40 li I overheadkosten. Dat punt moeten wij bij de komende ontwikkelingen wel in het oog houden. Gezien het tijdstip en de opmerkingen van de heer Bron wil ik het hierbij laten. De heer Buurman: Mijn waardering voor het knappe betoog van de wethouder. Ik vind het alleen wat jammer dat de vragen die ik gesteld heb wat zijn ondergesneeuwd. Ik wil niet als een schoolmeester optreden hoor, maar ik heb van tevoren gezegd dat ik twee vragen zou stellen. Daarbij heb ik nog ge zegd: vraag één en vraag twee, maar het heeft niet geholpen. (De heer De Vries (weth.): U had mij be ter een afschrift van uw speech kunnen geven.) Dat is niet gebruikelijk, mijnheer De Vries. Ik heb ge zegd dat op pagina drie van de raadsbrief staat vermeld dat het risico bestaat dat bij het niet doorgaan van de integratie de voor onze eigen begeleidingsdienst ontvangen rijkssubsidies over 1981 en 1982, tot en met 1983 oplopend tot 715.000, zouden moeten worden terugbetaald. Ik heb toen gezegd dat dat mogelijk is en dat dat niet mogelijk is en gevraagd of daarover wat meer duidelijkheid kan komen. Blijft die duidelijkheid een grijze kleur aangeven, om met de woorden van de wethouder te spreken? Mijn tweede vraag ging over de werkgelegenheid. Het college stelt op pagina drie van de raads brief dat in het groter verband van het GCO de kansen van medewerkers om in een soortgelijke functie in de toekomst werkzaam te blijven verruimd zullen worden. Ik heb toen gesteld dat die constatering bij mij meer overkomt als een bewering dan als een argument. Kan het college deze constatering wat meer onderbouwen? Ik heb inderdaad de uitdrukking gebruikt van "natte vingerwerk", maar ik heb dat niet gesugge reerd. Ik heb gezegd dat ik soms, dat was dus in een onbedacht ogenblik, wel eens aan natte vinger werk dacht maar dat die gedachte weer overwaaide. Mevrouw De Jong: Een warme verdediging van het collegevoorstel door de wethouder, mijnheer de voorzitter. Voor mij zijn er echter geen nieuwe feiten. Vragen had ik in eerste instantie, vragen blijf ik houden. Ik vrees dat op deze vragen ook geen antwoorden zullen zijn te vinden. Misschien zijn er wel meer vragen opgeroepen. De wethouder geeft zelf al heel duidelijk aan dat er in de huidige finan ciële situatie geen harde cijfers zijn te noemen. Er is geschoven en dat vind ik in een situatie waarin cijfers toch duidelijke taal spreken en waarin de raad het advies wordt gegeven om met het collegevoor stel in te stemmen een moeilijk te verteren zaak. De wethouder geeft aan dat de onderhandelingen met het GCO bijzonder moeizaam zijn geweest. Maar ik hoor tussen de regels door dat ondanks dat de wethouder toch wel hoop heeft dat er in de toe komst te onderhandelen zal zijn over het Kooperberghuis. Ik ben minder hoopvol wat dat betreft, mijn heer de voorzitter. Een zeer moeilijk punt blijft uiteraard de functie van de coördinator. De stuurgroep heeft enkel een adviserende taak. Het boekwerk is grauw, dat ben ik mij bewust. Maar ondanks het feit dat dat grauw is, mag de problematiek binnen het onderwijsveld, die zeker in een stad als Leeuwarden groot is en wellicht nog groter wordt, niet uit het oog worden verloren. Ik zie geen reden om mijn standpunt te wijzigen, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Ik zou willen proberen om dit punt af te handelen voordat ik deze vergadering schors tot morgenavond, 19.30 uur. De CDA-fractie heeft ten aanzien van dit agendapunt om schorsing gevraagd. Ik ga daar nu toe over. De Voorzitter schorst, om 24.00 uur, de vergadering. De Voorzitter heropent, om 24.05 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering en ik geef het woord aan wethouder De Vries. De heer De Vries (weth.Ik zal in telegramstijl reageren, want wij zijn het tijdstip van midder nacht gepasseerd, ledereen zit naar het einde van deze seance uit te kijken. Ik wil nog even ingaan op een paar concrete vragen die zijn gesteld. In dit verband wil ik met name de heren Buurman en De Beer noemen, want zij hebben beide gevraagd naar de financiële consequenties in geval de integratie niet door mocht gaan. Wij hebben inmiddels een telefonische bevestiging gekregen van het ministerie dat wij de subsidie over 1981 en 1982 niet terug hoeven te betalen wanneer de raad de integratie afstemt. Voor 1983 kunnen wij dan echter naar de centen fluiten. De heer Buurman heeft nog gevraagd hoe het zit met de werkgelegenheid. Wij hebben in het over gangsrapport de garantie neergelegd dat er geen ontslagen zullen vallen, maar dat door natuurlijke af 41 vloeiing de bezuinigingen die de gemeente Leeuwarden in petto heeft nagestreefd zullen worden. Met het bestuur van het GCO hebben wij een afspraak gemaakt dat alle toekomstige medewerkers bij interne sollicitaties gewoon meespelen zoals dat ook bij de gemeente het geval is. Wanneer wij in gemeentelijk verband een vacature hebben, dan hebben de interne sollicitanten een voorsprong. Er wordt niet eerder extern geadverteerd dan wanneer wij weten dat er intern geen geschikte functionaris te vinden is. Wel nu, dit zelfde is het GCO-bestuur ook bereid na te streven ten aanzien van medewerkers van de voor malige SAD wanneer met betrekking tot het takenpakket van deze dienst een verdere afslanking zou moeten plaatsvinden. Er is een paar keer gezegd dat de stuurgroepconstructie niets voorstelt. Dat is niet waar, want die stuurgroepconstructie stelt heel wat voor. Als er gezegd wordt dat wij alleen maar mogen adviseren, dan zeg ik dat het advies dat wordt opgesteld tot stand komt via het Kooperberghuis. De coördinator die daar zit vervult in de stuurgroep een belangrijke rol ten aanzien van de vertaling van wat de onderwijs instellingen vragen. Het een en ander wordt neergelegd in de planning, in de rapportage en in het voorstel. Binnen die constructie is het de gemeenteraad die de randvoorwaarde stelt waarbinnen de stuurgroep kan functioneren. Wij stellen hier namelijk vast hoeveel geld de gemeente Leeuwarden over heeft voor de onderwijsbegeleiding. Wij als bevoegd gezag van het openbaar onderwijs en de schoolbe sturen van het bijzonder onderwijs zijn het die een contract aangaan met het GCO. Er is gezegd dat de functie van coördinator persoonsgebonden is. Vanuit de startpositie gezien was dat inderdaad het geval. Wij hoopten en hadden de verwachting dat onze eerste man mee zou spelen in het directieteam van het GCO. Hij zou daar een deel van zijn 17-jarige ervaring in Leeuwarden kun nen inbrengen om daardoor de zaak op het provinciale vlak aan kennis en deskundigheid te verrijken. Het GCO-bestuur heeft daar "nee" tegen gezegd. Nu deze eerste man in ons eigen apparaat blijft, re kenen wij er op dat er binnen de voormalige SAD een andere man opstaat die de coördinerende taak op zich neemt om ervoor te zorgen dat het team van het Kooperberghuis goed kan blijven functioneren en kan vertalen wat er inhoudelijk aan werk moet gebeuren. (De heer Bron: Mag ik even interrumperen? De wethouder doet voorkomen alsof de persoonsgebondenheid verdwenen is. Wij vinden dat feit toch duidelijk terug in de raadsbrief. Op pagina twee van het raadsvoorstel, onder ad 1, staat namelijk dat het bestuur van het GCO vasthoudt aan het standpunt dat de functie van coördinator tijdelijk dient te zijn voor de overgangsperiode na de integratie en voorts persoonsgebonden is, dat wil zeggen beperkt tot de huidige directieleden. De persoonsgebondenheid is dus niet verdwenen, of er moet een toezeg ging zijn die niet in het raadsvoorstel is opgenomen.) Het is bekend dat ik in de slotfase het overleg niet heb gevoerd. Ik weet niet hoe dat feit exact is geformuleerd. Ik zou het verslag er nog eens op moeten naslaan of daar iets van in staat. De heer Siemonsma heeft geen nieuwe gezichtspunten kunnen ontdekken. Hij heeft alleen gezegd en gesuggereerd: wat stelt de rijkssubsidie eigenlijk voor. In de begroting 1984 is een hoofdstuk "bege leiding" opgenomen. Daarin staat dat in de rijksregeling schoolbegeleiding wordt uitgegaan van een toeneming van de rijkssubsidie voor de schoolbegeleiding naar een niveau dat overeenkomt met 50% van een sobere dienstverlening. Oorspronkelijk overeenkomend met een bedrag van 52,per leerling, maar blijkens informatie van de heer Bron zou dat bedrag nu 45,moeten zijn. Vervolgens staat er in genoemd hoofdstuk dat het blijven nastreven van dit doel noodzakelijk is in verband met de verantwoor delijkheid van het rijk voor de schoolbegeleiding als basisvoorziening. Deze basisvoorziening moet, als onderdeel van de verzorgingsstructuur, mede een garantie geven voor de kwaliteit van het onderwijs. De schoolbegeleiding heeft taken bij de ontwikkeling en de uitvoering van het schoolwerkplan enz. Hier blijkt toch duidelijk uit dat het rijk de zaak van de schoolbegeleiding als een wezenlijke verant woordelijkheid van de eerste orde accepteert en ook bereid is om zich daarnaar te gedragen. Het pessi misme ten aanzien van een verdere financiële afkalving van de kant van het rijk deel ik voorshands niet, als men namelijk ziet dat er voor de schoolbegeleiding in 1979 ruim 34 miljoen gulden in de be groting was opgenomen, in 1982 ruim 44 miljoen, in 1983 ruim 56 miljoen en voor 1984 ruim 74 miljoen. Het gaat hier om afgeronde bedragen. (De heer Siemonsma: Ik begrijp niet dat de wethouder zich ge roepen voelt om het rijk in dit opzicht te verdedigen.) Ik verdedig het rijk niet, ik constateer gewoon datgene wat in de rijksbegroting staat. (De heer Siemonsma: Ja, dat is misschien wel zo, maar wij zijn inmiddels wel terecht gekomen op een bedrag van hooguit 45, dat eerder 102,was en daarvoor nog hoger. In een eerdere versie van het betreffende wetsontwerp werd de gemeenten eenzelfde ver plichting opgelegd, waarvoor zij dan een doeluitkering zouden kunnen claimen. Die verplichting is vervallen en de bijdrage zal nu vrijblijvend uit eigen middelen bijgepast gaan worden. Daar doelde ik op en dat is een aanzienlijke achteruitgang wat betreft de onderwijsverzorging.) Ik begrijp dat de 45,per leerling niet een diepe indruk maakt op de heer Siemonsma. Op de opmerking van mevrouw De Jong over de enkel adviserende taak van de stuurgroep ben ik al ingegaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 21