26
De heer Niemeijer: Aan de orde is de instelling van een Probleemstoffendepot voor kleine hoeveel
heden chemisch afval uit particuliere huishoudingen en bedrijven, waarop de Wet chemische afvalstof
fen niet van toepassing is. In het verleden heeft onze fractie zich een groot voorstander getoond van de
instelling van dit depot. Het lijkt mij niet zinvol om dat verder te beklemtonen. Ik wil mij beperken tot
het maken van een aantal opmerkingen over de in de voorliggende raadsbrief voorgestelde vormgeving
van het Probleemstoffendepot. ledereen kan constateren dat het voorstel op zich vrij minimaal is van
vormgeving. Dat heeft als voordeel dat er ook een minimale kostenconsequentie aan verbonden is. Het
nadeel lijkt mij navenant aanwezig dat de respons van de Leeuwarder bevolking, die de probleemstoffen
moet inleveren, als zodanig ook gering zal zijn. Het voorstel behelst om het Probleemstoffendepot te
vestigen op het terrein van de VVI. Voor het grootste deel van de Leeuwarder bevolking ligt dat terrein
nogal ver buiten direct bereikbaarheidsniveau. Zoals nu aan het voorstel vorm is gegeven ben ik toch
bang dat slechts een beperkt aantal zeer gemotiveerde mensen met een blikje restant verfverdunner on
der de snelbinder van de fiets de lange weg naar de VVI zal afleggen. Dat is toch niet de respons die
wij ons hierbij voorstellen.
Het is volgens mij een bewuste keus geweest om het Probleemstoffendepot op het terrein van de VVI
te vestigen. De kostenproblematiek weegt in dezen natuurlijk ook zwaar. Ik wil hierbij opmerken dat
wij nog steeds in een situatie zitten dat de kosten die wij over hebben voor de bestrijding van dit pro
bleem een fractie zijn van de kosten voor het oplossen van uit de hand gelopen zaken. Ik wil wat dat
betreft slechts verwijzen naar het voorstel dat genoemd staat onder agendapunt 11. Bij dat voorstel,
waarmee wij akkoord zijn gegaan, hebben wij tienvouden meer gevoteerd om een ontstaan probleem op
te lossen dan wat wij er nu voor over hebben om het hier aan de orde zijnde probleem te bestrijden. Met
deze opmerking constateer ik gelijk dat de centen er nog niet zijn.
Wat kunnen wij anders doen? Wij moeten wat dat betreft creatiever zijn dan het voorstel dat nu
voor ons ligt. Ik heb geen concreet voorstel, maar ik wil toch graag dat wij meer gaan zoeken en den
ken in de richting van het rechtstreeks aanbieden van bepaalde stoffen aan de mensen van de vuilaf-
haaldienst die met de wagen langs de deur komen. Toen ik dit voorstel voorzichtig naar voren bracht in
de richting van de betreffende ambtenaren hebben die mij niet kunnen aanreiken op wat voor onderdelen
dit voorstel fout zou lopen.
Ik wil vragen om dit soort zaken verder te bekijken en in elk geval het functioneren van het Pro
bleemstoffendepot te evalueren. Wanneer de respons inderdaad zo minimaal is als ik denk, dan zullen er
aanvullende voorstellen moeten worden gemaakt om die respons groter te maken. Gaat de instelling van
het Probleemstoffendepot ook nog gepaard met het geven van voorlichting, want dat lijkt mij wel essen
tieel
De heer De Jong: Wij vinden dit voorstel een heel goed voorstel. Wat betreft de praktische uitvoe
ring wil ik een voorbeeld geven. Wanneer een klant nieuwe batterijen moet hebben, dan verstrekt de
winkelier hem deze en neemt de oude batterijen in. De winkelier kan klein chemisch afval, waaronder
deze oude batterijen, tot een maximum hoeveelheid van tien liter gratis afgeven bij het depot. Biedt hij
meer dan tien liter aan tot een maximum van 25 liter per jaar, dan worden hem daarvoor kosten in reke
ning gebracht. Ik vind dat ergens onbillijk. Als men het klein chemisch afval kwijt kan bij de winke-
I ier, dan vind ik het onbil I ijk dat de winkel ier moet betalen wanneer hij meer dan tien I iter van dat af
val aflevert bij het Probleemstoffendepot. Overtollige medicijnen kunnen wij kwijt bij de apotheker,
oude olie kunnen wij kwijt bij de garagehouder en oude batterijen en dergelijke kunnen worden afgege
ven bij de elektrotechnische ondernemer. Ik wil ervoor pleiten om deze materie nog eens - het voorstel
op zich is uitstekend - in de Commissie voor de Dienst voor Reiniging en Brandweer uit te diepen. Des
noods kan in de Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf de vraag aan de orde worden ge
steld hoe wij deze zaak beter sluitend kunnen maken.
De heer Miedema (weth.): Er zijn enkele vragen gesteld die in feite hetzelfde probleem behelzen,
namelijk hoe groot de respons bij dit voorstel wordt. Dat is een moeilijk probleem. Wij hebben getracht
iets te doen aan deze problematiek, namelijk door het gescheiden ophalen van huisvuil, met name ten
aanzien van de probleemstoffen, mogelijk te maken. Wij spreken hier over probleemstoffen: resten van
landbouwbestrijdingsmiddelen, niet meer gebruikte medicijnen, afgewerkte olie, oude batterijen en
dergelijke. Dit zijn stoffen die bij inzameling gescheiden bewaard en afgevoerd moeten worden. Deze
problematiek brengt met zich mee dat, wil je de kosten enigszins op kunnen brengen, je aan één depot
moet denken. Nu de gelegenheid zich voordoet dat er bij de VVI ruimte vrijkomt en daar een aantal
medewerkers van de dienst dagelijks bezig is, hebben wij gemeend dat wij dit depot zonder noemens
waardige arbeidskosten op een verantwoorde wijze kunnen starten.
De heer Niemeijer zegt dat hij niet zoveel verwacht van de instelling van een Probleemstoffende-
27
pot. Het depot ligt namelijk te ver uit de buurt en iemand gaat niet op de fiets met een blikje met een
restje verf onder de snelbinder daar naar toe. Het zou best eens kunnen zijn dat de heer Niemeijer daar
gelijk in krijgt.
Een andere vraag van de heer Niemeijer is hoe dit project wordt gepresenteerd en duidelijk ge
maakt. Wij trachten hieraan enige publiciteit te geven. Wij stellen ons voor om in Huis-aan-Huis vol
doende aandacht aan deze materie te besteden. Ik denk dat de respons met name moet komen van de le
veranciers die het klein chemisch afval van de klanten innemen. Een goed overleg tussen de Overleg
commissie voor het Midden- en Kleinbedrijf en de leveranciers die dit afval innemen kan misschien een
oplossing bieden
De heer De Jong heeft wat moeite met de tarieven. Kleine hoeveelheden door burgers gebracht af
val, ik spreek dan niet over chemisch afval, kunnen gratis worden afgeleverd. Komt men boven een be
paalde kilogrens en is er sprake van afval van bedrijven, dan moet er worden betaald. In het kader van:
De vervuiler betaalt, is dat volgens mij ook redelijk. Willen wij de totale kosten van de reiniging in de
hand houden dan kunnen wij ook niet anders. Willen wij dat de tarieven in dit kader niet worden ver
hoogd, dan kunnen wij moeilijk anders doen dan wat nu wordt voorgesteld.
Na een gerichte actie en een goede bekendmaking van de verschillende mogelijkheden, moeten wij
eerst eens een jaar draaien met dit depot. Daarna moeten wij balans opmaken en moeten wij bezien wat
de respons is, hoe het depot werkt en in welke zaken verbetering aangebracht kan worden. Ik ben best
bereid om na een halfjaar of na een jaar het functioneren van het Probleemstoffendepot in de commissie
aan de orde te stellen en dan gezamenlijk eens te stoeien over de oplossingen die voorhanden zijn om
een verbetering aan te brengen. Wij hebben op dit moment getracht een mogelijkheid tot afvoer van het
klein chemisch afval op een verantwoorde wijze tot stand te brengen. Gezien de problemen die wij in
heel Nederland, ook in deze stad, hebben met het milieu, menen wij met recht een beroep op de bur
gers en op de middenstand te mogen doen om gezamenlijk te trachten dit depot tot een succes te maken.
De heer Niemeijer: Ik wil graag op de toezegging van de wethouder ingaan. Het lijkt mij beter om
in plaats van na één jaar al na een halfjaar te praten over het functioneren van het Probleemstoffende
pot. Laten wij de termijn maar op een halfjaar houden. Wanneer wij in de tussentijd echter slimme
ideeën bedenken in dezen, dan moeten wij natuurlijk al eerder evalueren. Het lijkt mij zinvol om af te
spreken dat wij met een halfjaar gaan evalueren.
De heer De Jong: Ik wil niet een halfjaar wachten om deze kwestie aan de orde te stellen in de
Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf. De wethouder zegt dat de bedrijven moeten beta
len wanneer zij meer dan tien liter klein chemisch afval aan het depot aanbiedenDe bedrijven willen
ook wel betalen, alleen, zij krijgen het klein chemisch afval van de klant aangeboden waarvoor zij,
wanneer er meer dan tien liter van dat afval aan het depot wordt aangeboden, moeten betalen. In dat
geval zegt de ondernemer: gooi het afval maar in de gracht, want als ik het straks wegbreng dan moet
ik daarvoor betalen. Dat vind ik onbillijk. Willen wij dit Probleemstoffendepot dan zullen wij daar met
zijn allen voor moeten betalen. Wanneer de wethouder zegt dat de kosten moeten worden betaald over
de ruggen van de bedrijven, dan vind ik dat niet billijk. Ik zou dolgraag willen dat de wethouder toe
zegt dat deze materie nog een keer in de Commissie voor de Dienst voor Reiniging en Brandweer en in
de Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf kan worden bekeken.
De heer Miedema (weth.): Ik heb toegezegd dat ik bereid ben om in de Commissie voor de Dienst
voor Reiniging en Brandweer de ontwikkelingen van dit depot op een bepaalde termijn aan de orde te
stellen. De heer Niemeijer heeft daarop gezegd dat hem een termijn van een halfjaar beter toelijkt dan
een termijn van een jaar. Men zal een aanloopperiode in acht moeten nemen en ik heb mijn twijfels er
over of je na een halfjaar voldoende duidelijkheid hebt om op basis daarvan beslissingen te nemen. Wij
zullen het functioneren van het Probleemstoffendepot nauwlettend in de gaten houden en wij zullen het
een en ander opnieuw in de commissie aan de orde stellen.
De heer De Jong zegt dat er veel eerder dan over een halfjaar met de Overlegcommissie voor het
Midden- en Kleinbedrijf moet worden overlegd. Ik ben dat volstrekt met hem eens. Dit punt zal op de
agenda van de vergadering van de overlegcommissie van december moeten worden opgenomen. Ik zeg de
heer De Jong toe dat ik in deze vergadering een klemmend beroep op de ondernemers zal doen om me
dewerking aan dit project te verlenen, opdat de vervuiling van onze grond en lucht niet verder gaat dan
strikt noodzakelijk is. Wij zullen met goede redenen een beroep doen op de middenstand om hier aan
mee te werken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de wethouder.