sie, hoewel dat in dit geval wel had gekund omdat het hier alleen een formele afhandeling van een
brief betrof.
Er wordt steeds gesteld dat er sprake is van een monopoliepositie, omdat één bedrijf hier het taxi
vervoer verzorgt. Ik wil de raad in herinnering brengen het feit dat er hier in het verleden een groot
aantal taxibedrijven was en dat dat aanleiding gaf tot een enorme concurrentieslag. Op zich hoeft dat
niet erg te zijn, maar het gevolg daarvan was wel dat er allerlei onverkwikkelijke toestanden ontston
den. Dat was de reden waarom het gemeentebestuur in het verleden een actieve rol heeft gespeeld om
de bedrijven bij elkaar te krijgen. De neerslag daarvan is dat er nu een bedrijf opereert waarin een
aantal bedrijven is ondergebracht. Daarmee is een hoop ellende uit het verleden opgelost. Ik wil dit
gegeven dus positief noemen in plaats van het als negatief te kwalificeren. De onverkwikkelijkheden
zoals wij die in het verleden gekend hebben, doen zich in ieder geval nu niet meer voor.
Als er een nieuwe aanvraag komt, zal die gewoon volgens de formele kanalen moeten worden afge
werkt. De Taxi-adviescommissie wordt om advies gevraagd en zal de aanvraag toetsen aan datgene wat
in de Taxiverordening staat. Het zal wel blijken wat daar dan uit komt.
Ik heb al gezegd dat, als de heer Drent een aanvraag zou doen, in ieder geval moet blijken dat er
van nieuwe omstandigheden sprake is. Wij zullen ons daarover dan nader moeten beraden. De heer Tim
mermans heeft aangekondigd dat de heer Drent een aanvraag zal indienen. Welnu, dat wachten wij dan
maar af.
Uit mijn verhaal zal duidelijk zijn dat ik de raad afraad voor de ingediende motie te stemmen. In
de motie wordt iets uitgesproken dat op zijn minst voorbarig is. Bovendien is het zo dat het de Taxi-ad
viescommissie is die toetst of de behoefte werkelijk aanwezig is.
De heer Timmermans: Ik was er al bang voor dat de wethouder zou beginnen met een formeel be
toog. Hij heeft het over "ne bis in idem", hij haalt principes naar voren en er wordt met een achteloos
gebaar voorbijgegaan aan het feit dat hier sprake is van nieuwe feiten. Ik heb in eerste instantie aange
geven dat de toenmalige wethouder heeft gezegd dat er sprake was een landelijke tendens die teruggang
inhield. Het is duidelijk dat het gewoon niet waar blijkt te zijn dat er landelijk gezien sprake is van
een teruggang, tenzij ik de gegevens van het CBS en van de bedrijfsorganisaties niet meer kan vertrou
wen. Maar aangezien ik die gegevens wel vertrouw, vind ik dat er wel degelijk sprake is van een nieu
we situatie.
Het college zegt dat er geen sprake is van een groeimarkt in Leeuwarden. Wat dat betreft gaat de
wethouder in zijn betoog voorbij aan het feit dat er sprake kan zijn van een optimalisering van een be
drijfswinst van een particulier bedrijf en dat het voordeliger kan zijn voor een bedrijf om wat minder ta
xi's te hebben. In dat geval heb je weliswaar een lager niveau aan taxivervoer in de stad, maar voor
het bedrijf kan dat gunstig zijn.
Het argument dat er vijf bedrijfsvergunningen niet worden gebruikt vind ik een beetje een gelegen
heidsargument. Door verschillende raadsleden is naar voren gebracht dat er twee jaar geleden, toen er
volgens de toenmalige wethouder sprake was van een cijfermatige teruggang, tien bedrijfsvergunningen
zijn afgegeven. Dat motief van deze tien bedrijfsvergunningen gold toen niet, want er moest alleen ge
let worden op de cijfers die betrekking hadden op de taxiritten. Als de redenatie van toen juist was,
dan kun je nu niet naar voren brengen dat er sprake zou zijn van een stagnerende markt omdat er vijf
bedrijfsvergunningen niet gebruikt worden. Het is een argument dat niet gehanteerd kan worden, want
dat kon twee jaar geleden ook niet, alleen toen in omgekeerde richting.- Bovendien is het wel duidelijk
geworden uit de berichtgeving van een taxibedrijf uit de naaste omgeving dat er in de afgelopen jaren
wel degelijk sprake is van groei. Alleen Leeuwarden is daarop een uitzondering.
Wat betreft het feit dat de raad wellicht op de stoel is gaan zitten van de Taxi-adviescommissie het
volgende. Het is niet onze bedoeling om op de stoel van de Taxi-adviescommissie te gaan zitten of om
in de bevoegdheden van het college te treden. De reden van onze motie is om duidelijk tot uitdrukking
te brengen wat de mening van de raad over deze zaak is. Ik kan mij voorstellen dat de Taxi-adviescom
missie akkoord is gegaan met het preadvies dat door het college is opgesteld. Formeel gezien is dat na
melijk juist. Ik vrees dat de Taxi-adviescommissie daarover ook niets kon zeggen. Ik handhaaf mijn mo
tie, mijnheer de voorzitter.
De hear Jansma: Ik hoech winliken net iens safolle te sizzen nei itjinge de hear Timmermans sein
hat. Wy fine de moasje sa as dy üt namme fan de mearderheid fan de fraksje fan de PvdA troch de hear
Timmermans yntsjinne is hiel hansum. Yn de moasje stiet nammentlik dat de ried ütsprekt "dat het ge
wenst is, dat bij de behandeling van een nieuwe aanvrage voor een bedrijfsvergunning door b. en w. in
de afweging worden betrokken: wêrnei't der in tal arguminten neamd wurde.
11
De heer Timmermans: Voor de volledigheid moet ik het volgende nog even opmerken, mijnheer de
voorzitter. Ik heb voor het begin van de raadsvergadering aan iedereen een motie gegeven. Omdat de
inhoud van de motie nogal vriendelijk was, heb ik gemeend deze te moeten wijzigen. Ik heb de gewijzig
de motie voorgelezen. Het is de heer Jansma blijkbaar ontgaan dat die wat stringenter geworden is.
Aanvankelijk stond er in de motie dat het gewenst is dat b. en w. bij de behandeling van een nieuwe
aanvraag argumenten, zoals de teruggaande markt, bij hun besluitvorming zouden betrekken. Ik heb de
motie nu wat scherper gesteld, namelijk in die zin dat de raad vindt dat, gelet op de argumenten die
genoemd worden, een aanvraag positief gehonoreerd zou moeten worden.
De hear Jansma: Ik stel der priis op, mynhear de foarsitter, dat wy de wizige tekst fan de moasje
krije. It roait fansels nearne nei dat wy dy wiziging sa foar üs krije. Ik bin utgien fan de moasje dy11 wy
foar de riedsgearkomste fan de hear Timmermans krigen hawwe. Mei dy moasje kin ik ynstimme. De wi
zige moasje wol ik earst op tafel hawwe, foardat ik der ut namme fan de fraksje in ütspraak oer doch.
De Voorzitter: Ik wil graag van de heer Timmermans weten of ik de goede motie heb. (De heer Tim
mermans: U heeft de motie gekregen die ik in eerste instantie heb voorgelezen.) Die motie eindigt met:
geeft als zijn mening te kennen dat het gewenst is dat een nieuwe aanvrage voor een bedrijfsver
gunning dient te worden gehonoreerd." (De heer Timmermans: Ja, mijnheer de voorzitter.)
De hear Jansma: Dan wol ik graach dy moasje hawwe! Ik wol der yn de fraksje oer prate, foardat
wy in ütspraak dogge. Wy hawwe yn de fraksje nammentlik oer de moasje praat dy't wy foar de rieds
gearkomste fan de hear Timmermans krigen hawwe en net oer wat oars!
De heer Dubbelboer: Ik was er al bang voor dat de wethouder zou beginnen met de aanvraag voor
de vergunning. Ik wil de raad niet vermoeien met het feit dat de aanvraag begint met "kabinet" en "aan
het college van b. en w. want dat geloof ik wel. Het gaat mij om het onderwerp, namelijk: aanvraag
vergunning ten behoeve van het uitoefenen van een taxibedrijf. Het onderwerp is niet het overwegen
van een besluit van 26 januari 1982, maar de aanvraag van een taxivergunning. Niets anders en niets
meer. Een inwoner van onze stad vraagt het college om nog eens na te denken over de beslissing van 26
januari 1982. Hij dient dan een nieuwe aanvraag in en komt met een aantal gegevens. Ik vind het al
leen maar netjes van de aanvrager dat hij nog eens een keer uitlegt waarom hij een nieuwe aanvraag in
dient. Als de wethouder dan zegt dat het hier om een soort revisieverzoek gaat en dat de Wet autover
voer personen dat niet kent, dan blijf ik bij datgene wat ik in eerste instantie gezegd heb. Ik heb toen
namelijk gezegd dat het door mij genoemde zinnetje van deze aanvrager expres uit zijn verband is ge
rukt om, als ik het zo mag zeggen, een stok te zoeken om de hond te slaan. "De hond" is natuurlijk wel
figuurlijk bedoeld.
Als wij het principe "ne bis in idem" in deze raad gaan invoeren en wij dus maar één keer over elk
feit kunnen spreken, dan zijn wij natuurlijk wel wat vlugger klaar met een aantal zaken. Ik geloof ech
te dat het niet zinvol is om het principe 'ne bis in idem" in deze raad van toepassing te verklaren. Wat
dat betreft vind ik dat de wethouder er enigszins naast zit.
Over de opmerking dat de behoefte aan meer taxi's niet bewezen is het volgende. De heer Timmer
mans en ik hebben aangetoond dat vanaf 1978 tot 1982 - als de wethouder dat wenst dan heb ik ook wel
de cijfers van 1979, 1980 en 1981 voor hem - landelijk gezien het aantal vergunningen is toegenomen.
Uit dezelfde publicaties blijkt dat Friesland achterloopt wat betreft het aantal vergunningen. Men kan
natuurlijk zeggen dat wij dat voor wat betreft Leeuwarden accepteren. Ik vind dat je er als centrumge
meente van een provincie niet naar moet streven om ten aanzien van een aantal zaken achter te lopen.
Ik vind dat wij moeten proberen om mee te lopen.
Het feit dat er vijf taxivergunningen niet gebruikt worden ligt heel simpel. De oplossing daarvan
staat namelijk al in de advertenties van de Leeuwarder Taxicentrale: je gebruikt de taxi vergunningen
niet, maar je huurt van een bedrijf, dat toevallig is ondergebracht in de Leeuwarder Taxicentrale, au
to's die niet aan de taxi-eisen voldoenJe laat die auto's gewoon rijden als zijnde taxi's en dan heb je
geen taxi-vergunning nodig. Ja, dank je de koekoek, zo lust ik er nog wel een paar!
De heer Geerts heeft gezegd dat ik niet goed op de hoogte ben wat betreft de Taxi-adviescommis
sie. Deze commissie is namelijk wel bijeen geweest. Ik wil in dit verband het college wijzen op datge
ne wat in het collegeprogramma staat, namelijk het goed op de hoogte houden van fracties die niet in
her college zijn vertegenwoordigd. Dit soort welwillende adviezen dienen voor de raadsleden ter inzage
te worden gelegd, zoals dat ook met andere stukken gebruikelijk is.
Wat de concurrentieslag betreft heb ik de indruk dat hier gezegd zou zijn dat een concurrentieslag