Sub Q. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 21 oktober 1983 van het bestuur van het Dorpsbelang Hem- pens/Teerns inzake het aanleggen van een opslagterrein van hekkelzoden aan de Himpenserdyk te Teerns. De heer Van der Wal: Wij zijn het niet eens met het voorgestelde antwoord op grond van vorige mo tiveringen Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Mevrouw Visscher— Bouwer: Toen punt E van de mededelingen aan de orde was heb ik vergeten daarover iets te zeggen. Dat is mijn eigen schuld, maar ik zou willen vragen of ik daarover alsnog iets mag zeggen. Het gaat hier over een brief van oktober 1983 van de Stichting Natuur en Milieu e.a. over ultra-lichte vliegtuigen. (De Voorzitter: Dit punt is reeds afgehandeld, mevrouw Visscher. U moet in de betreffende commissie de gelegenheid aangrijpen om hier nog eens op terug te komen.) Het gaat ons alleen maar om het feit dat het voor ons niet voldoende is om de brief voor kennisgeving aan te ne men. Wij zijn namelijk van mening dat het in de brief behandelde een groot probleem wordt. (De Voor zitter: De raad heeft reeds besloten om de brief voor kennisgeving aan te nemen.) De Voorzitter: Aan de orde is thans het verzoek van mevrouw Van der Werf en de heer Siemonsma om gebruik te mogen maken van het interpel latierecht zoals dat staat omschreven in artikel 48 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Leeuwarden. Dit artikel luidt als volgt: "1 Indien een lid over een onderwerp, dat vreemd is aan de orde van de dag doch het door burgemees ter en wethouders gevoerde bestuur van de huishouding der gemeente betreft, mondeling inlichtin gen, als bedoeld in artikel 216 van de gemeentewet, aan dat college wenst te vragen, heeft hij daarvoor verlof van de raad nodig. 2. Het verzoek om verlof, dat duidelijk het onderwerp, waarop de te stellen vragen betrekking zullen hebben, omschrijft, wordt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste twaalf dagen voor de vergadering, waarin op het verzoek moet worden beslist, bij de voorzitter ingediend. 3. Indien het gevraagde verlof wordt verleend, worden de verlangde inlichtingen in dezelfde of in een volgende vergadering gegeven. 4. Nadat de inlichtingen zijn gegeven, kunnen eerst het lid, dat de inlichtingen heeft gevraagd, en vervolgens de overige leden over het onderwerp van die inlichtingen nog in één instantie het woord voeren De indieners van het verzoek schrijven dat naar hun gevoelen hier sprake is van een spoedeisend geval. Van de zijde van het college bestaat er geen bezwaar tegen om het verzoek in te willigen. Ik wil de raad graag de gelegenheid geven, als hij dit wenst, om het woord te voeren. Daarbij is alleen de vraag aan de orde of de interpellatie wordt toegestaan. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Het is een goed democratisch gebruik in deze raad dat wij een interpellatie toestaan wanneer enkele leden van de raad daar om vragen. Mijn fractie gaat daarmee ak koord. De heer Pruiksma: Wij gaan akkoord met de interpellatie. De heer Bijkersma: Mijn fractie heeft geen bezwaar tegen de interpellatie. De heer Buurman: Als onder "enkele leden" ook "één lid" kan worden verstaan dan ga ik akkoord met de interpellatie. De Voorzitter: Ik constateer dat de raad de interpellatie toestaat. Ik stel voor de interpellatie als punt 35 aan de agenda toe te voegen en dit punt hedenavond te behandelen. Stemt de raad hiermee in? De Raad stemt hiermee in. 9 Punt 3a (bijlage nr. 405). Benoemen twee leden bestuurscommissie voor het Centrum voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefe ning. Voordracht van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (werkgeversorganisatie): 1 mevrouw J. Bouma-van den Brink te Leeuwarden; 2. de heer ing. J.M. Slager te Leeuwarden. Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. Punt 3b (bijlage nr. 406). Benoemen lid Commissie voor Georganiseerd Overleg. Aanbeveling van de fractie van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie: de heer H. Dubbelboer te Leeuwarden. Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. De heren De Beer en Schagen vormden met de voorzitter het stembureau. Punten 4 t.e.m. 8 (bijlagen nrs. 399, 400, 413, 412 en 390). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 9 (bijlage nr. 401). De Voorzitter: Dit punt luidt: Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke or dening voor het perceel Ereprijs 100 te Leeuwarden. De heer Van der Wal: Het gaat hier om een voorbereidingsbesluit in het gebied Aldlan-Oost, weste lijk deel. Er wordt toestemming gevraagd voor de uitbouw, ongeveer drie meter, van een vrij nieuwe woning. Deze uitbouw zal wel ten koste gaan van openbaar groen. In de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heb ik daar geen probleem van gemaakt, omdat wij een voorbereidingsbesluit nemen en er sprake is van een positief stedebouwkundig advies. Kort na deze commissievergadering kwam mij echter ter ore dat de vork wel wat anders in de steel zit. De stedebouwkundige dienst heeft een aantal keren een met redenen omkleed negatief advies uitgebracht over deze bouwaanvraagEen van de redenen was dat het groengebied de relatie tot stand brengt tussen het Van Harinxmakanaaldeze groenzone en de groenzone van het binnengebied waar de meer goedkopere woningen staan. Op veel punten in Aldlan- Oost en Aldlan-West vind je deze insteken en die zijn destijds naar de smaak van de stedebouwkundige wat krap uitgevallen, hoewel ze als zodanig wel in het plan zijn opgenomen. Men kan natuurlijk zeg gen dat één uitbouw op één zo'n plek het hele effect niet verloren zal doen gaan, maar als wij op één plek toestaan om een kopwoning uit te breiden met een uitbouw dan kunnen wij dat - in deze geest werd er ook op de stedebouwkundige dienst gereageerd - natuurlijk elders niet meer keren. Gelijke monni ken, gelijke kappen. Waarom is er ondanks de grote stedebouwkundige bezwaren uiteindelijk door de stedebouwkundige dienst toch positief geadviseerd? Dat is gebeurd nadat de aanvrager zijn collega-directeur bij de ge meente een vriendelijk briefje heeft gestuurd. Toen is het negatieve stedebouwkundig advies door de di recteur Stedebouw/Bouwkunde van tafel geveegd en is er een positief advies naar het stadhuis gestuurd dat verder in procedure is gebracht. Ik vind deze gang van zaken, waar wij pas achter zijn gekomen na de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening, ontoelaatbaar. Het is niet juist dat van persoonlijke relaties in deze zin gebruik kan worden gemaakt om een meermalen uitgebracht negatief stedebouwkundig advies plotseling om te buigen in een positief stedebouwkundig advies dat overigens niet onderbouwd is. Er wordt niet ingegaan op de precedentwerking die dit advies heeft, waardoor er sprake is van een stedebouwkundige kwalitatieve achteruitgang van met name het binnengebied van Aldlan. Niet alleen om deze reden delen wij de stedebouwkundige bezwaren maar ook, zoals ik al heb gezegd, omdat ik dit een onverkwikkelijke gang van zaken vind. Een gang van zaken overigens die ik niet zo maar vertel, maar die ik wel degelijk heb geverifieerd. Van meerdere kanten is mij deze gang

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 5