68 Er moeten onderzoeken plaatsvinden. De wethouder heeft gezegd dat de eerste f. 200.000, voor rekening is van de gemeente. Alles wat dit bedrag overschrijdt komt voor 90% voor rekening van het rijk. Als men te snel onderzoeken in gang zet kan het gebeuren dat later blijkt dat bijvoorbeeld twee onderzoeken best parallel hadden kunnen lopen. Misschien was er dan maar één onderzoek nodig geweest. Met een bepaalde koppeling - ik weet niet precies op welke manier dat moet gebeuren, maar dat kan het college beter bekijken - zou men mis schien van twee onderzoeken één onderzoek kunnen maken. Op die manier komt men sneller bij het bedrag van f. 200.000,— en kan men ook sneller het rijk voor de meerkosten aanspre ken. Ik ken de regels wat dat betreft niet precies. Misschien is het zo dat de regels van de rijksoverheid niet voorzien in die mogelijkheid, maar dat hoor ik dan graag van de wethouder. Ik heb wethouder Miedema helaas niets horen zeggen over datgene wat ik heb opgemerkt over de economische zaken. Ik heb de wethouder helaas ook niets horen zeggen over de ver ontreiniging van de binnenstad, in de omgeving van het station, enz. enz. die voor ons toch wel de benedengrens heeft bereikt. Over deze zaken had ik graag iets gehoord. Wethouder Miedema heeft gezegd dat het college niets voelt voor extra lage elektriciteits tarieven voor nieuwe bedrijven, omdat er dan sprake zou zijn van een oneerlijke concurrentie slag. Ik vind dat men dat middel in deze tijd van werkloosheid en waarin men probeert werk gelegenheid aan te trekken best een aantal jaren mag toepassen. Ierland, dat ideale voor zieningen heeft voor bedrijven die zich daar willen vestigen, past dat middel ook toe. loe- passing van. lage tarieven hoeft maar voor een beperkt aantal jaren. Als het college zegt dat het in het kader van de elektriciteitstarieven al iets voor de grootverbruikers heeft gedaan, dan moet ik zeggen dat dat zo is. Maar als ik de voorbereidende notitie over de tarieven lees, dan was de reden dat het college in de pas blijft lopen het hanteren van de provinciale tarie ven en niet om de grote bedrijven iets van het voordeel te doen toekomen. Wat dat betreft spoort het uitgangspunt niet met datgene wat ons voor ogen staat. Wethouder Heere is ingegaan op ons idee dat de kortingen moeten worden doorgegeven in de richting van de ontvangers. Hij heeft gezegd: voor 1984 geen kortingen, maar voor 1985 zullen wij selectief pijn moeten laten lijden. Ik weet niet of dat nu zo moet. De opbouw van de subsidies heeft destijds plaatsgevonden op basis van een selectie: wie krijgt bepaalde bedragen en wat heeft prioriteit? Als er nu tekorten zijn en er tekorten komen op de uitke ringen, dan vind ik dat men niet weer moet gaan selecteren. De selectie heeft reeds plaats gevonden en als men dat nu weer doet dan zal men daarbij wellicht heel andere wegingscriteria toepassen en dat vind ik niet eerlijk. Het is veel eerlijker de pijn over alle sectoren te ver delen Wethouder Heere heeft ook gezegd dat uitbreiding van zaken in regioverband uitsluitend uit bezuinigingsoverwegingen een onvoldoende uitgangspunt is. Als het alleen de gemeente Leeuwarden betrof, dan heeft de wethouder gelijk. Men moet dit aspect natuurlijk in regio verband zien. Het is gebleken dat, als zaken in gemeenschappelijk verband kunnen worden ondergebracht, dat toch wel vaak goedkoper is. Overhead-kosten die wij hier bij een betrek kelijk klein instituut hebben, worden dan gespreid over meerderen. Vandaar mijn aandrang om genoemde uitbreiding goed in de gaten te houden. De regio heeft al een bepaalde struc tuur gekregen, maar die zal nog wel eens veranderen, want verrassingen op dat gebied zullen volgens mij niet uitblijven. Ik wil dan nu graag ingaan op de algemene beschouwingen van de voorzitters van de andere fracties in deze raad. Ik wil beginnen met het geven van een reactie op de algemene beschouwingen van het CDA. De heer Pruiksma heeft gisteren gezegd dat voortgaande poli tiek een zaak is van permanente herwaardering. Hij heeft daar gelijk in, want ook ik vind dat men daar dagelijks mee bezig moet zijn. In dat licht bezien denk ik dat wij elkaar wel kunnen vinden in onze opvattingen over herwaarderen, al zullen die wel niet helemaal gelijk- sporen. Maar men moet daar dagelijks mee bezig zijn. Men moet dagelijks bezig zijn met de vraag: welke zaken krijgen voorrang en welke zaken krijgen geen voorrang. Centraal in het betoog van de heer Pruiksma stond de opmerking dat het CDA de centrum positie van Leeuwarden wil uitbouwen. Wij zijn het daar helemaal mee eens; dat hebben wij ook naar voren gebracht. Volgens mij moeten wij die stelling allemaal onderschrijven. De heer Pruiksma heeft geconstateerd dat er een traagheid bestaat in het werkgelegen heidsbeleid. Hij heeft verder gezegd dat met belangstelling de nota over de werkgelegenheid, tegemoet wordt gezien en hij hoopt dat die nota binnenkort zal komen. De kritiek die de heer Pruiksma dienaangaande heeft geuit, hebben wij ook geuit. Ook wij willen een actiever werk gelegenheidsbeleid. De opmerking van de heer Pruiksma in de tweede instantie dat ik graag veiligheidstunc tionaris zou willen worden, mist elke grond van waarheid. De PAL-fractie zegt dat zij gefrustreerd is door de kortingen van de rijksoverheid. Ik denk dat wel meer dat zijn. Maar volgens mij is nog niet goed tot PAL doorgedrongen dat er een economische crisis in Nederland is die moet worden bevochten en waaraan iets gedaan moet worden. Dat aspect had PAL centraal moeten stellen. Als de PAL-fractie zegt dat wij het leec dat er vandaag de dag is tengevolge van werkloosheid en andere zaken moeten bestrijden 69 door een aanval te doen op de regering, die meer geld en meer subsidies moet geven, dan vindt zij ons niet aan haar zijde. PAL heeft het ook mis als er geconstateerd wordt dat er twee VVD s zijn, hier en in Den Haag. In mijn betoog kan men duidelijk lezen dat mijn fractie het regeringsbeleid wel degelijk ondersteunt. Wij zouden graag willen dat dit regeringsbeleid ook wat meer door zou klinken in deze raad. Maar hier hebben wij het niet alleen voor het zeggen, want er zijn meerdere fracties die daarin meespreken. Mijn fractie staat achter het regeringsbeleid; dat kan men duidelijk lezen in onze beschouwingen. Als mevrouw Van der Werf het dan heeft over hypocriet, welnu, zij gebruikt dat woord en dat wijs ik van de hand. Uw burgerlijke ongehoorzaamheid, mevrouw Van der Werf, en het opvoeren van p.m.-posten ten opzichte van het rijk zullen het anarchisme en wat daaraan vastzit naar voren brengen. Ik denk dat de jungle van de sterksten zal gaan heersen als wij het door mevrouw Van der Werf voorgestelde op gemeentelijk gebied zouden doorvoeren. Wij wijzen de stelling van de PAL-fractie dienaangaande volstrekt af. Met de PAL-motie, waarin een aanval op de regering wordt gedaan, kunnen wij niet meegaan. Bovendien zit er een aantal aspecten in dat wij ver werpen. Dan kom ik nu bij het betoog van D'66. Mevrouw De Jong zegt eerst dat er angst heerst onder de minderheden en later zegt zij dat er angst heerst onder andere groeperingen in Leeuwarden. Ik zou graag willen weten - ik dacht dat de wethouder dat ook heeft gevraagd - waaruit zij dat concludeert. Is dat geconstateerd? Ik zou daarop graag antwoord willen heb ben Mevrouw De Jong heeft ook gezegd dat eigen initiatief meer dan nodig is. Welnu, mevrouw De Jong, wij pleiten al jaren voor eigen initiatief. D'66 en VVD kunnen elkaar wat dat betreft wel vinden. De heer Buurman heeft gezegd dat de verzorgingsstaat verwende kinderen heeft voort gebracht. Ik vind de opmerkingen van de heer Buurman in het algemeen wel raak. Ik vraag mij wel af wie de verwende kinderen zijn. Iedereen moet dat maar voor zichzelf uitmaken. De heer Buurman heeft ook een opmerking gemaakt, die volgens mij aan velen voorbij is gegaan, dat het instituut van wijkagent waardevol is en dat wij dat kritisch moeten blijven volgen. Deze opmerking van de heer Buurman is een juiste opmerking. Wij moeten nu niet zeggen dat het instituut wijkagent ideaal is en dat wij daar niet meer naar hoeven te kijken. Het instituut wijkagent vraagt een aantal mensen en volgens mij moeten wij het een en ander kritisch blijven volgen. Het college zal moeten nagaan of het in bepaalde wijken nog wel zin nig is een wijkagent te laten fungeren. Wij zullen het een en ander kritisch moeten volgen. Mevrouw Brandenburg heeft wellicht gedacht dat ik haar over zou slaan. Ik ben in mijn beantwoording begonnen met het betoog van het CDA. De PvdA is de grootste fractie in deze gemeenteraad en normaal gesproken - ik had het blad met opmerkingen over het betoog van de PvdA bovenop liggen - had ik deze fractie ook als eerste beantwoord. Ik heb echter mijn opmerkingen over de woorden van mevrouw Brandenburg in tweede instantie voor het laatst willen bewaren. Ik ga eerst in op datgene wat zij gisteren heeft gezegd. Mevrouw Branden burg heeft gisteren een aantal zaken naar voren gebracht, waaronder kritiek op het regeringsbeleid. Dat is uiteraard haar goed recht, maar ik vind wel dat genoemde kritiek hoofdmoot van haar betoog was. Mevrouw Brandenburg is te weinig ingegaan op datgene wat in het aan de orde zijnde beleidsplan naar voren is gebracht. De hoofdmoot van haar betoog had betrekking op de centrale regering in Den Haag: daar werden en worden de fouten ge maakt en niet hier. Mevrouw Brandenburg heeft ook gezegd dat iedereen het er zo lang zamerhand wel over eens is dat er bezuinigd moet worden. Er moet ook bezuinigd worden, ook bij ons. Natuurlijk hebben wij daar andere ideeën over dan mevrouw Brandenburg. Wij denken dat er een andere weg moet worden bewandeld. Wij hebben allemaal evenveel recht om de ons voorgestane weg naar voren te brengen. Ik ben het niet eens met mevrouw Bran denburg als zij het heeft over "typisch kapitalistisch denken". Wij hebben andere ideeën over het samenstel van de wereld dan de PvdA. (Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaU moet die woorden niet negatief opvatten.) (De heer De Vries (weth.): Je mag toch gerust kapitalist zijn?) U voelt zich daar onmiddellijk door aangesproken, ik voel mij daarover ook aangespro ken. Dat is ook de reden dat ik dit aspect voor het laatst bewaard heb. Ik heb duidelijk een aantal voorbeelden naar voren gebracht met betrekking tot het feit dat wij niet alleen moeten zorgen voor de bedrijven, maar ook voor de mensen die daarin werken. Ik heb dat duidelijk naar voren gebracht en ik wil wel zeggen dat het een en ander de liberalen ook wel op het lijf is geschreven, want dat heeft de geschiedenis bewezen. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: De schijn is tegen u, mijnheer Bijkersma!) Ja, dat kunt u gemakkelijk zeggen, maar dat is natuurlijk geen echt argument. Mevrouw Brandenburg heeft gisteren in haar betoog onder anderen gezegd dat de winsten stijgen, maar dat er niet wordt geïnvesteerd. Dat is nu juist een van de problemen van de laatste jaren. Er is geen winst gemaakt en er is niet geïnvesteerd, maar de reserves zijn wel aangetast. (Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Dat klopt niet helemaal.) U hebt gezegd dat de winsten blijven stijgen, maar dat er niet wordt geïnvesteerd. U aarzelt wat betreft de investeringen. Ik denk dat dat ook zo is. Volgens mij zijn de bedrijven bezig eerst de reser- .''V's i j ji

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 35