98 - slechts drie van de zes fracties via de Commissie voor de GSD invloed kunnen uitoefenen op het genoemde beleid; - een integrale notitie over het GSD-beleid naar verwachting nog drie kwart jaar op zich zal laten wachten spreekt als zijn mening uit - dat het wenselijk is op korte termijn (3a 4 maanden) bij afzonderlijke notities in te gaan op; a. het voldoen aan de sollicitatieplicht, alsmede de positie van de weigeraars b. de uitkeringen ingevolge de Algemene Bijstandswet in relatie met de begrippem economische eenheid en andere samenlevingsvormen; c. het toepassen van strafkortingen. De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraad slagingen. De heer Kessler (weth.): Om te beginnen even iets over de Algemene Bijstandswet. Het is, naar ik aanneem, iedereen bekend dat uitvoering van die wet een bevoegdheid van het college van b. en w. is. Tevens is het duidelijk dat het GSD-beleid een steeds belangrijker onderdeel van het gemeentelijk beleid aan het worden is, hetgeen ook staat vermeld bij het eerste gedachtenstreepje in de motie. Dat was een aantal jaren geleden ook al zo en om die reden heeft het college toen besloten om, alvorens op dit gebied beslissingen te nemen, advies in te winnen bij de Commissie voor de GSD, die dan ook al een aantal jaren bestaat. Bij de opstelling van het collegeprogram is naar voren gekomen dat het nodig en nuttig is om eens in de zoveel tijd over het integrale beleid ten aanzien van de Sociale Dienst een discus sie in de raad te voeren. Niet omdat hier dan de definitieve beslissingen kunnen worden ge nomen, die bevoegdheid behoort nog steeds aan b. en w. maar wel om de intenties en de opvattingen van de raad kenbaar te maken. Dat is in zijn algemeenheid het standpunt van het college Over de ingediende motie wil ik het volgende zeggen. Ten aanzien van de sollicitatieplicht is er op dit moment sprake van wat je zou kunnen noemen een "brede maatschappelijke dis cussie". Alom wordt erover gesproken. Wij kunnen er op zich begrip voor hebben dat de raad niet wil wachten op de integrale notitie. Het college moet over deze notitie echter nog een standpunt innemen en als gevolg daarvan willen wij punt a van de motie wel overnemen. Er zou echter nog wel aan moeten worden toegevoegd dat niet alleen de positie van de weige raars in het geding is, maar ook de strafkortingen die in het kader van de sollicitatieplicht moeten worden gegeven. Ten aanzien van de punten b en c willen wij de motie ontraden. Wat betreft punt b het volgende. Het beleid ten aanzien van het begrip "economische eenheid" is een beleid waar wij in feite slechts een zeer beperkte marge in hebben. Bovendien is het geen brandende kwestie, in tegenstelling tot de sollicitatieplicht. Wij willen de raad adviseren om dat punt in ieder geval in het kader van de integrale notitie mee te nemen. Over punt c, toepassing van de strafkorting, het volgende. In april 1983, dus bijna drie-kwart jaar geleden, hebben wij als college, na advies van de Commissie voor de GSD, een strafkortingenbeleid vastgesteld. Daarbij is bepaald dat dit beleid na een jaar zou worden geëvalueerd; dat wordt dus in april 1984. Onzes inziens is het een goede zaak om de resul taten van die evaluatie mee te nemen in de integrale notitie. Op dit moment achten wij het in de raad ter discussie geven van het huidige standpunt van het college ten aanzien van straf kortingen dus niet wenselijk. Samenvattend: punt a willen wij overnemen, punt b en punt c ontraden wij. De heer SiemonsmaIk ben blij met de toezegging van de wethouder met betrekking tot de sollicitatieplicht, de positie van de weigeraars en het sanctiebeleid daaraan gekoppeld. De discussie rond het begrip "economische eenheid" en andere samenlevingsvormen is niet actueel, aldus de wethouder. Ik denk dat een en ander juist in de komende tijd in het kader van de individualisering nog actueler wordt. Met betrekking tot het toepassen van strafkortingen zouden de afspraken gelden die in het kader van Divosa gemaakt zijn. Dat zou een redelijk uniform beleid geven. Door een deel van de Friese gemeenten zijn daarover echter tegenstrij dige uitingen naar buiten gekomen. De wethouder hield in de afdelingsvergaderingen die eenheid in beleid overeind, terwijl de directeur van de Sociale Dienst opmerkte dat er al geen eenheid meer is. Mijns inziens is er dan ook geen jaar nodig om tot een discussie te komen als in de pra i] al zo duidelijk blijkt dat de afspraken, die in dat kader zijn gemaakt, niet overeind blijven. Dan is er zeker reden om eerder tot een evaluatie te komen. Ik kan mij echter ook voorstellc n dat het zinvoller is het strafkortingenbeleid te koppelen aan een evaluatie met betrekking tot het GSD-beleid. Resumerend: ik zou punt b van de motie wel overeind willen houden. 99 De heer Sijbesma: De drie punten in de motie zijn naar onze mening zo nauw aan elkaar gelieerd dat wij er de voorkeur aan geven de integrale beleidsnotitie af te wachten. Wij zullen ons niet verzetten tegen het eventueel door het college overnemen van punt a. Mevrouw Vlietstra: Punt a is overgenomen door het college; daarmee zijn wij het eens, als een en ander tenminste wordt gekoppeld aan de strafkortingen die daarmee annex zijn. Wij zijn het ermee eens dat de rest van de strafkortingen betrokken wordt in de integrale beleidsnotitie. De heer Siemonsma pleit er voor punt b wel op korte termijn aan de orde te stellen. Mijn fractie is van mening dat dat punt zou kunnen worden meegenomen bij de inte grale beleidsnotitie. Wij verwachten die dan wel binnen 9 maanden in deze raad. De heer Siemonsma had het zojuist over een jaar, maar 9 maanden betekent september, dus na de zomervakantie De heer Burg: Ook onze voorkeur gaat uit naar een integrale notitie. Wij kunnen echter het collegestandpunt wel volgen door punt a eerder te behandelen en met de punten b en c te handelen zoals door de wethouder is voorgesteld. De heer Kessler (weth.): Ik hoef alleen nog maar iets te zeggen over punt b. Het is een punt - ik heb het in eerste instantie ook al gezegd - waar wij weinig marge in hebben en waar op dit moment de Sociale Dienst ook niet mee bezig is. Daarom ben ik van mening dat het in alle opzichten verstandiger is om een en ander gewoon in de integrale notitie mee te nemen en ik ontraad dan ook dit onderdeel van de motie. De Voorzitter: Ik neem aan dat er tevredenheid bestaat over de gedane toezegging met betrekking tot punt a van de motie, zodat ik dat punt niet meer in stemming hoef te brengen. Punt c is door de heer Siemonsma ingetrokken, dus ook daarover hoeft geen stemming plaats te vinden. Rest punt b, dat ik thans in stemming breng. Punt b van de motie van de heer Siemonsma en mevrouw Van der Werf wordt verworpen met 31 tegen 4 stemmen. (Voor dit deel van de motie stemmen de leden van de fractie van PAL.) Paragraaf 13. Beleidssector Sport, Recreatie en Toerisme. De Voorzitter: Mevrouw Visscher-Bouwer zal spreken over de openstelling van de brug gen op zondagen op zodanige wijze dat een en ander budgettair neutraal kan verlopen. Mevrouw Visscher-Bouwer: Hoewel in de vorige begrotingszitting in april een motie is aan genomen die beoogde om de bruggen in de route Dokkumer Ee-Van Harinxmakanaal op zondag minstens tweemaal open te stellen, is hierover nog steeds geen besluit genomen. De argumen ten van toen zal ik niet herhalen. Het blijft echter een treurige zaak dat de hoofdstad van Friesland wat dit betreft achteraan loopt vergeleken met de andere Friese steden. Er is een commissie ingesteld om met voorstellen te komen, er is overleg geweest met De Marrekrite, maar de Dienst Stadsontwikkeling ziet blijkbaar geen mogelijkheid dit zonder veel kosten voor de gemeente op te lossen. Volgens mij ziet de DSO te veel apen en beren op zijn pad. Men kan ook van het standpunt uitgaan - ik denk dat dat hier geldt - waar een wil is is een weg, maar misschien is hier het omgekeerde wel waar. Graag zou ik thans van de wethouder vernemen welke problemen men heeft en welke stap pen men denkt te ondernemen. Wij hebben als raad bij de herwaardering uitgesproken dat een flexibele inzet van de ambtenaren mogelijk moet zijn. In dit licht gezien moet het mogelijk zijn een verschuiving toe te passen van de winterdienst naar de zomerdienst, zodat de voorgestel de maatregel geen extra kosten met zich mee behoeft te brengen. Ik heb contact gehad met Schuttevaer - de mensen belden mij op - die een suggestie had. Volgens deze mensen was een oproepsysteem mogelijk, waardoor 's winters niet alle brugen bezet behoeven te zijn. Dit wordt meer toegepast en wordt ook door de provincie toegestaan indien er geen extra wachttijden optreden. Volgens ons moet dit probleem dus zonder kosten kunnen worden opgelost en daar om kom ik met de volgende motie: "De raad van Leeuwarden, bijeen op 20 december 1983, draagt het college op een regeling te treffen om de bruggen in de route Dokkumer Ee-Van Harinxmakanaal in het zomerseizoen op zondag twee maal per dag open te stellen en dit budgettair-neutraal te doen verlopen." De motie, die ik u graag wil aanbieden in een klomp, is mede-ondertekend door mevrouw Brandenburg. Wij moeten zuinig zijn. Ik had deze klomp nog, zodat die, als hij wel zou moeten worden gebruiktniet behoeft te worden aangeschaft De Voorzitter: Ik constateer dat de klomp zo lek als een mandje is, terwijl er ook nog geld in zit van de socialistische republiek Roemenië!

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1983 | | pagina 50