78 beleid. Men kan van mij zeggen wat men wil, maar ik probeer datgene wat ik zeg altijd zo goed mogelijk te argumenteren. Ik heb gesproken over het feit dat de hele emancipatiedrift leidt tot inbreuk in zogenaamde bestaande machtsverhoudingen, ook in de persoonlijke sfeer. Ik heb de oorlogsjaren ook meegemaakt en ik heb altijd bijzonder veel last gehad van de nationaal - socialistische tendensen die echt inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer. Wat dat be treft is wethouder Kessler nog wel een antwoord schuldig. Hij heeft terecht geconstateerd dat ik sinds vorig jaar niet van mening veranderd ben. Ik wil niet eigenwijs zijn, maar ik zing wel een eigen wijs. Ik ben wethouder Geerts erkentelijk voor zijn toezegging dat hij mijn suggestie met be trekking tot de campagne zoals die in Amersfoort is georganiseerd mee zal nemen. Ik heb ge constateerd dat deze zaak eigenlijk bij de politie thuishoort, maar ik heb het een en ander hier toch even ter sprake willen brengen Wethouder De Vries heeft gezegd dat het college diligent zal zijn en blijven voor alle onderwijs in verband met de centrumpositie van Leeuwarden en de opheffingsnormen. De heer Pruiksma heeft de kwestie van de f. 78.000,voor beheers- en bestuurskosten al naar voren gebracht. Ik kom daarop bij de herwaarderingsvoorstellen nog wel terug. Wethouder Heere heeft, nog even iets gezegd over de Centrumpartij. Zijn persoonlijke mening is dat deze partij onmogelijk zou moeten worden gemaakt. De wethouder noemt de Centrumpartij een verwerpelijke club. Wat dat betreft ben ik het voor 100% met hem eens. Ik verfoei dc hele grondslag en de beginselen - voor zover het beginselen zijn - van de Centrum partij, maar ik ben er toch wel beducht voor deze te verbieden. In dit verband ben ik het eerder eens met de voorzitter. Ik herinner mij dat er indertijd in Rotterdam een zogenaamde Eenheidsvakcentrale (EVC) was die verboden werd. Deze Eenheidsvakcentrale dook echter onder in het NVV dat bijzonder veel last heeft gehad van deze communisten. "Ondergronds" vind ik altijd nog veel gevaarlijker dan een zichtbare presentatie, mevrouw De Jong. Ik ben het overigens volledig eens met de voorzitter dat de democratie de spankracht zal moeten opbrengen om deze partij te weerstaan. Ik ben wat verlegen met de aandacht die een grote fractie als de PvdA aan een kleine fractie als de onze heeft willen besteden. (Mevrouw Brandenburg-SjoerdsmaU bent toch niet verlegen?) Nee, hoor! (De heer Pruiksma: Dat is nederige hoogmoed.) De heer Pruiksma brengt altijd van die schriftuurlijke wijsheid naar voren. Ik ben bijzonder dankbaar dat de grote PvdA principieel tegen bestuurlijke ongehoorzaamheid is. Het is beslist niet beledigend bedoeld en ook niet zo gezegd toen ik zei dat brood en spelen het hoogste goed is van velen. Deze opmerking duidde op het feit dat er wat het mate rialisme betreft hogere waarden zijn toe te kennen dan alleen aan brood en spelen Wij mogen inderdaad dankbaar zijn voor de sociale wetten, enz. - dus de zorg voor elkaar - die in de loop van de tijd door het rijk zijn ingesteld en waarvan sommige mede door het bedrijfsleven bekostigd worden. De opmerking van mevrouw Brandenburg, dat de korting van 3% voor de uitkeringsge rechtigden een anti-knuffelactie is, noteer ik als een ludieke opmerking. Dat het huwelijk in de loop van de eeuwen niet altijd gelijk gewaardeerd is, is inderdaad een feit. Maar laten wij niet vergeten dat er van de grondslagen als zodanig wel is afgeweken. Ik wijs uit mij zelf alternatieve samenlevingsvormen niet af, daar wijst mij de Schrift de weg in. Op grond van de Schrift wijs ik alternatieve samenlevingsvormen af. Ik heb datgene wat ik gezegd heb over honden niet gruwelijk bedoeld, mevrouw Branden burg. Ik heb alleen gezegd dat daar een preventieve werking vanuit gaat. De heer Pruiksma heeft ook een paar woorden uit de Schrift aangehaaldnamelijk dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt en dat de arbeider zijn loon waardig is. Ik ken die woorden wel en ik onderschrijf ze ook voor 100%. Datgene wat ik betoogd heb over het overgaan van de verzorgingsstaat op de verzorgingsmaatschappij is mij ingegeven door het feit dat de heer B. de Vries, fractieleider van het CDA in de Tweede Kamer, daar meerdere malen op heeft geduid. Ik wil ook een conclusie noemen die getrokken is naar aanleiding van een congres van de Vereniging van calvinistische wijsbegeerte. Prof. Alberda heeft tijdens dit congres de hele ontwikkeling geschetst van het christelijk-nationaal denken vanuit de soevereiniteit in eigen kring en de verzorgende taken van de staat. Een en ander werd toen tertijd echt met grote achterdocht bekeken. Men benadrukte de eigen verantwoordelijkheid van individuen en maatschappelijke groeperingen. In latere jaren ging de discussie in de christelijke politiek alleen nog maar om de vraag hoe de verzorgingsstaat verder vorm zou moeten krijgen. De vraag of verzorging wel een staatstaak is, kwam toen nauwelijks meer aan de orde. Deze zaak is thans in ontwikkeling en ik heb tijdens de algemene beschouwingen gezegd dat ik die met interesse volg. Ik hoop dat de heer Pruiksma dat ook zal doen. Dan kom ik bij de VVD. Ik ben altijd dankbaar voor steun, ook voor steun uit de kring van de VVD. De heer Bijkersma stemt in met mijn opmerking dat de verzorgingsstaat verwen de kinderen heeft voortgebracht. Met mijn opmerking over het kritisch volgen van de taak van de wijkagent doelde ik min of meer op het toespitsen van deze zaak op de eigenlijke taak van de politie-agent in dezen en dat de politie zich niet teveel moet bemoeien met maatschappelijke aangelegenheden. In 79 dit verband kan men dit ook stellen ten aanzien van de algemene surveillancedienst, de ge nerale taakstelling. In specialistische gevallen kan er volgens mij bij uitzondering worden teruggevallen op aparte diensten. Mevrouw Van der Werf heeft ook aandacht aan ons besteed, waarvoor onze vriendelijke dank. Zij ervaart datgene wat ik gezegd heb als een zedepreek. Ik had het politiek waar nemingsvermogen van mevrouw Van der Werf hoger ingeschat. Het geeft wel aan hoe ver zij van een principiële achtergrond is afgedwaald. Ik heb voor mijn betoog als thema genomen de taak en plaats van de overheid, een christelijke overheid ons ten goede. Vanuit deze prin cipiële achtergrond zeg ik ook dat ik hier niet sta als een vertegenwoordiger van een getui genispartijtje dat alleen maar de belangen heeft te behartigen van een beperkt aantal mensen in Leeuwarden. Ik heb dacht ik wel duidelijk gemaakt dat onze principes wijd zijn, dat wij het oog hebben op de gehele samenleving en dat de overheid een roeping heeft voor de hele samenleving. Welnu, wij maken deel uit van de overheid en omdat wij het oog hebben op de hele samenleving, kan ik hier ook staan en vechten voor een christelijke politiek. Mevrouw De Jong zit ook in een heel verkeerd vaarwater. (Mevrouw De Jong: Dat zit wel goed, mijnheer Buurman, maakt u zich maar geen zorgen.) Dit is niet hoogmoedig en ook niet onverdraagzaam bedoeld. Persoonlijk gezien kan men heel vriendelijk tegenover elkaar staan, maar ten opzichte van principes kan men heel straf staan. Wij moeten bijzonder verdraagzaam staan tegenover personen. Men kan wel onverdraagzaam staan tegenover principes, maar niet tegenover andersdenkenden. Ik geloof niet dat je ooit personen op het oog moet hebben, maar wel principes. Dat zie ik duidelijk naar voren komen als de tegenstellingen zichtbaar worden. Dat is resultaat van politiek overleg. Een punt is bijvoorbeeld ook de Bijbel en de Koran. De Bijbel is er te uniek en te univer seel voor om ooit naast de Koran te worden gesteld. Ik geef toe dat ik dit beredeneer vanuit mijn eigen principiële standpunt. (Mevrouw De Jong: Achter principes zitten meestal wel men sen en in dit geval andersdenkende mensen.) Ja, maar dat is zo logisch als koek. De Voorzitter schorst, om 21.35 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.55 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Ik wil in antwoord op de tweede termijn een enkele opmerking maken. Mevrouw Brandenburg heeft een antwoord gekregen op een vraag die zij niet heeft gesteld en op een vraag die zij wel gesteld heeftheeft zij geen antwoord gekregen. Het antwoord op die vraag is dat er een onderzoek plaatsvindt bij de politie naar de behoefte, de aard en de structuur van de slachtofferhulp. Het resultaat daarvan zal te zijner tijd in de Commissie Openbare Orde aan de orde worden gesteld. Er bestaat dan ge legenheid om te praten over de breedte die aan het geheel moet worden gegeven De heer Bijkersma heeft gevraagd naar de samenstelling van de delegaties voor het ge sprek met de PTT. Er is volgens mij enig misverstand. Er zijn twee gesprekken op komst. Wat het eerste gesprek betreft het volgende. Ongeveer een week geleden - als ik mij goed herinner was het op maandag - verschenen er berichten in het nieuws over dreigende af slankingen bij de PTT in de lokaties Den Haag, Arnhem en Leeuwarden. Wij hebben terstond dinsdag een telegram gestuurd aan de staatssecretaris, waarin om opheldering is gevraagd over de juistheid van deze berichtgeving. Dat heeft donderdagavond geleid tot een telefoontje van de kant van de directeur van de gelddiensten PTT, waarbij de afspraak, die ik heb ver meld, in het vooruitzicht is gesteld. De gesprekspartner van de PTT zal een vrij sterk opge tuigde delegatie zijn van het college van b. en w. van Leeuwarden en niemand anders. Het gaat om een stuk gevestigde bedrijvigheid en om een primaire verantwoordelijkheid van het lokale bestuur. Over het tweede gesprek het volgende. Een kabinetsdelegatie heeft gesproken met de Bestuurscommissie Noorden des Lands, de samenwerkende provinciale besturen, over het wetenschappelijk onderwijs. Minister Deetman heeft toen toegezegd dat er nader overleg zal plaatsvinden over met name de invulling van de alternatieven. De provincie zou, samen met nog een aantal clubs, partij zijn in dat gesprek. In de mededelingen van de kabinetsdelegatie komt de gemeente Leeuwarden niet voor. Wij hebben tot tweemaal toe tegen de provincie ge zegd dat wij het volstrekt juist vinden als ook het gemeentebestuur aan het gesprek deel neemt. Van de kant van de provincie hebben wij die toezegging gekregen. Ik neem aan dat wij tijdig voor het gesprek zullen worden uitgenodigd. Er is geen sprake van dat wij, wan neer wij aan een dergelijk gesprek deelnemen, dat doen als volgwagen van wie of wat dan ook. Mevrouw Van der Werf heeft nog even gesproken over de evaluatie van de commissiestruc tuur. Zij heeft gezegd dat het woord "bezuinigingen" daarbij is gevallen. De opzet van de evaluatie is - zo is het ook afgesproken - dat wij aan het eind van de zittingsperiode van de raad evalueren in hoeverre de commissiestructuur passend is, aansluiting vindt bij de prak tijk en bij de behoeften die er zijn, en tegemoet komt aan onze verwachtingen daaromtrent. Wij hebben gezegd dat wij de evaluatiegesprekken gaan starten na de zomervakantie 1984, dus twee jaar voor het eind van de zittingsperiode van de raad. Wij vinden namelijk dat men

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 40