Wij voelen wel wat voor de motie van PAL, want wij vinden dat de wethouder helemaal niet is in gegaan op de suggesties. Wij wachten echter eerst maar even af wat er verder nog gezegd wordt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 17