16
de raadsbrief aan. Dat is per dient, die zo'n ding voor de deur gereden krijgt, 18,13 op jaarbasis.
Dat bedrag heeft het college blijkbaar te hoog gevonden - in een periode waarin wij de problematiek
van de woonlasten werkelijk zinvol willen benaderen is het ook veel te hoog - en heeft gezocht naar
middelen om dat te drukken. Dat is gelukt! Overigens heeft het college niet geschuwd om wezens
vreemde elementen te introduceren, bijvoorbeeld in de vorm van efficiencyverbeteringen binnen het ap
paraat die plotseling zo'n grote opbrengst hebben dat daarmee dit soort investeringen kunnen worden ge
dekt. Dat lijkt mij een heel vreemde invalshoek, ik denk dat efficiencyverbeteringen altijd noodzake
lijk zijn, ook als die minicontainers niet worden geVntroduceerd. Niettemin slaagt het college er met
nog een paar wat merkwaardige grepen in om de heffing per bewoner, die de beschikking over een mini-
container krijgt, terug te brengen tot zeg maar 8,50. Ook dat bedrag is nog te hoog. Dan moeten alle
Leeuwarders maar betalen en wel 4,44. Ik vind overigens wel - de vorige spreekster is hieraan voorbij
gegaan - dat wij niet moeten vergeten dat wij het in punt 17 van de agenda al over een verhoging van
de heffing van 7,2% hebben, die wij willen introduceren voor 1984. Door deze heffing er in 1985 bij te
tellen, praten wij dan over een verhoging van 15%. Als wij deze trein in beweging zetten, nu een ver
hoging accepteren van 7,2% en voor 1985 een verhoging van 15%, dan vragen wij ons af wat wij ons op
de hals halen als wij, wat consequent zou zijn, de minicontainer ook in andere delen van onze stad
zouden introduceren en wat er aan verhogingen na 1985 te voorschijn komt. Wie de stukken heeft gele
zen kan constateren dat die vraagtekens niet alleen bij ons als raad leven, maar dat die ook binnen het
ambtelijk apparaat leven. Introductie van de minicontainer binnen de rondwegen zal extra kosten en zal
dus extra verhogingen in de heffing met zich meebrengen. Het is de vraag of wij dan ook dit soort merk
waardige trucs als efficiencyverbeteringen binnen het apparaat achter de hand hebben om de kosten bin
nen de perken te houden. Ik voorspel de raad dat wij, als wij nu ja zeggen, met een eindeloze trein
bezig zijn van kostenverhogingen van onze huisvuilafhaalproblematiek.
Hoe worden die kosten uitgestreken? Op dit punt wil ik nog wel even reageren, omdat ik dat op dit
moment heel essentieel vind. Het voorstel behelst de situatie waarin wij geraken: een deel van de men
sen zal nog op de "zak" zijn aangewezen, een deel krijgt de minicontainer voor de deur en een deel
krijgt een verzamelcontainer ter beschikking. Een verzamelcontainer is zo'n grote bak die naast een
flatgebouw komt te staan en waarin de bewoner, die vroeger zijn vuilniszak voor de deur zette, nu zelf
de vuilniszak deponeert. Voor de dienst is het ophalen van het vuil dan een stuk eenvoudiger. In wezen
wordt hierdoor een stuk dienstverlening door de burgers overgenomen. Dat is interessant, want in feite is
dat ook een stukje efficiencyverbetering en dat zou de burgers ten goede moeten komen. Eigenlijk zou
er voor hen moeten worden gewerkt aan een verlaging van de heffing. Het tegendeel is echter waar,
ook deze mensen krijgen 4,44 extra toegesmeerd als verhoging op hun woonlasten, terwijl ze daarvoor
zelf een stukje dienstverlening inleveren. Men kan zich afvragen wie er in de flats buiten de rondweg
wonen. Nou, het zijn over het algemeen de mensen met de minimum inkomens. Die smeren wij aan:
verhoging van de reinigingskostenheffing en inlevering van dienstverlening. Zij kunnen op dit moment
weer dokken. Dat is de consequentie van het raadsvoorstel dat wij momenteel voor ons hebben.
Sowieso vind ik deze hele tarifering erg ongelukkig. Op dit moment is duidelijk de tendens dat wij
moeten proberen de hoeveelheid afval zoveel mogelijk terug te brengen. Wij stikken in het afval en wij
weten wat de consequenties daarvan zijn: afvalgassen, stortingsproblemen en dat soort zaken meer. Wij
gaan nog steeds uit van die 240 liter. Er zijn mensen die zeggen dat ze veel minder vuil hebben. Ik zelf
zie nauwelijks kans om een zak in de week vol te krijgen. Het lijkt bijna een bodemloze put als je die
ene zak onder op de bodem van de container gooit. Die hele heisa moet echter wel omhoog gehesen
worden om vervolgens dat ene zakje met veel geweld en mechanische attributen in een grote vrachtwa
gen te kwakken.
Het bovenstaande is een uitgangspunt vanuit milieu-oogpunt. Ik ken ook een heleboel mensen die
noodgedwongen in investeringen ver terug moeten. Een vreemde bijkomstigheid van geluk is dat die
mensen daardoor minder afval hebben om in die hele grote plastic emmer te douwen. Echter ook die
mensen krijgen te maken met een verhoging van de kosten op de woonlasten. Ze kunnen navenant weer
minder in die bodemloze put gooien. Milieutechnisch is het voorliggende voorstel een erg verwerpelijk
voorstel
Wat betreft het aspect van de woonlasten, waarvan de huisvuil- en reinigingsrechten een duidelijk
onderdeel zijn, is het voorstel onvoorstelbaar ongedifferentieerd. Het slaat verkeerde groepen aan en
voor de toekomst ontstaat er een hoogst onduidelijk beeld. Ik heb met vreugde geconstateerd dat ook de
PvdA-fractie dit soort aspecten van de woonlasten aan de orde stelt. Wij vallen met die plastic emmer
niet alleen in een bodemloze put, ook financieel vallen wij in een bodemloze put, omdat wij de kosten
die in de toekomst op ons afkomen op dit moment niet kunnen overzien.
17
De heer Buurman: In 1981 heeft de raad zich uitgesproken voor het invoeren van minicontainers.
Vanavond gaat het over de nadere uitwerking van dit besluit. De aanpak en de ontwikkeling lijken mij
rationeel toe. De door het reinigingspersoneel te verrichten arbeid wordt minder en de burgers krijgen
met minder zwerfvuil te maken waardoor wijken en dorpen een schonere aanblik krijgen. Het zijn deel
belangen die met elkaar leiden tot doorslaggevend algemeen belang, hetgeen pleit voor nadere toepas
sing.
Ik wil bij een paar aspecten stilstaan. Ten eerste het werkgelegenheidsaspect. Men kan zich afvra
gen of het in deze tijd van bezuinigingen wel verantwoord is om grote bedragen te investeren, zonder
dat de werkgelegenheid daarbij wezenlijk gebaat is. Mijn eerste vraag is: Hebben b. en w. dit aspect
meegewogen in de besluitvorming? Vervolgens het aspect van doorberekening van kosten door verhoging
van de afvalstoffenheffing of door toepassing van het profijtbeginsel. De afvalstoffenheffing is verschul
digd voor het feit dat afval wordt ingezameld en niet voor de wijze waarop en de hoeveelheid waarin
afval wordt ingenomen. Dit is enerzijds een gegeven. Anderzijds kan toch worden geponeerd dat 15.000
gebruikers van plastic zakken binnen de rondweg nader in de benodigde heffing worden betrokken, zon
der dat in de wijze van aanbieding van het vuil iets verandert. Dit leidt tot het stellen van een tweede
vraag. Is het nu wel billijk dat een groot deel van de inwoners moet betalen voor iets waarvan het niet
direct voordeel heeft? Dan heb ik nog een derde vraag. Is wat deze kwestie betreft toepassing van een
vorm van profijtbeginsel niet meer op zijn plaats?
Ik wil graag de reactie van b. en w. in mijn eindoordeel betrekken.
De heer De Jong: Dit onderwerp is ook uitvoerig in onze fractie aan de orde geweest. Wij hebben
ook een hele tijd stilgestaan bij de extra verhoging die een en ander meebrengt voor de woonlasten.
Ook de argumenten: vermindering van de arbeidsbelasting van de huisvuilbeladers waardoor tevens min
der snel arbeidsongeschiktheid optreedt, het gemak van de minicontainers voor de bewoners en een
schonere aanblik in de wijken, hebben wij heel zwaar laten wegen. Wij vinden het een goede zaak dat
deze verhoging geldt voor alle inwoners van de gemeente Leeuwarden. Ervaringen in de wijk Aldlan
hebben uitgewezen dat het beste gekozen kan worden voor een 240 liter minicontainer.
De opmerking van de heer Niemeijer dat merendeels de mensen die buiten de rondweg wonen het
minimum loon ontvangen trek ik sterk in twijfel, als ik bedenk dat onze oud-burgemeester in een flat
woont aan het Van Harinxmaplein; ik heb duidelijk de indruk dat die toch wat hoger in loon zit. (De
heer Niemeijer: Ik zei het merendeel van de mensen in de flats.)
Ik had het genoegen dit weekend in Tilburg te zijn en toen is mij gebleken dat men in wijken, zo
als Nijlan hier, erg veel gebruik maakt van een wijkcontainer. Misschien moeten wij een en ander nog
eens onderzoeken. Ik heb daar erg veel wijkcontainers gezien, niet alleen bij flats, maar ook bij een
gezinswoningen
Kortom, onze fractie kan zich vinden in dit voorstel, mede gezien de argumenten die in de raads
brief zijn verwoord.
Mevrouw De Jong: Wij zijn erg gevoelig voor de voordelen die in de raadsbrief worden genoemd,
met name met betrekking tot de vermindering van de arbeidsbelasting van de huisvuilbeladers, hetgeen
wij zeker hebben laten meewegen in onze beslissing. Als nog een voordeel wordt genoemd de schonere
straten door minder zwerfvuil. Ik ben zo vrij om dat toch enigszins in twijfel te trekken.
Een argument voor mijn partij om tegen dit voorstel te stemmen is in de eerste plaats de extra ver
hoging van woonlasten die dit voorstel met zich meebrengt, 4,44 per jaar, het lijkt een kleinigheid
en natuurlijk zal niemand door die 4,44 zo'n grote steen om zijn nek krijgen dat men kan zeggen dat
dat bedrag niet kan worden opgebracht. Maar het is wel zo dat deze "steen" bij een steen, bij een
steen en bij nog een steen komt. Kortom, wij vinden dat wij in deze tijd met extra verhogingen voor de
burgers zeer terughoudend te werk moeten gaan en dat wij die waar mogelijk tegen moeten gaan. Wij
vinden dit beslist een zaak die niet direct noodzakelijk is en dus voor ons zwaarwegend genoeg om nee
tegen het voorstel te zeggen.
Een ander argument tegen betreft de extra investeringen die wij als gemeente op ons nemen. Op
zich valt er wel over extra investeringen te praten; ook als gemeentebestuur moet je een risico durven
nemen, dus op zich is dat niet direct iets om tegen dit voorstel te zijn. Achter extra investeringen moet
onzes inziens echter visie liggen, vast omlijnde en uitgebalanceerde plannen waarin staat waarom iets
wordt gedaan. Mijn partij is van mening dat er bepaald geen visie ten grondslag ligt aan deze extra in
vestering. Deze hele materie met betrekking tot het afvalprobleem is in beweging. Het scheiden van af
val aan de bron is bijvoorbeeld, zeker in een tijd met een neergaande conjunctuur, een zaak waarop
wij extra alert moeten zijn. Dit alles is niet in het voorstel overwogen. Ik verwijs wat dat betreft ook
naar het betoog van de heer Niemeijer, die een en ander uitstekend naar voren heeft gebracht. Het feit