RAADSVERGADERING van dinsdag, 20 december 1983, aanvang 14.00 uur. (vervolg van de vergadering van 19 december 1983) 32 len zou niet getuigen van gezond financieel inzicht. Ook in dezen geldt: regeren is vooruit zien. Wij moeten de financiële problemen niet voor ons uitschuiven, maar aanpakken. Wanneer ik dit zo stel, ben ik mij er echter wel van bewust dat dit jaar het begrip "sluitende begroting" wat genuanceerd moet worden opgevat. In de tweede plaats is daar nu eenmaal het feit dat begroting en beleidsplan voor een groot deel geënt zijn op het PvdA/CDA-collegeprogram en derhalve gericht zijn op politieke prioriteiten. De manoeuvreerruimte voor partijen, die het in verschillende opzichten met deze politieke opstelling niet eens zijn, is bijzonder klein. De nieuwe opzet van de financiële administratie volgens de comptabiliteitsvoorschriften vertoont grote overeenkomst met de moderne bedrijfsadministratie, zoals deze al decennia in gebruik is bij het bedrijfsleven. Ongewijzigd en gecorrigeerd beleid zal onder meer duidelijker naar voren komen. Voorts zal meer inzicht verkregen worden in de activiteiten per beleidssec tor, wanneer althans als handvat kostenverdeelstaten worden gehanteerd. Ik zal de dag ver welkomen, waarop een en ander is gerealiseerd. De huidige opzet heeft eens een raadslid doen verzuchten: "Het vergaat mij als een jonge verpleegster, die een hartoperatie mocht bijwonen: geïmponeerd, maar weinig van begrepen". Het is een goede zaak bij de invulling van nieuw beleid extra aandacht te schenken aan de werkgelegenheid. Een van de voorstellen is maximaal f. 10.000,bij te dragen in het exploitatietekort van een in 1984 te creëren fietsenstalling in de binnenstad. Ik vraag hier aandacht voor het particulier initiatief. De extra subsidie aan de post kinderdagverblijf ad f. 20.000,in 1984, oplopend tot f. 90.000,in 1987 wijs ik af. Met de overige posten van nieuw beleid kan in instemmen. Vorig jaar heb ik de gedachte geopperd een rente-egalisatiefonds te vormen. Door allerlei oorzaken is het er tot nu toe niet van gekomen een eenvoudige notitie door de afdeling Finan ciën te doen opstellen. Ik zou het op prijs stellen, wanneer het college bedoelde notitie zou toezeggen, zodat behandeling in de eerstvolgende vergadering van de Commissie voor de Financiën kan plaatsvinden. Naar ik heb begrepen zijn de gegevens voorhanden. Het stemt tot voldoening dat het college onze wenk van vorig jaar, om door betere werk- planning overwerk zo veel mogelijk te voorkomen, ter harte heeft genomen. Dit klemt te meer in een periode van grote werkloosheid. Het is duidelijk dat het systeem van vergoeding in vrije dagen bij de politie meer en meer gaat knellen. Ik mag als bekend veronderstellen dat ik geen bezwaar heb hier uitgaven te doen ten laste van de algemene middelen. Het opvangen van het structurele tekort bij de personele normvergoeding door een bijdrage uit de doeluitkering voor materiële uitgaven acht ik onjuist, wanneer dit ten koste gaat van de aanschaf van noodzakelijk te achten apparatuur. Op pagina II-8-1 van het beleidsplan wordt vermeld dat naar verwachting de in de begro ting voor 1983 geraamde opbrengsten voor de evenementenhal worden gehaald. Opbrengsten zijn belangrijk, maar kosten ook. Ik neem aan dat met name de variabele kosten aan de hand van een strenge budgettering in de hand zijn gehouden en zullen worden gehouden. Het be zoek van het Russische staatscircus heeft een strop opgeleverd van ongeveer f. 40.000, zo werd gemeld. Na het meedogenloos neerschieten van het Zuid-Koreaanse burgervliegtuig door het agressieve Sovjet-regime heeft de Friese bevolking er kennelijk geen behoefte aan gehad hier Russische staatsambtenaren aan het werk te zien. De totale subsidie voor emancipatie-activiteiten is voor 1984 geraamd op f. 75.000, Daarvan wordt f. 43.000,terugontvangen, zodat de gemeente uit eigen middelen f. 32.000,— zou moeten bijpassen. Naar mijn oordeel kan dit geld beter besteed worden. Mijnheer de voorzitter, ik ga mijn betoog afsluiten. Evenals vorig jaar zal ik van ingedien de en nog in te dienen moties met belangstelling kennis nemen. Ik heb de motie van de PvdA, aangeduid met nr. 2, mede ondertekend. Uiteraard zullen aard, strekking en inhoud mijn stemgedrag bepalen. Het gehele college zeg ik hartelijk dank voor het vele en omvattende werk dat gedurende de afgelopen periode is verricht. Ik moet zeggen dat ik respect heb voor de inzet en de aan de dag gelegde bekwaamheid van de burgemeester en alle wethouders, ongeacht politiek pluimage. Ik verzoek u, mijnheer de voorziter, tevens mijn dank over te brengen aan allen, die werkzaam zijn binnen het gemeentelijk apparaat. Vorig jaar heeft de fractieleidster van PAL haar algemene beschouwingen beëindigd met een citaat van Marx. Ik wil besluiten met enkele regels uit een gedicht van Marnix, namelijk Marnix van St.Aldegonde. Dit gedicht is ons tot volkslied geworden. De regels die ik bedoel wijzen ons de weg in een samenleving, die in velerlei opzicht in ontbinding lijkt te verkeren: "Tot God wilt U begeven, Zijn heilzaam Woord neemt aan". De Voorzitter: Het college antwoordt morgenmiddag, om 14.00 uur. De Voorzitter schorst, om 17.30 uur, de vergadering tot 20 december 1983, 14.00 uur. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag, 20 december 1983. Aanwezig 36 leden. PvdA de dames E. Brandenburg-SjoerdsmaH.J. de Haan-Laagland, A. Jongedijk- Welles, G. Visscher-BouwerJ.G. Vlietstra en T. Wielinga-Graansma en de heren P. Bron, ir. C.G.H. Geerts (weth.), H. ten Hoeve (tot 17.35 uur), J.F. Janssen, ir. G.A. Kessler (weth.), H. Meijerhof, J. Schagen, ir. J.A.F.A. Timmermans en G. de Vries (weth.). CDA de heren T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), H. Jansma, C. de Jong (vanaf 15.25 uur), W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, N. Sterk, P.J. Sijbesma en L. Visser. VVD mevrouw M.A. van Dijk-van Terwisga en de heren J. de Beer (vanaf 14.50 uur), R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer en J.A.H. IJestra. PAL mevrouw J. van der Werf en de heren J.D. Niemeijer (vanaf 14.05 uur), S.F. Siemonsma en P.D. van der Wal. D'66 mevrouw J. de Jong. GPV/RPF/SGP de heer J. Buurman. Afwezig: mevrouw A. Willemsma-de Jong (CDA). Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn, P. de Boer, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, drs. A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. H.A. Lassche, adjunct-secretaris, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. Punt la (vervolg). De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Er is bericht gekomen van de heer De Jong dat hij iets later ter vergadering zal komen. Ik wil thans een aanvang maken met de beantwoording van de algemene beschouwingen van gistermiddag. Vanuit de diversiteit van levens- en wereldbeschouwingen - om deze vage en grijze term van de heer Buurman te hanteren, die dacht ik aan duidelijkheid niets te wensen overlaat - bent u gister in algemene zin ingegaan op het jaarstuk bij uitstek bin nen de gemeentelijke huishouding: de gemeentebegroting. Ik denk dat dat goed is, omdat het de adelbrief van de democratie naar de Westerse traditie is. In afwijking van andere delen in de wereld, waar de politieke monocultuur opgeld doet, kan men vanuit zijn eigen beleving zeggen hoe men denkt over de gang van zaken zoals die in het eigen land zou moeten zijn. Democratie is het principe van de geestelijke vrijheid. Dat wil zeggen: de vrijheid van denken, niet denken wat een ander denkt, maar denken wat je zelf denkt, zoals Hans Tiemeijer, de acteur, het eens verwoord heeft. Ik voeg daaraan toe: en daardoor je handelen laten bepalen. In ons stramien kennen wij de driedeling: rijk, provincie, gemeente. Het houdt tegelijkertijd een verdeling van verantwoordelijkheden in die niet zelden, ook in de huidige tijdsomstandig heden, met elkaar in competitieverband verkeren. Het is in de tijd geweest - een periode die bijna 15 jaar beslaat - toen de bestuurlijke reorganisatie ter discussie stond, dat op een be paald moment, toen een uitbreiding van het aantal provincies aan de orde was, met een zeker gemak toedeling van gemeentelijke taken gespecificeerd opgegeven aan de provincies werd geformuleerd. Dezelfde rijksoverheid volstond echter, wat het verkeer in de omgekeerde richting betrof, met de uitspraak dat decentralisatie met kracht moest worden bevorderd, zonder daaraan ook maar de geringste invulling te geven. Thans lijkt het dat de decentrali satie in een stroomversnelling is gekomen. Niet zelden gaat deze decentralisatie gepaard met een niet ingevulde financiële paragraaf. In de plaats van het motief om de beslissingsbevoegd heid naar de burgers toe te brengen is getreden het motief om door middel van decentralisatie bezuinigingen tot stand te brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 17