18
In de sector WVC vallen bezuinigingsklappendie sterk doorwerken naar onze gemeente.
Om onze eigen uitgaven niet meer te verhogen, zullen wij deze bezuinigingen door moeten
geven aan de gesubsidieerde instellingen. Nieuwe aanvragen zullen zeer kritisch bekeken
moeten worden. Wij vinden het niet terecht dat in deze raad via een motie bijvoorbeeld het
Lesbisch Archief toch ad hoe een nieuwe subsidie wordt toegekend. Het college stelt dat
moderne kunstuitingen een kans moeten krijgen, doch dat zulks ten koste zal gaan van be
staande voorzieningen. Wij beseffen dat men bij kunstuitingen de tijd moet volgen, doch de
souplesse, welke bij diverse kunstuitingen gehanteerd wordt, ligt ons inziens in geen ver
houding tot de eisen die aan andere groepen, bijvoorbeeld het bedrijfsleven, gesteld worden.
Dat eindelijk verscherpte eisen worden gesteld aan de beeldende kunstenaars, die van de
BKR-regeling gebruik wensen te maken, valt zonder meer toe te juichen. Het Frysk Orkest
zal onze aandacht blijven vragen. Met de provincie en andere gemeenten moeten wij zorgen
dat het Frysk Orkest verantwoord kan blijven werken.
In mijn betoog heb ik nog niet specifiek gesproken over de sociale sector en de econo
mische aangelegenheden. Zeer bewust heb ik dat zo gedaan, omdat ik beide aspecten aan
elkaar gekoppeld bespreken wil. De nog steeds heersende grote werkloosheid, moet ons
allen grote zorgen baren. Al zijn eigen initiatief en inspanning van wezenlijk belang, het al
of niet zonder werk zijn hangt niet alleen meer af van de enkeling. Onze maatschappijstruc
turen grijpen zo in elkaar dat juist de overheid in de bestrijding van dit sociaal leed een
grote verantwoordelijkheid draagt. Deze verantwoordelijkheid ligt ook op de schouders van
ons gemeentebestuur. Het zal een hoge prioriteit moeten hehouden. Daarbij zullen wij, ten
gevolge van die werkloosheid, een extra strop hebben door een stijging van de sociale uit
keringen, die slechts voor een deel door het rijk gecompenseerd zullen worden. Deze kosten
zijn voor ons niet beheersbaar. Toch zullen wij in ons totale beleid in het spoor van de over
heid moeten lopen. Een rijksoverheid, die het beheersen van de uitgaven en het versterken
van de werkgelegenheid ziet als een oplossing voor de huidige crisis en de werkloosheid.
Zoals u, mijnheer de voorzitter, reeds begrepen zult hebben, onderschrijft mijn fractie deze
uitgangspunten. Stelde ik zojuist dat de uitkeringen in de sociale sector in feite door ons
niet beheersbaar zijn, toch zullen wij moeten zoeken naar wegen die hier een invloed op uit
kunnen oefenen. Een invloed waardoor men de kosten mogelijk zou kunnen terugdringen.
Hoe zou zoiets beter kunnen, dan door een actief werkgelegenheidsbeleid? Stimuleren, acti
veren, en aantrekkelijke en goedkope industrieterreinen. Kortom, er iedere dag mee bezig
zijn. Te zien waar en hoe de belangen van Leeuwarden bij het bedrijfsleven bepleit kunnen
worden en hoe men een ander eventueel een slag voor kan zijn. In concreto: bedrijfsvriende-
lijk opstellen.
Deze visie zouden wij moeten lezen in het hoofdstuk over economische aangelegenheden.
Dit summiere hoofdstuk lezende, tref ik alleen een opsomming van wat gegevens aan die ik
ook elders met gemak zou kunnen vinden en verzamelen. Juist dit onderwerp had volgens
de VVD-gedachte veel meer aandacht in het beleidsplan moeten krijgen. Via een duidelijke
visie had de werkloosheidsbestrijding hierin een voorrang moeten krijgen. Dat dit niet ge
beurd is, wordt door mijn fractie ernstig betreurd. Daarbij merk ik op dat het college deze
prioriteit in het collegeprogramma op onvoldoende wijze nakomt. Meer activiteiten in de werk-
gelegenheidssector geven de mogelijkheid de uitgaven in de sociale sector terug te dringen.
Wat ons betreft, wendt het college alle gelden van het werkgelegenheidsfonds, public-relations
en misschien nog anderen daarvoor aan.
Het geheel overziende constateer ik dat het sociale beleid, binnen de perken der mogelijk
heden, ruime aandacht heeft gekregen. De economische sector en daarbij centraal de bevor
dering der werkgelegenheid en de ondersteuning van het bedrijfsleven zijn bijzonder onder
bedeeld!
Gewoontegetrouw, doch niet minder oprecht gemeend, rest mij nog het ambtenarenkorps
te bedanken voor de grote inzet, welke het dit jaar betoond heeft. Een verwerking van meer
dere begrotingsbehandelingen en herwaarderingsrondes is voorwaar geen kleinigheid. Alle
respect daarvoor.
Ik wil tot slot nog even ingaan op de motie die mevrouw Brandenburg namens alle fractie
voorzitters, met uitzondering van de fractievoorzitster van PAL, heeft ingediend. Wij hebben
deze motie van ganser harte ondersteund. Men zal uit mijn betoog echter wel hebben begre
pen dat wij nu niet stil moeten blijven zitten en kunnen zeggen dat wij het onze weer hebben
gedaan aan het stimuleren van enig beleid. Wij zullen daar ook zelf iets aan moeten doen.
Vandaar dat centraal in onze beschouwingen over deze materie gesproken werd.
De Voorzitter schorst, om 15.45 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 16.05 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan mevrouw Van der Werf.
Mevrouw Van der Werf: Vijf jaar geleden hebben wij in onze algemene beschouwingen
uitvoerig stilgestaan bij het functioneren - of beter gezegd: het niet-functioneren - van de
lokale democratie. Als een van de oorzaken noemden wij toen "de steeds verdere uitholling
van de gemeentelijke autonomie". Nu, vijf jaar later, heeft de situatie zich met betrekking
tot dit punt zó ontwikkeld dat wij niet eens meer willen spreken van "niet-functioneren
van de lokale democratie"; dit is veel te zacht uitgedrukt. Uit het beleid van de rijksover
heid spreekt een dusdanige minachting van de lagere overheden dat wij moeten stellen dat de
lokale democratie volledig is ondermijnd; het is een wassen neus geworden.
De alles en iedereen overheersende afbraak- en afknijppolitiek van de regering van Agt
en Lubbers hebben ertoe geleid dat de gemeente nog nauwelijks vrijheid heeft om haar eigen
huishouding te regelen: forse kortingen op de algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds,
onvoldoende stijging van de specifieke uitkeringen gerelateerd aan de uitbreiding van taken,
volstrekt ontoereikende doeluitkeringen voor met name het onderwijs en onvoldoende compen
satie voor gestegen bijstandskosten. De ene bezuinigingsgolf na de andere komt over ons
heen en de politieke besluitvorming valt te karakteriseren als een "met-de-handen-in-het-
haar-politiek", overheerst door vragen en discussies als "waar halen wij in godsnaam de
centen vandaan; hoe kunnen wij het volgende gat weer dichten; waar valt nog franje te
knippen; hoe voorkomen wij - en soms al: hoe verkopen wij - gedwongen ontslagen?"
Iedere fractie is gefrustreerd door de onevenredige zwaarte van de bezuinigingen die de
gemeente treffen. Ieder is gefrustreerd door de wijze waarop dit gebeurt: elke keer opnieuw
zonder overleg en nadat de gemeentebegrotingen juist zijn vastgesteld. Elke fractie veinst
machteloosheid. Machteloosheid, omdat de bezuinigingsronden ons steeds maar weer opnieuw
overkomen. Het lijkt er op dat het een strijd is van "wij" tegenover "hen", de gemeente tegen
over het rijk. Maar is het dat? Was dat maar waar, dan was dat tenminste duidelijk. Maar elke
keer wanneer PAL, en soms een andere fractie in deze raad, een motie indient om te proteste
ren tegen het zojuist door ons genoemde rijksbeleid, wordt die motie niet ondersteund door de
rechtse partijen, CDA, VVD en GPV/RPF/SGP. Het college neemt geen standpunt in, reageert
meestal niet eens op een dergelijke stellingnamelaat het over aan de fracties. De PvdA-frac-
tie heeft haar handen vol om haar wethouders mee te krijgen en soms steunt zelfs deze fractie
niet eens dergelijke moties. Ik denk aan de nog zeer onlangs verworpen protestmotie tegen
de kortingen op uitkeringen en ambtenarensalarissen. PAL vindt dat een fractie duidelijk
moet zijn: Je bent voor of tegen dit regeringsbeleid. Wanneer je tegen bent, dan laat je dat
op alle mogelijke manieren blijken. En als je voor bent kom je niet elke keer, als bewoners van
deze stad de politieke fracties aanspreken op bepaalde punten, met een verhaal van "ja, beste
mensen, wij willen wel dolgraag anders, maar wij kunnen niet, want Den Haag geeft ons te
weinig geld en dat kunnen wij ook niet helpen". Door een dergelijke tweeslachtige, onduide
lijke houding wordt de gemeentepolitiek volledig ontpolitiseerd en dat vinden wij een gevaar
lijke tendens. Dit op de eerste plaats.
Op de tweede plaats maken wij bezwaar, omdat wij van mening zijn dat er nog wel dege
lijk - zij het binnen smalle marges - een stuk vrijheidis voor gemeentepolitiek. Dit blijkt ook
uit onze tegenbegroting die u intussen allemaal op uw tafels hebt kunnen vinden. Maar PAL
maakt zich vooral kwaad om de hypocrisie die uit de houding van CDA en VVD in deze raad
spreekt. Elke keer dat verhaal over spijt, ongerustheid, frustratie, machteloosheid, enz.enz.
Er zijn toch geen twee VVD's en twee CDA's; één in Leeuwarden en één in Den Haag? Welnee!
Het CDA en de VVD in de gemeenteraad van Leeuwarden zijn dezelfde als die, welke in Den
Haag keer op keer de regering hun kritiekloze trouw beleiden. Ook in Leeuwarden spreekt
het CDA anders dan het handelt; ook in Leeuwarden is de VVD in de eerste plaats een onder
nemersclub. Beide partijen zijn - als het er op aankomt - voor vermindering van de sociale
collectieve voorzieningen en voor een herstel van de economische verhoudingen en wel in die
zin dat de kapitaalbezitters het weer ouderwets voor het zeggen krijgen en dat de werkende
en de werkloze bevolking tegen elkaar wordt uitgespeeld en op rantsoen gezet. In Leeuwar
den kiezen VVD en CDA ook altijd voor prestigeobjecten, voor dure en kapitaalverslindende
verkeersoplossingenvoor profijtbeginsel en voor privatisering. De laagstbetaalden hebben
in Leeuwarden weinig of niets te verwachten van deze partijen.
Dat de PvdA met het CDA in Leeuwarden bestuurt doet niets af aan wat hiervoor gezegd
is over het CDA. Het betekent alleen dat het CDA in Leeuwarden zich kan verschuilen achter
een sociaal-democratisch masker. Als het aan het CDA en de VVD ligt, wordt het regerings
beleid op gemeentelijk niveau gewoon uitgevoerd. Als wij dan bedenken dat er door dit beleid
duizenden bijstandsmoeders, werklozen en minimumloners het water aan de lippen staat, dat
duizenden uitkeringstrekkers zich het apezuur solliciteren, zinloze brieven de deur uit doen
op straffe van korting en bereid zijn welke baan dan ook te accepteren en als wij tegelijker
tijd bedenken dat de naam van het CDA-Leeuwarden onder een collegeprogram staat, dat
gebaseerd is op een uitgangspunt als "solidariteit met en bijzondere aandacht voor de finan
ciële en sociale bestaansvoorwaarden van de zwakkeren", dan vragen wij u, college, dan
vragen wij u, CDA, maak ons eens duidelijk dat dat niet hypocriet is.