Earst as belanghawwende har need klaget by it POR, docht bliken üt it kolleezje-ütstel dat hja de oplossing sykje moat troch in ynsidintele parkearfrijstelIing oan te freegjen by de parkearpolysje dy't har yn earste ynstansje wegere sa'n frijstelling te jaan. Wy hawwe de yndruk dat der sprake is fan unwit- tendheid oangeande de frijstellingsregeling foar us beheinde boargers, sawol by de parkearpolysje as by de Tsjinst foar it Merkwezen en de Fryslanhal, alteast by guon meiwurkers dêrfan. Hokker maatregels nimt it kolieezje om te foorkommen dat soksoarte unfoegens wer bart? Leit it ek yn de bedoeling om untskuldiging oan te bieden oan de oanfreegster en oan it POR? De hear Miedema (weth.): De hear Jansma komt mei in hiel apart gefal, dêr't my neat fan bekind is. Ik haw de yndruk dat de Tsjinst foar it Merkwezen en de Fryslanhal it tige goed docht. Der kinne lykwols flaters makke wurde, dat kin yn eltse organisaasje barre. Ik bin ree om dit gefal ut te sykjen. Fan de hear Jansma wol ik graach de namme en it adres fan de oanfreegster hawwe. (De hear Jansma: Dy steane yn de stikken dy't op besjen lein hawwe, mynhear Miedema.) Ik sil de Tsjinst foar it Merk wezen en de Fryslanhal der nochris op wize dat dit soarte saken tige soarchsum behannele wurde moat. Ik wie lykwols fan betinken dat dat ek barde, mar it docht my no bliken dat der eat mis gongen is. Dizze saak hat de oandacht, mynhear Jansma, en wy sille jo ynformearje hoe't yn dit gefal de gong fan saken west hat. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Sub U. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 16 november 1983 van Ing. Tj.J. de Jong inzake rentever goeding bij terugkoop van zijn minicontainer door de gemeente. Mevrouw De Haan—Laagland: De briefschrijver, de heer De Jong, is zoals heel veel bewoners van de wijk Aldlan ontevreden over de prijs die de gemeente wil betalen bij de terugkoop van de minicon tainer. Er is in deze wijk ontzettend veel boosheid ontstaan over het genomen raadsbesluit. Dat bleek onder anderen uit de diverse ingezonden stukken in de krant en uit de enorme opkomst voor de wijkver gadering over dit onderwerp. Veel mensen hebben bovendien hun kritiek doorgegeven aan de dienst, aan de gemeente en aan individuele raadsleden. De kritiek richt zich met name op twee zaken. In de eerste plaats gaat het om het feit dat de gemeente de wijk op geen enkele manier geïnformeerd of ge raadpleegd heeft, voordat de raad op 24 oktober tot een beslissing kwam. In de tweede plaats gaat het om de prijs die de gemeente voor de containers wil betalen als zij ze gaat terugkopen. De raad kan de brief van 16 november 1983 van de heer De Jong natuurlijk afdoen met de motive ring dat de in de brief behandelde aspecten voldoende aan de orde zijn geweest bij de besluitvorming over dit onderwerp op 24 oktober 1983. Die manier van afdoening zou voor ons de weg van de minste weerstand zijn. In de raadsvergadering van 24 oktober heeft de aandacht zich volledig toegespitst op de vraag of de minicontainers ook in andere wijken moesten worden ingevoerd en welke financiële gevol gen dat zou hebben voor de huishoudens in Leeuwarden en voor de gemeente. Wij moeten helaas achter af constateren dat juist deze twee kritiekpunten van de wijk, namelijk het gebrek aan overleg en de prijs, aan de aandacht van de raad zijn ontglipt. Geen enkele fractie is.in genoemde raadsvergadering ingegaan op deze twee aspecten. Wij voelen ons dan ook verplicht om nu, al is het dan na de genomen beslissing, in te gaan op de kritiek van de wijk. Over de prijs voor de minicontainer het volgende. De gemeente hanteert het principe dat iedere burger evenveel betaalt voor het ophalen van huisvuil, ongeacht de aanbiedingswijze daarvan. Als de huishoudens in Aldlan hun container terugverkocht hebben aan de gemeente, dan hebben zij over de af gelopen vier jaar 52,extra betaald. Dat betekent 13,extra per jaar. De wijk Aldlan heeft ons inziens dan ook gelijk als zij zegt dat er ongelijkheid is ontstaan tussen bewoners van de wijk Aldlan en bewoners van andere wijken. Wij vinden dat deze ongelijkheid niet te rechtvaardigen valt. Als wij ons dan realiseren dat de bewoners uit Aldlan uit de krant moesten vernemen hoe de zaak er voor stond op een moment dat de beslissing genomen was en er feitelijk niet veel meer te beïnvloeden viel, dan is de boosheid over het gemis aan overleg ook wel te begrijpen. Er was zeker aanleiding geweest om overleg te plegen met de bewoners van Aldlan, want de gemeente ging over op een andere financieringsmethode voor de minicontainers, die specifiek financiële gevolgen had voor de bewoners van Aldlan. Wij zijn van mening dat zowel het college maar ook zeker de raad zich het gebrek aan overleg moet aantrekken. Het college, omdat het regel behoort te zijn om in dergelijke gevallen overleg te plegen en de raad, omdat hij het een en ander niet tijdig geconstateerd heeft. Nu wij erkennen dat er dingen fout zijn ge 17 gaan, moeten wij ook de moed hebben om er iets aan te doen. Wij willen een suggestie doen voor een mogelijke oplossing. In de toekomst gaan huishoudens 4,44 per jaar extra betalen via de reinigingsheffing. Laat dit bedrag richtsnoer zijn voor de prijs die de gemeente betaalt bij terugkoop van de containers. Met ande re woorden, de container kostte 104,—, trek er per jaar dat de container in gebruik is geweest 4,44 vanaf en bepaal zo de prijs voor terugkoop van de containers. Wij realiseren ons dat daardoor een tekort ontstaat bij de gemeente en wij hebben daarvoor de volgende dekking. Maak de afschrijvingstermijn van de containers langer. Bijvoorbeeld in plaats van een afschrijvingstermijn van acht jaar een termijn van tien jaar. In Zwolle worden dezelfde containers ook in tien jaar afgeschrevenHet risico dat wij daar mee lopen lijkt ons betrekkelijk klein. Conclusie: wij zijn het niet eens met het voorgestelde antwoord van het college op de brief van de heer De Jong. Wij willen een motie indienen die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 decem ber 1983, overwegende dat: - het raadsbesluit van 24 oktober met betrekking tot de invoering van de minicontainers heeft geleid tot ongelijkheid in behandeling tussen bewo ners van Aldlan en andere bewoners; - het verlengen van de afschrijvingstermijn van de minicontainers bij nader inzien te rechtvaardigen valt, besluit: a. het krediet voor de terugkoop van de in de wijk Aldlan verkochte mini containers zodanig te verhogen dat de betreffende huishoudens die tot verkoop overgaan de toenmalige aanschafprijs ontvangen met aftrek van 4,44 voor ieder jaar dat de betreffende minicontainer in gebruik is ge weest; b. het ontstane tekort te dekken door de afschrijvingstermijn van de mini containers dienovereenkomstig te verlengen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Niemeijer: Het voordeel van niet als eerste spreken is dat men zich soms in grote lijnen aan kan sluiten bij een vorig betoog. In dit geval heeft mevrouw De Haan de materie zo breed behandeld dat ik daar niet zoveel meer aan heb toe te voegen. Wij hebben destijds als fractie tegen de invoering van de minicontainers gestemd op grond van milieutechnische argumenten en bezwaren die betrekking hadden op de woonlasten. Op dat moment hebben wij ook als bezwaar genoemd het feit dat er naar ons gevoel een zeer geforceerde en kunstmatige financierings- en dekkingsmethodiek is ontwikkeld. In dat kader zijn efficiencyverbeteringen als dekking aangevoerd. De nu aan de hand zijnde problematiek had daarbij toen ook betrokken kunnen worden, maar ik heb dat helaas niet gedaan. Ik heb aan de proble matiek te weinig aandacht besteed. Ik vind dat mevrouw De Haan inhoudelijk gezien gelijk heeft. B. en w. hebben misschien juridisch wel het recht om te zeggen, op basis van afspraken met de bewoners van Aldlan, dat zij de containers op de nu voorgestelde manier terug willen kopen en dat zij wat dat betreft soepel zijn. Moreel kunnen zij dat natuurlijk nooit waar maken. In het verleden zijn er bepaalde verwachtingen gewekt en is er een bepaald systeem opgestart. Nu wij daarvan afwijken is het noodzakelijk dat er zinvol overleg plaats vindt met de bewoners en dat wij ons beleid aanpassen aan de herziening die is gepleegd. Bovendien vind ik dat de wethouder in dezen niet heen kan om datgene wat door hem in de discussie van 24 okto ber steeds uitdrukkelijk is geformuleerd en als criterium is vertolkt, namelijk dat iedere inwoner van Leeuwarden hetzelfde moet betalen ongeacht de door hem gepleegde inzamelingsmethode. In de wijk Aldlan is een tijdlang een proef geweest met een andere inzamelingsmethode. Wij komen daar nu deels op rerug. De kosten in dit verband zijn uitdrukkelijk voor de gemeente, daar is geen twijfel aan. Dat betekent dat er geïnventariseerd moet worden om welke kosten het gaat. Onze fractie was in eerste instantie geneigd om iets verder te gaan dan mevrouw De Haan is ge gaan. Ik had al een motie gemaakt die in wezen dezelfde strekking had als de motie van mevrouw De Haan. Om het plaatje echter helemaal compleet te maken constateerde onze motie dat er door de bewo ners een investering is gepleegd waarop renteverliezen zijn geleden en dat dat het bedrag is dat zij te rug zouden moeten krijgen. Van dat bedrag zou 4,44 moeten worden afgetrokken, zijnde het bedrag

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 9