De Voorzitter: Ik breng dan nu het collegevoorstel in stemming. De heer Visser: Ik wil graag een stemverklaring geven naar aanleiding van het fractieberaad dat tijdens de schorsing heeft plaatsgevonden. Onze fractie heeft zich nog eens beraden over de onzekerhe den die aan dit voorstel zitten en over de omstreden positie van de functie van coördinator en die van de stuurgroep. Wij hebben bovendien de personeelsbelangen van de medewerkers van de SAD gewogen. Ik kan u, mijnheer de voorzitter, mededelen dat een paar leden van onze fractie tegen uw voorstel zullen stemmen en dat de rest met uw voorstel meegaat. Het voorstel van b. en w. wordt verworpen met 24 tegen 12 stemmen. (Voor het voorstel stemmen van de fractie van de PvdA de heren Geerts, Kessler, Meijerhof en De Vries, van de fractie van het CDA de heren Boelens., Heere, De Jong, Miedema, Sterk, Sijbesma en Visser, alsmede de fractie van GPV/RPF/SGP.) De Voorzitter schorst, om 24.15 uur, de vergadering tot 15 november 1983, 19.30 uur. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 15 november 1983. RAADSVERGADERING van dinsdag, 15 november 1983. (vervolg van de vergadering van 14 november 1983) Aanwezig 32 leden. PvdA de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk-Welles, G. Visscher-Bouwer, J.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de heren P. Bron, ir. C.G.H. Geerts (wethH. ten Hoeve, J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), H. Meijerhof, J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries (weth.). CDA de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H. Jansma, W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma (vanaf 19.50 uur), P.J. Sijbesma en L.Visser. VVD de heren J. de Beer, R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer (tot 19.55 uur) en J.A.H. IJestra. PAL mevrouw Jvan der Werf en de heren JDNiemeijer, S.F. Siemonsma en P. D. van der Wal. GPV/RPF/SGP: de heer J. Buurman. Afwezig: de dames M.A. van Dijk-van Terwisga (VVD), J. de Jong (D'óó) en A. Willemsma-de Jong (CDA) en de heren C. de Jong en N. Sterk (beiden CDA). Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester. Secretaris: de heer mrWJGReumer. Voorts zijn aanwezig: de heren N. Kolenbrander, hoofd van de afdeling Personeelszaken, en mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Punt 26 (bijlage nr. 407). De Voorzitter: Dit punt luidt: Arbeidstijdverkorting. De heer Bijkersma: Arbeidstijdverkorting heeft wel vaker in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Wij noemden het destijds werkweekverkorting en zo werd van een 48-urige werkweek geleide lijk overgegaan naar een 40-urige werkweek. Bij die verkortingen stond centraal dat het economisch en dus ook financieel haalbaar moest zijn. De aldus ontstane kortere werkweken zijn in de maatschappij dan ook niet met al te grote problemen verwerkt. De overheid voerde hierbij meestentijds een volgend beleid Het nu door de ontwikkeling der werkloosheid ingevoerde fenomeen arbeidstijdverkorting mist bij de benadering veelal dit centrale principe en het is naar mijn gevoel daarom ook dat velen twijfelen aan het nut maar nog meer aan de mogelijkheid dat arbeidstijdverkorting het werkloosheidsprobleem oplost. In de maatschappij kan men voor- en tegenstanders, zowel van links als van rechts, argumenten en stel lingen horen aandragen, maar enig bewijs dat arbeidstijdverkorting tot minder werkloosheid zou leiden is tot nu toe niet geleverd. Aarzelingen alom dus. Naar mijn gevoel hebben deze aarzelingen ook bij het college postgevat, nu het geconfronteerd wordt met de feiten. Is het misschien omdat een en ander in het collegeprogramma zoveel aandacht heeft gekregen dat er nu toch met een vaag beleid wordt ge komen? In de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden werd geconstateerd dat een en ander grote onduidelijkheden vertoont. Voor mijn fractie blijft de vraag of wij hierin als gemeente een eigen taak moeten hebben. Wij voelen weinig voor een zelfstandige koers in dezen. Naar ons gevoel is het veel beter de centrale af spraken en regelingen te volgen. Ook dan zal de rechtspositie van alle betrokkenen beter geregeld kun nen worden. Het is daarom ook goed dat, voordat wordt overgegaan tot stimulering van deeltijdbanen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 22