4
De Voorzitter: Dames en heren, ik open deze vergadering van de gemeenteraad.
Er is bericht gekomen van de heer Pruiksma dat hij waarschijnlijk verhinderd is de vergadering bij
te wonen.
Er is een reactie gekomen van mevrouw Willemsma die ik integraal zal voorlezen.
"Aan de gemeenteraad. Dames en heren, Bij mijn thuiskomst uit het ziekenhuis heb ik een fraai
bloemstuk ter verwelkoming van u ontvangen. Hiervoor mijn hartelijke dank. Eveneens heb ik uw wen
sen van beterschap dankbaar aanvaard. Met vriendelijke groet, Getekend mevrouw Willemsma-de
Jong."
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t.e.m. C.
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 17 november 1983 van het Tuinfluitercollectief met het
verzoek om een standpunt te willen innemen omtrent de noodzaak tot voortzetting van de ontwikkelde
initiatieven en om de mogelijkheden voor alternatieve huisvesting te onderzoeken.
Mevrouw Van der WerfIk wil iets zeggen over het voorgestelde antwoord van het college aan het
Tuinfluitercollectief. Betekent dit antwoord dat het college in principe van mening is dat de culturele
activiteiten, zoals die in de Tuinfluiter zijn opgebloeid, doorgang moeten kunnen vinden? Mijn fractie
vindt dat dat in ieder geval wel moet gebeuren. Er vinden in de Tuinfluiter zeer uiteenlopende activi
teiten plaats. Mevrouw Brandenburg heeft zich bij de begrotingsbehandeling van april erg lovend uitge
laten over het feit dat de Tuinfluiter zo langzamerhand een van de culturele broedplaatsen is geworden.
Wij zouden het bijzonder jammer vinden als die activiteiten door huisvestingsproblemen stil zouden ko
men te liggen. Het Tuinfluitercollectief moet al per één januari a.s. uit de Tuinfluiter. Er is dus grote
haast geboden. In de brief worden drie mogelijke alternatieven opgesomd. Gaat de in te stellen werk
groep deze drie mogelijkheden onderzoeken? Wat ons betreft is er één alternatief dat op voorhand een
heel goede oplossing lijkt, namelijk het voormalige complex van de Dienst voor Reiniging en Brandweer
(DRB). Ook andere groepen, ik doel dan bijvoorbeeld op de Acrobatiegroep Leeuwarden die onder punt
P van de mededelingen wordt genoemd, zouden in dit complex een onderkomen kunnen vinden. Gaat de
werkgroep deze mogelijkheid ook onderzoeken? Is dat misschien ook de reden waarom de stemming over
het al dan niet slopen van het DRB-complex niet op deze raadsagenda staat?
Ik zou het college willen vragen om op heel korte termijn, bij voorkeur in de volgende raadsverga
dering, met een advies te komen gezien de haast die met deze kwestie geboden is.
De heer Heere (weth.): De kwestie van de huisvesting van het Tuinfluitercollectief heeft, zoals ook
blijkt uit het antwoord van b. en w. onder punt D van de mededelingen, geleid tot het besluit van het
college om een commissie ad hoe te belasten met een tweetal onderzoeken. In de eerste plaats gaat het
om een onderzoek om op zo kort mogelijke termijn een ander onderkomen te vinden voor het Tuinfluiter
collectief. De tweede opdracht is om op korte termijn een voorstel te doen met betrekking tot onderko
mens voor meerdere instellingen en instanties die zich in dat kader hebben gemeld. Uit de formuleringen
"op zo kort mogelijke termijn" en "op korte termijn" kan men afleiden dat ook het college van mening
is dat de tijd dringt.
Naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Van der Werf merk ik op dat dit over het oordeel
van het college ten aanzien van de culturele waarde van het een en ander op dit moment nog niets zegt.
Wij onderhouden momenteel geen subsidierelatie met deze collectieven. Ais dat in de toekomst ooit zo
zou mogen worden, dan zal men dat ongetwijfeld merken aan de hand van voorstellen in het kader van
de sociaal-culturele planning.
Over de orde van de vergadering van vanavond kan de voorzitter mevrouw Van der Werf wellicht
inlichten
De Voorzitter: Wat niet op deze agenda staat, komt op een volgende agenda te staan. Dat is ook
de toezegging die in de vorige raadsvergadering is gedaan.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De heer Bron is inmiddels ter vergadering gekomen.
Sub E, F en G.
Het verzoek en de brieven worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies.
Sub H.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 7 november 1983 van het bestuur Wonen in de Binnenstad
inzake ontheffing sexinrichting voor het pand Herenwaltje 5, alhier.
Mevrouw Van der WerfIk begrijp niet zo goed waarom de afdoening van deze brief moet wachten
op een preadvies. De beslissing met betrekking tot de in deze brief genoemde ontheffing is genomen op
basis van het beleid zoals dat uiteengezet is in de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden. Wat
dat betreft zou er op dit moment in feite al een antwoord gegeven kunnen worden. Iets anders is dat het
bestuur van Wonen in de Binnenstad in zijn brief wijst op gemaakte procedurefouten. Ik doel daarbij dan
op het ontbreken van overleg met de bewoners. Het lijkt mij zaak dat hierover zo snel mogelijk goede
afspraken worden gemaakt zodat dat, mocht er ooit weer een nieuwe aanvraag komen, niet weer ge
beurt.
Preadviezen laten soms heel lang op zich wachten. Ik zou het college met betrekking tot dit punt
willen vragen om, ter wille van de duidelijkheid waar ik zonet op doelde, zo snel mogelijk met dit pre
advies te komen. Het maken van dit preadvies hoeft niet zo moeilijk te zijn, want het beleid is al uit
gestippeld.
De heer De Jong: De brief genoemd onder punt H van de mededelingen lijkt erg veel op de brief
genoemd onder punt M van de mededelingen. Met betrekking tot deze laatste brief zal advies worden
ingewonnen van de Commissie voor Openbare Orde. Ik zou het college willen verzoeken om ook de
thans aan de orde zijnde brief van het bestuur van Wonen in de Binnenstad in de Commissie voor Open
bare Orde aan de orde te stellen. Tegelijkertijd kan daarbij dan ook de brief die inmiddels is binnenge
komen van het Nederlands Christelijk Ondernemersverbond over hetzelfde onderwerp worden betrokken.
De Voorzitter: Ik wil graag mevrouw Van der Werf toezeggen dat dit onderwerp zo spoedig mogelijk
in de Commissie voor Openbare Orde aan de orde wordt gesteld. Dat zal in de vergadering van januari
het geval zijn
Mevrouw Van der Werf heeft op zich gelijk wanneer zij zegt dat de thans aan de orde zijnde brief
op dit moment zou kunnen worden afgedaan. Er grijpen echter een aantal dingen in elkaar, namelijk
deze brief, de brief die genoemd staat onder punt M van de mededelingen en een brief van het Neder
lands Christelijk Ondernemersverbond. Bovendien heeft de heer Pruiksma tijdens de betreffende afde
lingsvergadering gevraagd om deze zaak in de Commissie voor Openbare Orde aan de orde te stellen.
Vandaar dat wij er de voorkeur aan geven het geheel, ook met name in verband met de door mevrouw
Van der Werf gestelde procedurefouten die begaan zouden zijn - daarover wordt dezerzijds toch iets an
ders gedacht -, in een keer af te handelen. Over de in de brief van het bestuur van Wonen in de Bin
nenstad genoemde ontheffing is vooroverleg geweest. Wat dat betreft zou deze brief thans kunnen wor
den afgedaan. Maar aangezien de zaken procedureel en wat de inhoud van de problematiek betreft nog
al in elkaar grijpen, menen wij dat het goed is om het geheel op zo kort mogelijke termijn in een keer
af te doen via de Commissie voor Openbare Orde.
De brief wordt in handen gesteld van b. en w. om preadvies met inachtneming van de toezegging
van de voorzitter.
Sub I en J.
De brieven worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies.